Home » Gastbijdrage » Worden Jezus’ discipelen in de Bijbel gepresenteerd als ‘superchristenen’?

Worden Jezus’ discipelen in de Bijbel gepresenteerd als ‘superchristenen’?

Binnen een team moet je altijd voor elkaar opkomen en elkaar verdedigen tegen aanvallen van buitenaf. Naar buiten toe moet je eensgezindheid uitstralen en je moet je fouten zo lang mogelijk verzwijgen. Dat geldt natuurlijk ook voor het ‘team’ dat na Jezus’ vertrek de kerk op de rails moest zetten. De Bijbel strijkt alle plooien glad, de discpelen waren het perfecte team. Of is dat een misverstand?

Vele generaties christenen na de Bijbelse tijd zagen de discipelen inderdaad als ideaal. De eerste volgelingen van Jezus werden letterlijk heilig verklaard, zodat men in Engelse gebieden vaak spreekt over Saint Matthew, Saint John, Saint Paul, enzovoort. Maar als we het aan deze eerste christenen zelf konden vragen, zouden zij zeggen dat dit een vreemd misverstand is. Zij waren helemaal niet zo heilig. Zij waren lang niet altijd eensgezind en hielden elkaar echt niet altijd de hand boven het hoofd. Integendeel, het Nieuwe Testament houdt de onderlinge problemen niet onder de pet.

Ik geef een paar voorbeelden van de opvallende eerlijkheid van het Nieuwe Testament over de fouten van Jezus’ eerste volgelingen. In de eerste plaats is de evangelist Markus frappant open over de fouten van de discipelen en dan vooral over die van Petrus. Over elk van de volgende situaties zou veel meer te schrijven zijn, maar ik geef alleen een opsomming:

Markus 4:13 De discipelen begrijpen de gelijkenissen niet.
Markus 4:35-41 De discipelen zijn bang dat hun schip (met Jezus aan boord) zal vergaan. Wanneer Jezus de storm stilt, reageren zij angstig.
Markus 6:45-52 Jezus loopt op de zee maar de discipelen reageren met ongeloof; Markus voegt hieraan toe dat zij de wonderbare spijziging ook niet hadden begrepen en verhard waren.
Markus 7:18 De discipelen begrijpen Jezus’ onderwijs niet.
Markus 8:14-21 De discipelen vergeten brood mee te nemen en tonen alleen onbegrip.
Markus 8:31-33 Jezus kondigt zijn lijden aan maar Petrus aanvaardt dat niet.
Markus 9:5-6 Petrus reageert verkeerd op Mozes en Elia.
Markus 9:18-19 De discipelen kunnen de maanzieke jongen niet genezen.
Markus 9:32 De discipelen begrijpen Jezus’ lijdensaankondiging niet.
Markus 9:34 De discipelen ruziën over wie de belangrijkste is.
Markus 10:13-14 De discipelen willen niet dat kinderen bij Jezus komen.
Markus 10:28 Petrus vraagt om beloning.
Markus 10:35-37 Jakobus en Johannes vragen om ereplaatsen.
Markus 14:4 ‘Sommigen’ veroordelen de vrouw die Jezus zalft.
Markus 14:17-21 Judas blijkt een verrader te zijn.
Markus 14:27-31, 66-72 Petrus verloochent Jezus.
Markus 14:37-41 De discipelen vallen in Gethsémané in slaap.
Markus 14:50 De discipelen laten Jezus in de steek bij zijn gevangenneming.
Markus 16:8 De vrouwen geloven eerst niet dat Jezus is opgestaan uit de dood.

Het is duidelijk dat Markus de zwakheden en het ongeloof van Jezus’ directe volgelingen – zelfs in aanwezigheid van de Heer zelf – niet verbergt. Het zijn bepaald geen ideale gelovigen.

Mijn tweede voorbeeld staat in Handelingen 15, waar Lukas er openlijk voor uitkomt dat de eerste christenen fundamenteel verdeeld waren over de rol van de oudtestamentische wetten in hun leven. De situatie is dat de eerste gemeente in Jeruzalem bestond uit Joden die in Jezus geloofden. De mannen waren uiteraard besneden en lieten ook hun zoons besnijden. In Antiochië ontstaat een tweede gemeente waarvan de meeste leden een heidense achtergrond hebben (Handelingen 11:19-26).

De mannelijke gelovigen daar zijn dus onbesneden en Barnabas en Paulus verlangen dat blijkbaar ook niet van hen. Er komen mensen uit Judea naar Antiochië om te vertellen dat de besnijdenis er wel bij hoort, maar Paulus en Barnabas ontkennen dit en een meningsverschil is geboren (15:1-2).

Waarom vertelt Lukas deze dingen? Omdat hij niet de behoefte heeft om de volgelingen van Jezus te idealiseren. Hij doet tamelijk uitvoerig verslag van de vergadering die aan de controverse gewijd moet worden en van de brief die deze vergadering aan de gemeente van Antiochië stuurt (15:23-29).

De uitkomst van dit conflict is overigens nog altijd van groot belang: er wordt afgesproken dat gelovigen met een niet-Joodse achtergrond niet hoeven te worden besneden en dat zij zich ook verder niet aan de oudtestamentische wetten hoeven te houden (op een paar kleinigheden na, 15:19-20 en 15:28-29).

Helaas begrijpen sommige christenen in onze tijd de inhoud van deze afspraak niet (meer): zij beginnen de sabbat te houden en gaan weer wettisch leven… Interesse voor het jodendom is prima, maar wie door de Geest wordt geleid, is niet onder de wet (Galaten 5:18).

Het slot van Handelingen 15 gaat over een heel ander conflict (15:35-41). Op de vergadering in Jeruzalem stonden Paulus en Barnabas schouder aan schouder om hun standpunt te verdedigen, maar korte tijd later krijgen ze ruzie over Markus: mag Markus mee op reis of niet? Een ordinaire, pijnlijke ruzie tussen twee goede collega’s die waarschijnlijk ook vrienden waren. Zij komen er niet uit en de vruchtbare samenwerking wordt verbroken. Lukas doet geen enkele moeite om deze verdrietige zaak mooier voor te stellen dan zij is.

Het vierde voorbeeld van de eerlijkheid van het Nieuwe Testament draait weer om levensstijl en de wetten van Mozes, maar nu beschreven door Paulus. Ook hij windt er geen doekjes om en vertelt de gelovigen in Galatië over de meningsverschillen tussen leden van de eerste generatie gelovigen. In Galaten 2:11-14 beschuldigt hij Petrus, nota bene de leidende apostel, van angsthazerij en gedraai. Eerst gelooft Petrus namelijk dat hij zich niet meer aan de oudtestamentische wetten hoefde te houden, maar onder druk uit Jeruzalem (‘enkelen uit de kring van Jakobus’) verandert hij van standpunt. Deze keer gaat het niet zozeer om de besnijdenis maar om de spijswetten, maar de vraag is hetzelfde: mogen gelovigen bij God horen op grond van wat zij doen of uit genade? Paulus maakt er geen geheim van dat dit een conflict opleverde. Dat de Bijbel de apostelen zou idealiseren, is een misverstand.

Tenslotte is het, als je er even over nadenkt, verbazingwekkend dat de brieven aan de Galaten en de Korintiërs bewaard zijn gebleven. Paulus levert felle kritiek op beide gemeenten en menselijk gesproken hadden de gemeenten deze brieven daarom best kunnen verdonkeremanen, zodat zij niet in de Bijbel kwamen.

Dit is een boekfragment uit ’50 nieuwe Misverstanden over de Bijbel’. Het boek is uitgegeven door Uitgeverij Gideon en hier te bestellen. Dr. Pieter J. Lalleman sprak op het congres ‘Bijbel en Wetenschap 2023’ over de historische betrouwbaarheid van de Evangeliën.

Dit artikel is met toestemming overgenomen van de website CVandaag. Het originele artikel is hier te vinden.