Enkele maanden geleden verscheen het boek ‘Geestspraak’ van de hand van prof. dr. H. van den Belt. Het gaat over het verstaan van de Bijbel. Het is een onderwerp waarover de laatste jaren in de gereformeerde gezindte veel te doen is. In het boek wil hij inzichtelijk maken hoe je een gelovige omgang met de Bijbel kunt combineren met een wetenschappelijke houding. In drie artikelen volgt waardering, maar ook fundamentele kritiek.
Het boek is helder en boeiend geschreven. Het neemt de theologisch geïnteresseerde lezer van begin tot eind mee. De bijzondere titel ontleent Van den Belt aan de geloofsbelijdenis van Nicea-Constantinopel (325/381): ‘Wij geloven […] in de Heilige Geest, Die Heere is en levend maakt […] Die gesproken heeft door de profeten’. Deze titel markeert de positie van de schrijver in het hedendaagse debat over het Schriftgezag en het Schriftverstaan. Hij noemt zijn positie gereformeerd – in de lijn van de gereformeerde confessie – en tegelijk ook katholiek – in de lijn van de oudkerkelijke belijdenis.
De ondertitel luidt: ‘Hoe we de Bijbel kunnen verstaan’. Van den Belt ziet het als een ongelooflijk wonder dat we de Schrift kunnen verstaan. De ondertitel spreekt dan ook niet van een mogelijke manier om de Bijbel te verstaan. Maar is ingegeven door het besef van het wonder dat we de Bijbel kunnen verstaan. Voor Van den Belt is dat een wonder van de Heilige Geest.
Het boek geeft een begeleide tour door het landschap van de theologie. Het is rijk aan doorkijkjes in exegese, kerkgeschiedenis en dogmatiek. Aan het einde van elk hoofdstuk wordt een concreet vraagstuk behandeld, zoals geweld in de Bijbel, polygamie, de plaats van de vrouw in de gemeente. Bij wijze van proef op de som.
Hermeneutische regels
De studie biedt diepgaande theologische bezinning op de uitleg van de Schrift. Maar dat is geen doel op zichzelf. De auteur wil een concrete handreiking bieden voor het persoonlijk verstaan en toepassen van de Bijbel.
Met dat doel begeeft hij zich op het terrein van de hermeneutiek. De klassieke hermeneutiek geeft de regels voor het uitleggen van de Bijbel. Daartegenover staat de huidige nieuwere hermeneutiek die veelmeer gaat over de vraag waar je mee bezig bent als je de Bijbel uitlegt. In deze studie begeeft Van den Belt zich in het spanningsveld van het huidige debat.
Van den Belt geeft tien hermeneutische regels. Hij ziet ze niet als formules die je kunt toepassen om de juiste exegese uit een tekst te laten rollen, maar als leefregels, regels voor het leven uit de Schriften.
Bijbel als enige bron
Bij de behandeling van de eerste vijf regels geeft Van den Belt antwoord op de waarom-vraag: Waarom is de Bijbel de enige bron en norm of het uitgangspunt voor leer en leven van de christen? Hij gaat daarbij in op de grondhouding die de Bijbellezer moet aannemen.
1. In de Bijbel spreekt de heilige God. Daarbij past een mengeling van verwondering en ontzag voor God.
2. Bij de belijdenis dat God één is, hoort de houding om te zoeken naar de diepere geestelijke eenheid in de verscheidenheid van de Bijbel.
3. Omdat de Bijbel geïnspireerd is, vraagt dat aanvaarding van de Bijbel als Woord van God.
4. Zowel in het Oude als in het Nieuwe Testament gaat het om het getuigenis van Christus. Bij het uitleggen van de Bijbel moet daarom oog zijn voor de bredere heilshistorische context.
5. De Bijbel als geheel is de door God gegeven canon en moet daarom ook in onderlinge samenhang gelezen worden.
Lijn naar leer en leven
Met de laatste vijf regels geeft Van den Belt antwoord op de vraag naar de wijze van toepassing van de Bijbelse boodschap op de geloofsleer en het christelijke leven.
6. Uitgangspunt voor Van den Belt is dat de Bijbel gezag heeft. De Heilige Geest getuigt in het hart van de gelovigen dat zij het Woord van God is. Dat vraagt aanvaarding van het Woord als gezaghebbend voor leer en leven. Maar hoe dan?
7. De Geest geeft leiding door het Woord. Het geeft zicht op onze grenzen bij het uitleggen van de Bijbel en zet aan tot oefening in openheid voor de boodschap van de tekst.
8. Gods openbaring is universeel. De Heilige Geest spreekt door schepping en geschiedenis. Dat heeft invloed op het verstaan van de Bijbel.
9. De Bijbel vraagt gehoorzaamheid aan Gods geboden. Dat uit zich in een verlangen om naar Gods geboden te leven.
10. De kerk is de gemeenschap der heiligen. Je leest de Bijbel met de kerk van alle tijden en plaatsen. Daarom moet er ook geluisterd worden naar haar stem in het verleden en in andere culturen.
Aanspring tot trouw Bijbellezen
Wanneer we naar deze basisregels zien, dan biedt Van den Belt in ‘Geestspraak’ veel wat tot bezinning roept. In het boek vertelt hij ook wat persoonlijk Bijbellezen voor hem betekent. ‘Vanaf mijn zestiende lees ik elk jaar de hele Bijbel door aan de hand van het leesrooster van de Schotse predikant Robert Murray M’Cheyne (1813-1843) en dat is ontzettend verrijkend voor mij geweest. Het gebed (oratio), de overdenking (meditatio) en vooral de beproeving (tentatio) zijn middelen waardoor de Geest ons leert de Schriften te verstaan. Deze geestelijke regels voor de bestudering van de Bijbel steken ver uit boven alle hermeneutische regels die je maar zou kunnen bedenken’.
Na deze verkenning van de opzet van het boek kijken we in de volgende aflevering kritisch naar de inhoud.
Dit artikel is met toestemming van de redactie overgenomen uit De Saambinder. De originele bronvermelding luidt: Mourik, J. van, Hoe kunnen we de Bijbel verstaan? (1) Regels voor het Bijbellezen, De Saambinder 103 (6): 4-5.