Opnieuw een gezinsfoto van Jan Willem van Meerten (1878-1944) en Teuntje Wevers (1887-1967)

Oude foto’s van het voorgeslacht zijn zeer waardevol. Heeft u nog oude foto’s van de Van Meertens, bewaar deze dan zorgvuldig. Gooi ze echter niet weg! Graag wil ik (een digitale kopie van) de foto’s van vóór en tijdens de Tweede Wereldoorlog delen via deze website ‘Oorsprong’. Afgelopen week kwam ik een tweede gezinsfoto tegen van het gezin van Jan Willem van Meerten (1878-1944) en Teuntje Wevers (1887-1967). Zeer waardevol!1

De foto is waarschijnlijk gemaakt in 1940. Het gaat hier alleen om de ouders en de nog thuiswonende kinderen. Dirk Martinus Vermeer (1867-1932), die ook bij dit gezin woonde, was al overleden. Bernardus van Meerten (1896-1976) was op 21 mei 1931 getrouwd met Maria van Dam (1904-1975). Jerfaas van Meerten (1907-1974) was op 8 december 1933 getrouwd met Teuntje van Kleef (1912-1998). De overige gezinsleden woonden nog bij hun ouders. Deze gezinsleden zijn op de foto hierboven te zien. Van links naar rechts gaat het om: Jan Willem van Meerten (1878-1944) (met de pet), Gerritje Maria van Meerten (1913-1946), Marinus van Meerten (1929-2008), Teuntje Wevers (1887-1967), Bertus van Meerten (1911-1999) (schuin achter moeder), Teuntje van Meerten (1926-1997), Johannis van Meerten (1910-1974) en Jan Willem van Meerten (1924-1995).

Voetnoten

Huwelijksakte van Jansje van Meerten (1889-?) en Hendrik Muller (1884-1956)

Eerste blad van de huwelijksakte van Jansje van Meerten (1889-?) en Hendrik Muller (1884-1956) zoals weergegeven in de Burgerlijke Stand van de Gemeente Hemmen.
Tweede blad van de huwelijksakte van Jansje van Meerten (1889-?) en Hendrik Muller (1884-1956) zoals weergegeven in de Burgerlijke Stand van de Gemeente Hemmen.

Hierboven wordt de huwelijksakte van Jansje van Meerten (1889-?) en Hendrik Muller (1884-1956) weergegeven.1 Op 17 juni 1910 verscheen het aanstaande echtpaar voor de Ambtenaar van de Burgerlijke Stand van de Gemeente Hemmen om een huwelijk aan te gaan.

Hendrik Muller was vijf en twintig jaar oud en timmerman van beroep. Hij woonde voor minder dan zes maanden te Hemmen. Hendrik was de meerderjarige zoon van Jan Muller (1857-1931) en Maria Adriana Johanna van Beek (1860-1941). Jan was timmerman van beroep en Maria Adriana Johanna was zonder beroep. Het echtpaar woonde te Nijmegen.

Jansje van Meerten was een en twintig jaar oud en dienstbode van beroep. Zij woonde te Hemmen en voor minder dan zes maanden te Nijmegen. Jansje was de meerderjarige dochter van Jan van Meerten (1859-1930) en Mijntje van der Linden (1864-1932).2 Jan was stationsarbeider van beroep en Mijntje was spoorwegwachteres van beroep. Het echtpaar woonde te Hemmen.

Wederzijdse ouders gaven toestemming tot dit huwelijk. Het aanstaande echtpaar overhandigde de volgende stukken: (1) De geboorteakte van de bruidegom, waaruit blijkt dat hij geboren is op 17 juli 1884 te Valburg.3 (2) De geboorteakte van de bruid, waaruit blijkt dat zij geboren is op 8 juni 1889 te Kesteren.4 (3) Een certificaat van voldoening aan de Wet op de Nationale Militie. (4) De akte waaruit blijkt dat de afkondigingen tot dit huwelijk te Nijmegen zonder stuiting hebben plaats gehad. Dit geldt eveneens voor de Gemeente Hemmen. Na de vragen van de ambtenaar gaf het echtpaar elkaar het ‘Ja’-woord.

Het echtpaar had vier getuigen meegebracht:

  1. Jan Willem Coeleman (1884-1944), zes en twintig jaar oud, metselaar van beroep, woonachtig te Nijmegen en bekende van de bruidegom.
  2. Gerrit Hakken (1861-1945), acht en veertig jaar oud, veldwachter van beroep, woonachtig te Hemmen en bekende van de bruidegom.
  3. Hendrik Jan Vermeer (1884-1957)5, vijf en twintig jaar oud, behanger en stoffeerder van beroep en zwager van de bruid.
  4. Peter Geurts (1889-1958)6, een en twintig jaar oud, sigarenmaker van beroep, woonachtig te Dodewaard en bekende van de bruid.

Voetnoten

Overlijdensakte van Hendrik Muller (1884-1956)

Overlijdensakte van Hendrik Muller (1884-1956) uit de Burgerlijke Stand van de Gemeente Nijmegen.

Hierboven wordt de overlijdensakte van Hendrik Muller (1884-1956) weergegeven.1 Op 27 oktober 1956 verscheen Jan Albert de Hartog voor de Ambtenaar van de Burgerlijke Stand van de Gemeente Nijmegen om aangifte te doen van het overlijden van Hendrik. Jan Albert was vijf en veertig jaar oud en begrafenisondernemer van beroep. Hij verklaarde dat Hendrik op 25 oktober 1956 om half zes in de avond is overleden in de leeftijd van twee en zeventig jaar. Hij was zonder beroep, geboren te Valburg en woonachtig te Rotterdam.2 Hendrik was de echtgenoot van Jansje van Meerten (1889-?) en een zoon van wijlen de echtelieden Jan Muller (1857-1931) en Maria Adriana Johanna van Beek (1860-1941).

Voetnoten

Geboorteakte van Hendrik Muller (1884-1956)

Geboorteakte van Hendrik Muller (1884-1956) uit de Burgerlijke Stand van de Gemeente Valburg.

Hierboven wordt de geboorteakte van Hendrik Muller (1884-1956) weergegeven.1 Op 19 juli 1884 verscheen Jan Muller (1857-1931) voor de Ambtenaar van de Burgerlijke Stand van de Gemeente Valburg. Jan was zes en twintig jaar oud, timmerman van beroep en woonachtig te Valburg. Hij verklaarde dat Hendrik op donderdag 17 juli 1884 om drie uur in de middag is geboren. Zijn moeder was Maria Adriana Johanna van Beek (1860-1941). Het echtpaar woonde te Valburg in het huis nummer A no. 11. Jan had twee getuigen meegebracht: (1) Jan Willem Ederveen (1835-1926), acht en veertig jaar oud en veldwachter van beroep, en (2) Marinus Gerdinus de Kruijff (1856-1930), zeven en twintig jaar oud en veldwachter van beroep, een en zestig jaar oud en winkelier van beroep.

Voetnoten

Geboorteakte van Jansje van Meerten (1889-?)

Geboorteakte van Jansje van Meerten (1889-?) uit de Burgerlijke Stand van de Gemeente Kesteren.

Hierboven wordt de geboorteakte van Jansje van Meerten (1889-?) weergegeven.1 Op 8 juni 1889 verscheen Jan van Meerten (1859-1930) voor de Ambtenaar van de Burgerlijke Stand van de Gemeente Kesteren. Jan was dertig jaar oud en arbeider van beroep. Hij verklaarde dat Jansje op 8 juni 1889 om één uur in de nacht is geboren. Haar moeder was Mijntje van der Linden (1864-1932), zonder beroep.2 Het echtpaar woonde in het huisnummer 139 te Kesteren. Jan had twee getuigen meegebracht: (1) Jan Roelof Heij (1855-1917), vier en dertig jaar oud en wagenmaker van beroep, en (2) Cornelis van de Pol (1854-1938), vier en dertig jaar oud en boomkweker van beroep.

Voetnoten

Parenteel van Geurtje van Meerten (1886-?) en Cornelis Wezelman (1876-1945)

Geurtje van Meerten werd op 4 oktober 1886 te Kesteren1 geboren als dochter van Jan van Meerten (1859-1930) en Mijntje van der Linden (1864-1932). Het parenteel van haar ouders is hier te vinden. Het is de auteur (nog) onbekend wanneer zij is overleden. Zij trouwde op 10 mei 1919 te Hemmen2 met Cornelis Wezelman. Cornelis Wezelman werd op 17 februari 1876 te Enkhuizen3 geboren als zoon van Harme Wezelman (1845-1884) en Anna Maria Kroeb (1844-1928). Hij is overleden op 29 september 1945 te Medemblik.4

Kinderen

Voor zover we weten is dit echtpaar kinderloos gebleven. Bent u toch bekend met kinderen van dit echtpaar, dan kunt u dat doorgeven via het contactformulier.

Meer informatie over dit echtpaar

Dit parenteel wordt nog verder compleet gemaakt. Hieronder volgen tijdelijk de linkjes naar artikelen op deze website die onder meer dit echtpaar vermelden. Later, als de Heere leven geeft, willen we dit omwerken tot een overzichtelijk en leesbaar geheel.

Voetnoten

De zomerperiode biedt (vaak) rust en ruimte om stil te staan bij Gods schepping – Geschrokken van de knieval voor de evolutieleer – Nieuwsbrief d.d. 29 juni 2024

Deze maand is de zomer weer begonnen. In een zomerperiode is er vaak meer rust en ruimte om stil te staan bij Gods schepping. Of u nu ver weg bent of dat u thuis blijft. Helaas gaat het niet zo goed met het insectenbestand, maar gelukkig zijn deze kleine diertjes nog steeds te bewonderen. Een waardevolle app en handige gids om te kijken wat er gezien wordt is ObsIdentify. Hoe is onze houding tot deze (in onze ogen) minste schepselen? Daar schreef dr. ir. Erik van Engelen onlangs nog over.

‘De werken van Zijn handen’

De discussie rond het boek van wetenschapsjournalist ir. Bart van den Dikkenberg is in volle gang. In de vorige nieuwsbrief hebben we daar al over geschreven. De briefwisseling tussen hem en bioloog/wetenschapsjournalist dr. René Fransen is inmiddels afgerond. Op onze website is een overzicht van deze briefwisseling geplaatst. In zijn laatste bijdrage gaf Van den Dikkenberg aan dat hij een fundamenteel verschil van benadering ziet in de schepping/evolutie-discussie.

Deïsme

Onlangs verscheen er in het Reformatorisch Dagblad een bijdrage over het gebruik van wetenschap. De auteur, ir. Ries van Maldegem, pleitte daar voor acceptatie van het methodologisch naturalisme. Dr. ir. Erik van Engelen reageerde daar met een uitgebreid opiniestuk op. Hij geeft aan dat de argumentatie van ir. Van Maldegem principieel zal leiden tot deïsme. Het artikel van dr. Van Engelen is hier te lezen. Jan van Meerten schreef in reactie op hetzelfde stuk een kort briefje. Deze is hier te lezen.

EVOLF

In de vorige nieuwsbriefheeft u kunnen lezen dat het team van prof. dr. Cees Dekker 40 miljoen euro heeft gekregen om een synthetische cel na te bouwen die kan evolueren. Wij hebben toen aangegeven dat het onderzoek van Dekker zal leiden tot grotere verwondering over de complexiteit van de levende cel én meer argumenten zal bieden voor de Intelligent Design. Als het team van prof. Dekker erin zal slagen om synthetisch leven te maken, en daarover zijn wij sceptisch, dan hebben deze geleerden alleen maar meer aangetoond dat er intelligentie nodig is om leven te maken, voordat dát leven überhaupt kan evolueren. Het sluit aan bij de basisgedachte van scheppingsgelovige dat de Heere het leven in basisgroepen geschapen heeft én dat dit geschapen leven na de zondeval zich kon aanpassen aan de omgeving (evolueren). Dr. Jan-Hermen Dannenberg schreef ook sceptisch te zijn. Hij meent in zijn artikel dat het team van prof. Dekker de complexiteit van de levende cel onderschat. Tijdens zijn interview bij Op1 verwees prof. Dekker naar het Urey-Miller-experiment. Volgens dr. ir. Wim de Jong zijn deze experimenten van Miller ‘volksverlakkerij’. De Jong schreef daar hier al eerder over. Sommigen menen dat deze gebruikte term niet gepast is (daarover hopelijk later meer). Onlangs hebben we op onze website een alfabetisch overzicht geplaatst van de berichtgeving over dit project.

Dr. C.J. Meeuse gepromoveerd

Predikant en theoloog dr. C.J. (Kees) Meeuse is gisteren gepromoveerd aan de Theologische Universiteit Apeldoorn op een proefschrift over Koelmans kritiek op het cartesianisme. Bijzonder is dat de geleerde zijn proefschrift in het heden weet te trekken. Meeuse laat weten dat we veel van Koelmans strijd kunnen leren in het heden. Sommige gereformeerde theologen maken, volgens Meeuse in een interview, een knieval voor de evolutieleer. Meeuse geeft aan daarvan geschrokken te zijn. De interviews zijn hier samengevat. De verdediging van het proefschrift en de gehele promotieplechtigheid is hier terug te kijken.

Catastrofisme

Tegenwoordig is het catastrofisme weer helemaal terug binnen de naturalistische geologie. Gisteren werd er nog een paper gepubliceerd in het toonaangevende tijdschrift Science, waaruit dat duidelijk blijkt. Het ging over trilobieten die begraven werden door een pyroclastische stroom (een hete vulkanische modderstroom). Hier is daar meer informatie over te vinden. In lijn van dit catastrofisme organiseert Wort und Wissen een studieconferentie over het bekken van Parijs. Hierbij wordt niet alleen gekeken naar de geologie, maar ook paleontologie en biologie komen aan de orde. Immers, hoe heeft het leven zich aangepast onder deze catastrofale omstandigheden? Hier is meer informatie te vinden over deze studieconferentie. 

Website 

De website ‘Oorsprong‘ werd deze maand opnieuw meer bezocht dan de vorige maand. Elke dag verschijnen er artikelen over het vraagstuk geloof en wetenschap. Afgelopen maand zijn er, samen met genealogische artikelen, meer dan 125 artikelen verschenen op onze website. Welke artikelen worden veel gelezen of zijn nieuw? Hieronder een greep van vijf artikelen. Veel zegen bij het (her)lezen of het (opnieuw) kijken hiervan.

(1) ‘Topoisomerases: Catalysis and Regulation’ – Dr. Joe Deweese sprak opnieuw voor de livestream van Logos Research Associates (lezing door dr. Joe Deweese).
(2) ‘Bijbel en homoseksualiteit’ – Dr. Maarten Klaassen hield op 25 mei 2024 referaat voor ‘Kerngroep Bezinning GKV’ (geschreven door dr. Maarten Klaassen).
(3) PERSBERICHT: Dr. Bert-Jan Heusinkveld nieuwe directeur van de NPV (geschreven door de Nederlandse Patiëntenvereniging).
(4) Was het karkas, gevonden aan de kust van Nieuw Zeeland, van een hedendaagse Plesiosaurus? (geschreven door Paul Garner (MSc.)).
(5) Christelijk getuigenis broodnodig in Europarlement (geschreven door ir. Bert Jan Ruissen).

De volgende nieuwsbrief verschijnt, als de Heere leven en gezondheid geeft, op 24 juli 2024 D.V. (Iemand laten) Aanmelden voor deze nieuwsbrief kan hier.

Opname verdediging en promotie dr. C.J. Meeuse – ‘De bestrijding van het cartesianisme door Jacobus Koelman’

Vandaag, 28 juni 2024, is predikant en theoloog dr. C.J. (Kees) Meeuse gepromoveerd tot doctor in de Godgeleerdheid. Hij verdedigde vanmiddag vanaf 15.00 uur zijn proefschrift ‘De bestrijding van het cartesianisme door Jacobus Koelman’. De verdediging en promotie van de predikant vond plaats in de Barnabaskerk te Apeldoorn, maar is ook opgenomen en hieronder terug te kijken. 1

Voetnoten

Meeuse schrok van knieval hedendaagse gereformeerde theologen voor evolutieleer – Vandaag promoveert dr. C.J. Meeuse op proefschrift over Koelmans strijd tegen Descartes

Vanmiddag promoveert predikant en theoloog dr. C.J. (Kees) Meeuse op een proefschrift over de strijd van Jacobus Koelman (1631-1695) tegen filosoof René Descartes (1596-1650). Een bijzondere prestatie, want de predikant is de 78 jaar al gepasseerd. Een wonder bovendien, want de theoloog heeft zeer slecht gelegen. Ter gelegenheid van zijn promotie werd dr. Meeuse geïnterviewd door zowel het Reformatorisch Dagblad als het Nederlands Dagblad. Beide interviews worden hieronder tegelijk samengevat.1

Dr. C.J. Meeuse: “Ik zie de macht en heerlijkheid van de Schepper in alles wat Hij geschapen heeft”. Bron: Pixabay.

Het proefschrift van Meeuse kreeg de titel ‘De bestrijding van het cartesianisme door Jacobus Koelman en is ook in handelseditie verschenen bij Uitgeverij De Banier. Koelman waarschuwde tegen het cartesianisme. Volgens de gereformeerde theoloog heeft deze filosofische stroming het verstand tot hoogste norm verheven bij het lezen van Gods Woord. Koelman gaf aan dat dit de autoriteit van de Heilige Schrift ondergraaft. In 1667 verscheen het eerste boekje van Koelman tegen het cartesianisme. In zijn leven bestreed hij vooral de predikanten Ludovicus Wolzogen en Balthazar Bekker, en mandenmaker Willem Deurhof. De genoemde Balthazar Bekker is later ook afgezet, niet vanwege zijn bestrijding van het geloof in heksen, maar vanwege zijn Schriftkritische Bijbeluitleg. Bekker zette met zijn werken het waarheidsgehalte van sommige Bijbelse geschiedenissen op de helling. In het debat was Koelman, volgens Meeuse, ‘wel wat makkelijk met etiketten plakken. In onderdelen van Koelmans kritiek, zoals op het pijporgel, gaat Meeuse niet mee. Wel heeft Koelman scherp gezien dat je de deur opent voor allerlei ketterijen als je cartesiaanse predikanten niet onder censuur zet”.

De rede

Het debat ging toen veel over de plaats van de rede. Hoe staat dr. Meeuse hier zelf in? Hij ziet de rede als ‘een instrument dat God ons gegeven heeft, maar door de zondeval is verduisterd. Daardoor dreigen we het te misbruiken door onze beschouwing los te maken van Gods openbaring. Door het werk van de Heilige Geest wordt de rede weer verlicht. Dan nog mag die niet gaan heersen over de openbaring, maar mag deze wel gebruikt worden om de boodschap van Gods openbaring te verhelderen.’ Het is volgens Meeuse niet onbelangrijk om als predikant filosofie te krijgen, ook is het noodzakelijk om het Latijn te beheersen. Anders blijft de vroege kerkgeschiedenis en een deel van de oudvaders ontoegankelijk.

Knieval

Meeuse is al jong geïnteresseerd geraakt in de theologie van Koelman, maar door het drukke predikantsbestaan kwam hij er pas na zijn emeritaat aan toe om te werken aan zijn dissertatie. Een hartinfarct zorgde ervoor dat hij de verdediging van zijn dissertatie bijna niet meer kon doen. In het ND gaf Meeuse aan dat het doel van het proefschrift is om ‘christenwetenschappers [te] waarschuwen voor de overwaardering van het verstand ten koste van de Bijbel’. De emerituspredikant ziet dat in de Gereformeerde Gezindte bijvoorbeeld gebeuren wanneer er door gereformeerde theologen met een vorm van theïstische evolutie knieval gemaakt wordt voor de evolutieleer. Meeuse is daarvan geschrokken. “Men ging toch weer buigen voor de wetenschap en voor onze rede, die men liet heersen over de openbaring. Hoe durven ze, dacht ik.” Zelf is Meeuse een liefhebber van de natuur: “Ik zie de macht en heerlijkheid van de Schepper in alles wat Hij geschapen heeft”. De theoloog heeft het zelf ook moeilijk gehad met de moderne theologie en naturalistische natuurfilosofie, toen hij voor de opleiding hun werk moest lezen. Hij geeft tegenover het Reformatorisch Dagblad het volgende aan: “Mijn geloofsleven werd daardoor ernstig aangetast. Ik wilde begrijpen wat ik geloofde. Het kwam eigenlijk zover – het is verschrikkelijk wat ik nu zeg – dat ik God daagde voor de rechterstoel van mijn rede. Ik verviel in atheïstische aanvechtingen en wanhoop”. Gelukkig heeft de predikant ‘leren buigen onder een almachtig en soeverein God’. Meeuse hoeft God niet (meer) te begrijpen en laat zich ‘graag leiden door Zijn Woord en Geest’. Dat is ook de boodschap die hij met zijn proefschrift wil meegeven.

De promotie van dr. C.J. Meeuse is te volgen via het YouTube-kanaal van de Theologische Universiteit Apeldoorn.2

Voetnoten

Een trilobietenpompeï gevonden: Cambrische beesten extreem goed bewaard gebleven in Marokko door vulkanische modderstroom

Trilobieten zijn een van de bekendste bewoners van het Cambrium, een van de onderste fossielhoudende aardlagen die er gevonden worden. Ook in hogere aardlagen, tot en met het Perm, komen deze beesten voor. Kennis over hun anatomie kunnen we afleiden uit de fossielen die er worden gevonden. We kennen daardoor een grote diversiteit onder de trilobieten. Paleontologen hebben maar liefst 20.000 soorten beschreven. Daardoor weten we ook dat deze beesten verbazingwekkend complex zijn, in het bijzonder de trilobietenogen zijn een aanwijzing voor Intelligent Design. In het laatste nummer (28 juni 2024) van het toonaangevende wetenschappelijke tijdschrift Science stond een artikel over een opmerkelijke trilobietenvondst in het Atlasgebergte (Hoge Atlas) van Marokko.

Het toonaangevende wetenschappelijke tijdschrift Science heeft het trilobietenverhaal verheven tot coverstory. Op de plaat zien wij trilobieten angstig wegvluchten voor deze pyroclastische stroom. Bron: Science.

Men heeft daar onlangs een fossielhoudende aardlaag ontdekt waar iets bijzonders mee aan de hand is. In die aardlagen zijn trilobieten gevonden die uiterst goed en 3D bewaard zijn gebleven. Hierdoor kunnen valt er opnieuw meer te leren van de anatomie van deze beesten. Wanneer beesten snel begraven worden zullen ze beter bewaard blijven. Volgens de onderzoekers is dat hier ook gebeurd. De trilobieten zijn begraven in de as van een pyroclastische stroom (een superhete vulkanische modderstroom) die hun ondiepe mariene milieu binnendrong. In de wandelgangen wordt deze ramp daarom het Pompeï van de trilobieten of trilobietenpompeï genoemd. De trilobieten konden niet snel genoeg wegkomen en werden bedolven. Een geluk bij een ongeluk is, dat er nu opmerkelijke details te zien zijn, zoals de voelsprieten, het spijsverteringsstelsel en ander zacht weefsel. Dr. Greg Edgecombe, één van de onderzoekers, laat aan Eurekalert weten dat hij al bijna veertig jaar trilobieten bestudeerd heeft, maar dat hij nog nooit zó het gevoel heeft gehad naar levende dieren te kijken. “De 3D-conservatie hier is werkelijk verbazingwekkend.” Volgens hoofdonderzoeker dr. Abderrazak El Albani zouden we dit soort catastrofale pyroclastische stromen in de toekomst vaker aan een zorgvuldige inspectie moeten onderwerpen. Dit ‘gezien hun uitzonderlijke potentieel voor het invangen en conserveren van biologische resten, inclusief hun delicate zachte delen.’ Vanwege de vondst zijn we veel meer te weten gekomen over de anatomie van trilobieten en moeten zaken die eerder over deze beesten gedacht werden worden herzien. De redactie van Science zag ook de waarde van het verhaal in en heeft deze zelfs verheven tot coverstory. Veel creationisten beschouwen het Cambrium als zondvloedafzetting. Deze pyroclastische stroom, zo menen zij, zal dan aan het begin van de zondvloed zijn afgezet, toen het wateren nog niet de overhand hadden op de aarde. Hoe het ook zij, over deze vondst zal nog lang doorgesproken worden. Dat geldt zowel voor creationisten als voor naturalisten.

Science: El Albani, A., Mazurier, A., Edgecombe, G.D., Azizi, A., El Bakhouch, A., Berks, H.O., Bouougri, E.H., Chraiki, I., Donoghue, P.C.J., Fontaine, C., Graines, R.R., Ghnahalla, M., Meunier, A., Trentesaux, A., Paterson, J.R., 2024, Rapid volcanic ash entombment reveals the 3D anatomy of Cambrian trilobites, Science 384 (6703): 1429-1435.

Eurekalert: https://www.eurekalert.org/news-releases/1049560.