Home » Biologie » De trek van de Pacifische goudplevier als voorbeeld van niet-reduceerbare complexiteit – Interview met wijlen prof. dr. Johan Bruinsma (1927-2017)

De trek van de Pacifische goudplevier als voorbeeld van niet-reduceerbare complexiteit – Interview met wijlen prof. dr. Johan Bruinsma (1927-2017)

In het voorjaar van 2005 gaf de toenmalige minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (OCW), Maria van der Hoeven, aan dat ze kansen zag voor Intelligent Design als alternatief voor de evolutietheorie. Ze kreeg van mede-politici flink de wind van voren, maar de toon was gezet en het debat in volle gang. Ook in het Nederlands Dagblad werd er flink gediscussieerd. Er werd zelfs een kleine rubriek in het leven geroepen onder de titel ‘Intelligent Design’, in deze rubriek werden een vijftal academici geïnterviewd.1 Een van de geïnterviewden was de voormalige plantenfysioloog prof. dr. Johan Bruinsma (1927-2017).2 We willen het interview kort samenvatten.3

De Pacifische goudplevier (Pluvialis fulva) in Thailand. Bron: Wikipedia.

In het voorwoord van een van de nieuwsbrieven van Fundamentum heb ik al aangegeven dat ik op deze website af en toe rolmodellen voor het voetlicht wil brengen. Studenten en academici kunnen dan worden bemoedigd.4 Eén zo’n rolmodel was wijlen prof. dr. Johan Bruinsma, van 1968-1989 hoogleraar plantenfysiologie aan de Wageningen Universiteit. Begin dit jaar is het al weer vijf jaar geleden dat hij overleed. We willen de komende tijd, als de Heere gezondheid en leven geeft, zijn werk via deze website voor het voetlicht te brengen. Beginnend met dit interview voor het Nederlands Dagblad. Prof. Bruinsma werd geïnterviewd door de socioloog dr. Tjirk van der Ziel.

Intelligent Design

Bruinsma geeft aan dat hij het concept Intelligent Design altijd al nauw gevolgd heeft. Volgens de geleerde kun je overal in de natuur ‘duidelijk een bepaald ontwerp’. Op het niveau van de cellen, maar ook in groter verband, zoals de ecologie. Als voorbeeld noemt Bruinsma het trekgedrag5 van de Pacifische goudplevier (Pluvialis fulva) die de zomers doorbrengt in Alaska en Siberië. In het hoge noorden eet het beestje de helft van zijn gewicht erbij. Bruinsma: “Dan zet hij koers, de Grote Oceaan op, door weer en wind, precies naar de minieme Hawaii-eilanden, negentig uur non-stop met vijftig km per uur. Sneller zou inefficiënt zijn, langzamer te vermoeiend. Achthonderd km vóór Hawaii zou het vet op zijn als de vogels niet energiesparend in V-formatie zou vliegen. Als dit alles niet precies en volledig in het vogelkopje was geprogrammeerd, zou er geen Pacifische goudplevier bestaan.” De plantenfysioloog noemt dit een schoolvoorbeeld van niet-reduceerbaar complex ontwerp.6

Evolutietheorie

Toen Bruinsma studeerde was hij geen christen. Hij had wel twijfels bij de evolutietheorie. Op latere leeftijd, nadat hij gelovig werd, is hij opnieuw kritisch naar de evolutietheorie gaan kijken. Tegenover Van der Ziel laat hij zijn bezwaren horen. Bruinsma constateert dat de evolutietheorie zich baseert op twee mechanismen: natuurlijke selectie en toevallige mutaties. Op het punt van natuurlijke selectie had Darwin volgens Bruinsma gelijk, er kunnen door selectie van genetische gegevens nieuwe soorten ontstaan. Over mutaties is Bruinsma sceptisch: “Mutaties zijn een verslechtering, in die zin dat de vermeerdering van genetische informatie nooit is aangetoond. Zoals we uit de informatica weten, kan dat van toevallige veranderingen ook niet worden verwacht. Met andere woorden: men heeft nooit een mechanisme van genetische verrijking gevonden. En dat zal toch moeten, als je wilt spreken van een ontwikkeling van eencelligen naar complexere organismen (…).” In zijn betoog maakt Bruinsma onderscheid tussen micro- en macro-evolutie.7 Hij geeft aan dat hij creationistisch denkt over de evolutietheorie en micro-evolutie aanvaard.

Creationisme

Van der Ziel vraagt aan de plantenfysioloog hoe sterk het creationisme, wetenschappelijk gezien, staat. Bruinsma: “Het creationisme is nog te fragmentarisch, en de wetenschappelijke onderbouwing met experimenten en waarnemingen door gebrek aan onderzoek helaas te mager.8 De plantenfysioloog ziet wel aanwijzingen voor een wereldwijde zondvloed. Als argument noemt hij de polystrate dendrolieten (rechtopstaande versteende boomstammen).9 Bruinsma hekelt het conservatieve karakter van wetenschapsbladen. Hij zegt: “Over het algemeen zijn ze bijzonder conservatief. Iedere biologiestudent wordt tegenwoordig meestal zo doordrenkt met de evolutieleer, dat ze niet leren zich af te vragen of het allemaal wel waar is. Ik hoop dat ID die reflectie wel voor elkaar krijgt. Ik verwacht in ieder geval een doorbraak in ons wetenschappelijk inzicht in het ontwerp van leven.10 Als het gaat om de lezing van Genesis, leest Bruinsma dit bijbelboek met de ogen van een gelovige. “Het scheppingsverhaal is niet als wetenschap bedoeld, hoewel het een niet met het ander in strijd hoeft te zijn.11 De plantenfysioloog sluit het interview af met een oproep tot bescheidenheid en geeft aan zijn beperktheid van inzicht te accepteren. “Wat ik lees is dat God zijn schepping goed noemt, en dat je nog niets leest over de dood. Ik denk ook dat de ontwikkeling van soorten door de micro-evolutie pas na de zondeval is ontstaan.

Ten slotte

Zo spreekt prof. dr. Johan Bruinsma nog nadat hij gestorven is. Het is bijzonder bemoedigend dat er geleerden zijn en waren die enerzijds op een professionele wijze aan wetenschapsbeoefening deden en anderzijds als gewone gelovige Genesis lazen zoals dit bijbelboek tot ons komt. Het is teleurstellend dat de ID-beweging in Nederland is ingestort en dat de de meesten van de toenmalige kartrekkers ervan nu flink evangeliseren voor theïstische evolutie. Het laatste congres van Fundamentum had als thema Intelligent Design12, maar er is veel meer nodig om tot een herleving van Intelligent Design in Nederland te komen.

Voetnoten

  1. Het gaat om resp. bioloog en geoloog drs. Tom Zoutewelle, bioloog prof. dr. John Sussenbach, astronoom dr. Marco de Vos en theoloog prof. dr. Stefan Paas. Wellicht dat we het interview met Tom Zoutewelle nog samenvatten voor deze website.
  2. Johan Bruinsma promoveerde in 1958 aan de Universiteit van Amsterdam op een proefschrift met als titel ‘Studies on the Grassulacean acid metabolism’.
  3. Bron: Ziel, T. van der, 2005, ‘Vermeng wetenschap niet met levensbeschouwing’, Nederlands Dagblad 61 (15.913): 4. Link: https://www.nd.nl/nieuws/nederland/668131/-vermeng-wetenschap-niet-met-levensbeschouwing-.
  4. Vorige week brachten we dr. Arie Sonneveld voor het voetlicht: https://oorsprong.info/hoe-verder-de-wetenschap-het-leven-ontrafelt-hoe-meer-ik-van-gods-wijsheid-en-almacht-zie-interview-met-dr-arie-sonneveld-in-het-reformatorisch-dagblad/. Hier werd dankbaar gebruik van gemaakt door Altenoweb: https://alteno.wordpress.com/2022/09/22/arie-sonneveld-boven-tijd-en-toeval/.
  5. Moleculair bioloog dr. Peter Borger noemde het trekgedrag van de pijlstormvogel als argument voor het bestaan van God: https://oorsprong.info/waarom-het-trekgedrag-van-de-pijlstormvogel-voor-mij-een-argument-is-voor-het-bestaan-van-god/.
  6. In het Engelse taalgebied beter bekend als irreducible complex en veelvuldig onder de aandacht gebracht door de biochemicus dr. Michael Behe. Zie ook: https://www.discovery.org/a/3419/. Helaas in het Nederlands ook wel foutief vertaald met ‘onherleidbaar’.
  7. Zelf spreek ik het liefst van ‘evolutie’ en ’Universele Gemeenschappelijke Afstamming’ (UGA). Zie ook: https://oorsprong.info/column-evolutie-is-een-feit/.
  8. Helaas is het op dit punt de afgelopen vijftien jaar in Nederland niet verbeterd. In Nederland komt dit onderzoek niet tot nauwelijks van de grond. In Amerika en Zuid-Korea zijn er gelukkig universiteiten die wel doen aan creationistisch onderzoek en ook de Duitse organisatie Wort und Wissen verzet op dit punt veel werk. Onlangs schreef ik over dit punt al iets in het voorwoord van dit artikel: https://oorsprong.info/creationistische-academici-presenteren-deze-maand-onderzoekswerk-op-de-jaarlijkse-origins-conference/. Waarom wordt er niet meer creationistisch georiënteerd onderzoek gedaan in Nederland? Er zijn genoeg academici die achter het klassieke scheppingsgeloof staan en dit zouden kunnen doen.
  9. Ik raad aan dit argument niet te gebruiken. Het veronderstelt dat naturalistische geologen denken dat alle geologische processen langzaam gaan en dat deze geologen moeite hebben met het verklaren van dit fenomeen. Dat is niet het geval. Zie: https://oorsprong.info/het-gebruik-van-polystrate-dendrolieten-door-creationisten-een-korte-reactie-op-ir-ed-vaessen/.
  10. Helaas is de Nederlandse ID-tak helemaal doodgebloed. Boegbeeld prof. dr. Cees Dekker heeft gecapituleerd voor de evolutietheorie en ook veel andere deelnemers neigen naar theïstische evolutie of voeren zelfs warm pleidooi voor theïstische evolutie. Het is zelfs zo dat verschillende kartrekkers van de ID-beweging in Nederland, prof. dr. Gijsbert van den Brink, prof. dr. Cees Dekker en prof. dr. René van Woudenberg, een sterke evangelisatiedrang laten zien als het gaat om de acceptatie van de evolutietheorie in de zin van Universele Gemeenschappelijke Afstamming (UGA). Teleurstellend voor degenen vanuit de Nederlandse ID-beweging die nog wel Intelligent Design (willen) verdedigen. Elders in Europa is de ID-beweging gelukkig nog springlevend. Bijvoorbeeld in Oostenrijk: https://oorsprong.info/centrum-voor-biocomplexiteit-en-natuurteleologie-opgericht-in-oostenrijk/. Onlangs is er ook nog een centrum voor ID in Italië opgericht, hierover hoop ik, als de Heere het leven en de gezondheid geeft, volgende week over te schrijven.
  11. Hiermee is gelijk de karikatuur van tafel dat creationisten Genesis lezen als een natuurwetenschappelijk handboek.
  12. Zie: https://oorsprong.info/rondom-het-congres-2021-7-alle-lezingen-nu-ook-als-afzonderlijke-video-online/.