Afgelopen donderdag bezocht ik een congres over transgenderisme van het platform ‘Bijbels Beraad M/V. Op de website van Fundamentum1 en van Logos Instituut2 verscheen een kort verslag van deze bijeenkomst. Een scepticus heeft op de Facebookpagina van Logos Instituut commentaar op dit verslag. Ze heeft het congres zelf niet bezocht. Ik dank haar voor (de toonzetting van) haar reactie.3
Jan van Meerten, Je hebt dus iets gehoord over de filosofische kant, de medische kant en de theologische kant van het transgender verhaal. (we krijgen vanzelfsprekend nauwelijks informatie over de inhoud van deze onderwerpen) Dat is wat mager.
Het klopt dat ik wat over de filosofische en theologische kant van transgenderisme gehoord heb. Daarnaast de (medisch) biologische kant én de psychologische kant. Het laatste aspect moeten we zeker ook niet vergeten. Uiteraard heb ik niet alle informatie gedeeld. Ten eerste duurde het congres totaal met alle pauzes erbij meer dan zeven uur. Ten tweede verschijnen de referaten in het najaar in een bundel. De beoordeling ‘mager’ kan alleen maar gemaakt worden als de volledige inhoud bekend is. Ben benieuwd naar de bevindingen van de scepticus n.a.v. de in het najaar uit te komen bundel. Om eerlijk te zijn heb ik ook een aantal onderwerpen gemist en had ik op bepaalde punten (zoals de onderwijskundige, endocrinologische, psychologische en pastorale aspecten) wat meer informatie willen hebben.
Sterker nog, de biologische kant is het echte verhaal. De hersenen van vrouwen vertonen subtiele verschillen met die van mannen, waardoor hun gedragingen en ervaringen net iets anders zijn. Mannen die genderdystrofie ervaren en transgender worden, hebben dus vrouwenhersenen. (en andersom) Dat blijkt uit hersenscans.
Het is jammer dat genderdysforie hier gereduceerd wordt tot slechts het neurologische (dus niet eens breed-biologische) aspect.4 Dat is veel te kort door de bocht en doet geen recht aan de problematiek. Het congres voor de geest halend heb ik niet het idee dat het bovengenoemde onderzoek langs is gekomen, maar ik kan mij daarin vergissen. Dit onderzoek is eigenlijk ook niet nodig om het punt te maken, al is het onderzoek uiteraard het bestuderen waard, genderdysforie als fenomeen (met alle aspecten) werd volledig erkend door de sprekers. Genderdysforie hoort volgens de sprekers bij hoe de wereld geworden is ná de zondeval: een gebroken werkelijkheid. Genderdysforie is niet slechts filosofisch of biologisch te duiden, het is complex en iedere reductie doet tekort aan het fenomeen genderdysforie. Óók de reductie tot slechts het neurologische aspect, dat de scepticus hierboven beschrijft.
Waardoor het idee dat transgenderisme een ‘ideologie’ zou zijn (zoals verwoord door van der Staaij) een religieus hersenspinsel is.
Hier slaat de scepticus de plank mis. Transgenderisme is een ideologie. Er moet verschil gemaakt worden tussen de begrippen ‘genderdysforie’ en ‘transgenderisme’. ‘Genderdysforie’ is een bestaand fenomeen met (medische) biologische, neurologische, psychologische, filosofische, theologische en sociologische aspecten. Dit te ontkennen is als een klap in het gezicht voor degenen die daarmee worstelen en doet geen recht aan de werkelijkheid. ‘Transgenderisme’ is een ideologie. Prof. Kinneging liet zien dat transgenderisme als ideologie voortkomt uit het Verlichtingsdenken en de Romantiek. Het gaat hier om veel meer dan ‘genderdysforie’. Het gaat hier om een ideologie waarbij andersdenkenden de mond worden gesnoerd of zelfs worden vervolgd. De waarden van de ideologie van het transgenderisme botsen met de intrinsieke waarden van het christendom. Er is sprake van een ‘cultureclash’ waarbij christelijke waarden op het gebied van de seksualiteit het moeten ontgelden, of in ieder geval in botsing komen met de waarden van het transgenderisme. Kinneging heeft dit helder onder woorden gebracht tijdens zijn lezing.
Het is dus enorm belangrijk, ook voor kerken om te erkennen dat het hier gaat om biologie. Erkenning is alleen mogelijk als juist de biologische kant wordt belicht en dat een transgender biologisch gezien echt een ander brein heeft dan zijn lichaam aangeeft. Daar is kennis voor nodig. Geen “weerbaarheid”.
Nee, het neurologische aspect is slechts één van de aspecten. Uiteraard is deze kennis (samen met kennis op andere gebieden) enorm belangrijk voor beschrijven en duiden van het fenomeen ‘genderdysforie’. Om alle aspecten van ‘genderdysforie’ te kunnen doorgronden is kennis nodig. Om de ideologie van het transgenderisme, die als een vloedgolf onze samenleving overspoelt, te overleven is weerbaarheid nodig. Kennis én weerbaarheid. Geen eenzijdigheid zoals de scepticus hierboven beschrijft.
Voetnoten
- https://oorsprong.info/bijbels-beraad-m-v-belegt-een-studiedag-rond-transgenderisme/.
- https://logos.nl/bijbels-beraad-m-v-belegt-een-studiedag-rond-transgenderisme/.
- Dit in tegenstelling tot een eerdere reactie van een andere scepticus: https://oorsprong.info/framing-van-een-scepticus-naar-aanleiding-van-een-kort-verslag-van-het-congres-over-transgenderisme/.
- Ze verwijst hierbij naar een artikel in het dagblad Trouw: https://www.trouw.nl/nieuws/transgenderisme-is-biologisch-bepaald-geen-ideologie~b8339d40/. De titel van het artikel verhaspelt ook de begrippen ‘genderdysforie’ en ’transgenderisme’.