Belangrijke steltlopers in het winterhalfjaar zijn de Goudplevier, de Kievit en de Wulp. Ze foerageren alle drie in graslanden en op akkers op regenwormen. Goudplevier en Kievit zijn oogjagers, de Wulp een tastjager. Goudplevieren heb ik hier nooit gezien. Kievit is het hele jaar door aanwezig, de Wulp niet.
De Wulp is onze grootste steltlopersoort. Nederland is een belangrijk land voor de Wulp. De al gauw ruim 100.000 Wulpen overwinteren met name in de Waddenzee en het Deltagebied. Ze zijn afkomstig uit een gebied tot ver in Rusland. Mij zijn twee Betuwse gebieden bekend waar de Wulp in de winter te zien is: de uiterwaarden westelijk van Ochten en de Maurikche en Eksche Waarden. Wulpen zijn niet te missen. Hun heerlijk melancholisch klinkende tweelettergrepig, fluitende roep koer-líe draagt erg ver. Op de foto ziet u Wulpen met de kenmerkende opvallende lange, omlaag gebogen snavel: echte banaanvogels! Ik telde er op 7 november bij het Eiland van Maurik 97. Wulpen slapen sociaal. De slaapplaats in de omgeving van Maurik herbergt maximaal 101-500 vogels (Limosa, 2021). De vogels bij Ochten slapen waarschijnlijk ten zuiden van de Waal op een slaapplaats van vergelijkbare grootte.
Altijd weer boeiend om deze slaaptrek waar te nemen. Hoe korter de dagen hoe later de vogels zich verplaatsen: veel vogels arriveren dan na zonsondergang. Waarom zo sociaal? Om bij te praten? Waarschijnlijker is dat ze die plekken gebruiken waar ze de nacht ongestoord door kunnen brengen en sowieso geen gevaar van roofvijanden hebben te duchten.
Dit artikel is met toestemming van de auteur overgenomen uit Het GemeenteNieuws. De volledige bronvermelding luidt: Kooij, H. van der, 2023, Slaapplaatsen buitenlandse vogels, Het GemeenteNieuws 22 (47): 11.