Bij uitgeverij Hendrickson Publishers verscheen in 2016 een herdruk van de klassieke inleiding van Roland Kenneth Harrison op het Oude Testament. Dit werk dat in 1969 voor het eerst werd gepubliceerd, is nog altijd zeer de moeite waard. Voor predikanten en studenten in de theologie is het een naslagwerk van blijvende waarde.
Het is de uitgebreidste conservatieve inleiding op het Oude Testament die ooit is verschenen. Aan de behandeling van de afzonderlijke boeken van het Oude Testament gaat een uitvoerige bespreking van de geschiedenis van de studie van het Oude Testament vooraf, de archeologie van het Midden-Oosten, de tekst en canon van het Oude Testament de godsdienst van Israël en de theologie van het Oude Testament. Dat verhoogt de waarde van dit standaardwerk.
Vragen naar de omvang van de zondvloed en de datering van de exodus komen aan de orde. Harrison geeft de voorkeur aan een datering van de exodus in de dertiende eeuw. Zelf meen ik dat er niet alleen in het licht van Bijbelse, maar mede in het licht van buiten-Bijbelse gegevens, meer te zeggen valt voor een datering in de vijftiende eeuw. Een standpunt dat wij in Nederland in de Studiebijbel terugvinden.
Op de bespreking van de canonieke boeken van het Oude Testament volgt een bespreking van de apocriefe boeken. Het onderscheid tussen deze twee categorieën wordt door Harrison ten volle recht gedaan. Bij elke boek van het Oude Testament gaat Harrison in op het ontstaan, de historische achtergrond en de belangrijkste thema’s
Van recenter datum dan de inleiding op het Oude Testament van Harrison is die van R. Reed Lessing en Andrew E. Steinmann. Deze oudtestamentici behoren tot de Lutheran Church Missouri Synod, een zogenaamde mainline church die vasthoudt aan haar confessionele wortels. Hun inleiding kenmerkt zich door twee zaken. Dat is allereerst dat de auteurs maximaal recht wensen te doen aan het zelfgetuigenis van het Oude Testament. Dat blijkt niet in de laatste plaats bij de bespreking van de Pentateuch, Jesaja en Daniël.
Daarnaast heeft hun inleiding meer dan die van Harrison sterk het karakter van een theologische weergave van de oudtestamentische Bijbelboeken. Zowel aan de eigenheid van het Oude Testament wordt recht gedaan als aan het feit dat het Oude Testament aangelegd is op het Nieuwe Testament. Bij elk oudtestamentisch Bijbelboek vinden we een paragraaf ‘zonde en genade’ en één over de plaats van Christus in het betreffende Bijbelboek.
De inleiding van Lessing en Steinmann is minder uitgebreid. Vooral omdat na een kort inleidend hoofdstuk direct de afzonderlijke boeken van het Oude Testament aan de orde komen. Dat maakt hem ook wat toegankelijker. Aan het einde van elk hoofdstuk wordt een korte opgave van werken voor verdere studie gegeven.
Omdat de inleiding van Lessing en Steinmann in 2014 verscheen, wordt ook naar de meer recente literatuur verwezen. De twee inleidingen vullen elkaar aan. Zelf zou ik hen die zich willen oriënteren op het Oude Testament die van Lessing en Steinmann als eerste aanraden, omdat deze zowel van recenter datum als overzichtelijker en toegankelijker is. Voor wie meer informatie wil, blijft de inleiding van Harrison een standaardwerk.
N.a.v.: R.K. Harrison, Introduction to the Old Testament: Including a comprehensive review of Old Testament studies and a special supplement on the Apocrypha (Peabody, MA: Hendrickson Publisher, 2016).
Reed Lessing en Andrew E. Steinmann, Prepare the Way of the Lord: An Introduction to the Old Testament (St. Louis: Concordia Publishing House, 2014).
Deze gastbijdrage is met toestemming overgenomen van de website van dr. P. de Vries. Het originele artikel is hier te vinden.