Home » Column » COLUMN: Zwerfstenen in de polder

COLUMN: Zwerfstenen in de polder

Grote stenen met gletsjerkrassen liggen in het veld. Tussen de stenen door groeit gras en allerlei ander groen en houden geiten en schapen het gebied kaal. Om het gebied staat een afrastering en loopt een wandelpad. Hoe komen die stenen daar? Ze liggen er als stille getuigen van een klimaatramp die zijn weerga niet kende.

Grote steen bij de ingang van het ‘Geologisch Reservaat P. van der Lijn’. Foto genomen door Jan van Meerten op 26 mei 2021.

In de maand mei waren we als gezin een weekje weg. Als verblijf hadden we gekozen voor het mooie en kindvriendelijke vakantiepark ‘t Urkerbos. Om even tot onszelf in te keren en van de rust te genieten. Op woensdagavond, toen de kinderen naar bed gebracht waren, besloot ik nog een stukje te wandelen en mij in het bos te verwonderen over Gods schepping. Na een stukje gelopen te hebben zag ik aan de overkant een grote steen staan met daarop in witte letters ‘Geologisch reservaat P. van der Lijn’. Het was droog dus ik besloot de aangegeven route te lopen. Had over dit geologische reservaat al veel gelezen, maar was er nog nooit zelf geweest.

Hoe zijn deze stenen hier gekomen? Op het bordje lezen we dat de basis voor dit keienveld gelegd is in de voorlaatste ijstijd.

“Het landijs voerde uit het noorden grote hoeveelheden klei, zand, grind en stenen mee. Waar het landijs halt hield en smolt, ontstonden afhankelijk van de afstand vanaf de ijsrand hopen keien, steengruis, zand en slib. Onder het ijs zelf werd dit materiaal vermalen tot leem, de grondmorene. Dit mengsel wordt keileem genoemd, en is vaak taai en slecht doorlatend voor water.”

Daarna nam de zee de regie over. In 1942 werd de polder drooggelegd en kwam dit keienveld boven water. Al vrij snel besloot men dit keienveld te laten liggen en er een geologisch reservaat van te maken. Wetenschappers die denken dat de aarde jong is, zullen dezelfde verklaring geven als hierboven. Zij gaan ervan uit dat na de zondvloed er eerst een warme periode was. Maar dat honderd of enkele honderden jaren daarna het klimaat geleidelijk of drastisch begon te veranderen en er ijzige tijden aanbraken. Deze periode heeft ook weer enkele honderden jaren geduurd.

Thuisgekomen vertelde ik het een en ander aan mijn vrouw en we besloten om de volgende dag de route nogmaals te lopen samen met onze kinderen. En zo gezegd zo gedaan. Na een regenachtige donderdagmorgen was het in de middag weer droog en besloten we de route te lopen. Al wandelend vertelde ik de kinderen hoe deze stenen hier gekomen zijn. Dat er een grote klimaatramp eraan ten grondslag lag en dat deze stenen bewaard zijn gebleven als stille herinnering van die ramp. Ik liet hen ook de gletsjerkrassen zien en vertelde hen dat lang geleden, ongeveer in de tijd van Abraham, er een periode van ijzige koude over Nederland ging en dat deze stenen sindsdien in ons land te vinden zijn.

Onwillekeurig moest ik bij deze ‘stenen’ denken aan Jozua. In Jozua 4: 21-24 lezen we hierover (SV):

“Wanneer uw kinderen morgen hun vaderen vragen zullen, zeggende: Wat zijn deze stenen? Zo zult gij het uw kinderen te kennen geven, zeggende: (…) Opdat alle volken der aarde de hand des HEEREN kennen zouden, dat zij sterk is; opdat gijlieden den HEERE, uw God, vrezet te allen dage.”

De ijstijden zijn weer voorbijgegaan, maar welke rampen zullen ons nog te wachten staan? Zwerfstenen als stille getuigen en een oproep tot bekering.

Dit artikel verscheen eerder in het gezinsblad ‘Om Sions Wil’ en is met toestemming van de redactie hier overgenomen. De volledige bronvermelding luidt: Meerten, J.W. van, 2021, Zwerfstenen in de polder, Om Sions Wil 2021 (13): 27. Hier is wat meer te lezen over ‘Om Sions Wil’.

ANDERE COLUMNS UIT 'OM SIONS WIL' JAARGANG 2021