Home » Onderwijs » Van een houten speelbal en het boek der natuur – Bespreking ‘De houten speelbal’

Van een houten speelbal en het boek der natuur – Bespreking ‘De houten speelbal’

“Zenuwachtig stopt hij z’n hand in de tas en voelt een halfrond hard voorwerp. Het zit in een zachte doek gewikkeld. Een visioen van goud of zilver vervliegt als hij het ding in z’n hand houdt en opsteekt naar het flakkerende kaarslicht. Het is een houten bal. Een halve, houten bal. De teleurstelling overspoelt hem en hij strompelt door de duistere kloostergangen terug naar z’n slaapplaats. Daar ligt hij te huilen tot de tranen op zijn. Hij kalmeert, terwijl de halve houten bal onder de deken langzaam warm wordt in zijn handen. Het gladde hout lijkt hem te troosten. Het voelt bijna aan als een levend ding. Misschien zal het hem bij daglicht meer vertellen.”

Henk Koesveld, docent geschiedenis aan het Wartburg College, schreef een boek voor jongeren vanaf 11 jaar over de Middeleeuwen met als titel De houten speelbal.1 Koesveld kan mooi schrijven en weet tot het laatst toe verborgen te houden hoe en waarom de halve houten speelbal in het bezit is gekomen van de jonge novice Folcmar. Een novice is iemand die nog in zijn proeftijd zit om het klooster in te gaan. Na beschuldiging van diefstal besluit Folcmar het klooster te ontvluchten en het geheim te ontrafelen van de halve houten speelbal. Waar is de andere helft? Waarom is hij bij het klooster achtergelaten? Wie zijn de ouders van Folcmar? Waren zij rijk of arm? Waarom krijgt hij de schuld van een diefstal in een klooster? Kloosterlingen menen namelijk dat zij hem hebben zien lopen dáár waar de diefstal plaatsvond. Talloze vragen buitelen door zijn hoofd. De antwoorden worden pas aan het einde, na veel middeleeuws avontuur, duidelijk.

De leer van schepping en zondeval

In het boek wordt een enkele keer verwezen naar de scheppingsleer en andere aanverwante stukken.

Bonaventura

Op bladzijde 79-80 van het boek vertelt Koesveld over Bonaventura. Bonaventura (1221-1274) was een Franciscaans theoloog en filosoof. Magister (= leraar) Johannes de Lumine geeft novice Folckmar les: “’Bonaventura stierf in 1274. Een jaar voor zijn dood waarschuwde hij de studenten aan de universiteit van Parijs voor het gevaar van een niet-christelijke filosofie. Bonaventura verdedigde de leer van Augustinus tegen de gedachten van Aristoteles. Bonaventura onderscheidt twee boeken: de Bijbel en het boek der natuur. In de natuur wordt de scheppende Drie-eenheid van God weerkaatst. Na de zondeval was het boek van de natuur niet voldoende. Het spiegelbeeld van God raakte verduisterd door de zonde…’ Ha, dit zou broeder Marcus moeten horen. Ook een nest met jonge kauwen hoort toch thuis in het boek der natuur?” In het boek van de natuur wordt de scheppende Drie-eenheid van God weerkaatst, maar na de zondeval is het boek van de natuur niet meer voldoende omdat het spiegelbeeld van God verduisterd raakt door de zonde. De Schrift heeft een helende werking op het boek van de natuur. Door Christus kunnen we beide boeken weer goed lezen.

De eenhoorn

In de middeleeuwen geloofden mensen in het bestaan van een eenhoorn. Van zo’n hoorn zou bijzondere kracht uitgaan. Door de kracht van de hoorn zouden zieken kunnen genezen en zelfs doden kunnen opstaan. Halverwege het verhaal komt Folcmar in het bezit van een vervalste hoorn die lijkt op de hoorn van een eenhoorn. Magister Laurentius gelooft er niet in: “Je hebt gelijk jongeman. De mensen zijn heel goedgelovig. Zal ik jou een geheim verklappen? Er zijn kerken waar een echte hoorn bewaard wordt. Maar zelfs de echte hoorn is niet van de eenhoorn! In de grote zee leven vissen met een hoorn op de kop. Wordt zo’n roofvis gevangen, dan halen ze de hoorn eraf. In de christelijke wereld wordt zo’n ding dan verkocht als de hoorn van een eenhoorn, ha ha!” Het gaat hier om de narwal. Een narwal is uiteraard geen vis, maar een zeezoogdier behorend tot de tandwalvissen (Odontoceti).2 Volgens magister Laurentius moet Folcmar vooral op de sterrenhemel letten als hij rampen wil herkennen: “De sterrenhemel, jongeman, de sterrenhemel! Een grote natuurramp wordt altijd opgeroepen en aangekondigd door de sterrenhemel.

Geen meester kan zo mooi schilderen…

Later in het verhaal moet Folcmar de wacht houden. Het is nacht en Folcmar kijkt naar boven en ziet de prachtige sterrenhemel. “Donker, zacht wuivend riet en bijna roerloos staan de zwarte bomen langs het fluisterende water. Zilveren sterren flonkeren tegen de zwartfluwelen nachtlucht. Glimlachend kijkt Folcmar naar boven. Nee, zo kan geen meester schilderen. Dat is scheppingswerk van de grootste Meester. Hoeveel mensen zouden al niet zo de nacht in gestaard hebben met een hoofd en een hart vol vragen?

Henk Koesveld heeft een mooi en leerzaam boek geschreven over de middeleeuwen. Fijn dat hij de jongeren ook nog iets van de schoonheid van de schepping wil meegeven. Wijzend op Bonaventura leren de lezers ook dat we het boek der natuur alleen kunnen lezen door het geloof in de Christus van de Schriften. Dan alleen kunnen we het boek van de natuur in het juiste licht zien. Niet iedereen zal het daarmee eens zijn, maar ik vind het een mooie gedachte. Een aanrader om te lezen!

Dit artikel werd geschreven in 2020.

Deze bespreking is onderdeel van het project ‘Onderwijzen en opvoeden voor de toekomst – Leren over onze vroegste geschiedenis in 2022’. Dit opvoedings- en onderwijsproject is onderdeel van het jaarplan ‘Fundamentum 2022’. Het boek is hier opgenomen in de lijst van gelezen kinder- en jeugdboeken.

Voetnoten

  1. Koesveld, H., 2015, De houten speelbal. Avonturen in de middeleeuwen, (Houten: Den Hertog). Een eerdere editie van dit boek verscheen in 1999 (bij uitgeverij De Vuurbaak). De latere editie in 2015 (bij uitgeverij Den Hertog).
  2. Zie voor een goed overzichtsartikel over de narwal: Christen, A.G., 2011, The unicorn and the narwhal: a tale of the tooth, Journal of the history of dentistry 59(3): 135-42.