Home » Opvoeding

Categorie archieven: Opvoeding

Moet de evolutietheorie onderwezen worden op scholen? – Enkele gedachten om dat, naast ID-onderwijs, wel te doen

Moet de evolutietheorie onderwezen worden op scholen? Dat is voor sommige gelovigen de vraag. Zelf meen ik dat scholen er verstandig aan doen de leerlingen wél onderwijs te geven over de evolutietheorie, zelfs over de natuurfilosofie van Universele Gemeenschappelijke Afstamming. Het is goed als de leerlingen in een beschermde omgeving een begeleide confrontatie aangaan met de naturalistische wetenschapsbeoefening.

Driestar Educatief

Vanmorgen las ik het gesponsorde artikel op CVandaag met als titel ‘Waarom Driestar onderwijsadvies van grote toegevoegde waarde is voor christelijk Nederland’.1 Daarin ging het ook over onderwijs rond het onderwerp evolutie. Kerkhistoricus Jacob Jan van Rijs wordt aan het woord gelaten over dit onderwerp. Van Rijs is tevens onderwijsadviseur bij Driestar Educatief. Een citaat uit het artikel:

“Dat zorgt soms ook voor dilemma’s. Hoe doet men dat bijvoorbeeld bij het ontwikkelen van lesmethodes waarin schepping en evolutie ter sprake (moeten) komen? ‘We geven gewoon aandacht aan de evolutietheorie’, vertelt Van Rijs. ‘We proberen zo feitelijk mogelijk weer te geven wat die theorie inhoudt. Dat is ook belangrijk. Het zijn in de meeste gevallen natuurlijk kinderen die zijn opgegroeid met het scheppingsverhaal en het is goed dat ze ook kennisnemen van hoe anderen ernaar kijken. Je blijft niet altijd in je veilige christelijke bubbel zitten namelijk.’”

Tweemodellenonderwijs

Volgens Van Rijs is er dus een eerlijke weergave van de gegevens nodig. Dat lijkt mij nodig voor zowel de ene als de andere kant. Met een dergelijk tweemodellenonderwijs ben ik het van harte eens. Al eerder heb ik betoogd dat we de lesboeken niet moeten censureren als het gaat om Universele Gemeenschappelijke Afstamming. Liever zou ik willen pleiten voor een begeleide confrontatie.2 Hierbij wordt allereerst op een zo objectief mogelijke wijze kennis gemaakt met de evolutietheorie, maar ook alternatieven vanuit bijvoorbeeld de Intelligent Design-beweging besproken.3 Laatst genoemde argumenten natuurlijk belicht vanuit het klassieke scheppingsgeloof. Zo heeft de ID-beweging diverse natuuriconen ontwikkeld.4 Het zou mogelijk moeten zijn om de werking van deze iconen eenvoudig aan onze jongeren uit te leggen. Veel creationisten zijn niet tegen de evolutietheorie als zodanig, maar eerder tegen de natuurfilosofie van Universele Gemeenschappelijke Afstamming. Evolutie in een bepaalde periode (change over time) is namelijk een waarneembaar feit. De vraag is dus niet of dier- en plantensoorten kunnen veranderen en variëren. Dat staat buiten discussie, je hoeft alleen maar de talloze verschillende grassoorten aan te halen.5 De vraag (en de discussie) is of al deze evolutie leidt tot Universele Gemeenschappelijke Afstamming.

Hoe zal dat in de praktijk te werk moeten gaan? In de eerste vijf groepen van de basisschool geef je de kinderen onderwijs over het klassieke scheppingsgeloof. Dit zal gebeuren door het vertellen van de Bijbelse Geschiedenis aan onze kinderen en door bij biologie kinderen te laten verwonderen over Gods schepping. Deze scheppingswereld kan ook ontsloten worden in de klas. Door bijvoorbeeld een natuurdocumentaire te bekijken en daarover door te spreken. Op de kleuterschool wordt de kinderen bijvoorbeeld de seizoenen aangeleerd en dat bij elk seizoen weer andere natuurpatronen horen. In groep 6 geef je tijdens de lessen kort aan dat er ook mensen zijn anders denken over het ontstaan van de aarde en het leven op onze planeet. Maar ook dat de leerlingen met respect met die mensen en meningen om moeten gaan. Dit zal ook voor de meester of juf een leerschool blijven: practice what you preach. Vanaf groep 7 zal dit onderwijs meer inhoudelijke zaken bevatten. In groep 8 moet er, in mijn ogen, minstens één module of hoofdstuk gaan over de evolutietheorie. De leerkracht kan daar vanzelfsprekend dan nog niet zo heel diep op ingaan. Wat snuffelen aan deze zaken is in mijn ogen voldoende. In het Voortgezet Onderwijs wordt de opbouw hiervan verstevigd tijdens de biologielessen (zowel vanuit evolutionair perspectief als vanuit ID-perspectief). Het is ook geboden dit vakoverstijgend uit te werken, in samenwerking met verschillende schoolvakken. Om zo het klassieke scheppingsgeloof niet alleen bij godsdienst te laten doorklinken, maar ook bij de andere vakken.

Waarom?

Waarom is het nodig om de evolutietheorie een plaats te geven in het onderwijs? Allereerst omdat grote onderdelen van de evolutietheorie feitelijk correct zijn en zeker niet strijden met het klassieke scheppingsgeloof. Te denken valt aan bijvoorbeeld de begrippen allopatrische soortvorming en sympatrische soortvorming. Veel voorbeelden die gegeven worden vóór de evolutietheorie vallen onder, wat sommige creationisten, micro-evolutie, noemen.6 Ten tweede omdat de evolutietheorie examenstof is en geleerd dient te worden om een goed resultaat op het examen te behalen. Ten derde omdat de evolutietheorie als ‘universeel zuur’ wordt aangemerkt, waarmee je vroeg of laat te maken krijgt. Wanneer leerlingen op het middelbaar onderwijs en onjuist beeld van deze theorie hebben meegekregen, of zelfs geen beeld, dan bestaat de kans dat zij op de hogeschool of universiteit met spreekwoordelijke een mond vol tanden staan of zelfs zo in vertwijfeling raken dat zij (uiteindelijk) de kerk vaarwel zullen zeggen. Begeleide confrontatie zal hen echter helpen om de evolutietheorie meer te begrijpen en, als het gaat om Universele Gemeenschappelijke Afstamming, ook gewapend te worden met solide tegenargumenten die met de spreekwoordelijke voeten in de klei geformuleerd zijn. Dit zou openbare scholen zelfs kunnen stimuleren, om hetzelfde te doen met creationistische wetenschapsbeoefening en Intelligent Design. De gedachte van de voormalig onderwijsminister Maria van der Hoeven om Intelligent Design een volwaarde plaats te geven op alle scholen is niet eens zo heel bijzonder of bekrompen religieus.7 Heeft men in het openbare onderwijs wel een goed beeld van het klassieke scheppingsgeloof en Intelligent Design? Of wordt er vaak een karikatuur gemaakt en lachwekkend over gedaan? Soli Deo Gloria!

Voetnoten

Kees-Jan en het geheim van de camping – Bespreking van het gelijknamige kinderboek

Opeens klinken zachte voetstappen. Dat is vast Freddy, denkt Kees-Jan. Hij gluurt door de takken naar het paadje. Hij schrikt. Het is Freddy niet. Het zijn twee groene laarzen. Die heeft Freddy niet. Kees-Jan duikt verschrikt diep weg. De laarzen staan stil. Er klinkt geritsel in de struiken.

Kees van den End is een kinderboekenschrijver die al sinds 2005 kinderboeken schrijft, onder andere bij Gebr. Koster en Om Sions Wil. Hij heeft ook een serie met als hoofdpersoon Kees-Jan. In het boek Kees-Jan en het geheim van de camping (verschenen in 2016) beleeft de familie van Kees-Jan weer nieuwe avonturen. Het is een mooi boekje geworden voor kinderen vanaf zes jaar.

Kees-Jan gaat met zijn familie naar de camping. Dat spreekt tot de verbeelding voor de kinderen. Het is goed mogelijk dat ook kinderen uit onze achterban zelf naar een camping in Zeeland zijn gegaan. Op deze camping beleeft Kees-Jan allerlei dingen en hoort hij ook verhalen over de Tweede Wereldoorlog. Daarnaast ontdekt hij een verboden paadje dat leidt naar een bouwvallige caravan. Wat is daar te doen? Dat gaan we niet verklappen, lees daarvoor dit kinderboek.

Schepper (en Henoch)

Goed dat de auteur schrijft vanuit een scheppingsperspectief. Wanneer de familie van Kees-Jan in de avond naar de zee gaan en de zon zien wegzakken in de zee genieten ze van dit prachtige natuurverschijnsel. Vader en Henderike (de zus van Kees-Jan) kijken daar ook naar en vader zegt: “Wat is Gods schepping toch mooi, hé.” Deze scheppingsverwondering roept herkenning op. Op de terugweg denkt Henderike in de auto na over hoe de hemel eruit zou zien. Ze moet dan óók denken aan Henoch (en Elia), ‘zij mochten zo de hemel binnengaan’. Heel goed dat de auteur de historiciteit van Genesis erkent en dit op een alledaagse manier in zijn kinderboek verwerkt.

Conclusie

De auteur heeft een leuk kinderboek geschreven, omdat er heel veel lessen uit te halen zijn (en dat niet alleen over de schepping) raden wij het boekje aan. Sommige onderdelen zullen zeker niet iedereen in onze achterban aanspreken, het boek is vooral geschreven vanuit reformatorische perspectief met reformatorisch jargon en een beschrijving van een kerkdienst uit de Gereformeerde Gezindte. Voor wie dat geen probleem is die heeft een mooi kinderboek in handen met AVI M4.

Dit artikel werd geschreven in 2020.

Kees-Jan op avontuur in de Ardennen – Bespreking van het gelijknamige kinderboek

Op vakantie in de Ardennen, wie wil dat nu niet? Genieten van het prachtige landschap en de rijke geologie. Kees-Jan is ook op avontuur in de Ardennen. Althans, in dit kinderboek.

Kees-Jan op avontuur in de Ardennen is uitgegeven bij Uitgeverij Om Sions Wil en geschreven door C. van den End. De hoofdpersoon, Kees-Jan, gaat met zijn ouders en de rest van het gezin op vakantie naar de Ardennen. Ze hebben een blokhut gehuurd op een camping in Houffalize en ondernemen talloze activiteiten. Zoals een klimparcours, een bezoek aan een oud kasteel in La Roche-en-Ardenne, wildwaterkanoën, een grot in de buurt van La Roche en de stad Bastogne waar tijdens de Tweede Wereldoorlog hard gevochten is (Ardennenoffensief). Daarnaast beleeft het gezin een avontuur met twee jongens en een zwarte sportwagen waar een koplamp van kapot is.

Schepping en zondvloed

Het gezin is onder de indruk van de natuur in de Ardennen. Ze geven aan dit niet hadden willen missen: “Wat heeft God de aarde mooi gemaakt. En wat is de mens toch klein en nietig. Papa, Kees-Jan en Henderike hebben onder de aarde mogen kijken. Papa kijkt naar de ingang van de grot. Een diep, donker gat in de rots. ‘Wat is God groot’, zegt hij peinzend” (p. 62). Ook wordt grotvorming op een kinderlijke manier uitgelegd: “Eerst was er grond van steen en kalk. Maar de regen spoelde de kalkdeeltjes weg en de stenen bleven over. Zo krijg je de kamertjes diep onder de grond” (p. 58). Na afloop vraagt Kees-Jan aan zijn vader hoe die kalk onder de grond komt. Vader geeft aan dat dit van schelpen is. Kees-Jan is verbaasd, schelpen hier onder de grond. Henderike die ook meeluisterde geeft aan: “Dat komt door de zondvloed.” Vader stemt daarmee in. De aandacht wordt verlegd naar de Sint-Pietersberg in Maastricht. De versteende zee-egels die daar gevonden zijn ook omgekomen tijdens deze wereldwijde ramp. “’Ja kinderen’, zegt papa, ‘je ziet wel dat God alle dingen wonderlijk bestuurt. Alles wat in de Bijbel staat, is echt gebeurd! Elke keer zien we dat weer. Sommige geleerden zeggen dat het niet waar is, maar wij weten dat gelukkig wel’.” (p. 63).

Het boekje is geschikt voor de leeftijd vanaf 7 jaar (AVI M5).

Dit artikel werd geschreven in 2019.

Jeugdrubriek – Dicht

Heb jij weleens voor een dichte deur gestaan? Je kunt rammelen aan de deurklink, maar het helpt niets. Als je geen sleutel hebt, krijg je de deur niet open. Soms zie je mensen heel hard rennen naar de trein. Ze willen graag mee. Maar net voor ze willen instappen, gaat de deur dicht en rijdt de trein weg. Te laat. Voor veel mensen zal het eens voor eeuwig te laat zijn. Ze hebben genadetijd gehad. Ze zijn gewaarschuwd. Er is op de deur van hun hart geklopt. Ze hebben niet geluisterd. Dan komt de dood. De hemelpoort zit dicht. Te laat. Je kunt gaan roepen, kloppen, maar de deur gaat niet meer open. Wat zal dat verschrikkelijk zijn.

Toen de zondvloed kwam, was het voor heel veel mensen ook te laat. Noach had ze gewaarschuwd. Iedere hamerslag was een klop op het hart. Een roepstem: kom, kom, kom. Ze hadden hem uitgelachen en bestopt. Ze leefden gewoon door met hun zondige leven. Eten en drinken en vrolijk zijn. Honderdtwintig jaar lang heeft de Heere nog geduld gehad. Toen was het te laat. Op een dag komen er allerlei dieren naar de ark toelopen. De Heere stuurt ze zelf. Van de onreine dieren, die de mensen niet mochten eten en offeren, komen er twee. Een mannetje en een vrouwtje. Van de reine dieren komen er zeven. Drie paartjes, een mannetje en een vrouwtje, en één extra. Die mag na de zondvloed geofferd worden. Ook van de reine vogels komen er zeven. Van de onreine vogels twee. Van alle kanten komen ze aan. Een wonderlijk gezicht. Grote en kleine dieren. Noach geeft ze allemaal een plek in de ark. Zeven dagen duurt dit. Dan moet Noach ook zelf in de ark gaan, samen met zijn vrouw, zijn drie zonen en de vrouwen van zijn zonen. Als iedereen binnen is, doet de Heere de deur van de ark Zelf dicht. Er kan niemand meer in.

Na deze zeven dagen begint het te regenen. Niet zo maar een beetje! Maar net als met een wolkbreuk stroomt het water van de hemel naar beneden. Het water spuit ook uit de aarde omhoog. Bronnen onder de grond worden opengebroken. De mensen raken in paniek. Sommigen rennen nog naar de ark toe, maar de deur is dicht. Ze hebben Noach geroepen. Ze hebben zich aan de ark vastgeklemd of zijn op het dak geklommen. Maar door de honger en de regen zijn ze er vanaf gevallen. Anderen klimmen in een boom. Weer anderen naar een bergtop. Het water blijft maar stijgen. Na veertig dagen stopt het met deze geweldige regenbuien. Het is helemaal stil geworden. Ook hoor je geen angstkreten meer. Alle mensen en alle dieren zijn verdronken. God laat niet met Zich spotten. Heel de aarde staat onder water. Zelfs de hoogste bergtop is niet meer te zien. Op dat water van Gods toorn drijft de ark. Daarbinnen is leven. Daar zijn de mensen veilig. De ark wijst naar de Heere Jezus. Wil je in deze Ark komen, dan moet je alles van deze wereld loslaten. De deur is nog open. Straks gaat hij dicht!

Hij Zelf zal aan het wereldrond
Het recht doen horen uit Zijn mond;
De volken voor Zijn vierschaar stellen,
En daar ‘t rechtmatig vonnis vellen.

Psalm 9:8 (ber.).

Dit artikel is met toestemming van de auteur en de redactie overgenomen uit het Kerkblad der Oud Gereformeerde Gemeente in Nederland. De bronvermelding luidt: Veldhuizen-Bisschop, H. van, 2023, Dicht, Kerkblad der Oud Gereformeerde Gemeente 46 (23): 224.

Over de Joodse godsdienst met aandacht voor onze oergeschiedenis – Bespreking ‘Een Loofhut voor Jan en Job’

De staat Israël is weer volop in het nieuws, als nieuws daarover ooit weg geweest is. Jonge kinderen stellen daarom vragen over het nieuws, maar ook over de Joodse godsdienst. Hoe leg je de gebruiken binnen de Joodse godsdienst helder uit aan jonge kinderen? Dat kan door het boekje ‘Een Loofhut voor Jan en Job’ voor te lezen. Dit boekje verscheen bij Uitgeverij De Banier en is geschreven door Annelies Tanis.

Eind oktober van dit jaar (2023) waren wij als gezin in het Israëlcentrum om daar de tentoonstelling ‘Hallo Israël’ te bezoeken. Daar kochten we het boekje ‘Een Loofhut voor Jan en Job’. De eerste druk verscheen in 2015, de tweede druk in 2018. Het boekje is geschikt om voor te lezen voor kleuters en om zelf te lezen vanaf 7 jaar. Het leesniveau, toegekend door Cito i.s.m. de KPC Groep, is AVI M4. Het boekje gaat over de buurjongentjes Jan en Job. Jan heeft een christelijke achtergrond en Job een Joodse achtergrond. Dat staat de jongens gelukkig niet in de weg om met elkaar te spelen.1 Jan stelt allerlei vragen over het Joodse geloof aan (de moeder van) Job. In het boekje leren de kinderen waarom Joodse jongens een keppeltje dragen, wat een synagoge is, waarom Joden geen varkensvlees (mogen) eten, wat de Thora is, waarom de sabbat belangrijk is en hoe het Loofhuttenfeest gevierd wordt. Bij het laatste feest worden de christelijke buren uitgenodigd, vandaar de titel ‘Een Loofhut voor Jan en Job’. Een leuke en nuttige kennismaking met de Joodse cultuur voor jonge kinderen.

Adam en Eva

Jan heeft veel vragen over het geloof van zijn buurjongen. Hij stelt deze vragen ook aan de moeder van Job. Er zijn overeenkomsten en verschillen tussen Joden en christenen. Overeenkomsten zijn de geschiedenissen uit de Thora. Wanneer de moeder van Job, Jan meeneemt naar de synagoge komen in het gesprek ook Adam, Eva en Noach voorbij.

”’Wat staat er in de Thora?’ vraagt Jan. ‘Uh…’ Job denkt na. ‘Van alles’, zegt hij dan. ‘Erg veel?’ vraagt Jan. ‘Erg veel’, knikt Job. Jobs moeder zegt: ‘In de Thora staat hoe God alles heeft gemaakt. Er staan verhalen in over Adam en Eva. En over Noach. Over Abraham en Mozes. We kunnen veel leren uit de Thora. Er staat in hoe God wil dat we leven.’ ‘O’, zegt Jan, ‘is het een soort Bijbel?’ ‘Ja’, zegt Jobs moeder, ‘dat is het.’”

Zo krijgt onze vroegste geschiedenis ook nog aandacht in dit boek. Vanwege deze overeenkomst zijn er ook onder de ultraorthodoxe Joden (gelukkig) ook zogenoemde creationisten te vinden. Met dank aan de schrijver en uitgever voor deze leuke en leerzame kennismaking.

Deze bespreking is onderdeel van het project ‘Onderwijzen en opvoeden voor de toekomst – Leren over onze vroegste geschiedenis in 2023’. In de komende maanden zal dit project verder uitgekristalliseerd worden. Een dergelijk opvoedings- en onderwijsproject zal ook onderdeel zijn van het jaarplan ‘Fundamentum 2024’. Dit boek is ook toegevoegd aan de lijst met gelezen kinder- en jeugdboeken.

Voetnoten

Maanlander van Apollo 11 draagt bij aan een rijke leeromgeving

Kinderen in de basisschool hebben baat bij een zogenoemde rijke leeromgeving. Een rijke leeromgeving met veel materialen en mogelijkheden zou leerlingen stimuleren tot het zelf oplossingen bedenken en zich creatief te ontwikkelen. Speelgoed zou daarbij kunnen helpen.1

Maanlanding

In de hoogste groepen van de basisschool komt bij de zaakvakken de maanlanding van 20 juli 1969 voorbij. Sommige mensen staan sceptisch tegenover deze maanlandingen en betwijfelen of ze daadwerkelijk wel zo gebeurd zijn. Deze argumenten van deze sceptici moeten uiteraard weersproken worden en dat kan door foto- en geluidsmateriaal. Alleen de meer cognitief-intelligentere kinderen zijn geïnteresseerd in deze argumenten. Andere kinderen willen vooral weten hoe die maanlanding gegaan is. Of het ethisch verantwoord is om naar de maan te reizen, is ook een vraag die we de kinderen moeten stellen. Mogen we wel naar de maan?2

LEGO CREATOR

Ter gelegenheid van het vijftig jarige maanlandingsjubileum bracht LEGO CREATOR een maanlander uit van LEGO.3 Een prachtig object om te hebben in deze rijke leeromgeving, al zijn er geloof ik wel goedkopere nabootsingen van deze maanlander. Het instructieboekje bevat vooraf foto’s en een tijdlijn van de maanlandingen. De tijdlijn loopt van de lancering tot de landing terug op aarde. Het bouwen van de maanlander wordt geadviseerd voor jongeren vanaf een jaar of 16. Toen ik op bezoek was bij Space Expo in 2020 zag ik deze LEGO-maanlander ook in de vitrine staan. Dit laat zien dat het bouwwerk geschikt is voor een rijke leeromgeving. Samen met de LEGO Saturn V raket is de maanlanding van 1969 ook uit te beelden voor de klas.4

Voetnoten

Geneeskunde of Klassieke Talen? – Een gesprek tussen een VWO-6 leerling en Alex Thomson (MA)

Onlangs verscheen er een nieuw jongerenblad onder de titel Nabij Jou.1 Het is een initiatief van het Deputaatschap Opvoeding, Onderwijs en Catechese (DOOC), uitgaande van de Gereformeerde Gemeente in Nederland, en de Vereniging tot Bevordering van SchoolOnderwijs op Gereformeerde Grondslag (VBSO). Het blad verschijnt acht keer per jaar. In de derde uitgave een interessant gesprek tussen een leerling van VWO-6 en classicus Alex Thomson (MA) over een eventuele vervolgstudie en een verwijzing naar Weet Magazine.

“In Weet Magazine lees je dat het Bijbelse scheppingsverhaal en wetenschap elkaar niet uitsluiten.” Bron: Pixabay.

Weet Magazine

Deze week is het de zogenoemde Week van de Schepping.2 In deze derde uitgave van Nabij Jou wordt daarom aandacht gegeven aan geloof en (natuur)wetenschap. In de maand maart komt de natuur weer ‘tot leven’. Hierin is de hand van God te zien (Genesis 8:22). “De meeste mensen in ons land geloven niet in een God Die alles laat groeien en bloeien. Zij geloven niet in Jeremia’s worden: Gij hebt de hemelen en de aarde gemaakt, door Uw grote kracht en door Uw uitgestrekte arm.” Ongetwijfeld zullen reformatorische jongeren met dergelijke denkbeelden in aanraking komen. Daarom is het goed om argumenten te verzamelen vóór de schepping en contra evolutionaire denkbeelden. “Want ondanks dat we een geloofsleer hebben, sluiten Bijbel en Wetenschap elkaar niet uit.” Redacteur Marco Visser verwijst voor meer informatie hierover naar Weet Magazine. “Hierin lees je dat het Bijbelse scheppingsverhaal en wetenschap elkaar niet uitsluiten.3 Het is goed dat dergelijke creationistische populair-wetenschappelijke tijdschriften onder aandacht komen in reformatorische jongerenbladeren.4

Vervolgstudie

Jongeren die binnenkort examen hopen te doen, denken flink na over een vervolgstudie. Dat kan leiden tot keuzestress. Welke studie moet ik kiezen? Welke studie past het best bij mijn talenten en karakter? Kan ik mijn talenten ook in Zijn dienst besteden? Niet eenvoudig om op dergelijke vragen een antwoord te vinden. Gelukkig kennen de meeste scholen voor Voortgezet Onderwijs een decaan die de leerlingen daarbij kan helpen. Al eerder adviseerde ik een studie op te pakken ‘in deze vakgebieden en wie weet kun je later als expert bijdragen aan het debat ten voordele van het scheppingsreferentiekader’.5 In Nabij Jou lezen we een verslag van een gesprek tussen een VWO-6 leerling en classicus Alex Thomson (MA)6

Roeping

Lisa de Jong (17) ontdekt na het gesprek met Thomson hoe belangrijk klassieke talen zijn. “Ze praat met hem over studeren in onze tijd, maar ook over het herkennen van een goddelijke roeping.” Voordat het gesprek start vertelt Thomson eerst iets over zichzelf. Hij is geboren in Engeland. Naast talloze activiteiten geeft hij les in Grieks en Hebreeuws aan studenten van de theologische school van de Gereformeerde Gemeenten in Nederland. Lisa twijfelt of ze moet gaan voor een studie Geneeskunde of Klassieke Talen. Hoe maakt zij de goede afweging? Thomson adviseert om datgene te ‘gaan studeren waarvoor je aanleg hebt’. Hij ziet dat als Bijbels en verwijst naar Spreuken 22:6, waarin wordt opgeroepen het onderwijs te laten aansluiten bij hoe het kind is. “De denkkracht is door God ingegeven. Als je merkt waar je denkkracht ligt, waar je zogezegd goed in bent, ben je al op weg om je Goddelijke roeping te onderkennen.” Verder wijst Thomson op verlangen. “Blijft dat verlangen, laat ik zeggen meer dan een half jaar, dan heb je een sterke indicatie dat dat je beroep kan worden. Als het uiteraard een eerlijk beroep is.

Economisch nut

Waarom zou je Klassieke Talen studeren? Veel mensen denken tegenwoordig veelal aan het economische nut van een studie. Wat heb ik eraan, wat verdien ik ermee? Bij het bestuderen van Klassieke Talen leer je echter meer dan alleen de taal zelf. Thomson verwijst naar de Gouden Eeuw, waar studenten standaard Grieks en Latijn kregen: “Het doel was om hun éigen taal daardoor beter te kennen en om beter leiding te kunnen geven, bijvoorbeeld in een stadsbestuur. Een tekst is niet zomaar een verhaal, maar het is een argument met hoofdzaken en bijzaken. Die verschillende onderdelen leerden studenten het beste herkennen door de klassieke talen te bestuderen. Ze konden zo heel makkelijk laten zien of een argument klopte.

Universitaire wereld

De universitaire wereld kan voor een leerling van VWO-6 bedreigend aanvoelen. Zeker als deze leerling op een vertrouwde reformatorische school gezeten heeft. Thomson geeft aan dat het studieklimaat de laatste jaren steeds meer antichristelijk is geworden. “Het is doordrenkt van de gedachte dat alles voor iedereen mogelijk moet zijn. Rectoren van universiteiten kennen de Bijbel niet meer.” Daartegenover staat, waar Thomson al eerder op wees, dat de denkkracht door God ingegeven is. “Christenen moeten daarom de laatsten zijn die bezwaar hebben tegen het bestuderen van de klassieke talen.” Immers, als jongeren geen Klassieke Talen ‘studeren, hebben we vanaf de volgende generatie geen Bijbelvertalers meer!7

Voetnoten

VCOG organiseert 31 januari 2023 D.V. een ouderavond over genderverwarring – Hoofdspreker is dr. Benno A. Zuiddam

Op dinsdag 31 januari 2023 D.V. organiseert de VCOG1 een ouderavond over transgenderisme. De avond draagt de titel ‘Wat is de mens?’ en de ondertitel ‘Hoe u kunt omgaan met de genderverwarring van onze tijd’. De avond wordt georganiseerd in het kerkgebouw van de Gereformeerde Gemeente in Nederland te Opheusden. Een belangrijk onderwerp en daarmee een belangrijke avond om bij te wonen. Zeker met de opkomende ideologie van het transgenderisme in het achterhoofd.

Vanaf 19.00 uur is de inloop met koffie/thee. Om half acht is het welkomswoord van de directeur-bestuurder van VCOG, dhr. J.A. Zwerus. Om 19.35 uur opent dr. D. de Wit2, predikant van de Gereformeerde Gemeente te Kesteren en docent aan de Theologische School van de Gereformeerde Gemeente te Rotterdam, de avond met een korte meditatie. Na de meditatie spreekt dr. B.A. Zuiddam, predikant van de Hersteld Hervormde Kerk, docent aan het Hersteld Hervormd Seminarie en als lector verbonden aan Bijbels Beraad M/V.3 Dit betreft de hoofdlezing van de avond over ‘Wat is de mens?’ De titel is gekozen naar aanleiding van Psalm 8:5. De spreker zal ingaan op de genderverwarring in deze tijd. Onder zijn redactie verscheen vorig jaar het boekje ‘Transgenderisme in Bijbels perspectief’, een waardevol boekje dat in de breedte van de Gereformeerde Gezindte wordt gewaardeerd.4 Na deze lezing is er een vragenronde. Voorzitter van het bestuur van VCOG, ir. G.G. van Bochove, hoopt de avond af te sluiten. De toegang is gratis, wel zal er worden gecollecteerd ten behoeve van de nieuw te bouwen basisschool te Kesteren. De avond is ook waardevol voor niet-leden van de VCOG. Zie voor meer informatie en het adres de flyer hieronder.

Voetnoten

Een ernstig milieudelict en het rentmeesterschap van Adam en Eva – Bespreking ‘Het raadsel van de blauwe vaten’

“De twee andere kerels komen er ook bij staan. “Dus jij wou naar de politie gaan, vriendje?” sist hij. “Nee, meneer,” hakkelt Joost. “Ik zal mijn mond dicht houden.” Randy schudt zijn hoofd. “Mensen, die zo snel van mening veranderen, vertrouw ik niet helemaal,” zegt hij. “Eerlijk waar, meneer.” Jammert Joost. Hij wil alles wel beloven als ze hem maar laten lopen. “Wij gaan jou een klein lesje leren, jochie,” grijnst Randy. “Je zult het daarna wel uit je hoofd laten om naar de politie te gaan. En mocht je dat toch doen, dan weten we je te vinden, en dan rekenen we voorgoed met je af.” Joost slaat zijn handen voor zijn gezicht, want hij snapt wel ongeveer wat er nu gaat gebeuren. “Heeelp!” gilt hij in zijn angst.”

Inhoud

Het negende deel van de bekende ‘Chris en Jorieke’-serie van kinderboekenschrijver Bert Wiersema heeft als titel ‘Het raadsel van de blauwe vaten’. Het boek verscheen in 1997 bij De Vuurbaak.1 Dit keer raken de avontuurlijke kinderen Huizinga betrokken bij een ernstig milieudelict. In de fabriek Gaaychem op de Harselaar in Barneveld worden metalen onderdelen van scheepsmotoren bewerkt. De fabriek wordt gerund door de gebroeders Bertus en Gert de Gaay. Bertus is een nette directeur die zich wil houden aan de strenge milieuregels. Gert wil daar juist graag onderuit. Na bewerking ontstaat er chemisch afval (filterkoek) dat afgevoerd moet worden. Op van die peperdure rekening af te komen bedenken Gert en medewerker Randy een plan. De filterkoek moet door de compost van de zwager van Randy gedraaid worden. Alles lijkt voorspoedig te gaan totdat er een kink in de kabel komt. Joost, een medewerker van de compostfabriek, komt achter het milieudelict. Daardoor raakt alles in een stroomversnelling. Een spannend avontuur volgt waarbij ook Chris en Jorieke Huizinga (met hun vader) betrokken zijn. Gelukkig kunnen de daders gepakt worden en voorkomen Chris en Jorieke dat het hele geval een dodelijke afloop kent.

Rentmeesterschap van Adam en Eva

Directeur Bertus de Gaay is een voorbeeldfiguur hoe directeuren van chemische bedrijven zouden moeten omgaan met chemisch afval. Aan het einde van het boek ontstaat er een gesprekje tussen pa Huizinga en zijn oudste kinderen over rentmeesterschap. Chris vraagt vader of ze in ons land streng zijn op het milieu. Vader geeft aan dat dit het geval is omdat er veel mensen in een klein landje wonen en Nederland bovendien het ‘afvoerputje van Europa’ is. Gelukkig zijn er afspraken gemaakt met andere landen. “Er is een Rijnaktieprogramma [sic] gemaakt door het RIZA, het Rijksinstituut voor integraal zoetwaterbeheer, daar heb ik wel eens iets over gelezen.” Dan verwijst vader Huizinga naar Genesis: “We moeten zo goed mogelijk met de schepping omgaan. God heeft ons tenslotte een cultuuropdracht gegeven.” Op de vraag van Jorieke wat dat is vervolgt vader: “God zei vroeger al tegen Adam en Eva dat ze goed op zijn wereld moesten passen. Maar de mensen dachten dat ze het wel zonder Gods hulp konden. En daar zien we nu de gevolgen nog steeds van. Hier op aarde heeft eigenlijk alles zijn schaduwzijde. Een auto is een prachtige uitvinding. Je kunt je er snel mee verplaatsen. Ziekenauto’s redden mensen het leven. Maar ze vervuilen enorm en kunnen heel gevaarlijk zijn. Met vliegtuigen is het precies zo. En zo kan ik nog wel een poosje doorgaan.” Volgens Jorieke zit er aan één ding geen schaduwzijde, en dat is: vakantie. Het is goed als creationisten zich inzetten voor de cultuuropdracht: het bebouwen en bewaren van de schepping.2 Dit is gebaseerd op een historische lezing van Genesis. Die opdracht aan Adam en Eva geldt nu nog. Mooi dat Bert Wiersema in dit deel dit op een eenvoudige wijze voor het voetlicht brengt.
Voetnoten

‘In het begin lag de aarde verloren’ – Lied voor de onderbouw van het basisonderwijs

Het is belangrijk om onze kinderen meer te leren over de zesdaagse schepping. Dat kan met behulp van diverse materialen, methoden en werkvormen. Veel jonge kinderen leren door te zingen! Het is daarom heel goed dat er ook liederen bestaan over de schepping die de chronologie van het scheppingsverhaal volgen. Eén zo’n lied is ‘In het begin lag de aarde verloren‘ Het lied is geschreven door Hanna Lam (1928-1988) en gecomponeerd door Wim ter Burg (1914-1995). ‘In het begin lag de aarde verloren‘ wordt in de onderbouw van veel (reformatorische) basisscholen aangeleerd en gezongen. Hieronder volgen twee video’s via YouTube. De tweede video is een instrumentale versie van het volledige lied met in de ondertiteling de liedtekst. Onderaan de pagina wordt ook de liedtekst van het lied weergegeven. Dit lied is ook te zingen via Gezangboek.nl.1

Nederland Zingt

Klopstra

Liedtekst

1. In het begin lag de aarde verloren,
in het begin in de duisternis.
God sprak Zijn woord en het licht werd geboren,
‘t licht dat vandaag onze dag nog is.

2. In het begin zijn de wolken en luchten,
in het begin is de hemel ontstaan.
God sprak Zijn woord en de wateren vluchtten:
zo bracht Hij scheiding en ruimte aan.

3. In het begin is de aarde gekomen,
in het begin uit de diepte der zee.
In het begin kwam het gras en de bomen,
bloeiden de bloemen en graasde het vee.

4. In het begin zijn de sterren gaan branden,
in het begin kwam de zon en de maan.
Boven het land en de zee en de stranden,
wijzen zij wegen en tijden aan.

5. In het begin kwamen vogels gevlogen,
in het begin werd hun lied al gehoord.
Vissen in ‘t water, wat leeft op het droge:
God schiep de dieren elk naar zijn soort2.

6. In het begin riep God mensen tot leven,
in het begin was het woord in hun mond.
Wat was het goed om op aarde te leven,
wat was God blij dat de wereld bestond.

Voetnoten