Home » Gastbijdrage » Het loslaten van een historische Adam heeft consequenties

Het loslaten van een historische Adam heeft consequenties

Wie Adam aanraakt, raakt als het ware een eerste dominosteen aan. Daarmee raakt hij ook andere stenen. Een aantal van die stenen wil ik graag nader onder de loep nemen. Loslating van een historische Adam raakt de geloofsleer vooral op het punt van I) de leer van de zonde, II) de leer van de verlossing en – daaraan verbonden ook III) de mensvisie.

I. Zonde

Aanvaarding van het evolutionaire paradigma betekent een ingrijpende herziening van de traditionele zondeleer.

a. Geen staat der rechtheid

Theologen die een synthese voorstaan van schepping en evolutie hebben meestal geen ruimte voor een zogenaamde staat der rechtheid, de gedachte dat er ooit een moment is geweest dat er geen zonde of dood is geweest, een gedachte die in Nederland verdedigd wordt door prof. dr. A. van de Beek. Volgens hem is de mens altijd al gevallen geweest. De dood is geen gevolg van de zonde, maar is er altijd al geweest. Het kwaad zit ingebakken in de schepping.

Ook bij Peter Enns (auteur van het boek The Evolution of Adam) is geen ruimte voor een staat der rechtheid. De dood is niet ‘een onnatuurlijke toestand die geïntroduceerd is door een ongehoorzaam stel in een oertuin’. Zonde is niet het gevolg van de val van de mens, maar is een menselijk gegeven. Agressie en seksuele promiscuïteit zijn volgens Enns driften die nodig zijn geweest voor de survival of the fittest en het doorgeven van je genen.

b. Zonde als schuld?

Wie zo denkt, kan nog hoog – of beter gezegd: diep – opgeven van het kwaad van de zonde en zijn gevolgen, maar kan niet meer spreken over de schuld van de zonde. Enns kan wel zeggen dat wij allen het doel missen, maar voor noties als schuld en rebellie is ten diepste geen plaats meer. Zonde is vooral een lot. Ten diepste kunnen we er niets aan doen dat we zo zijn. In de traditionele zondeleer wordt Adam en Eva de mogelijkheid toegeschreven van posse peccare en posse non peccare: zij konden zondigen, ze konden het ook niet doen. In dat geval is de zonde een keus, een keus die we niet hadden hoeven maken. Dat is echter wel gebeurd, waardoor we in een toestand terechtkomen van non posse non peccare: niet meer niet kunnen zondigen. Feitelijk is dat voor de aanhangers van de nieuwe visie de enige mogelijkheid die er ooit geweest is. De mens is altijd op zonde aangelegd; hij kan niet niet-zondigen.

c. Relatie zonde en dood

Een derde punt dat de zondeleer raakt is dat de traditionele visie op de relatie tussen zonde en dood ingrijpend verandert. Waar in de traditionele visie de dood een gevolg is van de zonde, ‘het loon op de zonde’, is het in het nieuwe denken een gegeven. De mens is sterfelijk – en dat is nooit anders geweest.

d. De zondeval

Deze manier van denken heeft ook consequenties voor je visie op de zondeval. Volgens de traditionele visie is er een relatie tussen zonde en dood. De dood is het gevolg van de ongehoorzaamheid van de mens en geen ‘natuurlijk’ gegeven. Toch menen verscheidene theologen dat een en ander goed kunnen samengaan. Prof. dr. G. van den Brink en anderen willen de notie van de val vasthouden. Volgens hen is er een moment gekomen dat God een van de bestaande primaten begiftigd heeft met Zijn beeld en dat deze daarna tot een daad van ongehoorzaamheid gekomen is. Het is te prijzen dat deze theologen de notie van de val willen handhaven, maar het is de vraag of hun spreken over de val recht doet aan de Schriftgegevens, die toch duidelijk dood en val aan elkaar verbinden. Het is een trits: ongehoorzaamheid-val-dood; niet alleen ongehoorzaamheid-val.

e. Erfzonde

Aanvaarding van het evolutionaire paradigma heeft ook gevolgen voor de leer van de erfzonde. Volgens de huidige paleoantropologie is er niet één Adam geweest, maar waren er heel veel Adams. Dat betekent dat de huidige populatie mensen nooit helemaal van Adam afstamt. Volgens de Schrift is de mensheid één en delen we allen in de zonde van Adam. Maar hoe zou ik delen in de zonde van iemand van wie ik niet eens afstam?

II. De leer van de verlossing

Ik kom bij de tweede dominosteen, en dat is de leer van de verlossing.

a. Herinterpretatie van Christus’ dood

Enns beweert dat het loslaten van de historische Adam geen gevolgen heeft voor de waarheid van het Evangelie. ‘De behoefte aan een zaligmaker vereist geen historische Adam.’ Echter, in de Schrift is er een relatie tussen de schuld van de zonde en de dood van Christus. Wie niet uit de voeten kan met dat gegeven moet wel komen tot een herinterpretatie van de dood van Christus, of in elk geval een reductie. De dood van Christus wordt dan eerder geïnterpreteerd in termen van overwinning – overwinning over de machten en het kwaad, het Christus Victor-motief – dan in termen van plaatsvervanging en schuld en straf dragen.

b. Eerste en tweede Adam

Een ander punt – heel terecht opgemerkt door Richard Gaffin – is dat het nieuwe verstaan van Adam tot ondraaglijke spanning leidt met Paulus. Paulus schrijft in 1 Korinthe 15:49 dat, zoals wij het beeld van de ‘aardse’ (Adam) gedragen hebben, wij ook zo het beeld van de Hemelse zullen dragen. Paulus redeneert hier vanuit de relatie die er is tussen degenen die bij Adam horen en degenen die bij Christus horen. Zoals er een vereniging is tussen Christus en degenen die van Christus zijn, zo is er ook een vereniging tussen Adam en degenen die bij Adam horen. Mensen dragen het beeld van Adam en zij zijn sterfelijk omdat er een verbondenheid is met Adam. Wie echter door het geloof verbonden is met Christus, mag het beeld van de Hemelse dragen en wordt verlost van de dood.

Verbondenheid met Christus veronderstelt ook dat er ooit verbondenheid is geweest met Adam: allen die het beeld van de Hemelse dragen hebben ooit het beeld van de aardse gedragen – een overtuiging die door het nieuwe paradigma juist omver wordt gehaald. Als er al een Adam is geweest, stammen er velen in elk geval niet van hem af. Maar dan kunnen we – volgens Paulus – ook nooit delen in Christus. Christus is immers de Zoon van Adam en handelt alleen voor mensen die in Adam zijn. ‘Christus verlost niet en kan niet verlossen wat Hij niet heeft aangenomen en wat Hij aangenomen heeft is de menselijke natuur van hen die het beeld van Adam dragen.’ Wie niet afstamt van Adam is ook niet geschikt om verlost te worden.

c. Verlossing van de dood

In het NT is een van de gevolgen van de opstanding de verlossing van de dood. Gaffin zegt dat de opstanding van de gelovigen een onmiskenbaar biologisch aspect heeft, namelijk de verlossing van de dood – die door Paulus wordt beschouwd als straf op de zonde. Dat feit, dat onze verlossing bevrijding van de dood betekent, laat zien dat de verlossingsleer terdege onlosmakelijk verbonden is aan de leer van de eerste dingen. Eschatologie (de leer van de laatste dingen) en protologie (de leer van de eerste dingen) horen bij elkaar.

Is het mogelijk geloof en wetenschap te combineren, of zijn het twee gescheiden werelden? In de bundel ‘Inzicht’ komen achttien Nederlandstalige wetenschappers aan het woord die van harte een verbinding voorstaan. Bovenstaande bijdrage van dr. M. Klaassen is uit het boek afkomstig. Smaakt het boekfragment naar meer? Klik hier om het boek ‘Inzicht’ te bestellen.

Dit artikel is met toestemming overgenomen van de website CVandaag. Het originele artikel is hier te vinden.