Noot van de redactie: Gisteren reageerde mr. Peter Kerstholt op een artikel van dr. Piet de Vries over de onfeilbaarheid van de Schrift. Hij meent een synchronisch contingentie te zien in het aangehaalde citaat. We geven zijn reactie hieronder weer.
Wie het citaat in het artikel De onfeilbaarheid van de Schrift – Een klassiek christelijk en gereformeerd uitgangspunt van dr. P. de Vries gepubliceerd d.d. 2 juli 2024 goed leest komt tot de conclusie dat er een contradictio in terminis (innerlijke tegenspraak) in zit. Het betreft de passage: Het is onmogelijk dat het voorkomen van een vergissing kan samengaan met de inspiratie van de Schrift.1
Het voorkomen of niet maken van een vergissing gaat namelijk juist samen met de inspiratie van de Schrift. Het bezigen van de woorden onmogelijk en kan in deze zin uit het citaat wijzen op een redenering, synchronische contingentie genaamd, van de denker Duns Scotus. Duns Scotus stelt in zijn Lectura I dat proposities met elkaar te rijmen zijn die in de moderne wiskunde elkaar uitsluiten.2 Het blijkt dat Scotus van twee verschillende beweringen één maakt door ze tegelijkertijd te veronderstellen. Maar in werkelijkheid zijn de beweringen aan elkaar tegengesteld en niet eens tegelijkertijd te denken. Daarom is de redenering of gedachte van synchronische contingentie niet waar.
Voetnoten
- Het artikel is hier te lezen: https://oorsprong.info/de-onfeilbaarheid-van-de-schrift-een-klassiek-christelijk-en-gereformeerd-uitgangspunt/.
- De twee proposities zijn:
(1) Voluntas est volen in a
(2) Voluntas potest esse nolesn in a.