In Het Utrechts Archief is een akte van transport van obligaties te vinden van wijlen Christina Porcelius, weduwe van Cornelis van Meerten. Cornelis was rentmeester binnen de stad Utrecht. De obligaties worden getransporteerd naar Gerardus Douwius, predikant te Meerkerk, en zijn vrouw Maria Porcelius en hun nazaten. Maria Porcelius lijkt de zus of nicht van Christina. Ze is in ieder geval de enige erfgename van Christina. Hieronder is de transcriptie van de akte te vinden. Deze transcriptie is nog niet gecontroleerd door derden.1
De transcriptie luidt als volgt:
[1] In de kantlijn staat hier: “”Gestaan hebbende ten lijve van Geertruid Munnic”.”Op huiden den 2en Augustij 1725 compden voor mij Henrik van Beek openbaer notaris etc.
D. Hr Gerardus Douwius predicant tot Meerkerk als in huwelik hebbende Jor Maria Porcelius nevens deselve Jor Maria Porcelius enige en universele erfgename en testament van Jor Christina Porcelius in haar leven wede van den Hr Cornelis van Meerten, in sijn leven Rentmr van de Buchels Provens binnen dese stad, de comparantn thans sijnde binnen dese stad, mij Notaris bekend, en verklaarden de computen bij dese te constitueren en magte te maken d’ Hr en Mr Jacob Vervoorn Adt voor id: hove van Utregt omme uit haarl: comparanten namen en van harent wegen ’t sij voor Notaris en getuige of op sodanige andere wijse als den geoorfde sal bevinden te behoren, te cederen, transporteren, en in vollen eigendom over te geven aan en ten behoeve van … Florien als in huwelik hebbende Joffe Johanna Porselius nagelaten dogter van Hendrik Porselius en aan de selve Johanna Porselius wonende tot Amsterdam eerstelik een gecouverteerde vijf in ses-renten Obligatie van een duisent gulden etape sprelrende ten laste, van d’ id: Mog: Heren Staten ’s Lands van Utregt en ten behoeve van Cornelis van Meerten, gestaan hebbende ten lijve van Berent Muuster, van dato den 28. Maart 1715, staande ene deel, fol. 2684. en 1116. 120 272. Mitsgaders nog een dito Obligatie van vijf honderd gulden etape, sprelrende ten laste als voren en ten behoeve, van Professou Johan Munnic[1] van dato den 28. Maart 1715, staande ander-deel fol. 2509. en 968. No 914. rentende de voorz: twee Obligatien jegenswoordig jarelic jegens drie pron cento, en dat met de renten die op deselve Obligatien bereits verschenen sijn en die na dato deses sullen komen te verschijnen, en sulc in voldoeninge van selve Legaat van vijftien honderd gulden, door de gen: Juffe Christina Porselius, bij hare condiciltaire dispositie van dato den 2 Junij 1724 voor Notaris Mr Jacob Vervoorn en getuigen binnen dese stad gepasseerd, aan de voorsz: Juffr Johanna Porselius huisvrou van Florien gemaakt en besproken Malrende de comparanten den gecousde vorder magtig, omme uit haarlieden comparanten namen en van haren ’t wege te cederen, transporteren en in vollen eigendom over te geven aan en ten behoeve van Christina Florien dogter van de voorsz: Johanna Porcelius eerstelik een gecouverteerde vijf in ses-renten Obligatie van een duisend gulden etape sprelrende ten laste, van d’ id: Mog: Heren Staten ’s Lands van Utrecht en ten behoeve van Juulia Schade, gestaan hebbende ten lijve van Arnoldina Maria Aarts van Huchem, van dato den 28. Maart 1715, staande ene-deel, fol. 1022 en 117. No 255. Mitsgaaders een soo-rent. Obligatie van vijf honderd gulden etape, sprelrende ten laste als voren, en ten behoeve van Johanna Porselius, van dato den 15. Maart 1690 en geaggreëerd ten selven dage, fol. 578. Lit. D:6H:G: etc. rentende de voorsz: twee Obligatien jegenswoordig jarelic jegens drie pour cento, en dat niet de renten die op de selve Obligatien bereits verschenen sijn, en die na dato deses sullen komen te verschijnen, om sulc in voldoeninge van selreu Legaat van vijftien honderd gulden door te geni: Juffe Christina Porselius, bij hare voorsz: Codicillaire dispositie van dato den 2. Junij 1724, aan selve Christina Florien gemaakt en besproken; Ook uit namen van comparanten te reuuncieren van alle regt en eigendom haarl: aan vorengeni: Obligatien competerende en dat ten behoeve als voren; Alsmede met belofte van vrijdinge en waringe. In voorts generalik nopende ’t gene voorsz: alles te overhandelen en verrigten wat deswegens nodig bevonden mogte worden, en de comparanten selfs present sijnde, soude bruuren en mogen doen, alwaar ’t dat daar toe nader en speciaelder procuratie mogte werden gerequireerd, de selve voor in alsdan houdende voor geinfereerd; Belovende de comparante voor goed vast en van waarde te sullen houden en doen houden, alle ’t gene bij den gecousde uitbragte deses sal worden gedaan en verrigt, alles onder verband en suburissie als na regten, consenterende de comparanten hier van gemaakt en geleverd te worden acte, die is dese: Aldus gedaan en gepasseerd binnen Utrecht, ten huise van computen en te presentie van Hr Adrianus van Schalkwijk Mr. Glasewalrer en Jan Julianus – getuigen van gelove hier toe specialijk versogt zijnde.
Gerardus Douwius predikant te Meerkerk, Maria Porselius, Adriaan van Schalkwijk, Jan Juliaans, H V Beeck Notaris.”
- De akte is te vinden in het Utrechts Archief. De URL: https://hetutrechtsarchief.nl/onderzoek/resultaten/archieven?mizig=199&miadt=39&miaet=54&micode=34-4.1110&minr=3511801&miview=ldt.