Home » Biologie » Waarom het trekgedrag van de pijlstormvogel voor mij een argument is voor het bestaan van God

Waarom het trekgedrag van de pijlstormvogel voor mij een argument is voor het bestaan van God

Het buitengewone trekgedrag van vogels is een van de geheimzinnigste verschijnselen in de biologie. De oorsprong ervan is compleet in nevelen gehuld en er is geen wetenschapper die er een logische, evolutionistische verklaring voor heeft.

Dit werd mij eens te meer duidelijk toen ik in 2002 samen met mijn vrouw Lisa een bezoek bracht aan de noordkust van Tasmanië, een eiland aan de zuidkust van Australië. We brachten een paar dagen door in Stanley, een klein stadje aan Bass Strait. Het stadje ligt aan de voet van een steile rotspunt, een schiereiland dat slechts aan één kant met het Tasmaanse vasteland is verbonden. De kortstaart pijlstormvogel (Puffinus tenuirostris), een vogel zo groot als een flinke zilvermeeuw, broedt hier in holen in de grond. Het trekgedrag van deze vogel is werkelijk verbazingwekkend.

Pijlstormvogels zijn trekvogels bij uitstek. Het hele jaar door kun je ze ergens boven de Stille Oceaan aantreffen, waarbij ze af en toe een eiland bezoeken om even bij te tanken. Hun jaarlijkse reis gaat langs de Japanse kust en de arctische gebieden om daarna via het de zuidelijke Stille Oceaan weer naar Tasmanië terug te keren – een rondreis van zo’n dertigduizend kilometer. Bij aankomst in de Tasmaanse kolonie kiezen de vogels partners en beginnen ze samen de oude broedholen te herstellen of nieuwe te graven. Eind november leggen de vogels één enkel wit ei. In januari komt het kuiken uit. Beide ouders helpen om het kuiken te voeden en het kuiken komt daardoor snel aan. Tegen begin april zijn de jonge vogels bijna twee keer zo zwaar als de ouders. Dan gebeurt er iets onvoorstelbaars: de ouders vliegen weg! Ze laten hun jong, dat nog tot over zijn oren in de donsveren zit, achter in het hol. Het jong is zo dik dat het niet eens het hol uit kan!

Het jong krijgt geen eten en verliest snel aan gewicht. De vleugels ontwikkelen zich in rap tempo en na twee weken zijn ze volgroeid. Afgeslankt verlaat het jong zijn broedhol en leert zichzelf vliegen! Dan gaat het de lucht in. Samen met nog meer jonge onervaren vogels begint het aan de lange reis over de bijna eindeloze Stille Oceaan. Ze vliegen noord, waar ook hun ouders naar toe vlogen. Een maand later ploffen ze neer op een klein eiland voor de kust van Japan. Hun ouders zijn er ook. Ze wachten op de jongen.

Dit gedrag van stormvogels is volkomen bizar. Waarom verlaten de ouders hun kuikens als ze nog in de donsveren zitten en nog niet kunnen vliegen? Hoe weten de jonge onervaren vogels waar de ouders zijn? Hoe weten ze deze plaats te bereiken? Stormvogels moeten op zijn minst een soort ‘kaart’ en een inwendig kompas hebben, alsmede een systeem dat hun vertelt waar zij zich in ruimte en tijd bevinden. Een ingebouwde kaart en een GPS zit ingebakken in hun DNA.

Het verbazingwekkende gedrag van de stormvogel komt voort uit een immateriële bron: informatie. In de wetenschap begint men langzaam maar zeker te herkennen dat informatie, naast materie en energie, de derde kwaliteit in het universum is. In de biologie is die kwaliteit nog het duidelijkst zichtbaar. Het is een kwaliteit die getuigt van een scheppende macht, die het goed voor heeft met zijn schepping. Voor iemand die eerlijk en onbevangen nadenkt is de pijlstormvogel een argument voor het bestaan van God.1 In 2003 trok ik de enige logische consequentie uit mijn denken: ik werd een volgeling van Jezus.

Dr. Peter Borger spreekt op 22 oktober 2022 D.V. over soortvorming op het congres van Fundamentum. Zie hier voor meer informatie.

Dit artikel is met toestemming overgenomen van de website Christelijk Informatieplatform (CIP). Het originele artikel is hier te vinden.

Voetnoten

  1. Red.: Letterlijk kan het niet gezien worden als ‘Godsbewijs’ maar een ‘Godsargument’, dus een argument voor het bestaan van God.