In 2012 verscheen in het Reformatorisch Dagblad een artikel over het artikel van Ab Flipse verschenen in Church History. Ik stuurde een ingezonden stuk, maar deze werd niet geplaatst. Volgens de redacteur reageerde ik niet op het artikel, ik was van mening van wel en wil jullie ruim tien jaar naar dato deze reactie niet onthouden. Het ingezonden stuk volgt hieronder.
Recent (13-08-2012) verscheen er in deze krant een artikel over het creationisme. De vraag waar het creationisme vandaan komt wordt gesteld. De titel geeft aan dat het uit VS komt. Dit artikel en een zoektocht in de literatuur geeft aan dat George McCready Price gezien kan worden als het startpunt. Veel referenties binnen die literatuur geven Ronald Numbers als bron. Ronald Numbers heeft een lijvig werk geschreven over creationisten. Wat het ontstaan van het creationisme betreft vind ik zijn argumenten niet sterk. Er zijn een aantal zaken te noemen die pleiten tegen de gedachte dat George McCready Price gezien kan worden als startpunt van het jonge-aarde-scheppingsparadigma. Het is allereerst nuttig om een jonge-aarde-creationist te definiëren. Een creationist is iemand die, wat de oergeschiedenis betreft, gelooft dat ‘de aarde zo’n 6.000 tot 10.000 jaar geleden in zes dagen geschapen is, de mens een afzonderlijke schepping van God is, er sprake is van een historische zondeval, een zondvloed en een historische spraakverwarring.’ Binnen het jonge-aarde-scheppingsparadigma dient onderscheid gemaakt te worden tussen Bijbelse creationisten en Wetenschappelijk creationisten. De Bijbelse creationisten nemen alleen Gods Woord aan als kenbron van de oergeschiedenis. Zoals Ds. G.H. Kersten zegt: ‘Alleen door de openbaring kunnen wij de schepping kennen en door het geloof verstaan.’ Deze Bijbelse creationisten vind je bijvoorbeeld in de bevindelijk-gereformeerde kringen maar ook in andere stromingen. Dit Bijbelse scheppingsmodel is niet afkomstig uit de VS maar vind je al terug bij de kerkvaders en is via Calvijn en Luther in Nederland gekomen. Als tweede het wetenschappelijk scheppingsmodel. Een Wetenschappelijk creationist wil met de Bijbel in de hand onderzoek doen in de wereld om ons heen. Het motto is: ‘Gods Woord en de werkelijkheid kunnen niet met elkaar in tegenspraak zijn.’ Een wetenschappelijk creationist ziet in de aardgeschiedenis sporen van de zondvloed (zondvloedgeologie) en ziet discontinuïteit tussen verschillende groepen van organismen (baraminologie). Volgens hen zijn er sporen van ontwerp in de natuur waar te nemen. Dit Wetenschappelijk Scheppingsmodel is ook niet afkomstig uit de VS. Je vindt deze gedachte al bij de zogenoemde ‘Scriptural Geologists’ die zich op hun beurt weer baseerden op de vroegere zondvloedgeologen. Een voorbeeld ter verduidelijking: Steven Austin, zondvloedgeoloog in de VS, ontwikkelde het idee dat steenkool was gevormd door snelle afzetting van drijvende vegetatiematten tijdens de zondvloed. Dit idee was niet nieuw maar was al geopperd door John Williams in 1789, James Parkinson in 1804, Granville Penn in 1825, Martyn Paine in 1856 en Ellen G. White in 1864. Er zijn nog tientallen voorbeelden aan te halen in de literatuur die ervoor pleiten dat de argumenten van het wetenschappelijk scheppingsmodel niet werden ontwikkeld als reactie op het Darwinisme maar al veel eerder bestonden.
Dit artikel werd geschreven in 2012 en heb ik nu licht aangepast. Dit artikel wordt hier opnieuw geplaatst vanwege een discussie rond het artikel van het overlijden van dr. Ronald L. Numbers.