Home » Onderwijs
Categoriearchief: Onderwijs
Geleerde pleit in stellingen bij proefschrift voor symmetrische behandeling van de evolutieleer en de creationistische visie
Het is al een flink aantal jaren geleden, maar in 1996 promoveerde econometrist dr. André Lucas aan de Erasmus Universiteit Rotterdam op een proefschrift met als titel Outlier Robust Unit Root Analysis. Het proefschrift zelf is vooral door mensen die bekend zijn met het vakgebied te doorgronden. Het waren echter de slotstellingen bij het proefschrift die mijn aandacht trokken. Deze gaan over het ‘fundamentalisme’, over de symmetrische behandeling van de evolutieleer en de creationistische visie in het biologieonderwijs en over de zogenoemde ‘Gok van Pascal’. Omdat het al zo lang geleden is, is het goed mogelijk dat de geleerde daar zelf ondertussen anders over denkt.1
Symmetrische behandeling
Al jaren pleit ik voor een symmetrische behandeling van Intelligent Design en het klassieke scheppingsgeloof enerzijds en de evolutieleer anderzijds. Vooral Intelligent Design is een goed oppositioneel onderwijsconcept voor openbare scholen, omdat dit de Abrahamitische geloofsovertuigingen overstijgt. Op veel scholen voor bijzonder onderwijs is dit al het geval, omdat enerzijds de leerlingen onderwezen moeten worden richting het examen (waar de evolutieleer in voorkomt) en anderzijds ook de eigen identiteit moeten kunnen verwoorden tegenover andersdenkenden. Het klassieke scheppingsgeloof vormt één van de identiteitspijlers van deze leerling. Voor Reformatorische leerlingen, bijvoorbeeld, is als het goed is het vierluik schepping, zondeval, verlossing en voleinding van onschatbare waarde. In het openbare onderwijs is er echter, in mijn ogen, sprake van een asymmetrische behandeling. Als er al over de opponerende visie wordt gesproken, wordt deze vaak gekoeioneerd en als een karikatuur weergegeven.
Toen de laatste vier stellingen uit het proefschrift van dr. André Lucas mij onder ogen kwamen konden deze dan ook op mijn instemming rekenen. De achtste stelling gaat over de symmetrische behandeling van de evolutieleer en de creationistische visie. Ik citeer met instemming:
“De evolutieleer stoelt net als de creationistische visie ten diepste niet op onweerlegbare feiten. Deze fundamentele overeenkomst tussen beide visies pleit eerder voor een meer symmetrische behandeling van beide zienswijzen in het huidige biologieonderwijs en de examinering daarvan, dan voor de onlangs voorgestelde asymmetrische behandeling.”
Of voor de Engelse lezers:
”Evolution, just like creationism, is not based on facts that can(not) be disproved. This deep common characteristic of both visions/beliefs ask for more symmetric treatment of both views in the contemporary education in biology in Dutch secondary education, as opposed to the proposed asymmetric treatment.”
Na mijn bovenstaande pleidooi voor een uitwerking van Intelligent Design en het klassieke scheppingsgeloof in het onderwijs, behoeft het geen uitleg waarom deze stelling mij kan bekoren. Het is bijzonder te waarderen dat dr. André Lucas deze stelling op academisch niveau heeft willen inbrengen.
Fundamentalisten
We hebben onze organisatie Fundamentum genoemd omdat het gaat om ‘de basis’. Deze basis voor al onze activiteiten is Gods Woord en het Vleesgeworden Woord.2 Helaas heeft ‘fundamentalist’ een negatieve klank gekregen vanwege de terroristische aanvallen en aanslagen die er zijn geweest. Dr. Lucas geeft in zijn zevende stelling aan dat hij het hiermee oneens is. Ik citeer met instemming:
”Het gebruik, zoals men dat tegenwoordig wel tegenkomt, van de term ‘fundamentalisten’ voor met terreurdaden geassocieerde groeperingen wekt ten onrechte de indruk dat het hebben van een (levensbeschouwelijk) fundament een verdachte of zelfs kwalijke zaak is.”
‘Gok van Pascal’
Onlangs was het vierhonderd jaar geleden dat Blaise Pascal (1623-1662) in het Franse Clermont-Ferrand werd geboren. Pascal was een invloedrijk katholiek geleerde die ook grote invloed heeft gehad op het protestantisme. Hij is ook bekend geworden door zijn eerste mechanische rekenmachine, de pascaline, en, om niet meer te noemen, de Wet van Pascal. Dr. Lucas geeft in stelling negen bij zijn proefschrift de ‘Gok van Pascal’ weer. Het is een pragmatisch Godsargument. Het verstand kan geen uitsluitsel geven over het bestaan van God. God kan daarmee dus wel of niet bestaan, beide opties staan open. Daarom moet men een afweging maken op basis van een spel. Leven met de gedachte dat God wel bestaat, is de enige keuze die iets kan opleveren.3 In de woorden van Lucas:
”De bijbel zegt duidelijk op verscheidene plaatsen dat de mens na dit bestaan een eeuwig bestaan wacht, hetzij dichtbij God en gelukkig, hetzij ver van God en ongelukkig. Verder zegt de bijbel dat Jezus Christus de enige weg is tot een leven dichtbij God. De implicaties van het niet geloven van deze uitspraken als zij wel waar zijn, zijn totaal anders dan de implicaties van het wel geloven van deze uitspraken als zij niet waar zouden zijn.”
In de tiende en laatste stelling geeft dr. Lucas ter nuance aan dat dergelijke stellingen als hierboven ‘mensen er nooit toe bewegen zich te bekeren tot God’. “Wel kunnen zij mensen ertoe aanzetten na te denken over het belang en de consequenties van hun keuze in deze kwestie.”
Tenslotte
Het is goed dat geleerden bij het promoveren hun gedachten op dit punt ordenen in stellingen. Hoewel de stellingen in zichzelf niet van al te grote waarde zijn, is het goed dat de promovendus hier in zijn hart laat kijken. Wellicht zou de stelling over de symmetrische behandeling van de evolutieleer en het klassieke scheppingsgeloof in het biologieonderwijs, door derden, verder uitgewerkt kunnen worden in een onderwijsvisie en praktische handvatten voor de onderwijspraktijk. Een symmetrische behandeling voorstellen is één, dit daadwerkelijk goed uitvoeren in beleid en voor de klas is twee. In de bovenschoolse organen van het reformatorisch onderwijs wordt daar, zeker na de theïstisch evolutionistische opmars in de Gereformeerde Gezindte4, diep over nagedacht.5 Maar geldt dat ook voor het openbaar onderwijs? Daar zou dit óók goed zijn. Zeker omdat het openbare onderwijs, naar eigen zeggen, een zekere neutraliteit wil beogen.
Voetnoten
Burgerschap boven de Bijbel op school?
Als burgerschap en rechtsstaat op school gaan samenvallen met een keuzemenu voor levensstijlen, is dit niet verenigbaar met Bijbelgetrouw onderwijs. Voor de politiek is daarom een smalle definitie van de rechtsstaat belangrijk. Wij moeten onvermoeibaar uitleggen waarom de Bijbel op school heilzaam is en de ruimte moet krijgen.
Voor veel partijen is de kop boven dit artikel geen vraag. In de laatste Kamerbrief over onderwijsvrijheid (van 3-7-2023) schreef minister Dijkgraaf dat de burgerschapsopdracht boven de onderwijsvrijheid gaat (lees: boven godsdienstige opvattingen). Nu hoeft er tussen Bijbels onderwijs en burgerschap helemaal geen tegenstelling te bestaan. Toch lijken politici die soms te creëren, namelijk als zij ervan uitgaan dat burgerschap betekent dat alle kinderen op school moeten leren vrij te kiezen voor een levensstijl. Die vrije keuze voor het kind krijgt veel nadruk in deze Kamerbrief.
De minister vindt burgerschap en de rechtsstaat zelfs zo belangrijk, dat volgens hem ook in informeel onderwijs (bijvoorbeeld rond kerken of moskeeën) het verdedigen van antirechtsstatelijke opvattingen effectief verboden moet worden. Ook de nieuwe toezichtkaders van de Onderwijsinspectie laten een versterkte focus op burgerschap zien. De tendens is dus dat burgerschapsvorming conform de democratische rechtsstaat voor scholen en leraren vereiste nummer één is.
Zal dit botsen met Bijbelgetrouw onderwijs? Dat hangt vooral af van de vraag wat er bij de rechtsstaat hoort. Is dat vooral het vreedzaam samenleven met alle bevolkingsgroepen? Daar zijn we het ook vanuit christelijk oogpunt van harte mee eens.
Of is het al strijdig met de rechtsstaat wanneer we kinderen Gods geboden inscherpen, in afhankelijkheid en zachtmoedigheid? Hen vormen volgens de ene waarheid van Gods Woord? Natuurlijk met oog voor de andere levensvisies die mensen in ons land aanhangen. Maar ook volgens het voortdurend aandringen uit Spreuken 1-9 om verleidingen te mijden, ons hart te bewaren en Gods wijsheid te „zoeken als zilver”.
Basiswaarden
De Onderwijsinspectie heeft acht basiswaarden geformuleerd waarvan zij vindt dat scholen daaraan aandacht moeten besteden. Met die basiswaarden kunnen scholen gelukkig nog steeds alle kanten op. Dit creëert echter wel het risico dat bijvoorbeeld de basiswaarde ”autonomie” op enig moment zo wordt uitgelegd dat we de kinderen niet mogen sturen of beïnvloeden in hun keuzes.
De minister van OCW „zet vraagtekens” (in genoemde Kamerbrief) bij een school die „leerlingen isoleert”. Bedoelt hij daarmee dat een school niet te veel nadruk mag leggen op het anders-zijn van Bijbelgetrouwe christenen ten opzichte van medeburgers? Dat die school niet bedoeld mag zijn voor één achterban, zoals de reformatorische?
Als Kamerleden of ministers die opvatting vereenzelvigen met burgerschap en rechtsstaat, wordt het rechtsstaatbegrip onaanvaardbaar opgerekt. Dan betekent de rechtsstaat ook dat alle kinderen een levensbeschouwelijk menu moeten krijgen om vrij te kunnen kiezen.
Dat kan echter niet de inhoud van de rechtsstaat zijn, omdat die hang naar keuzevrijheid zelf al een levensvisie is. De inhoud van de rechtsstaat moet religieoverstijgend zijn. Ze mag niet zelf een religie inhouden die dan aan alle burgers wordt opgelegd. Juist wanneer we vanuit Bijbelse waarden burgerschap bijbrengen, zorgt dat voor een drijfveer, een diepe wortel en een gedeeld fundament. We kunnen de Bijbelse visie niet losknippen en als extraatje toevoegen aan de „gemeenschappelijke kern” zoals de liberalen die willen zien.
Rijker
Om dat duidelijk te maken, is het goed als we ons als christenen uitspreken. Wat houdt de Bijbelse levensvisie in? En waarom is die onverenigbaar met het keuzemenu voor onze kinderen? Laten we als reformatorische scholen glashelder zijn over onze identiteit. De Bijbelse levensvisie heeft het volste recht om in alle helderheid op school (en daarbuiten) tot uiting te komen. Ook als dat betekent dat dit een andere levensinvulling vraagt dan waar veel medeburgers naar streven. We mogen dus duidelijk zijn in waar het schuurt, maar ook uitnodigend. Want niets is rijker dan het christelijk leven.
Dit artikel is met toestemming van de auteur overgenomen uit het Reformatorisch Dagblad. De volledige bronvermelding luidt: Brink, J. van den, 2023, Burgerschap boven de Bijbel op school?, Reformatorisch Dagblad 53 (191): 20-21 (artikel). Het artikel is mogelijk gemaakt door het werk van de auteur bij de VBSO. Hier is meer informatie te vinden over de VBSO: https://vbso.nu/.
Broodnodig initiatief gelanceerd voor onderwijs en opvoeding
Gisteren (29 augustus 2017) werden wij blij verrast door een interview in het Reformatorisch Dagblad en een Open Brief van drs. W. de Kloe en drs. J. Kloosterman1 in dezelfde krant.2 Ze pleiten voor een brede commissie die docenten en opvoeders zou kunnen adviseren in het debat over schepping en evolutie. De oproep van de beide heren wordt gestuurd naar synodes van kerken uit de volle breedte van de Gereformeerde Gezindte en Reformatorische Scholen voor Voortgezet onderwijs. In de open brief geven De Kloe en Kloosterman aan dat het huidige debat bij hen voor verontrusting zorgt. Ze pleiten daarom voor samenwerking vanuit de volle breedte van de Gereformeerde Gezindte.
Voorzichtigheid
De discussie rond het boek ‘En de aarde bracht voort’3 in het Reformatorisch Dagblad liet veel voorzichtigheid zien bij standpuntbepaling. Dit zorgt voor verwarring onder jongeren (maar ook ouderen). De auteurs geven aan respect te hebben voor de poging van prof. Van den Brink, maar constateren tegelijkertijd dat er grenzen worden overschreden ten aanzien van het Schriftgezag, de historiciteit van Genesis en aangaande het belijden dat alles wat de Schrift zegt waar is. Ze willen de systematisch theoloog niet op één lijn stellen met prof. Kuitert, maar halen wel de woorden van Kuitert aan dat ‘als je een steen verwijdert, het hele gebouw van de christelijke leer in elkaar stort’.
Kader
Volgens de onderwijskundigen hebben de jongeren een kader nodig om wetenschappelijke argumenten op de juiste wijze te kunnen waarderen. “Het op de juiste wijze interpreteren van wetenschappelijke kennis vraagt dan ook om een duidelijk levensbeschouwelijk kader.” Ze wijzen daarbij naar het werk van de Amerikaanse filosoof Alvin Plantinga. De Kloe en Kloosterman geven aan te willen vasthouden aan de lijn van schepping-zondeval-herschepping. “God heeft de wereld goed en de mens zeer goed en naar Zijn Beeld geschapen. Adam is willens en wetens, in een bewuste daad van ongehoorzaamheid van God afgevallen en heeft daardoor de gebrokenheid van de schepping veroorzaakt.” Dit staat haaks op de lijn die de evolutietheorie veronderstelt. Doordat Christus als Tweede (beter: Laatste) Adam verbonden is met de Eerste Adam, mag de historiciteit volgens de auteurs niet ter discussie worden gesteld.
Ons kennen is ten dele
Een ander sterk punt uit de brief is dat de auteurs oproepen tot bescheidenheid. “Ons instrumentarium om waarnemingen te doen is beperkt en ons inzicht om gegevens te interpreteren is begrensd en door de zonde aangetast. (…) Nieuwe kennis levert nieuwe dilemma’s op en leidt tot nieuwe vragen. Meer kennis laat Gods grootheid en onze kleinheid zien.” Ze wijzen aan het slot van deze alinea op de woorden van Job: ‘Zie, ik ben te gering; wat zou ik U antwoorden? Ik leg mijn hand op mijn mond.’ Dit is mij uit het hart gegrepen en past bij mijn motto dat wetenschappelijk alles altijd ingewikkelder is.
Schepping bewijzen?
Een klein negatief puntje van dit sterke en broodnodige initiatief is, dat de auteurs de creationistische visie zien als een visie ‘die meent de schepping te kunnen bewijzen’. Dit geeft een onjuist beeld van deze visie. Zelf voel ik mij van harte verbonden aan de jonghistorische werkelijkheidsopvatting. De schepping is een geloofszekerheid. Geloofszekerheden zijn per definitie niet wetenschappelijk te ‘bewijzen’.4 Uiteraard heeft het zien van deze werkelijkheid als een door God geschapen werkelijkheid wel gevolgen voor het kijken naar de gegevens die tot ons komen. De schepping wordt in de jonghistorische visie dus niet gezien als iets dat bewezen moet worden, maar gezien als een geloofszekerheid en uitgangspunt voor Bijbelgetrouwe wetenschapsbeoefening. Deze geloofszekerheden zijn de vaste kernnoties van een christen. Het daaruit voortvloeiende verklaren van de werkelijkheid is een menselijk construct en daarom feilbaar.5
Gelederen sluiten
Afgezien van dit kleine puntje is dit initiatief van beide onderwijskundigen uitstekend. Wij roepen daarom met hen op tot brede samenwerking om jongeren Bijbelvast toe te rusten in het debat over geloof en wetenschap.6 De Kloe en Kloosterman vertellen: “Het is van wezenlijk belang dat we samen de gelederen te sluiten. (…) In gezamenlijkheid, inhoudelijk en in toegankelijke taal.” Het reformatorische onderwijs bestaat al meer dan 40 jaar. We kunnen niet zeggen dat dit de eerste keer is dat we met deze vragen geconfronteerd worden. Bij elkaar hebben al deze christelijke scholen honderden leerkrachten. Er is ook veel expertise bij voormalige VWO-6 leerlingen, waarvan sommigen nu in het wetenschappelijke veld actief zijn. Uit ervaring weten wij dat veel van deze leerlingen niet na hun academische studie het kerkelijk erf verlaten hebben. Deze voormalige leerlingen, maar ook hun oud-docenten, zouden hun krachten kunnen bundelen en hun ervaringen delen. Waar liepen zij tegen aan en hoe losten zij deze ‘problemen’ op? Laten we ook de lerarenopleiding van Hogeschool De Driestar niet vergeten. Daar zijn al honderden docenten afgestudeerd, hoe gaan deze ‘nieuwe’ docenten met dit thema om? Uit ervaring weten wij dat veel van deze docenten na hun studie niet gekozen hebben voor een theïstisch, agnostisch of zelfs atheïstisch evolutionisme. Wij bemerken in gesprekken dat studenten, docenten en wetenschappers zich vaak als ‘de laatste der Mohikanen’ voelen. Moeten ze dan de jonghistorische geloofsvisie in moedeloosheid op geven? Bij deze vraag moet ik vaak denken aan de geschiedenis van de vlucht van Elia (1 Koningen 19). Deze geschiedenis is zeer bemoedigend voor hen die moedeloos worden van de discussie en geen uitweg meer weten. Zelfs in een tijd van algeheel verval waren er nog 7.000 mensen die God dienden (1 Kon. 19:18). Deze 7.000 waren juist de kurken waar het tienstammenrijk op dreef. De hoop die De Kloe en Kloosterman hebben is daarom ook voor de Nederlandse christelijke scholen geen valse hoop.7
Dit artikel is geschreven in 2017.
Voetnoten
Evolutiecongres wil Nederland klaarstomen voor (theïstische) evolutie
Het klassieke scheppingsgeloof is voor veel (theïstische) evolutionisten een doorn in het oog. Zeker als deze visie op de werkelijkheid ook nog eens onderwezen wordt op scholen. Hoe trekken we ook deze halsstarrige evolutieweigeraars over de streep? Iedereen zou de filosofie van universele gemeenschappelijke afstamming toch moeten accepteren? Hoe gaan we om met docenten en studenten die de filosofie van universele gemeenschappelijke afstamming over deep time niet kunnen accepteren? Dat lijken de vragen op het congres dat volgende week (27-31 augustus 2018) zal plaatsvinden.
Handen ineen
Om dat doel te bereiken hebben theïstisch evolutionisten de handen ineengeslagen. Ze hebben ook hulp ingeroepen van enkele atheïstische sprekers. Op de eerste dag wordt een overzicht gegeven van de evolutie-acceptatie van diverse levensbeschouwelijke stromingen (zoals atheïsme, christendom, jodendom en de islam) in het verleden. De tweede dag wordt de sterkte van de evolutietheorie getoetst. We zien hier slechts een applaus voor de evolutietheorie voorkomen, kritische noten lijken niet te worden doorgegeven. De derde dag probeert men een theïstisch evolutionistische levensbeschouwing te schetsen. De vierde dag is gericht op het onderwijs. Hoe kan ervoor gezorgd worden dat de leerlingen en studenten de filosofie van universele gemeenschappelijke afstamming zullen accepteren? Op de vijfde en laatste dag wordt zelfs geprobeerd om religieus geloof evolutionair te verklaren. Men voelt wel aan dat ze nu tegen de ‘limits of science’ aangelopen zijn. Het laatste uur van deze dag wordt besteed aan het in kaart brengen van de vooruitgang, biologiedocenten toerusten en vervolgplannen smeden.1
Sprekers en onderwerpen
De organisatie ligt in handen van theoloog prof. dr. Gijsbert van den Brink, bekend van het theïstisch evolutionistische boek En de aarde bracht voort2, en bioloog dr. Duur Aanen, bekend van het protest tegen het proefschrift van de in 2013 gepromoveerde Joris van Rossum.3 Op de conferentie komen 27 sprekers aan het woord. Hieronder worden enkele opvallende zaken genoemd en besproken. Op de eerste dag spreekt o.a. dr. Ab Flipse, als wetenschapshistoricus verbonden aan de Vrije Universiteit. Hij zal een historisch perspectief geven op de relatie tussen evolutiebiologie en religieus geloof. Al eerder is opgevallen dat Flipse spreekt van drie golven van ‘creationisme’ in Nederland. Hij zal dat waarschijnlijk ook hier op het congres doen. Dit geeft geen correct beeld van de geschiedenis van het klassieke scheppingsgeloof in Nederland.4 Op de tweede dag spreken diverse theïstische evolutiebiologen. Allen accepteren universele gemeenschappelijke afstamming over deep time. Een van hen doet dat zelfs op nogal clovistische wijze. Als laatste geeft dr. Gijsbert van den Brink een overzicht. Ik hoop dat hij in zijn lezing ook de kritische evolutienoot een plaats geeft. Op de derde dag valt spreker dr. John Walton op. Deze BioLogos-spreker is speciaal vanuit Amerika overgevlogen om zijn visie op de historische Adam te presenteren.5 De spreker is ook bekend vanwege zijn protestactie tegen het tonen van de film Is Genesis history? op de campus.6 Op de derde dag zijn er drie sprekers die opvallen. De eerste spreker is dr. Deborah Haarsma, directeur van BioLogos. BioLogos is een platform voor theïstische evolutie in de VS. Een organisatie met een sterk anti-creationistische agenda. De vierde spreker geeft zijn visie op het evolutieonderwijs op een evangelische middelbare school in Nederland (Teaching Evolution at an Evangelical Secondary School in the Netherlands). Waarom niet naast deze docent ook een creationistisch docent uitgenodigd die spreekt over het scheppingsreferentiekader? De laatste spreker is dr. Héloïse Dufour. Zij spreekt over EVOKE, een project dat de acceptatie van de natuurfilosofie van universele gemeenschappelijke afstamming wil vergroten. Ze sprak in 2017 op een EVOKE-congres en een van haar vragen was hoe onderwijzers en anderen het creationistische verhaal kunnen tegenspreken. Samen met dr. Hans Degens schreef ik al een tijd geleden over dit EVOKE-project.7 Deze dag lijkt te zijn ingericht om de bijzondere scholen voor Basis- en Voorgezet Onderwijs klaar te stomen voor (theïstische) evolutie. Dat zien we ook aan de vragen die gesteld worden aan het einde van de dag. Bij de eerste vraag wordt een vals dilemma opgeworpen van wetenschap vs. geloof. Ook creationisten verdedigen ‘origin theories’, denk maar aan discontinuity systematics of de baranoomtheorie. De volgende vraag is of biologiedocenten (dat is wat anders dan teachers of evolutionary biology, biologie is meer dan evolutie) evolutie als wetenschap dienen te kwalificeren. De volgende twee vragen gaat over de evolutieweigeraars (zowel docenten als studenten) en hoe daar mee om te gaan. Als laatste is de vraag of de evolutietheorie ook niet in de basisschool onderwezen moet worden. Zelf denk ik dat groep 8 geschikt is voor een tweemodellenonderwijs, waarbij enerzijds het scheppings- en anderzijds het evolutieparadigma onderwezen wordt. Dit is het geval in de geweldige methode Wondering the World.8 Op de laatste dag van het congres spreekt dr. Herman Philipse, een van de bekendste atheïsten van Nederland. Het is jammer dat op de sprekerslijst geen enkele creationistische academicus aan het woord wordt gelaten. Sommige sprekers die wel aan het woord worden gelaten, laten een sterk anti-creationistische agenda zien. Is dit congres niet anders dan een strategische zet om (theïstische) evolutie in de scholen en kerken onderwezen te krijgen en het klassieke scheppingsgeloof de deur te wijzen?
Deelnemers
Het congres is volgeboekt. Volgens de deelnemerslijst zijn er 58 deelnemers.9 Onder die deelnemers zijn vooral theïstische evolutionisten. We zien veel namen van Nederlandse theïstische evolutionisten: Duur Aanen, Gijsbert van den Brink, Cees Dekker, Sander van Doorn, Herman van Eck, Ab Flipse, René Fransen, Gerdien de Jong, Everard de Jong, Marnix Medema, Jitse van der Meer, Jeroen de Ridder en René van Woudenberg. Is dit congres niet anders dan een strategische zet om (theïstische) evolutie in de scholen en kerken onderwezen te krijgen en het klassieke scheppingsgeloof de deur te wijzen?
Tenslotte
Het Nederlands Dagblad schreef dat de organisatie het erom gaat óf evolutie en geloof te combineren zijn.10 Vanuit het programma wordt wel duidelijk dat dit geen vraag is, maar als gegeven wordt verondersteld. Een kritische noot op universele gemeenschappelijke afstamming over deep time ontbreekt volledig. Laat staan dat er wetenschappelijke alternatieven als het scheppingsparadigma en/of Intelligent Design aan bod komen. Hoe ver zijn we in de evolutie-acceptatie en welke hordes moeten er nog worden genomen? Dat lijkt de hoofdvraag van dit evolutiecongres. Deze hoofdvraag had beter kunnen luiden: hoe brengen we de scholen en kerken weer terug bij het klassieke scheppingsgeloof en een werkelijkheid die wetenschappelijk beschreven wordt binnen een scheppingsreferentiekader? We moeten ons niet laten leiden door de naturalistische ontstaansmythe van universele gemeenschappelijke afstamming over deep time, maar door het Levende Woord. Hij was bij het begin aanwezig, door Hem zijn alle dingen gemaakt. Acceptatie van universele gemeenschappelijke afstamming over deep time leidt tot grote theologische problemen en ondermijning van het Schriftgezag. Dat laatste leidt onherroepelijk tot grote twijfel en zelfs kerkverlating.11
Dit artikel werd in 2018 geschreven.
Voetnoten
Welshe naturalisten willen creationistisch onderwijs censureren
Volgens naturalisten moet iedereen, koste wat het kost, Universele Gemeenschappelijke Afstamming accepteren. Al eerder liet bijvoorbeeld EVOKE weten dat men 80% evolutie-acceptatie per Europees land veel te weinig vindt.1 De Raad van Europa bestempelde in 2007 het ‘creationisme’ zelfs als staatsgevaarlijk.2 Maar hoe meer men probeert dit creationistische wereldbeeld met wortel en tak uit te roeien, hoe harder het groeit. Stevigere maatregelen zijn daarom nodig, geen onderwijs maar censuur. Naturalistische wetenschappers roepen de Welshe regering ertoe op om creationistisch onderwijs(materiaal) te verbieden.
De Welshe regering buigt zich momenteel over een nieuw nationaal curriculum. Ze willen het onderwijs in Wales drastisch herzien. In Wales bestaat de mogelijkheid om leerlingen les te geven vanuit het creationistische wereldbeeld. Ook evolutie wordt slechts eenmaal genoemd en dan slechts in het curriculum voor het Voortgezet Onderwijs. Beide zaken zijn een doorn in het oog van de naturalist. Creationistisch onderwijs zou verboden moeten worden. Naturalistisch onderwijs wordt, volgens de naturalist, té laat en té weinig onderwezen. Universele Gemeenschappelijke Afstamming moet daarom al op de basisschool worden aangeboden.
Om de regering met klem op te roepen liet een lobby van 46 naturalistische en theïstisch evolutionistische wetenschappers, leraren en wetenschapsorganisaties van zich horen. Ze schreven begin van deze maand (september 2019) een open brief aan de Welshe minister van Onderwijs, Kirsty Williams. In de open brief voeren ze een pleidooi voor het opnemen van de evolutietheorie in het basisschoolcurriculum en willen ze het ‘creationisme’ verbieden. Naturalisten willen graag een monopolie binnen de wetenschapsbeoefening. De opstellers maken zich ernstige zorgen dat er concurrentie op de markt komt in de vorm van het scheppingsparadigma gebaseerd op het klassieke scheppingsgeloof. Creationistische wetenschap mag geen enkele schijn van kans maken. Universele Gemeenschappelijke Afstamming moet daarentegen verplicht worden gesteld. Kinderen op deze wijze eenzijdig onderwijzen noemen we ook wel indoctrinatie.
De drijvende kracht achter de brief is de organisatie Humanists UK, tot 2017 bekend als de British Humanist Association. Humanists UK wil naar eigen zeggen niet-religieuze mensen met elkaar verbinden. Deze groep leidde in 2014 de ‘succesvolle’ campagne ‘Teach evolution, not creationism!’ in Engeland. Dit leidde tot een verbod op creationistisch onderwijs in Engeland. Nu is het censuurvirus ook naar Wales overgewaaid. De coördinator van de Humanists UK in Wales geeft nota bene aan niet op de hoogte te zijn van creationistisch onderwijs binnen Welshe scholen. Ze geeft wel aan dat de scholen met het nieuwe meer flexibiliteit heeft met betrekking tot de lesinhoud. Hierdoor zou het voor een school nog makkelijker zijn om het scheppingsparadigma als wetenschap te onderwijzen. Een gevecht tegen casusvoorbeelden en daarmee een gevecht tegen windmolens. De oproep tot censuur is helaas niet slechts een humanistisch initiatief, ook Simon Barrow, directeur van de christelijke denktank Ekklesia, steunt de oproep van de naturalisten. Daarnaast heeft de bekende Anglicaanse priester prof. Michael Reiss ondertekend. Gelukkig komen Welshe creationisten als John MacKay in verzet tegen de oproep tot censuur. Volgens hem is het van essentieel belang dat de leerlingen ook weten waar het scheppingsparadigma voor staat. De onafhankelijke religieuze scholen zullen niet getroffen worden door deze mogelijke censuur, zij kunnen in hun lessen nog steeds het creationistische wereldbeeld onderwijzen tegenover het naturalistische wereldbeeld. Een tweemodellen onderwijs is voor de kinderen verrijkender dan eenzijdig onderwijs in de naturalistische natuurfilosofie van Universele Gemeenschappelijke Afstamming. Want dat laatste heet met recht indoctrinatie en heeft niets met vrijdenkerij te maken.3
Dit artikel is geschreven in 2019.
Voetnoten
AI kans of bedreiging voor bezielend onderwijs?
Terwijl kunstmatige intelligentie behoort tot de oude, sterfelijke wereld, komt christelijk onderwijs op vanuit de nieuwe schepping. Als we onze jongeren vormen, vormen wij hun ziel in dit licht.
Elke 18 tot 24 maanden verdubbelt de rekencapaciteit van de chips in onze computers en smartphones. Deze buitengewoon krachtige groei tart elke verbeelding. Als we ons proberen voor te stellen hoe deze rekenkracht zich ontwikkelt, kan een enkele chip in 2050 meer rekenkracht hebben dan de hele wereldbevolking bij elkaar.
De eerste contouren van de gevolgen hiervan tekenen zich reeds af. Een zelfsturende auto is veiliger dan een auto met een menselijke bestuurder. In Eindhoven is men bijna zo ver dat een kunstmatig voetbalteam beter voetbalt dan een menselijk team. In Israël is men heel ver met het op elkaar afstemmen van alle wapensystemen onder controle van AI (artificial intelligence, kunstmatige intelligentie), omdat de mens de rekenkracht niet heeft om het overzicht te bewaren.
Ook in de medische wetenschap zijn de vooruitzichten veelbelovend: robots die operaties uitvoeren, zeldzame syndromen weten te detecteren en veel nauwkeuriger tumoren herkennen. En wat te denken van de mogelijkheden van Musks Neuralink: prothesen die aangestuurd kunnen worden, magnetische velden die depressies effectief tegengaan of implantaten in onze hersens om onze kennis op te waarderen.
AI raakt ook onze geestelijke vermogens. De robot kan al jaren beter schaken dan de mens. De Bijbel vertalen lukt beter met behulp van AI. Wie op internet naar een filmpje van robot Sophia zoekt, ziet deze staatsburger van Saoedi-Arabië in gesprek met een lichtelijk zenuwachtige interviewer van de BBC.
Individuele afstemming
De vraag is wat AI voor het onderwijs betekent. Er zijn tal van positieve overwegingen te geven. AI betekent dat we het onderwijs veel beter kunnen personaliseren. In plaats van ”one size fits all” (iedereen hetzelfde onderwijs) kunnen we het leerproces afstemmen op de individuele leerling. Daarmee doen we recht aan persoonlijke talenten.
Bovendien zijn we ook in staat om het onderwijs beter te laten aansluiten bij de menselijke geest. Het huidige onderwijs behoort meer bij de moderniteit dan bij de postmoderniteit. Kennisverwerving staat nu centraal. Ook de strakke lestijden horen meer bij de moderniteit dan bij de huidige situatie. Dat geldt ook voor het afnemen van toetsen. Die worden bovendien gestuurd door een systeem van wantrouwen. In plaats dat we sturen op de kracht van leerlingen sturen we op hun zwakten.
Zou AI geen geweldige mogelijkheid bieden om hierin een slag te maken? AI kan het onderwijs veel uitdagender maken. Bovendien kan inzicht veel interactiever, en dus effectiever, worden verworven. Het is toch geweldig als onze leerlingen kunstmatig (met ”virtual reality”) het oude Rome kunnen beleven, een ruimtereis kunnen meemaken of de ontbossing in het Amazonegebied van nabij kunnen bekijken? Zo zullen we in ons onderwijs niet alleen de intelligentie aanspreken, maar ook de verbeelding, de toegenegenheid en het verlangen. De betrokkenheid van de leerlingen zal toenemen.
En dan hebben we het nog niet over het schrijnende tekort aan onderwijsgevenden. Bovendien zijn robots altijd goed in vorm. Ze kunnen updates van de nieuwste pedagogische inzichten ontvangen. En… de digitale docent is 24/7 beschikbaar.
Kritische stemmen
Moeten we AI zien als de uitvinding van de boekdrukkunst, of als internet, dat zowel een „stap ten hemel als een stap ter hel” (dichter en historicus Da Costa) was? Is AI in zichzelf neutraal en hangt het enkel af van het gebruik dat we ervan maken? Vanuit onze calvinistische traditie zijn we geneigd om positief te denken over de gaven van de Geest in de schepping. We kunnen er ook aan denken dat het gebruik van de schepping goed is, mits het geheiligd wordt door het Woord en het gebed (1 Timotheüs 4:4-5).
Er zijn ook stemmen die veel kritischer zijn. Die vergelijken AI niet met techniek in het algemeen, maar met een specifieke ontwikkeling, zoals de ontwikkeling van een atoombom. Dat gaat veel verder dan de vraag hoe we moeten omgaan met werkstukken die via ChatGPT gemaakt zijn. Niemand minder dan de wis- en natuurkundige Stephen Hawking noemde AI het einde van de wereld. We kunnen het ons voorstellen: stel dat Poetin als eerste de beschikking zou krijgen over superintelligentie?
Betekent AI een opwaardering van de mens tot ”cyborg”, een symbiose van mens en computer? Betekent AI ook dat we de inhoud van onze geest in de cloud kunnen kopiëren om het in een ander lichaam over te planten? Komt onsterfelijkheid zo in ons blikveld?
Zonder ziel
Het wereldbeeld achter AI gaat terug op de filosoof Descartes, die dacht vanuit de ”ghost in the machine” (de geest in de machine van het lichaam). Nu gaan we een stap verder en materialiseren we zelfs de geest. Historicus en futuroloog Noah Harari bracht deze visie tot uitdrukking in zijn overtuiging dat de werkelijkheid teruggaat op data.
Als we zo over de mens denken, kan de robot wel eens de vervanger worden van de leerkracht. Misschien toont de robot wel meer empathie dan de leerkracht voor de groep. Maar heeft de robot ook liefde? Heeft de robot een ziel?
Al verduizendvoudigt de rekenkracht van AI, het is zonder ziel. En daarom zonder echte toegenegenheid, pijn, genot en verlangen. AI is zonder lichamelijkheid, wijsheid en moraliteit. Uiteindelijk is een robot niet echt intelligent. Onze ziel is een groter geheim dan het aflopen van algoritmen.
Dit betekent dat AI nooit be-ziel-ing kan brengen. Intuïtief voelen we dit allemaal wel aan. Op een conferentie van ”Brave New World” (naar een gelijknamig boek van Aldous Huxley) werd aan 150 mensen de vraag gesteld: „Als je geliefde sterft, houd je dan net zoveel van zijn/haar perfecte kopie?” 80 procent antwoordde ontkennend.
Onze geest gaat niet op in data maar is een mysterie: „Groot is dat vermogen, dat mijn geheugen is, geweldig groot mijn God! Een weidse, onbegrensde ruimte is het! Wie is er tot op zijn grond gekomen? En dit vermogen is een vermogen van mijn geest en behoort tot mijn natuur, en ikzelf vat niet alles wat ik ben. De geest is dus te beperkt om zichzelf te vatten. Maar waar zou het dan zijn, datgene wat hij van zichzelf niet vat? Zou het dan soms buiten hem zijn en niet in hem? Hoe komt het dan dat hij het niet vat? Verbazing bevangt mij daarover, diepe verbazing; verbijstering grijpt mij aan” (Augustinus).
Echte wereld
Voor christelijk onderwijs betekent dit een herwaardering van onze ziel. We hebben onze ziel te zeer geïsoleerd voor een abstracte bekering, die losstaat van het dagelijkse leven. Wat wij in het onderwijs doen, heeft niet alleen betrekking op de oude wereld, omdat alles staat in het licht van de echte en eeuwige wereld. Terwijl AI behoort tot de oude, sterfelijke wereld, komt christelijk onderwijs op vanuit de nieuwe schepping (2 Korinthe 5:17). Als we onze jongeren vormen, vormen wij hun ziel in dit licht.
Zonder deze vorming zijn docenten vervangbaar door een robot… Onze hele persoonlijkheid en alle deugden doen mee in de vorming van onze leerlingen. Bidt een robot voor de leerling? Gods Geest werkt via de menselijke interactie van ziel tot ziel, zoals McCheyne treffend vertolkte: „Spreek voor de eeuwigheid, ontwikkel in de eerste plaats uw eigen geest. Eén woord dat u spreekt als uw geest zuiver is en uw hart van Gods Geest is vervuld, weegt op tegen tienduizend woorden gesproken in ongeloof en zonde.”
Dit artikel is met toestemming van de auteur overgenomen uit het Reformatorisch Dagblad. De volledige bronvermelding luidt: Vlastuin, W. van, 2023, AI kans of bedreiging voor bezielend onderwijs?, Reformatorisch Dagblad 53 (154): 34-35 (artikel).
Volt Nederland wil bijzonder onderwijs de das om doen – Pleidooi voor afschaffen bijzonder onderwijs in concept verkiezingsprogramma
De vrijheid van onderwijs is in Nederland een grondrecht, verankerd in de Grondwet. Artikel 23 van de Grondwet ligt echter vaak onder vuur. Volt Nederland (onder leiding van Dassen) is een politieke partij die naar eigen zeggen zoekt naar verbinding en inclusiviteit. In het concept verkiezingsprogramma voor de komende verkiezingen willen zij echter het financieren van religieus onderwijs afschaffen. Een onnodig polariserend voorstel dat juist exclusiviteit laat zien.1
Concept verkiezingsprogramma
In paragraaf 3.3 gaat het over het onderwijs onder de titel ‘Gelijke kansen in het onderwijs’. Daar lezen we op bladzijde 65 het volgende:
”We houden op met het financieren van religieus onderwijs. Voor een open samenleving is het nodig dat kinderen uit alle geloofsovertuigingen elkaar al op school kunnen leren kennen. Door te stoppen met het bekostigen van scholen die een of meerdere geloofsovertuigingen uitdragen, zullen kinderen met verschillende wereldbeschouwingen elkaar eerder ontmoeten en van elkaar leren. Voor het realiseren van dit voorstel is aanpassing van artikel 23 van de Grondwet nodig.”
Overigens is niet alleen het bijzonder onderwijs de klos, maar ook privéscholen moeten worden afgeschaft. Dit zou namelijk kansenongelijkheid veroorzaken. Bovendien vindt Volt dat er op scholen aandacht moet zijn voor medialessen, ‘inclusieve’ geschiedenislessen, ‘inclusieve’ seksuele educatie, racisme en discriminatie. Volt geeft aan dat zij het bovendien belangrijk vinden dat er in het onderwijs meer aandacht komt voor Europees burgerschap, kunstmatige intelligentie (AI) en dat het onderwijs meer digitaal vormgegeven moet worden.
Het bijzonder onderwijs de das om doen?
Bijzonder onderwijs is een zegen. De Heere geeft in dit land nog steeds de ruimte om kinderen te onderwijzen en op te voeden vanuit het christelijk wereldbeeld. Dagelijks kunnen de kinderen zich laven aan de Bron der bronnen en worden ze gewezen op de Enige Troost die nodig is, beide in dit leven en in het sterven. Bijzonder onderwijs is daarom voor de kinderen van levensbelang. We mogen onze scholen nog hebben en Nederland neemt daarin haar eigen unieke plaats in. Overigens is daar wel een stevige schoolstrijd aan vooraf gegaan. Wanneer kinderen op de basisschool, in een veilige omgeving, hun wereldbeeld leren verwoorden, zal dit ook een positief effect hebben op de samenleving. Op latere leeftijd zullen deze leerlingen minder gefrustreerd raken als ze met andersdenkenden in gesprek geraken. Ze hebben immers hun eigen standpunt op degelijke wijze leren verwoorden. Reformatorische ouders sturen hun kinderen, als het goed is met een biddend hart, naar reformatorische scholen. Het wordt anders als dit reformatorische onderwijs wordt afgeschaft. Het onderwijs dat Volt op het oog heeft zal vanuit een seculiere geest gegeven worden en onze kinderen zullen onder andere ondergedompeld worden in materialisme, hedonisme en naturalisme. Bij seksuele opvoeding zal ruimte geboden worden aan opvattingen die bewust of onbewust Gods geboden, die goed zijn voor alle mensen, met de voeten treden. Biologie, aardrijkskunde en geschiedenis zal vanuit naturalistische leest gegeven worden2, met als uitgangspunt miljarden jaren, universele gemeenschappelijke afstamming en andere naturalistische natuurfilosofieën waarin God als Schepper en Onderhouder geen plaats heeft.3 Het voorstel van Volt zal eerder groepen tegen elkaar opzetten, dan dat dit voorstel verbindend zal werken. Neem bijvoorbeeld voorlezende drag queens. In het openbaar onderwijs veroorzaakten deze drag queens bij sommige ouders al ophef, laat staan als daar, vanwege de aanpassingen van Volt, ook nog een flink aantal christelijke ouders bij komen. Het thuisonderwijs onder christelijke ouders zal groeien. Sommige ouders hebben echter daar de bevoegdheid of mentale capaciteiten niet voor. Kansenongelijkheid zal daardoor toenemen. Of kinderen zullen bij ongewenste activiteiten thuisgehouden worden, waardoor de onderwijstijd van deze kinderen afneemt en deze kinderen achter raken bij hun klasgenoten. Een exclusief en onnodig polariserend voorstel, waarvan de exacte reden onduidelijk blijft. Het gaat gelukkig nog om een conceptvoorstel en Volt kan dit onderdeel uiteraard nog schrappen of herschrijven. Laat dat onze wens en bede zijn! Waarom zou er tijdens deze verkiezingscampagne een hernieuwe polariserende schoolstrijd plaats moeten vinden?4
Voetnoten
Maanlander van Apollo 11 draagt bij aan een rijke leeromgeving
Kinderen in de basisschool hebben baat bij een zogenoemde rijke leeromgeving. Een rijke leeromgeving met veel materialen en mogelijkheden zou leerlingen stimuleren tot het zelf oplossingen bedenken en zich creatief te ontwikkelen. Speelgoed zou daarbij kunnen helpen.1
Maanlanding
In de hoogste groepen van de basisschool komt bij de zaakvakken de maanlanding van 20 juli 1969 voorbij. Sommige mensen staan sceptisch tegenover deze maanlandingen en betwijfelen of ze daadwerkelijk wel zo gebeurd zijn. Deze argumenten van deze sceptici moeten uiteraard weersproken worden en dat kan door foto- en geluidsmateriaal. Alleen de meer cognitief-intelligentere kinderen zijn geïnteresseerd in deze argumenten. Andere kinderen willen vooral weten hoe die maanlanding gegaan is. Of het ethisch verantwoord is om naar de maan te reizen, is ook een vraag die we de kinderen moeten stellen. Mogen we wel naar de maan?2
LEGO CREATOR
Ter gelegenheid van het vijftig jarige maanlandingsjubileum bracht LEGO CREATOR een maanlander uit van LEGO.3 Een prachtig object om te hebben in deze rijke leeromgeving, al zijn er geloof ik wel goedkopere nabootsingen van deze maanlander. Het instructieboekje bevat vooraf foto’s en een tijdlijn van de maanlandingen. De tijdlijn loopt van de lancering tot de landing terug op aarde. Het bouwen van de maanlander wordt geadviseerd voor jongeren vanaf een jaar of 16. Toen ik op bezoek was bij Space Expo in 2020 zag ik deze LEGO-maanlander ook in de vitrine staan. Dit laat zien dat het bouwwerk geschikt is voor een rijke leeromgeving. Samen met de LEGO Saturn V raket is de maanlanding van 1969 ook uit te beelden voor de klas.4
Voetnoten
Geneeskunde of Klassieke Talen? – Een gesprek tussen een VWO-6 leerling en Alex Thomson (MA)
Onlangs verscheen er een nieuw jongerenblad onder de titel Nabij Jou.1 Het is een initiatief van het Deputaatschap Opvoeding, Onderwijs en Catechese (DOOC), uitgaande van de Gereformeerde Gemeente in Nederland, en de Vereniging tot Bevordering van SchoolOnderwijs op Gereformeerde Grondslag (VBSO). Het blad verschijnt acht keer per jaar. In de derde uitgave een interessant gesprek tussen een leerling van VWO-6 en classicus Alex Thomson (MA) over een eventuele vervolgstudie en een verwijzing naar Weet Magazine.

Weet Magazine
Deze week is het de zogenoemde Week van de Schepping.2 In deze derde uitgave van Nabij Jou wordt daarom aandacht gegeven aan geloof en (natuur)wetenschap. In de maand maart komt de natuur weer ‘tot leven’. Hierin is de hand van God te zien (Genesis 8:22). “De meeste mensen in ons land geloven niet in een God Die alles laat groeien en bloeien. Zij geloven niet in Jeremia’s worden: Gij hebt de hemelen en de aarde gemaakt, door Uw grote kracht en door Uw uitgestrekte arm.” Ongetwijfeld zullen reformatorische jongeren met dergelijke denkbeelden in aanraking komen. Daarom is het goed om argumenten te verzamelen vóór de schepping en contra evolutionaire denkbeelden. “Want ondanks dat we een geloofsleer hebben, sluiten Bijbel en Wetenschap elkaar niet uit.” Redacteur Marco Visser verwijst voor meer informatie hierover naar Weet Magazine. “Hierin lees je dat het Bijbelse scheppingsverhaal en wetenschap elkaar niet uitsluiten.”3 Het is goed dat dergelijke creationistische populair-wetenschappelijke tijdschriften onder aandacht komen in reformatorische jongerenbladeren.4
Vervolgstudie
Jongeren die binnenkort examen hopen te doen, denken flink na over een vervolgstudie. Dat kan leiden tot keuzestress. Welke studie moet ik kiezen? Welke studie past het best bij mijn talenten en karakter? Kan ik mijn talenten ook in Zijn dienst besteden? Niet eenvoudig om op dergelijke vragen een antwoord te vinden. Gelukkig kennen de meeste scholen voor Voortgezet Onderwijs een decaan die de leerlingen daarbij kan helpen. Al eerder adviseerde ik een studie op te pakken ‘in deze vakgebieden en wie weet kun je later als expert bijdragen aan het debat ten voordele van het scheppingsreferentiekader’.5 In Nabij Jou lezen we een verslag van een gesprek tussen een VWO-6 leerling en classicus Alex Thomson (MA)6
Roeping
Lisa de Jong (17) ontdekt na het gesprek met Thomson hoe belangrijk klassieke talen zijn. “Ze praat met hem over studeren in onze tijd, maar ook over het herkennen van een goddelijke roeping.” Voordat het gesprek start vertelt Thomson eerst iets over zichzelf. Hij is geboren in Engeland. Naast talloze activiteiten geeft hij les in Grieks en Hebreeuws aan studenten van de theologische school van de Gereformeerde Gemeenten in Nederland. Lisa twijfelt of ze moet gaan voor een studie Geneeskunde of Klassieke Talen. Hoe maakt zij de goede afweging? Thomson adviseert om datgene te ‘gaan studeren waarvoor je aanleg hebt’. Hij ziet dat als Bijbels en verwijst naar Spreuken 22:6, waarin wordt opgeroepen het onderwijs te laten aansluiten bij hoe het kind is. “De denkkracht is door God ingegeven. Als je merkt waar je denkkracht ligt, waar je zogezegd goed in bent, ben je al op weg om je Goddelijke roeping te onderkennen.” Verder wijst Thomson op verlangen. “Blijft dat verlangen, laat ik zeggen meer dan een half jaar, dan heb je een sterke indicatie dat dat je beroep kan worden. Als het uiteraard een eerlijk beroep is.”
Economisch nut
Waarom zou je Klassieke Talen studeren? Veel mensen denken tegenwoordig veelal aan het economische nut van een studie. Wat heb ik eraan, wat verdien ik ermee? Bij het bestuderen van Klassieke Talen leer je echter meer dan alleen de taal zelf. Thomson verwijst naar de Gouden Eeuw, waar studenten standaard Grieks en Latijn kregen: “Het doel was om hun éigen taal daardoor beter te kennen en om beter leiding te kunnen geven, bijvoorbeeld in een stadsbestuur. Een tekst is niet zomaar een verhaal, maar het is een argument met hoofdzaken en bijzaken. Die verschillende onderdelen leerden studenten het beste herkennen door de klassieke talen te bestuderen. Ze konden zo heel makkelijk laten zien of een argument klopte.”
Universitaire wereld
De universitaire wereld kan voor een leerling van VWO-6 bedreigend aanvoelen. Zeker als deze leerling op een vertrouwde reformatorische school gezeten heeft. Thomson geeft aan dat het studieklimaat de laatste jaren steeds meer antichristelijk is geworden. “Het is doordrenkt van de gedachte dat alles voor iedereen mogelijk moet zijn. Rectoren van universiteiten kennen de Bijbel niet meer.” Daartegenover staat, waar Thomson al eerder op wees, dat de denkkracht door God ingegeven is. “Christenen moeten daarom de laatsten zijn die bezwaar hebben tegen het bestuderen van de klassieke talen.” Immers, als jongeren geen Klassieke Talen ‘studeren, hebben we vanaf de volgende generatie geen Bijbelvertalers meer!’ 7
Voetnoten
Bouwen aan een creationistisch wereldbeeld – (Literatuur)onderzoek ter onderbouwing van een bijbelgetrouw standpunt
Creationistisch onderzoek is belangrijk voor de opbouw van een creationistisch wereldbeeld. Ik, Jan van Meerten, wil met deze website bouwen aan dit creationistische wereldbeeld. Daarvoor doe ik onder andere (literatuur)onderzoek. Hieronder de grote thema’s waarmee ik mij de afgelopen jaren heb bezig gehouden en waarvoor ik mij de komende jaren, als de Heere de gezondheid en het leven geeft, wil inzetten. Achter het dikgedrukte thema een korte omschrijving. Na de overkoepelende thema’s ook enkele thema’s die kleiner en meer doelgericht zijn opgezet. Als laatste enkele thema’s die ik al jaren als hobbythema heb en graag ook verder uitbouw.
Overkoepelde thema’s
Geschiedenis van scheppingsleer en scheppingsmodel in de periode 1800-1925. Veel sceptici geven aan dat het door hen zo genoemde creationisme ontstaan is met de activiteiten van George McCready Price en de bekende Scopes Trial (1925). De literair-historische lezing van Genesis zou een moderne uitvinding zijn van de laatste honderd jaar. Als het gaat om de scheppingsleer dan lijkt het er echter op dat de eerste 1800 jaar het grootste gedeelte van de kerk de verhalen in Genesis (in ieder geval voor het grootste gedeelte) opvatte als historische gebeurtenissen. In de 18e eeuw waren er zondvloedgeologen en theologen die uitgingen van een historische zondvloed. Sommigen zien de rede van geoloog en natuurtheoloog Adam Sedgewick in 1831 als de grafrede van de zondvloed. Is het daarna stil geworden? Met dit onderzoek naar boeken en artikelen van Nederlandse predikanten, onderwijzers, theologen en natuurwetenschappers van 1800-1925 wil ik aantonen dat het tegendeel waar is. Ik begin daarbij bij de afgescheiden en dolerende kerken (1834-einde van het onderzoeksgebied) en de kring rond het zogenoemde Reveil (1817-ca 1865), maar hoop dat later breder te kunnen trekken.
Visie Gereformeerde Gezindte op schepping of evolutie vanaf 1925. Zelf aangesloten bij de Gereformeerde Gemeente doe ik graag onderzoek naar de visie van de Gereformeerde Gezindte in de breedste zin van het woord op schepping en evolutie. Deze periode start in 1925, omdat in het vorige onderzoek genoemde periode dan eindigt. Onder de Gereformeerde Gezindte versta ik de volgende kerken en groeperingen: Gereformeerde Bond binnen de Protestantse Kerk in Nederland, Hersteld Hervormde Kerk, Voortgezette Gereformeerde Kerken in Nederland, Gereformeerde Kerken vrijgemaakt, Nederlands Gereformeerde Kerken, Gereformeerde Kerken Nederland, de Gereformeerde Kerken (hersteld), Christelijke Gereformeerde Kerken, Gereformeerde Gemeente, Gereformeerde Gemeente in Nederland, Gereformeerde Gemeente in Nederland buiten verband, Oud Gereformeerde Gemeenten in Nederland en diverse vrije gereformeerde kerken en evangelisaties.
Geologie van de Benelux. Creationisten uit Nederland, België en Luxemburg (Benelux) hebben de afgelopen jaren relatief weinig aandacht besteed aan de geologie van de Benelux. Rond de millenniumwisseling was er een expositie over ijstijden op Urk, drs. Tom Zoutewelle van Creaton organiseert jaarlijks excursies naar de Ardennen, drs. Hans Hoogerduijn heeft als het gaat om de Ardennen in privésfeer artikelen geschreven, ing. Stef Heerema schreef en sprak over de zoutlagen in Noord-Nederland en ijstijdverschijnselen en ing. Cok van der Louw schreef in het verleden een brochure over de zondvloed in Nederland en deed wat veldwerk. Het is hard nodig dat er meer veldwerk en literatuurstudie wordt gedaan door creationisten naar de ondergrond van de Benelux. Graag zou ik samen met een groep studenten en academici werken aan veldwerk, literatuurstudie en publicaties over de ondergrond van de Benelux in creationistisch perspectief.
Geologie van Hongarije. Creationisten hebben erbarmelijk weinig nagedacht over de geologie van Hongarije. Samen met Lorens Knap van Hongarije Holidays heb ik een vijfdaagse geologie-excursie naar Hongarije georganiseerd. We hebben daar vulkanische afzettingen, zand- en kalksteenformaties en grotten bekeken. Ik hoop de geologische locaties verder in kaart te brengen, (literatuur)onderzoek te doen en de geologische en paleontologische zaken te beschouwen binnen een creationistisch wereldbeeld.
Onderbouwing zondvloed/post-zondvloed-grens. De zondvloed/post-zondvloedgrens is een discussiepunt onder creationisten. Sommige creationisten beweren dat de geologische kolom van ná het Precambrium ná de zondvloed is afgezet. Andere creationisten denken dat de zondvloedgrens om en nabij het Perm ligt of iets lager, in het Devoon. Weer andere creationisten geven aan dat de grens om en nabij Krijt/Paleogeen ligt. Nog weer andere creationisten denken dat de grens in de buurt van de Mioceen/Plioceen-grens ligt. En als laatste zijn er creationisten die aangeven dat de zondvloedgrens boven de zogenoemde ‘ijstijdafzettingen’ ligt. Ik ben mijn hele creationistische leven hier al over na aan het denken en mijn voorkeur gaat momenteel uit naar de Krijt/Paleogeen-grens als interessante werkhypothese. Hiervoor wordt door verschillende academische creationisten onderbouwing gegeven. Maar zijn die argumenten overtuigend genoeg? De tijd zal het leren.
Scheppings-, paradijs- en zondvloedverhalen. Bij aloude volkeren zijn talloze schepping-, paradijs- en zondvloedverhalen te vinden. Het is goed om deze verhalen in kaart te brengen en te kijken hoe ze aan elkaar verwant zijn. Veel oudtestamentici kijken daarbij slechts naar het Midden-Oosten, maar mijn doel is om dit gegeven wereldwijd te bezien!
Menselijke evolutie. In de afgelopen honderdvijftig jaar zijn er verschillende mensachtigen gevonden. De vraag rijst op groot de menselijke variatie is onder de mensachtigen. Creationisten schrijven al net zo lang als de vondsten over deze vondsten. Sommige creationisten zijn zeer stellig, anderen meer voorzichtig. Hoeveel evolutie kan de menselijke ‘soort’ aan en hoe groot was de variatie in het verleden?
Versmalde thema’s
Mount St. Helens. In 1980 blies de vulkaan Mount St. Helens zijn top eraf. Dat leidde tot allerlei geologisch interessante verschijnselen. Creationisten hebben deze verschijnselen in kaart gebracht en daar over gepubliceerd. Ik ben deze publicaties aan het verzamelen en wil dat samenvatten in een groot verhaal zodat we in Nederland ook mee kunnen genieten van dit creationistische onderzoek. Replieken op dat onderzoek moeten worden weersproken en zo nodig weerlegd zodat dit een icoon kan blijven van het catastrofisme.
St. Joris en de draak. Dankzij een sponsor ben ik in 2018 op bezoek geweest bij het Creation Museum van Answers in Genesis. De video’s die in het Creation Museum getoond worden zijn in een collectie dvd’s uitgegeven: The Creation Museum Collection. Eén dvd in deze collectie gaat over draken en beeldt aan het begin de legende van St. Joris en de draak uit. Er is kritiek gekomen op het gebruik van deze legende door creationisten. De draak in het verhaal zou in de oorspronkelijke verhalen niet voorkomen. Joris zou in dat geval nooit met een draak gestreden hebben. De draak is later toegevoegd. Indien dat het geval is, kunnen wij het verhaal niet gebruiken ten gunste van de vanuit ons wereldbeeld opkomende gedachte dat mensen en dinosauriërs samen geleefd hebben. Daarom wil ik onderzoek doen naar de herkomst en de receptiegeschiedenis van deze legende door de eeuwen heen.
De planetologie van ons zonnestelsel. Ons zonnestelsel heeft mij al vanaf mijn vroegste jaren gefascineerd. Hoe kan het zo zijn dat slechts op aarde leven voorkomt? Is dit zonnestelsel werkelijk zo oud als naturalistische wetenschappers beweren? Hoe zijn de geologische verschijnselen op manen en planeten in ons zonnestelsel ontstaan? Met dit afgebakende, maar uitgebreide onderzoek, wil ik mij daarmee bezig houden.
RATE-project. Binnen dit versmalde thema wil ik op zoek naar materialen rondom het zogenoemde RATE-project. Er is door de jaren heen veel materiaal over geschreven, vervolgonderzoek gedaan etc. Ik zou dat vervolgonderzoek graag willen samenvatten in een artikel, een ander artikel wijden aan het (voor)traject en in een laatste artikel alle kritieken bundelen.
Walvissen van de Pisco-formatie. Een van de paradepaardjes van creationistisch onderzoek vind ik de walvissen van de Pisco-formatie. Binnen dit versmalde thema wil ik het onderzoek samenvatten, werken aan een of meerdere artikelen over dit onderzoek en zo het in Nederland bekendmaken.
Hobbythema’s
Genealogie van het geslacht Van Meerten. Ik ben al jaren bezig met de genealogie van het geslacht Van Meerten. Veel materiaal heb ik in uitgeprinte of (digitaal) offline vorm. Ik zou deze genealogie graag voor een breed publiek bekendmaken zodat mijn familieleden of ‘geslachts’genoten mee kunnen denken en mee kunnen genieten.
Betuwse streekgeschiedenis. De eerste Van Meerten die in de bronnen voorkomt (zo rond 1100) is gevestigd in de Betuwe. Ik zou graag meewerken aan de Betuwse streekgeschiedenis tot aan 1900 om zo een beeld te krijgen van het leefgebied waarin mijn voorgeslacht woonde.
Dit artikel verscheen in 2019 op de oude website van ‘Oorsprong’ en is hier licht aangepast overgenomen. Omdat mijn gezondheid door hartfalen dagelijks broos is en ik veel bedlegerig ben lukt het niet om daadwerkelijk veldwerk te doen en zal het voorlopig bij literatuuronderzoek blijven. Gebed gevraagd of de Heere de middelen wil zegenen! Dit is een werkdocument en kan aangepast worden!