Een bezoekster van de tentoonstelling ‘Exodus’, opgezet door het Bijbels Museum, heeft geprobeerd een kunstwerk van Marieke Ploeg te vernielen. De tentoonstelling bestond uit 3000 beeldjes van de godin Asjera, waarvan er honderden werden beschadigd. De vrouw handelde uit ‘religieuze’ motieven.
De meeste reacties waren afwijzend. Toch zijn de Asjera’s van Marieke Ploeg geen onschuldige kunstuitingen, maar berusten ze op moderne theologische opvattingen. Wie is Asjera? En wat heeft het Bijbels Museum bewogen om zoveel Asjera’s ten toon te stellen? Asjera is een Kanaänitische vruchtbaarheidsgodin, vaak afgebeeld met vruchten, bloemen en dadels, of simpelweg als een houten paal. Israël heeft in de donkerste perioden van haar geschiedenis de dienst aan de levende God vermengd met afgoden als Asjera. De meest gruwelijke afgod was de Moloch, aan wie kinderoffers werden gebracht (Lev. 20:3). Ook liet Israël zich verleiden tot offers aan Baäl om zo welvaart af te dwingen.
Asjera werd bij herhaling als vrouw naast Baäl geplaatst (1 Kon. 15:13; 1 Kon. 18:19; 2 Kon. 23:7). Het dieptepunt in de koningsgeschiedenis van Juda is de regering van Manasse geweest. Hij liet een Asjera plaatsen in de tempel van Jeruzalem (2 Kon. 21:7). De Statenvertaling vertaalt Asjera met het ‘beeld van het bos’ omdat de afgoderij vaak in bossen plaatsvond. De afgodische daad van Manasse is de directe aanleiding geweest tot de ballingschap. ‘En zij zullen tot een roof en plundering worden van al hun vijanden’ (2 Kon. 21:14).
Onbijbelse theorie
Sinds de vorige eeuw is de gedachte in de wetenschap populair geworden dat de God van Israël, net als de goden van de omringende volkeren, een Asjera naast Zich zou hebben gehad. Raphael Patai was in 1967 de eerste historicus die beweerde dat de Israëlieten naast Jahweh ook Asjera aanbaden. Sindsdien heeft deze theorie steeds meer opgang gemaakt. Men meent dit te mogen concluderen uit archeologische vondsten in het Nabije Oosten. Ook in ons land is hierover geschreven, onder meer door de oudtestamenticus Bob Becking in de bundel “Een God alleen…? Over monotheïsme in Oud-Israël en de verering van de godin Asjera” (1998).
Op zich is het geen nieuws dat de Israëlieten voor de ballingschap andere goden aanbaden. Toch mogen we daaruit niet de conclusie trekken dat het monotheïsme in Israël pas na langere tijd ontwikkeld zou zijn uit veelgodendom. Profeten en godvrezende koningen hebben steeds ondubbelzinnig de afgoderij veroordeeld. De waardering voor het polytheïsme past veeleer bij de moderne mens die zich verzet tegen de ene en unieke waarheid. De moderne mens wil zich niet vastleggen op de ene en geopenbaarde waarheid. Dan liever vele goden.
Israëls profeten hebben die veelheid altijd in de scherpste bewoordingen afgewezen. Het Hebreeuwse woord voor afgoden (elil) mag vertaald worden met ‘nietsen’ of ‘leegten’. ‘Zij hebben een mond, maar spreken niet; zij hebben ogen, maar zien niet’ (Ps. 115:5). Elia spotte met de ‘lege’ god van de Baälpriesters: ‘Roept met luider stem, misschien slaapt hij en zal wakker worden’ (1 Kon. 18:27).
Museum
Het is onbegrijpelijk dat het Bijbels Museum voor deze moderne benadering ruimte heeft gemaakt. De eerste reactie van directeur Carolien Croon op de ‘beeldenstorm’ van haar tentoonstelling stelt erg teleur. Croon wijst de onbesuisde actie, maar vindt het tegelijk ‘ingewikkeld als je Godsbeeld zo vast staat dat het niet door een andere visie mag worden bevraagd’. Sinds 2016 heeft het museum besloten tot deze inhoudelijke koerswijziging.
Dit museum kwam voort uit de verzameling van de negentiende eeuwse predikant Leendert Schouten, die zelf de maquette van de Tabernakel bouwde en veel voorwerpen uit de Bijbelse leefwereld verzamelde. Na het wegvallen van de Amsterdamse subsidie van 200.000 euro per jaar in 2016 reist het museum rond met tentoonstellingen, maar heeft zich inhoudelijk verbreed naar andere religies en moderne levensbeschouwingen.
Deze koerswijziging roept de vraag op of de museale taken rond de Bijbel en onze rijke kerkgeschiedenis niet elders moeten worden ondergebracht. ‘Opdat het navolgende geslacht die weten zou’ (Ps. 78:6).
Noot van de redactie van ‘Oorsprong’: Zie ook deze bijdrage van prof. dr. Mart-Jan Paul over deze ‘beeldenstorm’ en Asjera.
Dit artikel is met toestemming van de redactie overgenomen uit De Saambinder. De bronvermelding luidt: Clements, G., 2023, Beeldenstorm, De Saambinder 101 (40): 10.