Het lijkt erop dat sommige theïstisch evolutionisten slechts willen kersenplukken in podcasts, artikelen en boeken die uitgaan van het klassieke scheppingsgeloof. Alleen op datgene schieten waar eenvoudig een prijs te behalen is óf wat in eigen ogen niet door de beugel zou kunnen, maar de kern van het betoog en de essentie van het verhaal laten rusten. Gelukkig ken ik ook theïstisch evolutionisten die de onderste steen proberen boven te krijgen en ook wat meer ingewikkelde zaken proberen te beantwoorden.1 Het eerste gebeurde helaas ook in reactie op het artikel: ‘Fransen hoopt dat steeds meer christenen kiezen voor theïstische evolutie’. De reactie was een herhaaldelijke sommering om de titel te wijzigen en een reactie op een, door de reageerder niet goed gelezen, sluitstuk. De kern van het betoog werd niet benoemd.2
Dr. René Fransen reageerde op mijn Facebook-pagina op het artikel. Hij sommeerde mij maar liefst vijf keer om de titel van het artikel te wijzigen. Daarnaast had hij commentaar op een klein onderdeel van het artikel. Wanneer er een verantwoording van ons gevraagd wordt, dan is het goed om deze vragen zo serieus mogelijk te beantwoorden. Door middel van dit artikel wil ik verantwoording afleggen, waarom ik geschreven heb wát ik heb geschreven. Al blijf ik het een bijzondere gang van zaken vinden dat er niet gereageerd wordt op alle onderdelen in het artikel.
De titel
De titel van het artikel heb ik gekozen als een vorm van parodie op de titel van Fransen.3 Immers, als Fransen beweert dat de meeste christenen evolutie ‘gewoon’ accepteren, dan is dat iets wat Fransen meent dat het zo is, maar hoeft dat nog niet waar te zijn of als argument te gelden. Ik vond een titel als parodie daarom een goede keuze. Daarnaast wilde ik dat de titel prikkelde tot lezen en reactie. De parodie is niet gezien, maar de prikkeling heeft wel resultaat gehad. Fransen heeft tenslotte moeite met het waarheidsgehalte van de titel van mijn artikel. Wat opvalt is dat hij echter een verdediging schrijft waarom de titel niet geldig is, terwijl zijn verdediging juist aansluit bij de titel. Naast dat de titel een parodie is, en tot prikkeling zou moeten leiden, meen ik dat deze ook een waarheidselement in bevat. Dat zal ik hieronder toelichten.
In de praktijk lijkt evolutieacceptatie (in de zin van Universele Gemeenschappelijke Afstamming) onder christenen voor Fransen een kardinaal punt. Prof. dr. Jan Hoogland constateerde, in het tijdschrift Sophie, dat theïstisch evolutionisten een enorme ‘zendingsdrang’ hebben. De artikelen die Fransen in 2016 hier tegenin schreef hebben dat gevoelen versterkt.4 Theïstisch evolutionisten zouden ‘dé wetenschap’ moeten beschermen tegen ‘ongefundeerde aanvallen (…) vanuit het jonge aarde creationisme’. In 2017 schreef Fransen de allerlaatste keer (naar eigen zeggen) over het, in zijn ogen, blijvende karakter van Universele Gemeenschappelijke Afstamming.5 In het artikel uit 2017 geeft hij aan dat hij zou willen dat theologen en filosofen de ‘wetenschappelijke evolutietheorie als een gegeven’ zouden ‘accepteren’. Om er, in het sluitstuk, geen doekjes om te winden: “Evolutie is een van de meest succesvolle wetenschappelijke theorieën. Er komen vast aanpassingen, maar het algehele beeld van zich gedurende miljarden jaren ontwikkeld leven, dat verdwijnt echt niet meer. Iedere theoloog of christelijke filosoof die beweert dat we niet hoeven na [te, sic] denken over de verhouding van evolutie met het christelijk geloof en de christelijke theologie doet de feiten onrecht aan. En erger nog: het zet christenen in de natuurwetenschap in de kou. Ja, het doordenken van die verhouding is lastig. Maar het is onvermijdelijk.”6 We zien hier dat de gedachte van Universele Gemeenschappelijke Afstamming, bij Fransen, de status van onschendbaarheid heeft gekregen. Het compromis zal dus moeten komen van de kant van de theologie en de filosofie. Dit compromis zal op deze wijze altijd en per definitie een theïstisch evolutionistisch compromis zijn (of dat nu een boedelscheiding of een integratie is). Immers, anders doe je een ongefundeerde aanval óf laat je christelijke natuurwetenschappers die wel dat compromis (kunnen) maken in de kou staan. Met andere woorden: Fransen hoopt dat christenen kiezen voor een vorm van theïstische evolutie óf anders hun mond houden in het natuurwetenschappelijke debat. Als ik de titel zou wijzigen, wat ik niet doe, dan zou ik deze niet verwijderen maar langer maken: ‘Fransen hoopt dat steeds meer christenen kiezen voor theïstische evolutie óf anders dat zij op natuurwetenschappelijk terrein hun mond houden’. Naast het eerst genoemde punt is de titel daarmee ook waarheidsgetrouw, ik las de column namelijk in de bovengenoemde reeks van reacties.
De praktijk is echter weerbarstig. Er zijn nog steeds van die christenen die, volgens Fransen, ‘ongefundeerde aanvallen’ doen op ‘de wetenschap’. Dit is de oorzaak dat de allerlaatste keer schrijven over evolutieacceptatie, geen allerlaatste keer kon blijven. Fransen moest nog een keer over deze evolutieacceptatie onder christenen schrijven: ‘Waarom steeds meer christenen evolutie gewoon accepteren’. Deze titel kan overigens niet ir. Bart van den Dikkenberg in de schoenen geschoven worden. Indien wél dan had de titel als quote geplaatst moeten worden. Maar dan is er discussie óf Van den Dikkenberg dat letterlijk zó gezegd en bedoeld heeft.
Hoop tegen hoop
Nu de tegenwerping van dr. René Fransen. Hij schreef op Facebook onder het oorspronkelijke bericht het volgende:
“Het is toch erg merkwaardig dat je de observatie van Bart (meer reformatorische christenen accepteren evolutie) mij in de mond legt als iets wat ik hoop. Mijn hoop is vooral dat niemand z’n geloof verliest omdat hij/zij ontdekt dat er veel bewijs is voor evolutie. Verder heb ik er geen problemen mee wanneer iemand evolutie niet ziet zitten – zolang die persoon maar niet gaat claimen dat hij/zij de wetenschap aan z’n kant heeft.”
Op een deel van de tegenwerping heb ik hierboven al gereageerd. In het vorige artikel heb ik al aangegeven dat spreken over ‘evolutie’, terwijl er sprake is van Universele Gemeenschappelijke Afstamming, geen recht doet aan de biologische visie van creationisten. Als ik ‘evolutie’ hier niet zou lezen als ‘Universele Gemeenschappelijke Afstamming’ dan zou ik moeten constateren dat Fransen hier tegen een stroman vecht. Iedere duivenmelker of kanariehouder in de Gereformeerde Gezindte, die het klassieke scheppingsgeloof belijdt, zal beamen dat er in de duiven- of kanariepopulatie een soort ‘change over time’ waarneembaar is. Maar déze evolutie maakt nog geen Universele Gemeenschappelijke Afstamming. Verder gebruikt Fransen sterke woorden, zoals ‘bewijs’ en ‘claimen’, waarschijnlijk om zijn betoog kracht bij te zetten. Het zijn onder christenen alleen theïstisch evolutionisten die ‘veel bewijs (dus onomstotelijk, JvM) voor UGA’ menen te zien. Dat is overigens wat anders dan menen dat UGA als natuurwetenschappelijke theorie sterke papieren heeft (zoals dr. Todd C. Wood aangeeft7). Het gaat hier namelijk om het christelijke wereldbeeld te verliezen, vanwege UGA.8 De hierboven gequoteerde reactie is meer een bevestiging van de titel dan een weerlegging. Fransen hoopt in zijn reactie namelijk dat iemand zowel UGA accepteert (‘bewijs voor evolutie’) als het christelijk wereldbeeld behoudt (‘niemand z’n geloof verliest’). In privé heeft Fransen er geen problemen mee wanneer iemand UGA ‘niet ziet zitten’, maar zulke klassieke scheppingsgelovigen moeten zich zeker niet mengen in het openbare natuurwetenschappelijke debat en beweren dat UGA toch niet helemaal, of helemaal niet, correct is en dat baraminologie, of een ander creationistisch classificatiesysteem, beter is. Dát zou de onschendbaarheid van UGA aantasten. Dit is toch precies zoals mijn parodische en prikkelende titel omschrijft?
Het feit dat Bart van den Dikkenberg zich zorgen maakt over (jonge) studenten en academici die onder de indruk raken van UGA, of zelfs deze natuurfilosofie accepteren, hoeft in de praktijk de hoop van Fransen niet teniet te doen. Het kan namelijk zo zijn dat persoon Z iets hoopt en dat deze hoop óók werkelijkheid wordt. Hier een tegenstelling creëren lijkt mij onnodig. In de praktijk wordt door jongeren die UGA accepteren vaak óf gelijk gekozen voor atheïsme of agnosticisme, óf door middel van een theïstisch evolutionistische tussenstap (wellicht pas na járen). Uiteraard zijn er ook die theïstisch evolutionist blijven tot hun overlijden. De gemeenschappelijke zorg van creationisten en theïstisch evolutionisten ligt bij het atheïsme.9 De creationistische zorg bij theïstisch evolutionisme is allereerst dat God niet aan Zijn eer komt vanuit Zijn scheppingswerk10, maar ook dat deze natuurfilosofie als doorvoerhaven gebruikt wordt en uiteindelijk leidt tot vrijzinnigheid, agnosticisme, of zelfs atheïsme. Immers, ‘niemand kan twee heren dienen; want of hij zal den enen haten en den anderen liefhebben, of hij zal de enen aanhangen en den anderen verachten’ (Mattheüs 6:24, SV).11 De Bijbelse scheppingsleer én Universele Gemeenschappelijke Afstamming, het blijft een zeer moeizame, zo niet onmogelijke, verstandverhouding.
Veel geschreven?
Het tweede onderwerp waar dr. Fransen reactie op geeft is mijn commentaar op de ‘kronkels’ waar Fransen Van den Dikkenberg van wil beschuldigen. Fransen schrijft het volgende commentaar:
“Ik heb een boek geschreven, een website in de lucht en zo hier en daar nog wat artikelen gepubliceerd. Dat weet jij heel goed! Dus dat ‘zonder onderbouwing’ is alleen waar wanneer je verwacht dat ik bij iedere post over dit thema de volledige bewijsvoering opneem. NB: in mijn artikel verwijs ik bijvoorbeeld naar de brieven op CVandaag, waarin ik inhoudelijk in ga op BvdD.”
Inderdaad levert dr. René Fransen zo zijn eigen bijdrage aan het schepping-evolutie-debat, al is het vóór de discussie met Bart wel sterk verminderd, zo niet wat karig geworden.12 Máár mijn punt is helemaal niet hoeveel werk Fransen verzet heeft in heden en verleden, mijn punt is dat Fransen niet aantoont dat Van den Dikkenberg (dus hij specifiek) zich in allerlei natuurwetenschappelijke kronkels wringt. We willen toch niet aan overhaaste generalisatie doen? Allerlei bewijsvoering is niet perse nodig, maar op z’n minst zou, een beschuldiging van natuurwetenschappelijke kronkels bij de opponent, onderbouwd kunnen worden (zelfs in een column, waarin het tekenlimiet onbeperkt is). De laatste twee artikelen van de website van Fransen richten zich op de discussie rond Van den Dikkenberg, maar dezen kunnen in mijn ogen niet gelden als onderbouwing voor de gedachte dat Van den Dikkenberg zich natuurwetenschappelijk in allerlei kronkels zou moeten wringen. De zoekterm ‘Van den Dikkenberg’ op ‘Sterrenstof’ levert, naast bovengenoemde artikelen, verder geen treffers op. Ook de CVandaag-briefwisseling13, die ik toch zie als het elkaar passeren van schepen in de nacht, zie ik niet als gefundeerde onderbouwing voor de beschuldiging van ‘natuurwetenschappelijke kronkels’ bij Van den Dikkenberg. Enkele gemaakte fouten zijn nog geen reden om de ander te beschuldigen van natuurwetenschappelijke kronkels. Bovendien is, nogmaals gezegd, hier hoor-en-wederhoor belangrijk en hoopt Van den Dikkenberg, onder het voorbehoud van Jakobus, ook nog met een reactie te komen.
Slot
Hierboven heb ik verantwoording afgelegd waarom de keuze voor de titel en de gewraakte zin gemaakt is. Nu hoop ik dat Fransen de moeite neemt om op het hele artikel te reageren. Mocht dat niet het geval zijn, dan sluit ik met deze reactie mijn deelname aan de huidige discussie met Fransen aangaande deze podcast met Van den Dikkenberg af. Er waren nog andere reacties, van individuen, onder het artikel, zoals een overschatting van de doop, een beschuldiging van Godslastering (‘misbruiken van Zijn Naam’) richting ondergetekende en het ongezouten ‘de waarheid’ aanzeggen van een medecreationist richting een theïstisch evolutionist. Deze punten laat ik rusten of voor rekening van de aanklager liggen.
Voetnoten
- Met veel genoegen en respect denk ik terug aan de schriftelijke discussie die ik had met, ondertussen geologie-promovendus, Willem Jan Blom (MSc.) over fossielen van buideldieren en buideldierachtigen.
- Mijn eerste reactie is hier te vinden: https://oorsprong.info/fransen-hoopt-dat-steeds-meer-christenen-kiezen-voor-theistische-evolutie-reactie-op-artikel-van-dr-rene-fransen/.
- Het artikel van Fransen is hier te vinden: https://www.sterrenstof.info/3389-2/.
- https://www.sterrenstof.info/kan-de-wetenschap-iets-zeggen-over-oorsprongsvragen/.
- Hij gebruikt het woord ‘evolutie’, maar in het voorgaande artikel heb ik geschreven dat dát misleidend is: https://oorsprong.info/fransen-hoopt-dat-steeds-meer-christenen-kiezen-voor-theistische-evolutie-reactie-op-artikel-van-dr-rene-fransen/.
- https://www.sterrenstof.info/de-allerlaatste-keer-evolutie-is-een-blijvertje/.
- Zie voor het standpunt van Wood: .
- Het gaat hier niet om ‘geloof’ verliezen, dat is namelijk onmogelijk, want er is géén afval (van het geloof) der heiligen (Psalm 138:8). Hierin volg ik ook de Dordtse Leerregels, hoofdstuk 5: https://www.dordtse-leerregels.nl/hoofdstuk-5. Of hier moet historisch geloof bedoeld worden, en niet het waar zaligmakend geloof.
- Al heb ik bij sommigen het gevoel dat ze met atheïsten strijden tegen creationistische opvattingen.
- Daar zal de Heere gelukkig Zelf voor instaan. Zie ook mijn openingswoord voor het congres ‘Bijbel & Wetenschap 2023‘: https://oorsprong.info/hoe-komt-god-aan-zijn-eer-openingswoord-van-het-congres-bijbel-wetenschap-2023-op-21-oktober-2023/.
- Het gaat in dit geval over geld en goed, de ‘geldgod’, maar ik geloof dat het ook breder toepasbaar is.
- Ik doel op de laatste twee jaar waarin vier artikelen op ‘Sterrenstof’ werden gepubliceerd. Het eerste artikel is een kort jubileumartikel. Het tweede artikel, met alle respect, toch wat goedkoop prijsschieten op een foutief Bijbelvast-lijstje. Het derde en het vierde artikel zijn van de laatste maanden en gaan in op de discussie met Van den Dikkenberg.
- Een overzicht van de briefwisseling is hier te vinden: https://oorsprong.info/briefwisseling-tussen-dr-rene-fransen-en-ir-bart-van-den-dikkenberg-over-theistische-evolutie-een-overzicht/.