Home » Archeologie
Categoriearchief: Archeologie
Staphorster archeologie bij voorbaat afgewezen door naturalisten en theïstisch evolutionisten
(Dit artikel ontvangt in de loop van woensdag en donderdag nog een fijnafstemming.)
Afgelopen week werd mijn column over ‘Archeologie in Staphorst’1 op de website ‘Oorsprong’ geplaatst. Deze column werd eerder geplaatst in het gezinsblad Om Sions Wil.2 Nadat de column op de website geplaatst werd, deelde ik deze in diverse Facebook-groepen. Ik ontving een aantal positieve, maar ook een aantal negatieve reacties. In de column roep ik namelijk op tot bijbelgetrouwe, bij de Schrift passende, archeologie. Deze oproep werd bij voorbaat als ondeugdelijk afgewezen door naturalisten en theïstisch evolutionisten.3
Er werden verschillende bezwaren aangedragen en opmerkingen gegeven. Daarover ontstond dan tussen voor- en tegenstanders discussie. Hieronder wil ik de hoofdberichten beantwoorden. Ik ga niet uitvoerig op alle reacties in, omdat discussies onder hoofdberichten al snel verzandden in discussies over onderwerpen die niet meer over het hoofdbericht gingen. Omdat het veelal gaat om besloten Facebook-groepen noem ik geen namen en geef ik alleen de reactie (geanonimiseerd) weer.
Verstand uitschakelen?
Een persoon (A) die kritisch tegenover de oproep staat geeft het volgende aan:
“Waarom zou ik als gelovige mijn verstand moeten uitschakelen?”
De column is geen oproep om het verstand uit te schakelen en maar blind te geloven. Het tegendeel is zelfs waar. Voor een bijbelgetrouw archeologisch instituut is zelfs heel veel christelijk verstand nodig. Een medewerker moet een gigantische stroom aan informatie verwerken (en mogelijk zelfs opnieuw karteren, interpreteren en kaderen). Daarnaast roeit een dergelijk medewerker vaak tegen de stroom in en krijgt hij of zij vanuit naturalistisch perspectief diverse moeilijke vraagstukken op te lossen. Dat vergt heel veel denkwerk, we hebben immers de werkelijkheid niet in onze broekzak. Als het om de Staphorster archeologie gaat, moet, aangaande de vondsten uit de steentijd, vaak vanaf nul begonnen worden. Dit omdat er door bijbelgetrouwe archeologen nog nauwelijks werk in deze periode verricht is. Als laatste zou het ‘uitschakelen van het verstand’ ingaan tegen het bevel van de Heere Jezus. In Markus 12:30 staat deze uitspraak: “En gij zult den Heere, uw God, liefhebben uit geheel uw hart, en uit geheel uw ziel, en uit geheel uw verstand, en uit geheel uw kracht. Dit is het eerste gebod” (SV).4 Verstand uitschakelen? Nee, ten volle in dienst van de Heere inzetten.
Geschiedvervalsing?
Een persoon (B) die kritisch tegenover de oproep staat, geeft het volgende aan:
“Geschiedvervalsing plegen dus. Lijkt mij geen goede zaak.”
Het doel van het oprichten van een bijbelgetrouw archeologisch instituut is niet om geschiedvervalsing te plegen. De archeologische vondsten worden immers niet weggemoffeld of ontkend, maar slechts in een ander kader (dan het naturalistische) geïnterpreteerd. We zagen dat ook in de uitspraken van orthodoxe christenen in de Staphorster Gemeenteraad. De vondsten uit de steentijd werden niet ontkend, maar slechts anders ingekaderd.
De waarheid ombuigen
Een persoon (C) die kritisch tegenover de oproep staat, geeft het volgende aan:
“Ik begrijp niet de kronkel die mensen moeten hebben wanneer de waarheid koste wat het kost omgebogen moet worden. Dit is zo in en in triest en kan alleen maar ontstaan door de starre houding en oogkleppen van gelovigen. Dit hele verhaal staat voor alles wat er mis is met religies in het algemeen. Wanneer we willens en wetens de waarheid gaan verdraaien om gelijk te krijgen is het einde zoek. Dit is precies de reden dat het creationisme totaal niet serieus wordt genomen.”
Deze scepticus gaat er met gestrekt been in. Kennelijk heeft deze persoon niet zulke goede ervaringen met gelovigen. Omdat de reactie sterk emotioneel is bevat het ook veel ongenuanceerdheden en onwaarheden. Net als onder het kopje hierboven is het in de oproep niet te doen om ‘waarheid koste wat het kost’ om te buigen. Alsof wetenschapsbeoefening tot absolute waarheden kan komen. Dat is niet het geval! Meer dan elders zien we binnen de wetenschapsbeoefening de beperktheid van ons verstand onder ogen. Daarmee is het hoogste doel van de wetenschapsbeoefening om de juiste verklaring van dit moment en met de huidige kennis te bieden. Binnen de creationistische wetenschapsbeoefening geldt hier de beste verklaring van dit moment en met de huidige kennis (rekening houdend met Gods openbaring). Oók binnen de creationistische wetenschapsbeoefening moet rekening gehouden worden met de beperktheid van het verstand en het ontbreken van belangrijke puzzelstukjes. In plaats van het gestrekte been van de scepticus past hier bescheidenheid. Het is bijbelgetrouwe archeologen er dus niet om te doen de waarheid te verdraaien, maar om de archeologische vondsten vanuit een ander kader dan de naturalistische te interpreteren.
Before present is een neutrale tijdsrekening
Een persoon (D) die kritisch tegenover de oproep staat, geeft het volgende aan:
“Er is al een neutrale tijdsrekening: BP, before present. Wordt vrij algemeen in de archeologie gebruikt. En verder houd ik mij aan de wetenschap, dat terzijde.”
‘Before Present’ is geen ‘neutrale’ tijdsrekening, maar bedacht door Willard Frank Libby (1908-1980) die met zijn collega’s de C14-methode ontwikkelde.5 BP wordt gebruikt bij naturalistische C14-dateringen met ‘hoge’ ouderdommen. ‘Present’ is overigens misleidend omdat het jaar 1950 als uitgangspunt wordt gehanteerd. Ten slotte lijkt er achter de invoering van ‘Before Present’, ‘Before Common Era’ of ‘Common Era’ een antichristelijke (in ieder geval ontkerstenende) geest schuil te gaan. In ieder geval wordt de geschiedenis hierdoor (semantisch) losgeweekt van Christus, of dat nu methodologisch (BP) of ideologisch (BCE en CE) is.6 Dat laatste is natuurlijk verre van neutraal! Het is prima om wetenschap een grote(re) plaats te laten hebben binnen het wereldbeeld, de vraag is echter wel of dat creationistische of naturalistische wetenschapsbeoefening moet zijn.
Dom en onwetenschappelijk
Een persoon (E) die kritisch tegenover de oproep staat, geeft het volgende aan:
“Er is maar een soort wetenschap. Dat is de wetenschap die op basis van feiten en waarnemingen conclusies trekt. Een wetenschap die op basis van vooraf bepaalde aannames op een vooraf aangenomen conclusie probeert te komen is geen wetenschap. Kortom de aarde is veel ouder dan 6000 jaar. Dat ontkennen is gewoon dom en volstrekt onwetenschappelijk.”
We zien hier verschillende zaken verkeerd gaan. Allereerst zien we dat hier de natuurwetenschap, slechts als wetenschap gezien wordt. Daarmee worden de alpha- en gammawetenschappen grotendeels uitgesloten. Dat lijkt mij een verregaande stap, zelfs voor een naturalist. Ten tweede wordt hier niet in rekening gebracht dat slechts het verheffen van de natuurwetenschap ook een vooroordeel is. Het betreft een bepaalde wetenschapsfilosofie die niet volgt uit de natuurwetenschap zelf. Daarmee wordt het betoog van deze atheïst inconsistent. Ten derde is het een algemeen misverstand dat de naturalistische wetenschapsbeoefening, waarbij alleen rekening gehouden wordt met natuurlijke oorzaken, een neutrale wetenschapsbeoefening zou zijn. Ten vierde volgt de opmerking dat de aarde ‘veel ouder is dan 6000 jaar’ niet uit het voorgaande. Het is daarmee geen conclusie, maar een vooraf gestelde claim. Ten slotte wordt in de reactie van deze atheïst afgesloten met een drogreden (‘het is gewoon…’). In deze archeologische discussie gaat het overigens niet om de ouderdom van de aarde, maar eerder over de ouderdom van de mensheid. Een verschil dat ook creationisten wel eens over het hoofd zien als ze argumenten voor een jonge ouderdom van de mensheid aandragen tegen een oude aarde.
Niet onbevooroordeeld
Alle reageerders vanuit naturalistische en/of theïstisch evolutionistische paradigma lijken ervan uit te gaan dat de (al dan niet methodologisch) naturalistische wetenschapsbeoefening ‘neutraal’ is en dat creationistische wetenschapsbeoefening ‘bevooroordeeld’ zou zijn. Dat eerste geldt per definitie niet, want het is (methodologisch) naturalistisch. Onbevooroordeelde wetenschapsbeoefening bestaat niet. De onderzoeker neemt altijd zijn of haar bagage mee.
Een persoon (F) die kritisch tegenover de oproep staat, geeft het volgende aan:
“Is waarschijnlijk niet mogelijk, omdat het gewoonweg niet haalbaar is om alle archeologische vondsten in 6000 jaar te proppen. Dat laat dit bericht juist ook zien? En het zou toch ook geen wetenschappelijke benadering zijn? Je gaat dan al bevooroordeeld het onderzoek aan en je sluit bij voorbaat uit, dat de aarde wel miljarden jaren oud is, terwijl dat misschien wel gewoonweg de waarheid is.”
Onbevooroordeeld onderzoek bestaat niet (later gaf deze criticus dat ook toe). Bovendien wil de criticus in de bovenstaande reactie zelfs niet aan bijbelgetrouwe archeologie beginnen en gaat daarmee zelf bevooroordeeld ‘het onderzoek aan’ en ‘sluit’ deze criticus ‘bij voorbaat uit, dat de aarde’ (beter: de mensheid) ‘wel’ duizenden ‘jaren oud is’. Dat de huidige mensheid (H. sapiens) honderdduizenden jaren oud is, dat is de best mogelijke naturalistische verklaring voor dit moment. Rekening houdend met Gods openbaring zal een creationist daar anders over denken. Het is sterk naturalistisch bevooroordeeld om een dergelijk streven tot oprichting van een bijbelgetrouw archeologisch instituut, zoals voorgesteld wordt in de column, bij voorbaat af te wijzen. Alsof de complete archeologie alleen in de naturalistische broekzak te vinden is. Quod non.
Geen uitdaging maar een opluchting
Een persoon (G) die kritisch tegenover de oproep staat, geeft het volgende aan:
“Nee. Dat zou geen uitdaging zijn. Het zou een opluchting zijn voor klassieke scheppingsgelovigen, maar bestaat niet. Je moet toch de gehele prehistorie ontkennen om in het letterlijke Bijbelverhaal te geloven. Dat geldt ook voor de astronomie, waarin we de historie zien van het universum.”
De criticus haalt er de astronomie bij, hoewel interessant laten we dat hier rusten. Het gaat immers in de column om archeologie. Per definitie en ook wetenschapspraktijk is astronomie geen archeologie en vice versa. Sterk ageren tegen de naturalistische astronomie, zou het verzetten van de doelpalen uit de column betekenen. Daarnaast kun je een oud (geschapen) heelal verdedigen en toch overtuigd zijn van een jong (geschapen) mensheid.
Uiteraard hoef je de prehistorische vondsten niet te ontkennen. Dat is ook wat de Staphorster raadsleden keer op keer benadrukten. Bijbelgetrouwe archeologen wijzen echter de naturalistische interpretatie van deze vondsten af, net als de hoge(re) ouderdommen. Dat wil niet zeggen dat men ‘de gehele prehistorie’ moet ontkennen. Ten slotte is het geen opluchting, maar een uitdaging. Klassieke scheppingsgelovigen hebben voor het geloof in Christus Jezus het immers niet nodig om tot een rationeel-sluitend tijdskader te komen. Sterker nog, als alles bewezen zou kunnen worden (wat per definitie onmogelijk is) dan zou het geen geloof meer zijn. Bovendien is het onmogelijk om voor alle vondsten een sluitende verklaring te hebben. Er zullen altijd open vragen en met het paradigma strijdende zaken overblijven. Het is wel de uitdaging om alle vondsten zo goed mogelijk te interpreteren. Die uitdaging geldt zowel creationistische als naturalistische wetenschappers.
Toejuichen want dan zien ze hoe onmogelijk het is
Een persoon (H) die kritisch tegenover de oproep staat, geeft het volgende aan:
“Ik zou het zeer toejuichen wanneer jonge aarde creationisten eens een net archeologische overzicht van de wereldgeschiedenis zouden maken. Als dat serieus wordt aangepakt, zal blijken dat er te veel geschiedenis is om in 6000 jaar onder te brengen.”
Het is mooi om vanuit theïstisch evolutionistische zijde aangemoedigd te worden, al lijken de intenties van de criticus niet geheel zuiver. De aanmoediging lijkt erop gericht om creationisten te overtuigen van eigen (theïstisch evolutionistisch) gelijk. Namelijk dat creationisten zijn als een groep bergbeklimmers. ‘Ze ploeteren hun weg naar de top waar ze uitzicht zullen hebben op de waarheid. Maar als ze boven zijn, ontdekken ze dat’ deze aarde toch oud is. Kijken ze om zich heen dan zien creationisten de theïstisch evolutionisten weer, die er al langer achter zijn dat de aarde oud is. Dat lijkt mij een wat hautaine stellingname. Goed om creationistische archeologen aan te moedigen, maar dan graag wel zonder bijbedoelingen.
Heroriëntatie van Bijbelse basisovertuiging
Een persoon (I) die kritisch tegenover de oproep staat, geeft het volgende aan:
“Ik zou beginnen met een heroriëntatie op de Bijbelse ‘basisovertuiging’. Daarvoor hoef je de Bijbelse teksten niet ter discussie te stellen, maar wel de interpretatie van bepaalde Bijbelse begrippen. Zo wordt bij de schepping van de aarde al gauw gedacht aan de schepping van de ‘planeet’ aarde. Op Bijbelse gronden is te verklaren dat met de geschapen aarde, het droge land, het oprijzen van land uit de oervloed is bedoeld, je zou dat land mogelijk het Pangea kunnen noemen. De aarde was verborgen en werd vervolgens zichtbaar gemaakt, een soort geboorte. De schepping van de hemel(en) zou je kunnen opvatten als de atmosferische lagen boven de aarde. In de Bijbel lezen we immers o.m. over de ‘vogelen des hemels’. Aan de hand van de Bijbelse chronologie is de schepping of geboorte van onze gemeenschappelijke voorouder Adam, te dateren op 4000 v. Chr. Maar was Adam de eerste mens? We lezen dat op een zeker moment werd gezegd “Laat Ons mensen maken”. Kennelijk was het ‘concept mens’ al bekend, want er werd niet verklaard wat met ‘mens’ werd bedoeld. Wel werd verklaard dat die mens van een bepaald soort zal worden namelijk: “naar Ons beeld en Onze gelijkenis”. Buitenbijbelse bronnen zijn er ook. Op gevonden kleitabletten in Mesopotamië die ouder zijn dan de Bijbelse geschriften lezen we ook veel terug over de schepping, die zijn op dat punt veel uitgebreider in gebeurtenissen en in tijdsperioden dan die in de Bijbel staan vermeld. De verhalen hebben veel overeenkomsten met die van de Bijbel, maar er zijn ook grote verschillen. Zo lezen we o.a. over goden die tot wel 120.000 jaar heersten over steden en elkaar met vergelijkbare periodes opvolgden, ver voordat de huidige mens ten tonele verscheen.”
In de bovenstaande reactie zie ik niet snel een betoog tegenover (als heroriëntatie) van mijn column. De column ging over Staphorster archeologie. De reactie hierboven gaat over Adam én over Mesopotamië. Daarnaast ontgaat mij in de reactie de heroriëntatie op de Bijbelse basisovertuiging . Adam als gemeenschappelijke voorouder plaatsen op 4000 voor Christus, laat zien dat de criticus voor dezelfde uitdaging komt te staan als de Staphorster raadsleden (en dan lost deze heroriëntatie niets op). Was Adam de eerste mens? Als we Romeinen 5 en andere Schriftgegevens volgen dan is dit het geval. Ben vooral benieuwd naar de gemeenschappelijke bron en receptiegeschiedenis inzake de koningslijsten op de kleitabletten. De vergelijking met Pangea gaat mank, omdat er voor Pangea ook al tektonisch opgerezen land bestond.
‘Geef eerst eens antwoord op claim ‘x’ of ‘y’’
Een persoon (J) die kritisch tegenover de oproep staat, geeft het volgende aan:
“Ik zou zeggen: begin eens met uit te leggen waarom we in geen enkele aardlaag ouder dan het laat Mioceen sporen (gereedschappen, fossielen) van mensen vinden als mensen er vanaf het begin geweest zijn.“
De oproep om te komen tot een bijbelgetrouw archeologisch instituut heeft niet als primaire doel atheïsten van bevredigende antwoorden te voorzien, maar vooral om de werkelijkheid vanuit het klassieke scheppingsgeloof te interpreteren. Daarnaast is het een utopie om te beweren dat een dergelijk instituut op alle vragen een antwoord heeft. Dat is onmogelijk en zoals hierboven gezegd zullen er altijd open einden blijven. Dat is het mooie aan bescheiden wetenschapsbeoefening.
De stelling van de atheïst hierboven is sterk naturalistisch vooringenomen. De naturalistische tijdsrekening wordt als standaard genomen en de tijdskaders (als verschillende langdurige tijdvakken) worden gehanteerd. Bovendien is de claim verre van bescheiden, maar zeer stellig dat er vóór het boven-Mioceen (‘laat’ veronderstelt de naturalistische tijdsrekening) géén menselijke artefacten of fossielen te vinden zijn. Dr. Michael Brandt daagt deze naturalistische claim uit in zijn boek ‘Vergessene Archäologie: Steinwerkzeuge fast so alt wie Dinosaurier’.7 Deze gedachten van Brandt zouden goed passen bij een zogenoemde Krijt-Paleogeen zondvloedgrens. Waarbij de mensen vóór de zondvloed (dus de aardlagen van het Paleozoïcum en Mesozoïcum) totaal verdelgd zijn en daarmee niet meer terug te vinden zijn. Na de zondvloed is er een rekolonisatieproces op gang gekomen, waarbij de mensen tot Babel bij elkaar woonden (deze Babel-locatie is nog niet teruggevonden) en zich daarna over de aarde verspreidden. Er zijn echter ook diverse uitdagingen voor deze chronologie en óók die uitdagingen moeten overdacht worden. Niet vanwege druk vanuit atheïstische gelovigen, maar vanuit intrinsieke motivatie en tot eer van onze Schepper.
De criticus maakt echter niet duidelijk wáárom een bijbelgetrouw archeologisch en historisch instituut juist bij deze vraag zou moeten beginnen. Wat mij betreft start een bijbelgetrouw archeologisch en historisch instituut in het heden (net zoals men dat in de genealogie doet), en gaat men zo steeds verder terug naar het verleden. Niet alleen de zogenoemde prehistorie is interessant, maar ook de Romeinse tijd en de kerstening van Europa (waar ook flink discussie over is wanneer dat begon). Sterker nodig is het om eerst te focussen op de voorvragen! Bijv. Welke plaats heeft Gods openbaring in de geschiedbeoefening? Een mooi proefschrift om als leidraad daarvoor te gebruiken is dat van dr. Ewald Mackay, ‘Geschiedenis bij de bron. Een onderzoek naar de verhouding van christelijk geloof en historische werkelijkheid in geschiedwetenschap, wijsbegeerte en theologie’.8
Ten slotte
We zien dat critici en sceptici bij voorbaat het oprichten van een archeologisch en historisch instituut als ondeugdelijk afwijzen. Iets bij voorbaat afwijzen als ondeugdelijk komt door een modernistische wetenschapsfilosofische kijk op wetenschapsbeoefening, namelijk dat er sprake is van neutrale wetenschapsbeoefening. De oprichting van een dergelijk instituut kan mogelijk gezien worden als ontkrachting van deze gedachte. Een dergelijke sterke afwijzing van critici en sceptici hoeft ons echter niet uit het veld te slaan en ons ook niet te verbazen. Het is per definitie volkomen logisch dat naturalisten en theïstisch evolutionisten afwijzend staan tegenover bijbelgetrouwe wetenschapsbeoefening (in dit geval geschiedenis en archeologie). De mensheid slechts duizenden jaren oud, dat kán en mág immers niet juist zijn! De waargebeurde casus van Staphorst laat ons zien dat het nodig is om experts te raadplegen die én de juiste opleiding hebben én vasthouden aan de (historische) betrouwbaarheid van de Schrift.
Voetnoten
COLUMN: Archeologie in Staphorst
Veel orthodoxe christenen geloven dat deze aarde minder dan tienduizend jaar oud is. De wereldgeschiedenis is te verdelen in de eerste en tweede wereld. De eerste wereld was de wereld vóór de zondvloed en de tweede wereld is de wereld ná de zondvloed. Niet dat er na de zondvloed een nieuwe wereld ontstond, maar wel een door het water gereinigde wereld.
Voor reformatorische christenen is dit niet nieuw. Ze lezen bijvoorbeeld in het zogenoemde zondvloedgebed: “Gij die naar Uw streng oordeel de ongelovige en onboetvaardige wereld met den zondvloed gestraft hebt, en den gelovigen Noach, zijn acht zielen, uit Uw grote barmhartigheid behouden en bewaard; (…).” Helaas rekenen veel mensen tegenwoordig niet meer met duizenden jaren en een wereldwijde zondvloed. De wereld is miljarden jaren oud en de mensheid is in de loop van een aantal miljoenen jaren geëvolueerd vanuit een aapachtige voorouder tot de huidige beschaafde wezens. Nu kunnen we denken dat die mensen niet met God en Zijn gebod rekenen en het dus niet vreemd is dat ze op zoveel miljoenen en miljarden jaren uitkomen. Moeten we dat dan maar negeren? Maar wat als deze basisovertuigingen wél met elkaar in aanraking komen?
Raadsleden van de ChristenUnie en de SGP van de Biblebelt-gemeente Staphorst hebben dat in 2010 ervaren. Gemeenten zijn sinds 2007 verplicht een archeologische verwachtingskaart op te stellen. Dit werd ook in Staphorst gedaan. Onderzoeks- en adviesbureau BAAC werd ingeschakeld en de kaart werd gepresenteerd. In het rapport wordt gesproken van de voorlaatste ijstijd, het Saalien, zo’n 370.000 tot 130.000 voor Christus. De christenpolitici van de Gemeente Staphorst waren het niet eens met die duiding. Het rapport zou niet aansluiten bij de basisovertuiging van veel orthodoxe Staphorsters dat de aarde niet ouder is dan zesduizend jaar. Vondsten uit de zogenoemde steentijd hoeven daarmee niet bij het vuilnis gezet of ontkend te worden. De raadsleden gaven aan dat deze steentijdvondsten zeer waardevol zijn, maar merkten daarbij op dat deze vondsten onmogelijk ouder dan zesduizend jaar kunnen zijn. Uiteindelijk bleek een alternatief rapport waarbij wél rekening gehouden wordt met het Bijbelse kader niet haalbaar. De Staphorster christenpolitici kregen het echter wel voor elkaar dat er voorin het definitieve rapport een extra voorwoord verscheen met daarin de opmerking dat veel Staphorsters anders denken over de leeftijd van de aarde.
Jammer dat een rapport vanuit de Bijbelse basisovertuiging niet haalbaar bleek. Het zou mooi zijn als er een archeologisch instituut opgericht zou worden met archeologen die wel vanuit deze basisovertuiging denken en door Biblebelt-gemeenten kunnen worden ingeschakeld om dergelijke rapporten op te stellen. Dat zou moeten kunnen. Er zijn immers ook verschillende archeologen die denken vanuit deze basisovertuiging en werken in de Levant (Israël en omstreken) en Mesopotamië.
Dit artikel verscheen eerder in het gezinsblad ‘Om Sions Wil’ en is met toestemming van de redactie hier overgenomen. De volledige bronvermelding luidt: Meerten, J.W. van, 2023, Archeologie in Staphorst, Om Sions Wil 2023 (10): 11. Hier is wat meer te lezen over ‘Om Sions Wil’.
De Dode Zeerollen en de canon van het Oude Testament – Dr. Mart-Jan Paul sprak op het congres ‘Geloof jij het?’ (2013)
Op 31 augustus 2013 sprak dr. Mart-Jan Paul in Assen voor de congressenserie ‘Geloof jij het?‘ (2013). De titel van zijn lezing was ‘De Dode Zeerollen en de canon van het Oude Testament‘. Met dank aan Geloofstoerusting is deze video opgenomen en kunnen wij die hieronder delen.
De Dode Zeerollen – Dr. Pieter Lalleman sprak op het congres ‘Geloof jij het?’ (2013)
Op 31 augustus 2013 sprak dr. Pieter Lalleman in Assen voor de congressenserie ‘Geloof jij het?‘ (2013). De titel van zijn lezing was ‘De Dode Zeerollen‘. Met dank aan Geloofstoerusting is deze video opgenomen en kunnen wij die hieronder delen.
Onlangs verschenen ‘Evangelical Study Bible’ neemt het klassieke scheppingsgeloof en de historiciteit van de Schrift als uitgangspunt
Tegenwoordig staan sommige bijbelcommentaren en studiebijbels bloot aan invloeden van het theïstisch evolutionisme. Genesis wordt dan anders uitgelegd dan wat de tekst ons ‘prima face’ (op het eerste gezicht) doet voorkomen en eeuwen gangbaar is. Het is dan ook een verademing om te zien dat er opnieuw een studiebijbel is uitgekomen waarin het klassieke scheppingsgeloof wordt beleden en de historiciteit van de Schrift als uitgangspunt wordt genomen.
Vanzelfsprekend is een historisch geloof niet genoeg en zal het uiteindelijk een spade dieper, naar het waar zaligmakend geloof toe, moeten wil het goed zijn voor de tijd en de eeuwigheid. Dat is immers ook het doel van het Bijbellezen en dat is ook te lezen in deze Evangelical Study Bible. Al zullen sommige teksten in de Gereformeerde Gezindte mogelijk anders uitgelegd worden.
Opzet
Ieder Bijbelboek wordt ingeleid met een samenvatting van de inhoud en informatie over het auteurschap. Daarnaast wordt er aan het begin van het Bijbelboek een inhoudsopgave (outline) getoond. Ieder hoofdstuk bevat kanttekeningen en er zijn korte kaders aangebracht voor aanvullende informatie. Deze kaders bevatten leerstellige informatie, persoonlijke profielen (tientallen Bijbelse figuren worden besproken), archeologische informatie en apologetische artikelen. Ook bevat deze studiebijbel diverse kaartjes met verduidelijkende informatie waar een bepaalde gebeurtenis plaatsgevonden heeft. De studiebijbel bevat een voorwoord van de initiatiefnemer dr. Edward E. Hindson. Helaas kon Hindson het eindproduct niet meer in zijn handen houden, hij overleed in 2022. Hij sprak vaak over zijn grootste doel met zijn theologisch werk en deze studiebijbel: “My greatest desire is to lift up Jesus Christ and proclaim His gospel to the entire world.” Omdat Hindson overleden is bevat de studiebijbel ook een hoofdstuk met de erkenning van het werk van Hindson. Het inleidende gedeelte bevat ook een gebruiksaanwijzing van deze studiebijbel en meer informatie over de Bijbel en de gebruikte vertaling (NKJV). Het volgende hoofdstuk geeft adviezen hoe je de Bijbel kunt bestuderen. De studiebijbel kent als laatste ook nog twee algemene inleidingen op het Oude en Nieuwe Testament. Het geheel maakt een goed verzorgde indruk!
Auteurs
De gedachte om te komen tot een studiebijbel is ontstaan vanuit een werkgroep waarvan de leden verbonden zijn aan Liberty University. Deze universiteit staat bekend als orthodox en organiseert ook veel creationistisch-wetenschappelijke activiteiten zoals onlangs het congres van Creation Research Society.1 Aan de universiteit zijn veel wetenschappers verbonden die zich verweven weten met het klassieke scheppingsgeloof. De hoofdredacteur is wijlen dr. Edward E. Hindson (1944-2022). De manager achter het geheel is dr. Daniel Sloan. Hij heeft ook de verklaring van de oudtestamentische Profeten op zich genomen. Hij deed dat samen met dr. Gary Yates. Dr. Jordan Jones heeft de verklaring van de oudtestamentische Wijsheidsliteratuur op zich genomen. De verklaarder dr. Benjamin Laird is aangeschreven om de kanttekeningen en uitleg bij het Nieuwe Testament voor zijn rekening te nemen. Dr. Dickson Ngama schreef het commentaar op de oudtestamentische historische boeken. De ‘Apologetic Worldview Articles’ hebben dr. Rob van Engen en dr. Troy Matthews verzorgd, terwijl de bekende archeoloog dr. J. Randall Price de archeologische artikelen verzorgde en meekeek met de historische beschrijvingen van de Bijbelboeken. De bekende creationist en paleontoloog dr. Marcus Ross verzorgde het commentaar op Genesis, hij deed dat samen met zijn zus en oudtestamenticus dr. Jillian Ross. Laatstgenoemde schreef ook het commentaar op de Pentateuch en deed mee met Ngama in het beschrijven van de Oudtestamentische historische boeken. De verklaring van het Oude Testament heeft best wel een aantal theologen terwijl de verklaring van het Nieuwe Testament maar door één auteur wordt verzorgd. Dit neemt niet weg dat er een indrukwekkend aantal geleerden en experts zijn aangeschreven om commentaar te leveren.
Genesis
De verklaring van Genesis is geschreven door de creationistische paleontoloog dr. Marcus Ross, samen met zijn zus oudtestamenticus dr. Jillian Ross. Dr. Ross is mogelijk ook bekend in Nederland en Vlaanderen omdat hij promotieonderzoek deed naar de Mosasauriërs (onder andere van Maastricht)2 en onlangs (2021) daarover sprak op een door Fundamentum en Geloofstoerusting georganiseerd congres.3 Het zal daarom niet verbazend zijn dat broer en zus Ross in de verklaring van Genesis uiteindelijk een creationistische verklaring voorstaan. Uiteindelijk, want uiteraard bespreken ze ook verschillende andere manieren van uitleg. Genesis is door Mozes geschreven, al geven ze ook aan dat dit door veel kritische geleerden wordt ontkend. Orthodoxe geleerden blijven echter wijzen op het zelfgetuigenis van de Schriften dat deze door Mozes zijn geschreven. Ook is er flinke discussie over wanneer Genesis geschreven is. Maar als Mozes de schrijver is dan moet Genesis wel ontstaan zijn in de 15e eeuw voor Christus. De scheppingsdagen zijn normale werkdagen van God. Ross schrijft: “While yom does display a range of meanings in the Old Testament, the formula of ‘evening and morning, the [number] day’ does not support reading yom as anything but an ordinary day.” Het zien van firmament ‘raqai’’ als een harde hemelkoepel wordt door de uitlegger afgewezen. Ross wijst erop dat de scheiding tussen vee en wilde dieren niet gezien moet worden in het licht van de huidige modern-biologische taxonomie.4 Allerlei theïstisch evolutionistische gedachten over Adam (van historisch clanhoofd tot mythisch figuur) worden afgewezen en er wordt beleden dat Adam onze eerste voorouder was. Ross schrijft: “Young-Earth Creationists maintain that Adam and Eve were the first and only humans created directly by God and that all ancient and modern people are their descendants.” Er wordt eveneens aandacht besteed aan de context van het Midden-Oosten (Ancient Near East) en aangegeven dat er veel kleitabletten in overeenstemming zijn met Genesis. Price: “There are enough similarities to indicate that these accounts have a common historical origin.” Om niet meer te noemen wordt er door de auteurs een wereldwijde zondvloed verdedigd. Ross schrijft: “The waters ultimately overwhelmed the entire world so that only Noah and those who were with him in the ark remained alive’ dik gedrukt door de redactie). Ook bij dit hoofdstuk zien we een archeologisch kader. Daarin wordt opnieuw verwezen naar het Midden-Oosten. Als het gaat om deze zondvloedverhalen geeft dr. Price het volgende aan: “These similarities are sufficient to establish these accounts as pointing back to the original flood of Noah’s time.” Daarnaast bevat de uitleg van Genesis 8 ook een kader over de zondvloed en het fossielenarchief. Daarin schrijft dr. Ross onder andere: “Young-Earth creationists maintain the creation occurred just a few thousand years ago, in which all things were created in the span of six days. Young-Earth creationists assign most of the fossil record to Noah’s Flood and its immediate aftermath, viewing it as a global record of the world’s destruction.”
Ten slotte
Er valt uiteraard veel meer te noemen en te citeren. We willen het echter niet te lang maken en hopen dat u deze studiebijbel ook zal gaan lezen. Het is bemoedigend om te zien dat er in dit naturalistisch-wetenschappelijke en materialistische tijdperk nog steeds studiebijbels verschijnen waarin onverkort wordt vastgehouden aan het klassieke scheppingsgeloof en waar de consequenties van dit scheppingsgeloof voor de verklaring van de werkelijkheid worden gevolgd. We kunnen immers niet tegelijkertijd belijden dat de wereld duizenden jaren oud is en het daarnaast als vooronderstelling aannemen dat deze óók 4,5 miljard jaar oud is. Het is daarom goed dat experts in hun vakgebied nadenken over de consequenties van dit belijden of deze vooronderstellingen voor de verklaring van de werkelijkheid. Het team achter de Evangelical Study Bible heeft een bijzonder goede daad verricht door deze studiebijbel te laten verschijnen. Hoewel het zeker niet de eerste Bijbel met kanttekeningen is die het klassieke scheppingsgeloof uitdraagt5, is het toch een welkome aanvulling. Al zouden de mensen die de King James Version hoog willen houden, mogelijk liever gezien hebben dat de KJV als Bijbeltekst was aangehouden in plaats van de NKJV.
Voetnoten
‘Jerusalem’ – Op 10 mei 2014 hield Weet Magazine een lezersevent in het Omniversum
Op 10 mei 2014 hield Weet Magazine een lezersevent in het Omniversum. In de gigantisch grote koepel werd een documentaire over Jeruzalem vertoond. Voor de vertoning van de film sprak oudtestamenticus prof. dr. Mart-Jan Paul over ‘Het vroegere Jeruzalem‘. Afgelopen week zagen we dat deze documentaire nog af en toe wordt vertoond in het Omniversum. Data voor de vertoning zijn hier te vinden. Let wel op dat het Omniversum tegenwoordig is samengegaan met het Museon. Dr. Paul heeft onlangs voor Christenen voor Israël een lezing gegeven over Jeruzalem. Deze is hier terug te kijken. Mocht u, bijna tien jaar geleden, het lezersevent gemist hebben dan is die op deze wijze te herhalen. Thuis of onderweg de lezing van Mart-Jan Paul en daarna de documentaire in het Omniversum. Hieronder is de trailer van de documentaire ‘Jerusalem‘ te bekijken.
Kompas-App 2023 (6) Te diep in het glaasje
Deze overdenking werd op 11 februari 2023 geplaatst in de Kompas-App van ‘Om Sions Wil’.
‘Toen beval Belsazar, en zij bekleedden Daniël met purper, met een gouden keten om zijn hals, en zij riepen overluid van hem, dat hij de derde heerser in dat koninkrijk was. In dienzelfden nacht, werd Belsazar, der Chaldeeën koning, gedood.’ (Daniël 5:29-30)
In het paleis van koning Belsazar zit de stemming er goed in. Het feestgedruis komt je tegemoet. In een halfdronken bui bralt de koning het bevel dat de vaten van het Huis des HEEREN gebruikt moeten worden. De koning laat zich zelfs ná een Goddelijk handschrift niet stoppen. Hij misrekent zich echter met de God van Israël en komt diezelfde nacht droevig ten einde.
Misschien kijk jij ook weleens te diep in het glaasje en doe je in een dronken bui vreemde dingen. Hopelijk schaam je jezelf daarvoor en vraag je de Heere om vergeving voor deze dwaze daden. Probeer te leren van de geschiedenis van Belsazar! Maar, zeiden sceptici ooit, Belsazar heeft helemaal niet bestaan. Er is namelijk nog nooit bewijs gevonden dat Belsazar koning van de Chaldeeën geleefd heeft. Hoe zit het?
Tijdens opgravingen van de tempel voor de maangod Sin in Ur kwam er een stenen cilinder aan het oppervlak. Sindsdien staat de cylinder bekend als de ‘Cylinder van Nabonidus’. Een deel van de tekst op de cilinder luidt: ‘…voor mij, Nabonidus, koning van Babylon, bescherm mij voor zonden tegen u, godheid (…) en voor Belsazar mij eerstgeboren zoon, mijn eigen kind…’. Belsazar was dus een zoon van koning Nabonidus. Deze koning was geruime tijd afwezig, waarom is niet helemaal duidelijk, en liet de regering van de stad over aan zijn zoon Belsazar. Babel werd veroverd door de Perzen en Belsazar werd gedood. De uitgevoerde belofte van ‘derde heerser’ was van korte duur, maar past hier goed bij, namelijk heerser ná Nabonidus en Belsazar.
Met dank aan Kompas-App voor het publiceren van deze overdenking. Als jongere ook deze App volgen? Dat kan gratis via de website: https://www.jouwkompas.nu/.
(2) De kemels van Abram.
(3) Een knielende Jehu?
(4) Als een vogel in een kooi.
(5) Behorend tot Jesaja.
(6) Te diep in het glaasje.
Kompas-App 2023 (5) Behorend tot Jesaja
Deze overdenking werd op 10 februari 2023 geplaatst in de Kompas-App van ‘Om Sions Wil’.
‘Het gezicht van Jesaja, den zoon van Amoz, hetwelk hij zag over Juda en Jeruzalem, in de dagen van Uzzia, Jotham, Achaz en Hizkia, de koningen van Juda. Hoort, gij hemelen! En neemt der ore, gij aarde! Want de HEERE spreekt: Ik heb kinderen groot gemaakt en verhoogd; maar zij hebben tegen Mij overtreden.’ (Jesaja 1:1-2)
Jesaja wordt ook wel genoemd de evangelische Jesaja (Hellenbroek). Hij is de evangelieprediker van het Oude Testament en verwijst veelvuldig naar de komende Christus als Verlosser van een ellendig en doodschuldig volk! Dat wordt al duidelijk in het tweede vers van het eerste hoofdstuk. De HEERE spreekt, maar zij hebben tegen Mij overtreden! Wat een wonder dat er bij God vandaan nog doen aan is!
Het Bijbelboek is daarmee ook vandaag nog actueel. Er is in theologenland veel debat over de datering van Jesaja en of de profeet alle hoofdstukken zelf heeft geschreven. Orthodoxe theologen gaan ervan uit dat het Bijbelboek door de profeet is geschreven en dat het één geheel vormt. Het is dan des te bijzonder dat er ook wat van Jesaja is teruggevonden. Het gaat om een 1,3 centimeter grote kleiafdruk van de zegelring van Jesaja.
Van een tijdgenoot van de profeet, koning Hizkia, is overigens ook zo’n kleiafdruk gevonden. Dat geldt ook voor de voorganger van Hizkia, koning Achaz. Maar hier gaat het om die van Jesaja. Bijbels archeoloog dr. Titus Kennedy schrijft erover in zijn boek Unearthing the Bible. De letters op de kleiafdruk zijn L-YSAYH[W] NBY[A]. Dit luidt in vertaling ‘behorend tot Jesaja, profeet’. We kunnen Jesaja zien als een belangrijke geestelijke adviseur van koning Hizkia. We lezen in de Bijbel van een bijzondere band tussen deze beide kinderen van de Heere. Heb jij ook iemand waarmee je in het bijzonder over de Heere spreekt?
Met dank aan Kompas-App voor het publiceren van deze overdenking. Als jongere ook deze App volgen? Dat kan gratis via de website: https://www.jouwkompas.nu/.
(2) De kemels van Abram.
(3) Een knielende Jehu?
(4) Als een vogel in een kooi.
(5) Behorend tot Jesaja.
(6) Te diep in het glaasje.
Kompas-App 2023 (4) Als een vogel in een kooi
Deze overdenking werd op 9 februari 2023 geplaatst in de Kompas-App van ‘Om Sions Wil’.
‘Als nu Hizkia de brieven uit der boden hand ontvangen, en die gelezen had, ging hij op in het huis des HEEREN, en Hizkia breidde die uit voor het aangezicht des HEEREN.’ (2 Koningen 19:14)
Een groot Assyrisch leger heeft Jeruzalem omsingeld. Rabsaké drijft de spot met de inwoners van Jeruzalem en met de God van dit volk. Hij probeert hen te overtuigen dat ze niet moeten vertrouwen dat God machtiger is dan de Assyrische koning met zijn leger. Koning Hizkia voelt zich opgesloten als een vogel in de kooi. Hij neemt de brieven mee naar de tempel en spreidt die uit. Hij bidt vurig tot de Heere om verlossing.
Daar kunnen we van leren! Als we moeite hebben met een toets of de leerstof, dan mogen we dat altijd voor de Heere neerleggen (zelfs letterlijk). De Heere is een hoorder van het gebed, want in de volgende nacht worden er 185.000 soldaten gedood en moet koning Sanherib wel afdruipen. Sanherib heeft een eigen versie van dit verhaal laten uitbeitelen in een prisma. Deze prisma vermeldt de gebeurtenissen tijdens de regering van Sanherib van 705 tot 681 voor Christus.
Op het prisma staat onder andere: ‘Ik verdreef 200.150 mensen, jong en oud, mannen en vrouwen, paarden, muildieren, ezels dromedarissen, runderen en ontelbare hoeveelheden kleinvee en beschouwde het als mijn buit. Hizkia maakte ik tot een gevangene van Jeruzalem, zijn koninklijke residentie, als een vogel in een kooi. Ik omgaf hem met belegeringswerken om degenen die de stad verlieten te mishandelen.’ Sanherib vermeldt nergens dat hij Jeruzalem heeft ingenomen, dat hij Hizkia gevangen heeft genomen of dat hij is afgedropen. Wél het overzicht van geschenken dat hij kreeg van Hizkia. Wat weer past bij 2 Koningen 18! Waarom geen juiste vermelding? Het is nogal een vernedering om zó te moeten afdruipen.
Met dank aan Kompas-App voor het publiceren van deze overdenking. Als jongere ook deze App volgen? Dat kan gratis via de website: https://www.jouwkompas.nu/.
(2) De kemels van Abram.
(3) Een knielende Jehu?
(4) Als een vogel in een kooi.
(5) Behorend tot Jesaja.
(6) Te diep in het glaasje.
Kompas-App 2023 (3) Een knielende Jehu?
Deze overdenking werd op 8 februari 2023 geplaatst in de Kompas-App van ‘Om Sions Wil’.
‘En de HEERE zeide tot hem: Ga, keer weder op uw weg, naar de woestijn van Damascus; en ga daar in, en zalf Házaël ten koning over Syrië. Daartoe zult gij Jehu, den zoon van Nimsi, zalven ten koning over Israël; en Elisa, den zoon van Safat, van Abel-Mehóla, zult gij ten profeet zalven in uw plaats.’ (1 Koningen 19:15-16)
Er hadden grote wonderen plaatsgevonden in het leven van Elia. De Heere had drie jaar lang voor hem gezorgd. Het volk had ná het offer, wat de Heere Zelf had verteerd, beleden dat de Heere God was. Na deze wonderen verklaarde koningin Izebel hem vogelvrij. Dat zorgde voor donkere tijden in het leven van Elia. Hij vluchtte de woestijn in en sprak de woorden: ‘Het is genoeg; neem nu, HEERE, mijn ziel, want ik ben niet beter dan mijn vaderen’ (vers 4).
Maar de Heere liet Zijn kind niet in de steek. Hij zorgde in de woestijn voor eten en gaf hem bemoedigingen bij de berg Horeb. Elisa kreeg ook een opdracht: zalf Házaël tot koning van Syrië en Jehu tot koning van Israël. Door de Black Obelisk die te bewonderen is in het British Museum te Londen weten we óók dat Házaël en Jehu tijdgenoten waren. Deze obelisk werd in 1846 opgegraven bij de stad Nimrud en vermeldt verhalen van Salmaneser III, koning van Assyrië.
Op een kant van de obelisk staat dat deze koning op veldtocht ging tegen Házaël van Damascus. Op de andere kant is te zien hoe Salmaneser een gift krijgt van Jehu, de zoon van het huis van Omri. Huis van Omri? Kennelijk was het bij Salmaneser nog niet doorgedrongen dat Jehu geen afstammeling van Achab was, maar uit een andere familie kwam. Of de knielende man op de obelisk Jehu zelf is, valt niet met zekerheid te zeggen.
Met dank aan Kompas-App voor het publiceren van deze overdenking. Als jongere ook deze App volgen? Dat kan gratis via de website: https://www.jouwkompas.nu/.
(2) De kemels van Abram.
(3) Een knielende Jehu?
(4) Als een vogel in een kooi.
(5) Behorend tot Jesaja.
(6) Te diep in het glaasje.