Home » Gastbijdrage » De eerste en de tweede Adam – Het getuigenis van Blaise Pascal en G. Boer

De eerste en de tweede Adam – Het getuigenis van Blaise Pascal en G. Boer

Blaise Pascal (1623-1662), de grote Franse natuurkundige en wiskundige, heeft gezegd dat het ware christelijke geloof bestaat in het kennen van Adam en onze verdorven en Christus en onze gelukzaligheid. Hij wist zich daarin een geestelijke leerling van de grote kerkvader Augustinus, leerling ook van de Schrift zelf. Deze uitspraak staat niet los van het feit dat in zijn tijd de gedachte opkwam dat Adam en Eva niet het eerste mensenpaar waren. Zijn tijdgenoot Isaac La Peyrère (1596-1676) verdedigde de gedachte van pre-adamieten. Pascal begreep dat deze zienswijze niet zonder gevolgen was voor het verstaan van de inhoud van het christelijke geloof. Zij ondergraaft bijvoorbeeld de boodschap van de erfzonde.

Wie het Bijbelse getuigenis over Adam relativeert, beneemt zich de mogelijkheid het juiste zicht op Christus als de tweede Adam te krijgen. In het boek Ik ben de Alfa schreef ds. G. Boer: ‘Maar weet ge, de gedachte dat Adam en Eva schimachtige figuren zijn wint hand over hand veld, ook in kringen waar wij dit niet verwacht hadden. Daarom wil ik u wapenen voor een strijd die op de scholen reeds gaande is en van lieverlede de gemeenten binnendringt. Wie Adam laat verdampen in de nevelen van de oergeschiedenis, heeft de heilige Schrift naar haar zelfgetuigenis tegen zich. Ja, die heeft de Heilige Geest die van deze Schriften de auteur is tegen zich, die heeft God tegen zich. En dat heeft zich gewroken en zal zich verder wreken. Want wie Adam verliest die verliest Christus. Wie de eerste mens afschrijft, die schrijft de tweede Mens af. Wie Adam tot een legendarische figuur maakt die verliest de Christus der Schriften.’

Verschuivingen binnen de kerken in de jaren zestig en zeventig

Dat boek verscheen in de tijd dat er in de Gereformeerde Kerken allerlei zaken aan het verschuiven waren. In 1967 herriepen de Gereformeerde Kerken in 1967 mede door de invloed van de bioloog Lever en de met hem meegaande theologen, de besluiten van de synode van Assen van 1926. Deze synode had krachtig de zondeval als een historisch feit beleden. In reactie op het synodebesluit van de Gereformeerde Kerken schreef ds. G. Boer in De Waarheidsvriend, het orgaan van de Gereformeerde Bond: ‘Bakens worden verzet. Maar het is toch wel zo, dat thans niet de Waarheid ons vrij maakt, maar dat wij de Waarheid vrij moeten maken van allerlei kortzichtigheden en verouderde opvattingen en denkwijzen. Jammer is alleen, dat bij elke vordering van de wetenschap en bij elke ontdekking, de Bijbel opnieuw wordt aangepast bij de nieuwe stand van zaken’

Heel opmerkelijk is dat in de Verenigde Staten in dezelfde periode dat de Gereformeerde Kerken van hun wortels vervreemdden, een tweetal Amerikaanse kerken aan hun wortels vasthielden of welbewust tot hun wortels terugkeerden. De eerste kerk die dan moet worden genoemd is de Lutheran Church Missouri Synod (ruim vier miljoen leden). Op de middelbare school die ik van 1968 tot 1974 bezocht, hoorde ik voor het eerst van deze kerk. De leidende theologische hogeschool van deze kerk, het Concordia Theological Seminary in St. Louis, was steeds meer van kleur verschoten. De theologie van Karl Barth werd door meerdere hoogleraren heel welwillend bezien. Vragen werden gesteld bij de historiciteit van de zondeval. De noodzaak van persoonlijk geloof en de ernst van de eeuwige rampzaligheid werden nauwelijks meer in colleges door hoogleraren aan de orde gesteld.

In de synode van deze kerk tekende zich aan het begin van de jaren zeventig van de vorige eeuw een meerderheid die zich niet bij het voortbestaan van deze situatie kon neerleggen. Het gevolg was dat een groot deel van de hoogleraren verbonden aan het Concordia Theological Seminary in St. Louis vertrok en hun plaatsen konden worden bezet door hoogleraren die trouw waren aan de lutherse belijdenis. Ik hoef de verschillen tussen de lutherse en gereformeerde belijdenis niet te noemen. Die zijn er, maar gereformeerden die trouw zijn aan de gereformeerde belijdenis en luthersen die trouw zijn aan de lutherse belijdenis hebben ook heel veel gemeenschappelijk.

Daarom raad ik de studenten aanschaf van de Concordia Commentary aan. Een Bijbelcommentaar uit de kring van Lutheran Church Missouri Synod dat zowel een hoog academisch niveau heeft als zeer bruikbaar is voor de prediking. Al meerdere jaren heb ik mailcontact met dr. Chris Mitchell, de redacteur van deze serie. In dat contact voelen we wederzijds geestelijke verbondenheid.

Een tweede kerk die terugkeerde naar haar wortels is de Southern Baptist Convention (ruim zestien miljoen leden). Dat gebeurde in de jaren tachtig van de vorige eeuw. Ook daar was de aanleiding de verontrusting over de koers van de zes theologische hogescholen die onder het toezicht van de conventie stonden. Eerst werd er een behoudende president voor de conventie was gekozen. Deze benoemde toen de post van president van de belangrijkste theologisch hogeschool van de conventie, namelijk Southern Baptist Theological Seminary, openviel de toen nog jonge theoloog Abert Mohler. In zeer korte tijd bracht Mohler Southern Baptist Theological Seminary terug tot haar wortels. Van oorsprong zijn de Southern Baptists niet alleen zoals alle klassieke protestanten Schriftgetrouw, maar belijden zij dat ook de gereformeerde genadeleer. Dat laatste is nog altijd niet algemeen, maar geldt wel helemaal voor Mohler.

Verschuivingen nu

De genoemde voorbeelden laten zien dat ontwikkelingen niet onomkeerbaar zijn. In Nederland zien we als het gaat om de vrouw in het ambt, duurzame homoseksuele relaties, de historiciteit van de zondeval en de ernst van de eeuwige rampzaligheid van de zaken verschuiven. Als het gaat om theologen geldt dat de Nederlands Gereformeerde Kerken, de Gereformeerde Kerken Vrijgemaakt, de Christelijke Gereformeerde Kerken en de Gereformeerde Bond in de PKN. Op het grondvlak gaan deze verschuivingen geen enkele kerk van de gereformeerde gezindte voorbij. Op zijn minst wordt de zuigkracht ervan gevoeld.

Nu kunnen wij Gods kerk niet bewaren en in stand houden. We zijn wel geroepen om getrouw te zijn. Dat betekent ook dat wij onze stem verheffen tegen genoemde verschuivingen vanuit de wetenschap dat de Bijbel de stem is van de levende God is. Dat er alleen verzoening met God is door het bloed van Christus en dat wie Hem toebehoort, Hem ook metterdaad kent. Laten we vurig bidden dat de gereformeerde gezindte in Nederland vasthoudt aan haar wortels of daartoe terugkeert. Laat iedereen op de plaats waar hij staat in ootmoed en standvastigheid doen wat de Heere van de Kerk van hem vraag en verwacht.

Wij mogen dan ook leren van anderen. Op de website van de Lutheran Church Missouri Synod staan onder andere een aantal bijdragen van dr. Al. Barry, de president/voorzitter van de synode van deze kerk. Die over schepping en evolutie geef ik graag door.

Hoe zit het met… Schepping en Evolutie

Inleiding

Evolutie: feit of theorie? Veel mensen gaan ervan uit dat het gewoon een feit is. Christenen die door het geloof de waarheid van Gods Woord over de Schepping accepteren, zoals dit voor ons in Genesis en elders in de Schriften is opgetekend, vragen zich soms af hoe zij anderen behulpzaam kunnen zijn bij het overwegen van de mogelijkheid dat er een Schepper is. Het doel van dit pamflet is, om een uitgangspunt te verschaffen van waaruit we de opvattingen van de bepleiters van de evolutie kunnen evalueren.

Waar gaat het om bij de evolutie?

In 1859 presenteerde Charles Darwin, in zijn boek On The Origin of Species, een theorie dat de verschillende diersoorten zijn ontstaan uit een proces van ‘natuurlijke selectie’, waarbij ‘de begunstigde rassen’ behouden bleven in de ‘strijd om het bestaan’. Is dit alleen maar een wetenschappelijke theorie, of is het meer dan dit?

‘Darwin was zich er volledig van bewust dat zijn denkbeeld een frontale aanval was op de gedachte van een intelligente Ontwerper achter de wereld. In feite is het zeer goed mogelijk dat hij deze theorie juist voor dat doel had opgesteld. De gedachte dat er naast de materie nog een geestelijk rijk bestond, lijkt voor hem reeds in zijn jeugd een anathema geweest te zijn. De eerste inspiratie voor zijn theorie van natuurlijke selectie kwam niet voort uit het observeren van de natuur. Mogelijk is het niet toevallig, dat zijn geschriften af en toe ook iets laten zien van een specifieke antipathie tegen de God van de Bijbel, vooral als het gaat om Zijn recht om ongelovigen in de eeuwigheid te oordelen’ (Wieland).

Welke uitdaging voor Darwin is er te vinden in de details van het leven?

De evolutietheorie stelt dat het leven op een zeer eenvoudig niveau begint, en dat het dan, door natuurlijke selectie, uiteindelijk hoe langer hoe complexer wordt als er veranderingen plaatsvinden. Echter, uit biochemisch en moleculairbiologisch onderzoek komen voortdurend overtuigende bewijzen dat de levende cel totaal nutteloos is tenzij, en totdat, zij haar uiteindelijke vorm bereikt; en als er, wanneer zij die vorm bereikt heeft, een verandering optreedt, wordt haar functie verwoest, niet verbeterd. Darwins grootste uitdaging komt van de vraag hoe de individuele cel zich heeft ontwikkeld. Wetenschappers die deze kwestie bestuderen, hebben de levende cel beschreven als een ‘niet-reduceerbare complexiteit’.

Hoe langer hoe meer wetenschappers komen tot de conclusie dat levende organismen, zelfs de meest ‘eenvoudige’, duidelijk bewijzen dat er een schepper is, gezien hun ongelooflijke complexiteit op zelfs de meest fundamentele niveaus. De wetenschappelijke literatuur bewaart een vreemd stilzwijgen wanneer het gaat om de vraag hoe deze moleculaire structuren, de basis van het leven, zich ontwikkeld hebben. Hoe kon dit alles zijn geëvolueerd?

Heeft de wetenschap Intelligent Ontwerp (Intelligent Design) geaccepteerd?

Voorstanders van Intelligent Ontwerp hebben in recente jaren grote vooruitgang geboekt. Hun bevindingen hebben kracht bijgezet aan de reeds lang bestaande creationistische argumenten aangaande de tweede wet van de thermodynamica die, eenvoudig gesteld, zegt dat alle dingen, levende en niet-levende, een weg bewandelen van een staat van orde naar verschillende staten van toenemende ordeloosheid, niet in de omgekeerde richting.

Andere argumenten die naar voren worden gebracht, zijn gebaseerd op de dubieuze dateringsmethoden die door evolutionisten worden gebruikt, en op het fossielenbestand—dat nog steeds geen overtuigende overgangsstadia toont in typen of soorten (men zou toch denken dat elke fossiel een overgangsstadium zou moeten tonen). Kortom, deze aanwijzingen, samen met vele anderen, pleiten duidelijk voor de gedachte van een Schepper en een Intelligent Ontwerp.

Wat staat Intelligent Ontwerp in de weg?

Evolutionisten lijken niet bereid te zijn om in te gaan op de bevindingen van de biochemie en andere verwante wetenschappen. Ze zeggen al gauw dat ze de wetenschap verdedigen, maar wanneer ze worden geconfronteerd met het uitgangspunt van Intelligent Ontwerp, dat de gegevens beter interpreteert dan hun eigen opvattingen (zoals over het menselijk oog, de vleugel van een vogel, of de processen van bloedstolling), dan bieden ze in het geheel geen wetenschappelijke verdediging. In plaats daarvan varen ze uit en maken het uitgangspunt van Intelligent Ontwerp belachelijk als louter ‘religieus’.

Wat zijn de ontwikkelingen in de wetenschappelijke gemeenschap?

Zij die een voorkeur hebben voor de verklaring van het leven die door Schepping en Intelligent Ontwerp gegeven wordt, kunnen niet gemakshalve worden gekarakteriseerd als achterlijke, onwetende, platte-aarde-fanaten. Integendeel, gelovigen in een bijzondere Schepping en in een Intelligent Ontwerp, zijn oordeelkundige en rationele personen—tientallen miljoenen—die, na het bewijsmateriaal overwogen te hebben, de evolutietheorie als onhoudbaar hebben afgewezen. En bij deze miljoenen sluiten zich groeiende aantallen biologen, geologen, fysici, medici, mathematici en andere wetenschappers aan.

Een moleculair bioloog legt uit, dat de evolutietheorie een invloed heeft die ‘ver van de biologie verwijderd’ is, en een van de ‘meest spectaculaire voorbeelden in de geschiedenis is, hoe een hoogst spectaculair denkbeeld, waarvoor in feite geen harde wetenschappelijke aanwijzingen zijn, het denken van een hele gemeenschap kan veranderen en een dominerende invloed kan hebben op de wereldbeschouwing van een tijdperk’ (Denton, p. 358).

Zoals een biochemicus het uitdrukt: ‘Iemand die zich niet verplicht voelt om zijn onderzoek tot niet-intelligente oorzaken te beperken, moet wel tot de conclusie komen dat veel biochemische systemen ontworpen zijn. Deze zijn niet ontworpen door de natuurwet, niet door toeval en noodzaak, maar zijn gepland. Hun ontwerper wist hoe de systemen er zouden uitzien wanneer ze voltooid waren, en ondernam vervolgens stappen om de systemen tot stand te brengen. Het leven op aarde op zijn meest fundamentele niveau, in zijn meest essentiële componenten, is het product van intelligente activiteit’ (Behe, p. 193).

Is er plaats voor Intelligent Ontwerp?

Zoals er veel overtuigende aanwijzingen bestaan voor een jonge aarde en een wereldwijde hydrologische ramp (de zondvloed van Noach, die veel van de geologie en paleontologie van onze planeet verklaart), zo kan ook Intelligent Ontwerp op zich succesvol bepleit worden zonder zich ook maar eenmaal op de Schriften te beroepen. Deze natuurlijke kennis van een Schepper is niet hetzelfde als het naar voren brengen van een aantal specifieke theologische en leerstellige opvattingen over die Schepper.

Als de evolutionisten blijven volhouden dat de schepping niet kan worden losgemaakt van religie, dan moeten zij zelf ook bereid zijn om toe te geven dat hun orthodoxie—dat het leven in al haar schoonheid, organisatie en complexiteit, ontstaan is door willekeurige mutaties en andere Darwinistische speculaties—in feite even dogmatisch is, evenzeer een religie, als datgene wat zij verachten. Als de Schepping theïstisch is, en een intelligente doelbewuste Auteur van het Leven vereist, dan is de naturalistische Evolutie atheïstisch, en ontkent het bestaan van die Auteur en alle bovennatuurlijke daden die door Zijn hand zijn verricht.

Al sinds generaties heeft de evolutie met al haar zwaktes en niet-verklaarde leemten onbetwist in het Amerikaanse openbare leven geregeerd, in onze dierentuinen, musea en massamedia, en ja, misschien wel het duidelijkst in onze scholen. De evolutietheorie wordt eenvoudigweg als een feit verkondigd. Pas nu, eindelijk, wordt de evolutie betwist op haar eigen terrein: dat van de objectieve wetenschap. Op de Amerikaanse openbare scholen, en op de pagina’s en de websites van de media, is de tijd aangebroken dat de woorden ‘evolutie’, ‘naturalisme’ en ‘neodarwinisme’ plaats maken voor ‘Intelligent Ontwerp’. Alles wat minder is dan dat, zou, gebaseerd op het bewijsmateriaal, intellectueel oneerlijk zijn.

Is de evolutietheorie verenigbaar met het christelijke geloof?

Het zou een vergissing zijn om te denken dat iemand, eenvoudigweg door hem het bewijsmateriaal te tonen voor Intelligent Ontwerp, een christen zal worden. Het geloof dat God onze liefhebbende Vader is Die de hemel en de aarde geschapen heeft, is een artikel van onze geloofsbelijdenis. Het geloof in een intelligente Ontwerper, is nog heel iet anders dan het geloof dat wij zondige menselijke wezens zijn die een Zaligmaker nodig hebben, en dan vertrouwen op de Zoon van God, Jezus Christus, Die onze Verlosser is van de zonde, de dood en de macht van Satan. Deze levende hoop is een gave van God, gegeven door de Heilige Geest. Het is niet een zaak van wetenschappelijke studie of analyse. Het geloof is evenzeer een wonderbaarlijke gebeurtenis in ons leven als Gods scheppingswerk in de wereld. In feite is het niet een toeval dat degenen die in Christus zijn, ‘nieuwe scheppingen’ genoemd worden (2 Kor. 5:17).

De Lutheran Church—Missouri Synod gelooft, leert en belijdt dat Adam en Eva echte historische personen waren, en dat de beschrijving van de Schepping in Genesis waar en feitelijk is, niet slechts een ’mythe’ of een ‘verhaal’ dat verzonnen is om de oorsprong van alle dingen te verklaren.

We zouden ook een ernstige dwaling begaan door eenvoudigweg de theorieën van de wetenschap klakkeloos te accepteren. Vele aspecten van de evolutietheorie zijn direct in strijd met Gods Woord. De evolutie is niet te verenigen met het christelijke geloof. Zij die daartoe pogingen ondernemen, zullen onvermijdelijk eindigen in het verwateren van de leer van de Bijbel. Christenen behoeven niet te vrezen voor de bevindingen van de wetenschap, en hebben geen enkele reden om aan de ‘wetenschap’ meer geloof te hechten dan aan het Woord van God.

Terwijl wetenschappers de wonderen van Gods schepping blijven bestuderen en onderzoeken, sluiten wij ons aan bij de oude Psalmist met de woorden: ‘Ik loof U, omdat ik op een heel vreselijke wijze wonderbaarlijk gemaakt ben; wonderlijk zijn Uw werken! ook weet het mijn ziel zeer wel’ (Ps. 139:14).

Wie meer wil weten over de terugkeer van de Lutheran Church Missouri Synod en de Southern Baptist Convention naar hun historische en confessionele wortels verwijs ik voor de Lutheran Church Missouri Synod naar Paul A. Zimmerman, A Seminary in Crisis (St. Louis: Con­cor­dia Pu­bli­shing House, 2007) en voor de Southern Baptist Convention naar Jerry Sutton, The Baptist Reformation: The Conservative Resurgence in the Southern Baptist Convention (Nashville: Broadman & Holman Publishers, 2000).

Deze gastbijdrage is met toestemming overgenomen van de website van dr. P. de Vries. Het originele artikel is hier te vinden.