Home » Gastbijdrage » Het karakter en gezag van de Bijbel als het onfeilbare Woord van God – Bespreking van ‘The Bible: God’s Inerrant Word’

Het karakter en gezag van de Bijbel als het onfeilbare Woord van God – Bespreking van ‘The Bible: God’s Inerrant Word’

In de serie Banner Mini-Guides schreef Derek W.H. Thomas een deeltje over het karakter en het gezag van de Bijbel als het Woord van God. Thomas was tot aan zijn emeritaat in 2023 senior-predikant van de First Presbyterian Church in Columbia, South Carolina. Als hoogleraar heeft hij zowel de campus in Jackson als in Atlanta van het Reformed Theological Seminary gediend.

De Banner Mini-Guides laten de lezer kennismaken met enkele van de belangrijkste thema’s en kwesties die verband houden met het christelijk geloof. Ze leggen een solide basis voor het Bijbelonderwijs en moedigen een grondiger verkenning van het thema aan met suggesties voor verder lezen. De minigidsen tellen elk dertien hoofdstukken. Ze zijn nuttig voor zowel individuele als groepsstudie.

The Bible: God’s Inerrant Word verscheen voor het eerst in 2018, en in 2020 kwam er een herziene herdruk uit. Vanwege het grote belang van het erkennen van het karakter en het gezag van de Schrift schenk ik aandacht aan dit boekje. Voor wie de Engelse taal machtig is, is het gezien de omvang een zeer handzame introductie op het onderwerp dat wordt behandeld. En wat belangrijker is: het is een betrouwbare introductie.

In overeenstemming met het zelfgetuigenis van de Schrift en met de houding van kerkvaders en reformatoren, gaat Thomas uit van de ene goddelijke Auteur achter de vele menselijke auteurs. De inspiratie door de Heilige Geest heft de eigenheid van de menselijke auteurs niet op, maar de menselijke auteurs hebben geen zelfstandige inbreng gehad los van de werking van Gods Geest. Was dat wel het geval geweest, dan zouden wij hun woorden en de boodschap daarachter kunnen relativeren met een beroep op het feit dat zij in een andere tijd en cultuur leefden dan wij. Met Calvijn zegt Thomas dat wij de eerbied die wij voor God hebben ook voor de Schrift moeten hebben, omdat ze geheel van God is gekomen en er niets menselijks met haar is vermengd (zie Calvijn op 2 Tim. 3:16). De Schrift is tot in de concrete woorden die gebruikt worden door Gods Geest geïnspireerd (‘verbal inspiration‘). En omdat de Heilige Geest Zichzelf niet tegenspreekt, bevat de Schrift geen vergissingen.

Als het gaat om de historische betrouwbaarheid van de Schrift, blijkt dat het Nieuwe Testament gebeurtenissen die in het Oude Testament als geschiedenis worden verteld, zo ook opvat. Thomas noemt dan als voorbeelden onder anderen de zondvloed, het spreken van de ezel van Bileam, het bezoek van de koningin van Scheba aan Salomo. In navolging van Donald Carson wijst Thomas ook op het auteurschap van Psalm 110. De Heere Jezus verstaat het opschrift boven Psalm 110 als een aanduiding dat David de auteur is. Op zich laten zowel de Hebreeuwse brontekst als de Septuaginta taalkundig de mogelijkheid open om niet ‘van David’ maar ‘voor David’ te lezen. Echter, we behoren in navolging van onze Heere deze Psalm niet te lezen als een lied dat een onbekende dichter voor David heeft gemaakt, maar als een lied van David voor zijn grote Zoon Die komt. Zelf verwijs ik dit verband nog naar Psalm 72. Ook is een Psalm van David voor de koning na hem. In eerste instantie is dat Salomo, maar wat in Psalm 72 wordt bezongen gaat boven Salomo uit en heeft uiteindelijk betrekking op Davids grote Zoon.

Thomas wijst er wel op dat ‘inerrancy’ niet betekent dat de overgeschreven handschriften geen vergissingen kunnen bevatten. Ik wijs erop dat hij ook daarin in het spoor van de kerkvaders en reformatoren gaat. Als het loopt over de kerkvaders denk ik aan een van de brieven die Augustinus aan Hiëronymus schreef (Epistola 82). Er kunnen bij het overschrijven van de handschriften fouten zijn ingeslopen. Meer dan eens is dat het geval. Dat is de reden dat via vergelijking van handschriften naar de juiste en oorspronkelijke tekst wordt gezocht. Ik merk zelf op dat voor hen die geen zicht hebben op deze problematiek het goed is te weten dat de onderlinge verschillen tussen handschriften nooit gevolgen heeft voor de boodschap van de Bijbel. We moeten bij het lezen van de Schrift en het toepassen van haar boodschap op ons eigen leven ook nooit voorbijgaan aan de voortgang in de openbaring, en dan gaat het met name om het feit dat wij heel de Schrift mogen en moeten lezen in het licht van de nieuwe bedeling. Hier trekt Thomas dezelfde lijnen die wij in Nederland tegenkomen in de Gereformeerde Dogmatiek van H. Bavinck en de Beknopte gereformeerde dogmatiek van J. van Genderen en W.H Velema. G. van de Brink en C. van der Kooi gaan in de Christelijke dogmatiek andere wegen. Wegen die ook terug te vinden zijn in het Schriftrapport Klare wijn van de Nederlandse Hervormde Kerk en in God met ons van de Gereformeerde Kerken.

Zonder enige reserve spreekt Thomas over ‘inerrancy’ (zonder vergissingen/tekortkomingen). In de Engelse theologische taal wordt zowel het woord ‘inerrancy’ als ‘infallibility’ gebruikt. ‘Inerrancy’ duidt op het feit dat de Bijbel betrouwbare informatie geeft (truthfulness) en ‘infallibility’ dat wij op de Bijbel en de boodschap ervan aankunnen (trustworthiness). De noties waarvoor in de Engelse taal de woorden inerrancy en infallilibility worden gebruikt, zitten in onze taal in het ene woord ‘onfeilbaarheid’.

Wie trouwens een benoeming krijgt aan Reformed Theological Seminary moet expliciet zijn instemming betuigen met de onfeilbaarheid van de Schrift (Scripture is the inspired, inerrant Word of God, the final authority, and only infallible rule of faith and practice. As the Word of God written, all Scripture is self-attesting and is verbally inspired by Almighty God, and therefore without error as originally given). Ik zou wensen dat deze eis ook in Nederland aan academische theologische instellingen aan docenten en hoogleraren werd gesteld. In Nederland is het onder academische theologen eerder uitzondering dan regel dat zij zo’n houding ten opzichte van de Schrift hebben. Helaas geldt dat in toenemende mate voor academische theologen die tot de gereformeerde gezindte worden gerekend. Wie theologie gaat studeren aan een Nederlandse instelling moet zich dat wel realiseren. Hier ligt voor Nederlands kerk een groot stuk nood.

Wel onderstreept Thomas dat wij het feit dat de Bijbel geen vergissingen bevat, nooit mogen losmaken van andere aspecten van de Schrift. De Schrift is gegeven om ons wijs te maken tot zaligheid. Zij is helder en genoegzaam en dat betekent dat iedereen die haar biddend leest, er de weg van zaligheid in kan vinden. De centrale boodschap van de Schrift is de toegang tot God door Jezus Christus.

N.a.v.: Derek W.H. Thomas, 2020, The Bible: God’s Inerrant Word (Edinburgh: Banner of Truth).

Deze gastbijdrage is met toestemming overgenomen van de website van dr. P. de Vries. Het originele artikel is hier te vinden.