Over het Schriftberoep in de ethiek (inclusief seksualiteit) is van orthodox-protestantse zijde grondig nagedacht. Voorbijgaan aan die bezinning is slechts tot groot nadeel.
Prof. dr. René Erwich en dr. Almatine Leene komen terug (Reformatorisch Dagblad van 8-8) op het eerder gedane verslag van de presentatie van hun boek ”Vuur dat nooit dooft” (RD 24-6). Ze memoreren daarbij dat ik bij die gelegenheid vroeg waarin hun betoog verschilt van prof. dr. F. O. van Genneps publicatie ”Mensen hebben mensen nodig” uit 1972. Het toen door Erwich gegeven antwoord is nu in hun artikel nader uitgewerkt. Ik heb er behoefte aan te preciseren wat ik met mijn vraag heb bedoeld en ook aan te geven waarom het antwoord van Erwich en Leene mij niet bevredigt.
Volmondig geef ik de auteurs toe dat zij in vergelijking met Van Gennep de thematiek in een veel breder kader plaatsen. Dat hebben ze gedaan door een ter zake kundige hantering van het viertakenmodel van Richard Osmer. Ze doen een serieuze poging om nieuwe kennis uit wetenschappen zoals biologie, psychologie en seksuologie theologisch te verdisconteren. Dat is naar mijn overtuiging volkomen terecht en prijzenswaardig. Inderdaad heeft theologie bij vragen over gender andere wetenschappen nodig en terecht stellen Erwich en Leene dat de normativiteit van de Schrift in gesprek moet worden gebracht met inzichten uit andere wetenschappen.
Kernnoties
Mijn grote zorg is echter, ook na herlezing van dit boek, dat deze normativiteit van de Schrift ernstig in het gedrang komt. Indertijd bestond in grote delen van de Nederlandse Hervormde Kerk en zeker in de breedte van de gereformeerde gezindte grote moeite met de benadering van Van Gennep, die in zijn seksuele ethiek het beroep op de Schrift versmalde tot de kernnotie van het ”verbond”. Zo gebeurde dat ook in de pastorale handreiking ”In liefde trouw zijn”, die in 1983 verscheen in de toenmalige Gereformeerde Kerken (synodaal). In ”Vuur dat nooit dooft” lijken de auteurs dezelfde weg te gaan door de notie ”verlangen” centraal te stellen.
Het beroep op zulke kernnoties kan zeker diepe en zinvolle aspecten van de Bijbelse boodschap doen oplichten. Tegelijkertijd blijven vele andere Bijbelse gegevens ongebruikt, bijvoorbeeld over de uniciteit van het huwelijk tussen man en vrouw, de fundamentele betekenis van het man of vrouw zijn vanuit de schepping naar Gods beeld, de teksten die waarschuwen voor allerlei vormen van seksuele onreinheid enzovoorts.
Spanningsveld
Erwich en Leene wijzen in navolging van de Amerikaanse theoloog David Jenson een benadering af die de Bijbel ziet als een gids voor seksualiteit, waarin zekere teksten worden uitgekozen die bepalend zijn voor wat wel en wat niet mag op seksueel gebied. Ze stellen dan: „Dit maakt van de Bijbel een soort wetboek, waarbij weinig ruimte is voor diverse contexten.”
Mij gaat dit veel te kort door de bocht. Is het Woord van God niet de beste gids op alle levensterreinen? Zeker, er moet zorgvuldig worden nagedacht over de actuele toepassing van Bijbelwoorden en er gaat veel mis wanneer losse teksten klakkeloos worden geciteerd. Maar over het Schriftberoep in de ethiek (inclusief seksualiteit) is van orthodox-protestantse zijde grondig nagedacht (ik noem bijvoorbeeld het werk van J. Douma en W. H. Velema). Voorbijgaan aan de resultaten van die bezinning is slechts tot groot nadeel. De christelijke ethiek staat naar een woord van S. Meijers in het voortdurende spanningsveld van áándachtig en índachtig. Aandachtig ten aanzien van de gegeven situatie (en dan doen alle wetenschappen voluit mee) en indachtig het hele Woord van God (tota Scriptura). Daarbij moeten we ook teksten die een andere (bijvoorbeeld patriarchale) cultuur ademen en contextueel gekleurd zijn zorgvuldig beluisteren, om hun blijvende normatieve kern recht te doen en door te vertalen (de hermeneutische opdracht).
Ik hoop dat de auteurs van ”Vuur dat nooit dooft” zich nader willen bezinnen op de unieke normativiteit van heel de Schrift als Woord van God en stem uit de hemel.
Dit artikel is met toestemming van de auteur overgenomen uit het Reformatorisch Dagblad. Bronvermelding: Hoek, J., 2022, Hanteer Bijbel als uniek normatieve gids op seksueel terrein, Reformatorisch Dagblad 52 (118): 25 (artikel).