Het protocol van testamenten en codicillen 1733-1766 uit Beusichem en Zoelmond bevat ook het testament van Ernst van Meerten (?-?) en Hendrikje van Bruggen (?-?). Het is de vinden vanaf 222 verso tot en met 223 verso. Het boek is gedigitaliseerd door het Regionaal Archief Rivierenland en via hun website te raadplegen.1 De transcriptie luidt:
“Wij Cornelis van Rijnberk Scholtús, Dirk van der Linden, & Jan van Rijberk, scheepenen der Dorpen en Heerlijkheeden Beúsichem en Zoelmont, doen cond, dat voor ons Compareerden, Ernst Vermeerten, en Hendrikjen van Brúggen, Egteluijden, sijnde de vroúw in deesen geassisteert met haaren Man, als haare Gekooren wettige Voogt, beijde gesont van Lighaam, met ons gaande En staande, haar verstont spraake en Memorie wel magtig, en gebrúijkende, zoo, ons klaar Lijk bleek en wij niet anders bemerken konde en verklaarden, zij comparanten Expresselijk te begeeren dat de Langstleevende van hún beijden, zal hebben en genieten het volle Vrúgtgebruijken de Lijftogt in alle des overleedens naer te Latene Vaste goederen, zo Leen als Allodiale, geene van dien uijtgesondert, omme deselve bij den Langst Leevende van hún beijden in regten Lijftogte beseete ende revenúen van dien geslooten en geproffiteert te worden, ten Lijftogten Regten, sijn, ofte Haar Leeven Lang gedúúrende. ende bij aldien de Langst leevende niet en konde bestaan van de Voorsn. Lijftogt, soo gaaven de Testateúren Malkanderen de magt omme de vaste goederen te moogen, bewaaren of veraliëneeren, soo des langstleevendens Goeden raat Gedraagen zal, Begeerende zij Testateúren daaren booven, en onvermindert, de voorsn: Lijftogt, dat de Langst Leevende van hún beijden in Vollen eijgendom zal behouden en bezitten alle des OerLeedens
BoedelsRoerende en Gereëden Goederen, meúbelen, en Effecten Acte en Credieten, Gout, Silliver gemúnt en ongemúnt, Linnen, en Wollen, waaren op wat Plaatse, deselve geleegen en Uijtstaande Zijn, Geene van dien Uijtgesondert, omme daar meede te doen en handelen, als met vreij Eijgen Goet, met verbot, van de, detractie van de Falcidiegére portie, Dit alles verklaarden Zij comparanten te weesen haar uijtterste Wille die zij ordonneeren daar voor erkent te moeten, werden en effect sorteren in de beste formé, ofschoon alle nodige solimniteiten hier inne niet exactelijk geobserveert waaren deselven en d’Effecten van dien gerogeerende bij deesen. In Oirconde der Waarheijd hebben Wij Scholtús en Scheepenen Voornt deesen met onse opgedrukte seegelen en ondertekening van den Secretaris alhier bevestigt, Actum den dartigste Maart Seeventien Hondert acht en vijftig.”