Home » Kerkgeschiedenis » De erfenis van Bonaventura – Lessen van een Franse geleerde uit de middeleeuwen over schepping en zondeval

De erfenis van Bonaventura – Lessen van een Franse geleerde uit de middeleeuwen over schepping en zondeval

In De Waarheidsvriend van 4 juli 2024 werd de 750ste overlijdensdag van Bonaventura herdacht. Ds. H. Liefting, emerituspredikant uit Gouda, schreef een lezenswaardig artikel over deze middeleeuwse geleerde. Een stuk dat ook voor hedendaagse creationisten zeer leerzaam is. Daarom hieronder een samenvatting.

De St. Bonaventurakerk op de Palatijnheuvel. Bron: Wikipedia.

Bonaventura werd in het jaar 1217 (al zeggen sommigen 1221) geboren in Italië (Bagnoregio) en overleed op 12 juli 1274 te Lyon. Op jonge leeftijd ging hij studeren aan de toen prestigieuze Universiteit van Parijs. Hij studeerde daar eerst ‘vrije kunsten’ en daarna theologie. In 1257 werd hij hoogleraar in de theologie en werd hij collega van Thomas van Aquino.

Tegen het Aristoteles

Bonaventura groeide op in de platoons-augustijnse traditie waarbij sterke nadruk wordt gelegd op het bovenaardse, het innerlijk, de eeuwigheid en de onsterfelijke ziel. Toen hij collega werd van Van Aquino maakte hij kennis met de aristotelische traditie. Deze traditie richt zich, integendeel tot de voorgenoemde traditie, meer op de concrete aardse werkelijkheid. Bonaventura wist zich geroepen om met kracht de augustijnse visie te verdedigen ‘tegen deze aristotelische nieuwlichters’. Het resulteerde in ‘Collationes in Hexaëmeron’, het zesdagenwerk. Om zich te kunnen verdedigen moest Bonaventura zich behoorlijk verdiepen. “Het gevolg was dat ook hij er helaas niet aan ontkwam om in zijn eigen werken allerlei wijsgerig materiaal op te nemen”. De werken van deze Franse geleerde waren van invloed op de bekende kerkhervormer Maarten Luther. Naar eigen zeggen maakte Bonaventura hem ‘bijna dol’, maar deelden ze samen de afkeer van het aristotelisme. Liefting verwijst hiervoor naar de minder bekende 97 stellingen van Luther van 4 september 1517 waarin hij in stelling 41 en 50 het aristotelisme afwijst, onder andere als ‘de ergste vijand van de genade’. Liefting constateert dat toen het aristotelisme de kerk binnenkwam, ‘de kerk geestelijk alleen maar achteruit holde’. Hoewel Luther het aristotelisme krachtig bestreed, waren er toch ‘bepaalde reformatorische theologen na Luther’ die ‘het aristotelisme weer omarmden’.1 Met dien gevolge dat christenen uit de Gereformeerde Gezindte tegenwoordig, door sommige theïstische evolutionisten, opnieuw geconfronteerd (kunnen) worden met deze ‘aristotelische theologen’.2

Schepper en schepping

Bonaventura wilde onderscheid aan brengen tussen scientia en sapientia. Het laatste was in zijn ogen het meest belangrijk. “Geen wereldse wijsheid, maar wijsheid uit God.” Als iemand uit de bevindelijk-gereformeerde hoek zou ik zeggen: het onderscheid tussen rationele kennis en bevindelijke kennis. Een prachtig stukje uit het artikel van Liefting is naar aanleiding van Bonaventuras Breviloquium. De Franse geleerde gaat in dit werk in op de staat der rechtheid en de gevolgen van de zondeval. Daardoor maakt hij gebruik van de vierdeling die bekend is uit de heilsgeschiedenis: schepping-zondeval-verlossing-voleinding. Een lang citaat uit het artikel van Liefting:

“De geschapen wereld was voor hem een ongeschreven boek, waarin de scheppende drie-eenheid weerspiegeld, uitgebeeld en gelezen wordt. Voor de zondeval was dit boek voldoende om God te leren kennen. De Schepper had namelijk sporen van Zichzelf in de schepping achtergelaten, waardoor Hij symbolisch in Zijn schepping aanwezig was. In alle schepselen kunnen we volgens hem een spoor van de Schepper terugvinden, in de met verstand begiftigde schepselen herkennen we Zijn beeld en in alle begenadigde wezens, die de gave van de Heilige Geest ingestort hebben gekregen, Zijn gelijkenis. Na de zondeval verduisterden onze ogen echter en is het moeilijker geworden om de schepping als ‘een door Gods vinger geschreven boek’ te lezen. Gelukkig is dat weer mogelijk doordat Hij zorgde voor het boek van de Schrift. Daarin vinden we de sleutel om het boek van de schepping te spellen. Het is volgens Bonaventura onze roeping om de schepping ‘terug te voeren’ naar de Schepper. Hoe actueel!”

Ten slotte

Bonaventura heeft daarmee veel raakvlakken met tegenwoordige bevindelijk-gereformeerde wetenschappers (of zij nu werken in de alfa-, beta- of gammawetenschappen). Het artikel van Liefting spoort aan om de werken van Bonaventura zelf ter hand te nemen en te lezen. Wie weet geeft de Heere ons de tijd om de vertaalde werken van hem de bespreken op deze website.

N.a.v.: Liefting, H., 2024, Een engelachtige geleerde. Tegen de tijdgeest in verdedigde Bonaventura 750 jaar geleden de augustijnse traditie, De Waarheidsvriend 112 (27): 12-13.

Voetnoten

  1. Al meen ik wel dat deze ondermaanse werkelijkheid er ook toe doet. Met de Heidelbergse Catechismus moeten we, mijns inziens, spreken van de ‘enige troost, beide in leven en sterven’. Zie: https://www.heidelbergse-catechismus.nl/inleiding/zondag-1. Na de zondeval is de scheppingsopdracht niet vervallen, zoals ook duidelijk wordt hieronder.
  2. Ondergetekende schreef daar in 2015 al over: https://scheppingsmodel.wordpress.com/2015/06/09/de-theologie-en-haar-knieval-voor-het-neodarwinisme/.