Een laat 17e-eeuwse kwartierstaat en het geslacht ‘Van Meerten’

Archieven zijn goudmijnen voor genealogisch en ander historisch onderzoek. Gisterenavond was het een goede genealogische avond via de digitale weg. Via de website kareldegrote.nl1 wordt verwezen naar een kwartierstaat van Gertruijdt Dorothe Goltsteijn2 die gevonden kan worden via de website van het Gelders Archief. Deze kwartierstaat bevat alle familiewapens van de voorouders van Gertruijdt Dorothe. Zij is óók verbonden aan het geslacht Van Meerten, zo blijkt.3

Zij was een dochter van Adriaen Johan van Goltsteijn en Catharina van Braeckell.4 Adriaen Johan was een zoon Johan van Goltsteijn en Gertruijdt de Cock van Delwijne. Deze Johan was een zoon van Johan van Goltsteijn en Catharina van Meeckeren. Gertruijdt was een dochter van Ghijsbert de Cock van Delwijne en Maria van Meerten. Deze Ghijsbert was een zoon van Johan de Cock van Delwijne en Anna de Ruyter. Maria was de dochter van Diderick van Meerten en Berta van Eck.5 De vader van Diderick was een Van Meerten en zijn moeder eveneens een Van Eck. De vader van Berta was een Van Eck en haar moeder was er één van Van Meeckeren. Hier heeft de kwartierstaat de bovenkant van de bladzijde bereikt. In de screenshot hierboven is deze lijn te volgen.

Via de andere kant van de lijn komen we ook bij Van Meerten uit. De genoemde Catharina van Braeckell is een dochter van Johan van Braeckell en Hendricke van Millingh. Deze Johan is een zoon van Lodewijck van Braeckell en Catrina Tempier. Lodewijck was de zoon van Johan van Brakell en Johanna van Meerten.6 Catrina is een dochter van Gerard Tempier en Helena van Bosch. Johan van Brakell7 (de man van Johanna) is een zoon van Cornelis van Braeckell en Margarita van Boeckop. Johanna was de dochter van Didereck van Meerten en Berta van Eck. Dit echtpaar wordt ook in de andere lijn genoemd. Hiermee zijn we eveneens bovenaan de pagina van deze kwartierstaat gekomen. In de screenshot hierboven is deze lijn te volgen.

Een prachtige vondst in het Gelders Archief. Ik ben het archief zeer dankbaar dat ze dit perkament in een hoge resolutie hebben ingescand. De scan kan gevonden worden via de website van het Gelders Archief.8 Het maakt onderdeel uit van het familiearchief ‘0559 Familie van den Heuvel Rijnders’. Het perkament heeft geen datum, maar de archivaris denkt dat deze ná 1679 getekend is. Geertruida Dorothea van Goltsteijn is getrouwd met Johan Baptista Bartolotti van den Heuvel.

Voetnoten

Website genealogie De Cocq van Delwijnen bevat ook informatie over het geslacht ‘Van Meerten’

De Cocq van Delwijnen is een oudadellijk Betuws geslacht. Delwijnen is een klein dorpje in de gemeente Zaltbommel. Er is een speciale website van dit geslacht: www.decocqvandelwijnen.nl. In dit artikel worden de websiteverwijzingen naar telgen uit het geslacht Van Meerten besproken. Uiteraard moet de informatie nog gecontroleerd en vergeleken worden met primaire bronnen.1

Anna van Meerten

Bij de bespreking van de twaalfde generatie wordt Anna van Meerten genoemd. Frederica de Cocq van Delwijnen is namelijk getrouwd met Johan van Bemmel de zoon van Anna. Frederica is geboren na 1568 en is overleden op 3 januari 1618 te Utrecht. Zij trouwde zoals gezegd met Johan van Bemmel. Johan was een zoon van Heimerik van Bemmel en Anna van Merthen (Meerten). Deze Anna was een dochter van Dirk van Meerten en Bertha van Eck.2 Anna woonde te Ingen.

Geertruida de Cocq van Delwijnen

Tot die twaalfde generatie behoren ook de kinderen van Gijsbert de Cocq van Delwijnen en Maria van Meerten. Geertruid de Cocq van Delwijnen was een dochter van dit echtpaar. Het is onbekend wanneer zij is geboren en is overleden vóór 1644. Ze huwt op 17 november 1587 (toen zijn de huwelijksvoorwaarden ondertekend) met Johan van Goltstein. Van hem is het ook onbekend wanneer hij is geboren. Hij is overleden ná 1616. Johan was een zoon van Willem van Goltstein, heer van Niederempt en Middeldorp, en Catharina van Meeckeren, dochter van Rense van Meeckeren en Elisabeth Schulle, vrouwe van Brandsenburg.3 Deze Johan was heer van Brandsenburg (via zijn moeder). “Hij koopt van Diederick van Eck en Josina van Sallant een rente van 30 daalders uit een huis en hof staande in de Heer Brentzsteeg, genaamd Zallantsbehuyssinge, jaarlijks te voldoen op Lichtmisdag en af te lossen op de gewone voorwaarden met een hoofdsom van 500 daalders.4 De voorvaderen van Johan gaan terug tot Karel de Grote.5

Over Geertruid weet de website nog te vermelden dat zij Huize Blijwerven te Ingen van haar vader Gijsbert erft.6 Later gaat Blijwerven over op haar zoon Adriaan Johan van Goltstein, gehuwd met Catharina van Brakell. Johan en Geertruid hadden nog een andere zoon: Willem, heer Van Brandsenburg geboren in 1590 en overleden te Rijswijk (in de Betuwe) op 12 oktober 1662. “Hij was lid van de Ridderschap van Nijmegen van 1614-162 en gehuwd met Johanna de Ruyter.” Johanna was de dochter van Johan de Ruyter en Elisabeth Kreeft.

Gijsbert de Cocq van Delwijnen

Een andere zoon van de hierboven genoemde Gijsbert de Cocq van Delwijnen en Maria van Meerten was vernoemd naar zijn vader (Gijsbert). Hij werd geboren in ca. 1570 en is overleden rond 1644. Hij was getrouwd met iemand uit het geslacht Van Eck van Panthaleon. Hoewel haar naam onbekend is weten we dat zij een dochter van Roelof van Eck van Panthaleon en Johanna Barner. Het is onbekend wanneer zij is geboren en zij is overleden in of vóór 1642. De website weet het volgende te vermelden: “Gijsbert erft op 30 september 1642 van zijn schoonouders goederen op de Oesterinck te Ingen (bij Klinckenbergh), onder voorwaarde, dat deze boven de drie voet er 500 gulden voor zal uitkeren.” De opsteller geeft aan dat hij zeer waarschijnlijk kinderloos overlijdt. Hij wordt begraven met acht kwartieren. Deze kwartieren zijn uitgetekend op de website, hierboven in een screenshot op de website uitvergroot te zien.

De kwartieren zijn als het volgt:

  1. Gijsbert de Cocq van Delwijnen (vader).
  2. Maria van Meerten (moeder).
  3. Anna de Ruyter (grootmoeder van vaders zijde).
  4. Berta van Eck (van Panthaleon) (grootmoeder van moeders zijde).
  5. Hillegond van Auwrijn (overgrootmoeder aan vaders zijde).
  6. Christina van Eck (van Panthaleon) (overgrootmoeder aan moeders zijde).
  7. Jenne van Renesse van der Aa (overgrootmoeder aan vaders zijde).
  8. Elisabeth of Aleid van Meeckeren (overgrootmoeder aan moeders zijde).

Maria van Meerten

De hierboven genoemde Maria van Meerten wordt besproken bij generatie 11. Zij was in 1569 getrouwd met Gijsbert de Cocq van Delwijnen. Gijsbert is overleden op 20 september 1575. Gijsbert was de zoon van Johan (of: Jan) de Cocq van Delwijnen (1508-1550).7 Hij was weer een zoon van Adriaen de Cocq van Delwijnen en Hillegont Auwrijn. De moeder van Gijsbert heette Anna de Ruyter (?->1572). Zij was een dochter van Roelof de Ruyter en Jenne van Renesse van der Aa.

Maria van Meerten was een dochter van Dirk van Meerten en Berta van Eck (van Panthaleon). Maria is daarmee een zus van de hierboven genoemde Anna die met Heimerick van Bemmel is getrouwd. Het is voor de auteurs van de website onbekend wanneer Maria is geboren en overleden. Wel weten ze het volgende te vermelden: “Gijsbert komt voor in de Ridderschap van Nijmegen in 1569. Door zijn huwelijk met Maria van Meerten wordt hij heer van ‘Blijwerven’ te Ingen.8 Op de pagina staat een foto van Huize Blijwerven te Ingen (de nieuwe versie). De website geeft aan dat Huize Blijwerven nog bestaat en dat het op dit moment gebruikt wordt als camping. Het adres is Bulkseweg 4 te Ingen.9Ben daar een aantal jaren geleden ook zelf geweest en wil daar binnenkort verslag van doen. Tussen haakjes staat hier nog bij: “Vroeger nr. I. 272.”.10 Eronder staat nog een kaartje van Ingen.

Joost van Goltstein

Bij de bespreking van Johan de Cocq van Delwijnen (de zoon van Cornelis de Cocq van Delwijnen en Wilhelmina van Balveren), wordt ook nog kort verwezen naar Maria van Meerten. Deze Johan doet op 20 april 1671 belijdenis te Zoelen. Verder wordt er het volgende vermeld: “Johan behoort 3 januari 1680 onder de borgen van zijn neef Joost van Goltstein, (zn. V. Willem en zijn tweede echtgenote Johanna de Ruyter), wiens vader, Jan (of: Johan JvM), Heer van Blijwerve, (XII d-1), gehuwd was met Geertruid de Cock van Delwijnen (dr. v. Gijsbert en Maria van Merthen (Meerten).” Dus Joost was een zoon van Willem en die was een zoon van Johan. Deze Johan was de man van Geertruid, de dochter van Gijsbert en Maria.

Index

In de index van deze website komen dus drie telgen uit het geslacht ‘Van Meerten’ voor: Anna, Dirk en Maria van Meerten, die ook nog eens aan elkaar verwant zijn. Namelijk Anna en Maria zijn dochters van Dirk.

Voetnoten

Statistieken van de website oorsprong.info – Juni 2023

De maand juni 2023 is alweer ten einde. Deze maand was er 10% meer websitebezoek dan de vorige maand. Hieronder vindt u een top-10 van de drukst bezochte dagen (in het aantal weergaven). Daaronder vindt u een top-10 van meest gelezen artikelen in de maand juni 2023. U kunt deze artikelen (nog een keer) lezen of bekijken door op de titel te klikken. De statistieken van de maand mei zijn hier gepubliceerd.

Top-10 drukste dagen

Hieronder de top-10 van de drukste dagen deze maand voor de website oorsprong.info. We zien dat het bezoek vaak komt door een nieuw gepubliceerd artikel. Of dat een ouder artikel opnieuw in de picture komt, doordat wijzelf, een vriend of kennis deze deelt via social media of e-mail.

  1. 29 juni 2023 met 582 weergaven.
  2. 9 juni 2023 met 503 weergaven.
  3. 28 juni 2023 met 474 weergaven.
  4. 19 juni 2023 met 467 weergaven.
  5. 22 juni 2023 met 414 weergaven.
  6. 23 juni 2023 met 375 weergaven.
  7. 10 juni 2023 en 16 juni 2023 met 362 weergaven.
  8. 7 juni 2023 met 349 weergaven.
  9. 1 juni 2023 en 20 juni 2023 met 348 weergaven.
  10. 12 juni 2023 met 346 weergaven.

Top-10 meest bezochte artikelen

Hieronder de top-10 van de meest bezochte artikelen van de maand juni 2023. Er werden 158 artikelen gepubliceerd waarvan de meesten raakvlakken hadden met genealogie. Het aantal weergaven geldt alleen deze maand en het totaal aantal weergaven ‘aller tijden’ kan per artikel hoger liggen.

  1. Tim Hofmans aanval op Pro-lifers is erger dan je denkt met 663 weergaven.
  2. SGP Ede schrijft een bezwaarde brief naar de gemeenteraad en het college – Partij blijft moeite houden met Ede Pride met 563 weergaven.
  3. ‘Kijk maar in de spiegel en kijk maar in de spiegel van de natuur’ – Ds. Zondag in een preekfragment n.a.v. de vraag ‘Hoe weet ik dat God bestaat?’ met 379 weergaven.
  4. Rouwdienst en begrafenis Jerphaas Karel (Jarco) van Meerten (2015-2022) met 363 weergaven.
  5. Staphorster archeologie bij voorbaat afgewezen door naturalisten en theïstisch evolutionisten met 255 weergaven.
  6. Orthodoxe corruptie van bijbelteksten? – Antwoord van drs. Bremmer (GBS) op deze vraag met 250 weergaven.
  7. Wat iedere christen moet weten over ons immuunsysteem (juist in coronatijd) met 207 weergaven.
  8. Als geslacht niet meer telt – René Erwich en Almatine Leene banen de weg voor alle vormen van seksualiteit met 188 weergaven.
  9. ‘De Heere geve Godvrezende Jochebeds en biddende Monica’s, opdat we van Hem nog een Mozes en Augustinus zouden ontvangen’ – Bespreking ‘Inzicht: Wetenschap voor Gods aangezicht’ met 187 weergaven.
  10. COLUMN: Archeologie in Staphorst met 181 weergaven.

Hoe is onze houding ten opzichte van de minste schepselen?

Iedereen is weleens vriendelijk maar als je wilt weten of iemand werkelijk een vriendelijk karakter heeft, moet je kijken of hij ook vriendelijk is voor de verliezers in onze maatschappij.

Immers, dan is men niet vriendelijk omdat men iets terugverwacht, maar vanwege de waarde van de ander op zichzelf, of beter, als schepsel van God. Dit past bij wat we lezen in Lukas 6. Iets dergelijks gaat ook op voor de dieren die onder onze hoede gesteld zijn (Genesis 1:28). Er is een verband tussen onze omgang met onze medemens en onze omgang met dieren; dierenmishandeling is voor de overheid een indicatie voor kindermishandeling.1

Maar hoe is het gesteld met onze omgang ten aanzien van dieren die niet direct aan onze zorgen zijn toevertrouwd, die zelf aan komen waaien en een lage aaibaarheidsfactor hebben? Dan is er reflexmatig wat minder neiging om er zorgvuldig mee om te gaan. In deze tijd van het jaar kan men flink last hebben van mieren. Ze weten ’s nachts feilloos de weg naar suikerpot en strooppot te vinden. Daar zijn genoeg stokjes voor te steken. Poederdoosjes of een keteltje kokend water zijn prettig effectief. Maar is het doden van insecten ethisch wel verantwoord? Wat geeft ons het recht om deze dieren het leven te ontnemen? De dieren volgen slechts hun instinct en hun drang naar zoetigheid is niet een bewuste poging om ons het leven zuur te maken.

Troostvol mierengezelschap

Het zal duidelijk zijn dat men de verantwoordelijkheid heeft om zijn eigendommen te beschermen en de aantasting van voedingsmiddelen tegen te gaan. Ook zegt de Bijbel niet dat het doden van dieren ongeoorloofd is. Daarnaast kunnen we uit de Schrift opmaken dat verschillende dieren duidelijk een andere status hebben, waarbij het reine vee bovenaan staat en de onreine niet-springende insecten onderaan, volgens Leviticus 11.

Toch kan het massaal doden van een groot aantal mieren met één zwaai van de gieter tegen de borst stuiten. Want waarom zou het uitroeien van kleine dieren minder erg zijn dan het uitroeien van grote dieren? De bekende apologeet C.S. Lewis geeft tenslotte terecht aan dat het niet de omvang is die de waarde van iets bepaalt. Mieren worden ons in de Bijbel tot voorbeeld gesteld en Corrie ten Boom verhaalt hoe God haar troostvol mierengezelschap gaf om nazigevangenschap te doorstaan.

Als we ons in detail in een mierenleven verdiepen, dan raken we verwonderd over de complexiteit die zich hier op microniveau openbaart. Mieren hebben onmiskenbaar iets schoons en goeds in zich. Aangezien we behoren te streven naar het ware, het schone en het goede, is het niet vreemd als we ons bezwaard voelen bij het verdelgen van deze dieren.

Maar mag men ook mieren doden als men er echt last van heeft? Daar zijn verschillende overwegingen bij te maken. Ten eerste is er volgens huidige wetenschappelijke inzichten bij mieren geen sprake van lijden. Mieren hebben daarvoor in tegenstelling tot muizen, marters en mollen een te laag bewustzijnsniveau. Ten tweede kan men zich afvragen in welke mate men het leven van een mier werkelijk verkort heeft. Deze leeft gemiddeld immers niet zo lang. Ten derde is de populatiedynamiek bij insecten anders dan bij zoogdieren. Het aantal mieren kan in korte tijd explosief toenemen, maar ook weer heel snel afnemen. Dat is een natuurlijk proces. Ten vierde zou men bij mieren het nest als de belangrijkste eenheid kunnen zien en niet de individuele mier. Een nest is een organisch geheel, geregeerd door een of enkele koninginnen met werksters en mannetjes, die alle een eigen specifieke functie voor het nest hebben.

Wat is dood?

Mieren zouden prima in een goede schepping hebben kunnen leven. Maar zouden mieren in een goede schepping ook hebben kunnen sterven? Geldt de afwezigheid van de dood in de volkomen goede schepping ook mieren en nog lagere wezens als eencelligen? Vruchten en planten stierven wel, als ze werden opgegeten. Welk wezenlijk verschil is er dan tussen lagere dieren en planten? Ik denk dat ook hier geldt dat de Bijbel spreekt vanuit het waarnemingsperspectief. ”Dood” zoals we die nu biologisch definiëren, verschilt van ”dood” zoals die in de Bijbel ­beschreven wordt. In feite hebben we in de biologie de definitie van het verschijnsel dat zich in de oudheid voordeed als ”dood” sterk uitgebreid. Het is de vraag of dat in dit opzicht terecht is.

Terwijl we groeien, zijn er talloze cellen in ons lichaam die afgebroken worden. Als een kikkervisje in een kikker verandert, gebeurt hetzelfde met de cellen van de staart. Dat noemt men celdood. Zo zou men zich kunnen voorstellen dat de dood van een individuele mier niet dood is in Bijbelse zin, als het leven van de kolonie doorgaat.

Stamelen

Hierboven heb ik lijnen getrokken vanuit de huidige biologie naar de veronderstelde biologie van voor de zondeval. Die vraag komt naar boven als we geloven dat de zondeval niet alleen voor de mens maar ook voor medeschepselen de dood in de wereld bracht. Echter, als we een kosmische val belijden, dan is de toestand voor de zondeval voor ons ook niet meer kenbaar. Stel dat men alleen maar rupsen zou zien en nooit een vlinder, dan zou men zich niet kunnen voorstellen dat een rups een vlinder kan worden. Als de dood met de zondeval in de wereld kwam, dan was dat een veel grotere verandering dan die van rups naar vlinder.

Dan is er wel een compleet andere lijn te trekken. De Bijbel leert ons dat deze materiële wereld in feite een geestelijk fundament heeft. Ook een filosoof als Thomas Nagel betoogt dit. En we zien het ook nu nog terug in de manier waarop de natuur is opgebouwd. Genesis 1 en 2 tonen ons een harmonieuze wereld met een explicietere en inniger band tussen het geestelijke en het natuurlijke dan wij nu ervaren. Dieren zijn niet alleen vreedzaam, maar komen zelfs naar Adam toe om een naam te ontvangen. Het is zeer goed voorstelbaar dat in zo’n omgeving de dood geen grip heeft op het leven.

Ten gevolge van de zondeval is het geestelijke kwaad diep in de werkelijkheid doorgedrongen en is de harmonie verbroken. Het kan Gods weerhoudende goedheid zijn geweest die vervolgens de invloeden van geestelijke krachten in onze materiële wereld heeft beperkt om zo het kwaad te beteugelen. Maar daarmee waren dan met de invloed van ontstane kwade krachten mogelijk ook de goede geestelijke krachten in de schepping weggenomen die in mens en dier het leven ondersteunden.

Uiteindelijk kan men hier slechts gissen en stamelen. Men kan niet ernstig genoeg denken van de zondeval. Die heeft ons zicht op de situatie voor de zondeval grondig vertroebeld, maar ook –en dat is nog belangrijker– ons zicht op God, op onszelf en op de schepping van dit moment.

Dit artikel is met toestemming van de auteur overgenomen uit het Reformatorisch Dagblad. De volledige bronvermelding luidt: Engelen, E. van, 2023, Hoe is onze houding ten opzichte van de minste schepselen?, Reformatorisch Dagblad 53 (74): 30-31 (artikel).

Voetnoten

De website ‘Kareldegrote’ en de genealogie van het geslacht ‘Van Meerten’

Karel de Grote is een historisch figuur die tot de verbeelding spreekt. Sommige genealogen zien het als kunst om bij Karel de Grote uit te komen. Er is zelfs een speciale website in het leven geroepen: www.kareldegrote.nl. Tot nu toe is er één telg uit het geslacht ‘Van Meerten’ erop te vinden. De eigenaar van de website gaat daarbij niet over één nacht ijs. Ze verwachten dat de afstammingsreeksen die naar Karel de Grote leiden voorzien zijn van zoveel mogelijk primaire bronnen. Dan kunnen er uiteraard nog fouten insluipen. In het artikel hieronder de beschrijving van deze telg en de aanvullende informatie die op deze website te vinden is over haar gezin.1

Maria van Meerten

De geslachtsnaam ‘Van Meerten’ komt slechts in één stamreeks voor, namelijk in reeks 82 (Hans van Mierlo).2 Wie zien daar Maria van Meerten genoemd. Zij was een dochter van Dirck van Meerten (?-1568) en Bertha van Eck (?-1531) van Panthaleon.3 Zij was getrouwd met Gijsbert de Cocq van Delwijnen. Bij punt 27 gaat het echter niet om haar of haar man, maar om haar schoonzoon en haar dochter. Haar dochter was Geertruid de Cocq van Delwijnen. Zij trouwde in 1587 (huwelijksvoorwaarden op 17 november) met Johan van Goltstein. Johan was een zoon van Willem van Goltstein en Catharina van Meeckeren. Willem is overleden vóór 9 september 1565.

Bewijsmateriaal

De auteur van deze afstammingsreeks heeft veel bewijsmateriaal voor deze personen. Hij noemt allereerst de huwelijksvoorwaarden tussen Johan van Goltsteijn en Gertruida de Cocq van Delwijnen van 17 november 1587. Deze huwelijksvoorwaarden zijn te vinden in het Gelders Archief.4 Dit zijn de grootouders van de echtgenote van Johan Baptist Bartolotti van den Heuvel. De bruidegom wordt geassisteerd door Johan van Goltstein, Gijsbert van Mekeren (ambtman) en Gijsbert van Mekeren, heer tot Meerswick. De auteur noemt het jammer dat de relaties van de huwelijkslieden niet worden vermeld. “Aangezien de vader van de bruidegom reeds was overleden, zal de vermelde Johan van Goltstein, waarschijnlijk geen broer, maar wellicht een oom, of neef betreffen. De beide Van Mekerens vertegenwoordigen duidelijk moeders zijde van de bruidegom.”

De tweede primaire bron is een magescheid tussen de kinderen van Johan van Goltsteyn en Gertruida de Cock van Delwijnen d.d. 14 juni 1644.5 Onder de kinderen van het echtpaar wordt Willem van Goltstein genoemd. Hij was getrouwd met zijn vrouw Hadewich van den Steenhuys.

De derde primaire bron is een getranscribeerd stukje tekst (van 13 december 1619).6 Dat luidt: “Geertruidt Cock van Delwijnen, weduwe van zal. Johan van Goltstein den olden, item Willem van Goltstein, haar zoon, (de eerste) voor haar zelf en zich sterk makende voor andere zonen en dochters sub et re Frans Lijseman kapt. en Joffr. Johanna van Braeckel, zijn zijn vrouw, huis en hofstad, gelegen in Sallantssteeg naast erfenissen van Dederick van Ruijtenburgh ter ener- en van de weduwe van Christiaan van Berffelt ter andere zijde.

De vierde bron is een stukje getranscribeerde tekst (van 12 juni 1633). De transcriptie luidt: “Jor. Bartholomeus van Goltstein voor hem zelf en als gemachtigde van Joffr. Geertruit de Cock van Delwijnen, weduwe van zal. Johan van Goltstein, zijn moeder, en van zijn broeders Jorn. Willem en Gijsbert van Goltstein voor hen zelf zich sterk gemaakt hebbende voor hun andere resp. zonen, dochters, broeders en zusters vermogens procuratie, op 29-05-1633 gepasseerd voor Jor. Everhard de Cock van Oppinen…etc.

Voetnoten

Fiche van de doopinschrijving van Jan van Amerongen (1711-?)

Hierboven wordt het fiche van de doopinschrijving van Jan Hendricsen (1711-?) weergegeven.1 Jan werd gedoopt op 2 april 1711 in de Nederduitsch Gereformeerde Gemeente te Ingen. Zijn vader was Alert Hendricsen (?-?) en zijn moeder was Aeltjen van Meerten (1671-?).2 Als doopgetuige was de vader aanwezig. Het zijn de fiches van ds. Knipscheer.

Voetnoten

Fiche van de doopinschrijving van Peter van Homoet (1708-?)

Hierboven wordt het fiche van de doopinschrijving van Peter van Homoet (1708-?) weergegeven.1 Peter werd gedoopt op 22 juli 1708 in de Nederduitsch Gereformeerde Gemeente te Ingen. Zijn vader was Cornelis Jansen 2 (?-?) en zijn moeder was Willemken van Meerten (1667-?).3 Als doopgetuige was de vader aanwezig. Het zijn de fiches van ds. Knipscheer. Onderaan de pagina staat: “Vgl. op 7 september 1704.”

Voetnoten

Fiche van de doopinschrijving van Jan Hendricksen (1707-?)

Hierboven wordt het fiche van de doopinschrijving van Jan Hendricsen (1707-?) weergegeven.1 Jan werd gedoopt op 5 februari 1707 in de Nederduitsch Gereformeerde Gemeente te Ingen. Zijn vader was Alert Hendricsen (?-?) en zijn moeder was Aeltjen van Meerten (1671-?).2 Als doopgetuige was de vader aanwezig. Het zijn de fiches van ds. Knipscheer.

Voetnoten

Fiche van de doopinschrijving van Haesjen van Homoet (1704-?)

Hierboven wordt het fiche van de doopinschrijving van Haesjen van Homoet (1704-?) weergegeven.1 Haesjen werd gedoopt op 7 september 1704 in de Nederduitsch Gereformeerde Gemeente te Ingen. Haar vader was Cornelis Jansen van Homoet2 (?-?) en zijn moeder was Willemken van Meerten (1667-?).3 Als doopgetuige was de vader aanwezig. Het zijn de fiches van ds. Knipscheer.

Voetnoten

Fiche van de doopinschrijving van Dirck Hendricksen (1703-?)

Hierboven wordt het fiche van de doopinschrijving van Dirck Hendricsen (1703-?) weergegeven.1 Dirck werd gedoopt op 26 december 1703 op Tweede Kerstdag in de Nederduitsch Gereformeerde Gemeente te Ingen. Zijn vader was Alert Hendricsen (?-?) en zijn moeder was Aeltjen van Meerten (1671-?).2 Als doopgetuige was de vader aanwezig. Het zijn de fiches van ds. Knipscheer.

Voetnoten