In het jaar 1753 verscheen te Utrecht het boek ‘Historische Beschryvinge van Culemborg; Behelzende een Naemlyst der Heeren van Bosichem, Benevens der Heeren en Graeven van Culemborg, Gesproten uit de Aloude Graeven van Teysterband; Derzelven Huwelijken, Nakoomelingen, en het Merkwaerdige ’t welk onder Haere Regeeringe is voorgevallen. Mitsgaders een Beschryvinge van de Stad Culemborg, Derzelver Regeeringwyze, Gebouwe, zoo Wereldlyke als Geestelyke; Aloude Handvesten, Privilegien en Voorrechten, enz. Alles by een gebragt Uit Bekende en Beroemde Historie-Schryvers, Oude Handschriften, Brieven en Egte Stukken’. Een hele mond vol. Het boek is geschreven door A.W.K. Voet van Oudheusden. Het onderzoek verscheen in twee delen. In deze bijdrage focussen wij ons op de ‘Van Meertens’ en hun weergave in deze twee delen.1
Anton Matheus
Voet van Oudheusden verwijst op bladzijde 100 van het eerste deel van zijn werk naar aantekeningen van ene Heer Anton. Mattheus. Deze verwijst in zijn aantekeningen op de ‘Origin. van Sweer’, bladzijde 655 één maal naar de bastaarden van de Heer Gerard van Culemborg. Ik citeer: “De andere met eenen van Abkoude van Meerten, en na zyn overlyden met eenen uit den Heeren van Steenbergen.” Deze Mattheus vermeldt dat Gerard van Culemborg 30 kinderen heeft gehad bij verschillende vrouwen. Voet van Oudheusden probeert deze bastaarden op te sporen en komt uiteindelijk tot een getal van 17. Hij vermoedt echter dat er nog meer zijn: “De overige Bastaerden onbekent zullen tot den geestelyken staet overgegaen zijn.” In de lijst van Voet van Oudheusden wordt Margriet van Culemborg genoemd. Volgens de schrijver is zij in het jaar 1425 getrouwd met Johan van Abcoude van Meerten. Deze Johan was de zoon van Ernst van Abcoude van Meerten. “Johan voornoemd had vier Broeders, Willem, Johan, Frederik en Cornelis van Abkoude van Meerten.” Het jaar 1425 is incorrect, het lijkt mij dat dit 1495 moet zijn. Immers, in 1521 laat Margaretha (of: Margriet) nog een akte van Magescheid opmaken voor haar zoons Ernst en Gerrit.2
Belegering van de stad Utrecht en de wraak van de bisschop
In het jaar 1528 wordt de stad Utrecht belegerd en ingenomen. Volgens de auteur ‘veroorzaekte’ dant ‘veel bloedvergietens’. De bisschop nam daarna wraak en liet onder leiding van Wolfgang van Assenstein enkelen uit het ridderschap onthoofden. “De rompen lagen tot aen den avond opentlyk ten toon, tot dat zy door bidden en smeeken van de naeste magen zyn begraven.” Op 15 juli 15283 trok Van Assenstein opnieuw naar de Beestenmarkt om weer mensen te onthoofden. Dit waren Jan van Wyck (ook wel Kromvoet genoemd), Cornelis van Meerten4, Gerard Foeyt, Joost van Eyck, Peter de Borduurwerker, Gerard van Royen en Willem Knyf. Deze werden allen onthoofd ‘uitgenomen Peter Kop, die door een pyp van het Heimelyk gemak was ontkoomen’. De volgende dag vertrok de bisschop met zijn ruiterij naar Duerstad (Wijk bij Duurstede?) en nam diverse gevangenen uit het Ridderschap mee. De edelen die nog in de gevangenis zaten, smeekten de Graaf van Hoogstraten om genade en uitstel van executie, ‘terwyl er al bloeds genoeg vergoten was’.
Hendrik van Abcoude van Meerten, Heer van Essestein
Het boek vermeldt ook dat ene Margriet van Lalaing in krankzinnigheid is vervallen. Dit zorgde voor zo’n verdriet bij de Heer Everard van Pallant ‘dat Hy daer op krank geworden’ is ‘en in den bloem zyns Levens gestorven is’. Volgens de schrijver is zij, ondanks de krankzinnigheid, zeer oud geworden en in 1602 in de leeftijd van 95 jaar overleden. ‘Dit is zeker, dat zy onder bewaering van Jor. Henrik van Meerten Heer van Essestein is gestelt, en by den zelven Jaerlyks voor 550 guldens besteet: En uit oude aantekeningen dat zy te Culenburg Ao. 1593. den laetsten van Maert is begraven, dus 53 Jaere na haar Man heeft geleeft’. Als dat laatste zeker is dan is deze Margriet niet in 1602 overleden maar in 1593. En is zij geen 95 jaar geworden, maar 86. Was deze Margriet een tante of een nicht van Hendrik?
Stadhouders en Drossarden
Onder de ‘stadhouders van de leenen’ wordt Hendrik van Abcoude van Meerten genoemd. “Jonker Hendrik van Abkoude van Meerten, Heer van Essesteyn en Maersenbroek, dien Graef Floris zyn lieve getrouwen Neef noemt, vinde ik 1577 en 1578.” Onder de namenlijst van de drossarden vinden we vader en zoon Antonius en Hendrik: “Jonkheer Antonis van Abkoude van Meerten, Heer van Essestein, 1566.” en “Jonkheer Hendrik van Abkoude van Meerten, Heer van Essestein.”
Voetnoten
- Via de historische vereniging van Culemborg, ‘Voet van Oudheusden’, is zijn beide delen in één bestand te raadplegen: https://www.voetvanoudheusden.nl/wp-content/uploads/2008/11/Voet.pdf.
- https://oorsprong.info/kopie-van-een-magescheidbrief-tussen-margaretha-van-culemborg-de-vrouw-van-johan-van-abcoude-van-meerten-en-haar-kinderen/.
- Bronnen zijn niet eenduidig in de datum. Anderen noemen 9 juli 1529 als datum van zijn onthoofding.
- Cornelis van Abcoude van Meerten was een zoon van Ernst Taets van Abcoude van Meerten (?-1498) en Bertha van Culemborg (?-?).