Zwart-wit sociaal

Het laatste stukje ging over een Zwarte Zee-eend in de Ambtse uiterwaarden.1 De vogel, voor het laatst gezien op 1 december, is inmiddels gevlogen. Stukken grasland stonden toen en staan nog onder water. Op een drassig stuk hadden Kokmeeuwen en Kieviten zich verzameld.

Kieviten komen buiten de broedtijd vaak voor in grote groepen. Ze trekken weg bij vorst. Ik telde er zo’n 80. Zo staan ze op de grond, zo zie je een groep in de lucht. De foto toont er twaalf van. U ziet vogels met witte onderzijde en vogels met zwarte bovenzijde. ANWB Vogelgids: ‘Dichte groepen tonen daardoor karakteristiek, zelfs op grote afstand zichtbaar “flikkerend” effect.’

Dat regelmatig kantelend zwart-wit in de lucht is prachtig om te zien. Wat bezielt die vogels toch? Weten ze dat van een zwenkende dichte groep vogels in de vlucht het voor een roofvogel moeilijker is om er één te pakken? Of zijn ze gewoon in een jolige bui en doen ze samen vluchtig sociaal? Een ding is zeker: individuen van grote groepen snel vliegende vogels botsen nooit op elkaar! Er vindt blijkbaar steeds een fine-tuning (precieze afstemming) plaats. Wonderlijk.

Elke vogel is al een wonder. En dan nog zo gezamenlijk vliegend en zwenkend door de lucht zwermen en dat zonder ongelukken: bijzonder. Als u iets moois gemaakt hebt dan vind u het fijn om een compliment te krijgen. Vogels maken zo functionerend dé Architect groot. En wij? Vogels zijn door toeval geëvolueerd? Hoe kleindenkend zijn wij. Hoe groot is Hij!

Dit artikel is met toestemming van de auteur overgenomen uit Het GemeenteNieuws. De volledige bronvermelding luidt: Kooij, H. van der, 2023, Zeldzwame zee-eend omgeving Greb!, Het GemeenteNieuws 22 (50): 9.

Voetnoten

Jeugdrubriek – Dicht

Heb jij weleens voor een dichte deur gestaan? Je kunt rammelen aan de deurklink, maar het helpt niets. Als je geen sleutel hebt, krijg je de deur niet open. Soms zie je mensen heel hard rennen naar de trein. Ze willen graag mee. Maar net voor ze willen instappen, gaat de deur dicht en rijdt de trein weg. Te laat. Voor veel mensen zal het eens voor eeuwig te laat zijn. Ze hebben genadetijd gehad. Ze zijn gewaarschuwd. Er is op de deur van hun hart geklopt. Ze hebben niet geluisterd. Dan komt de dood. De hemelpoort zit dicht. Te laat. Je kunt gaan roepen, kloppen, maar de deur gaat niet meer open. Wat zal dat verschrikkelijk zijn.

Toen de zondvloed kwam, was het voor heel veel mensen ook te laat. Noach had ze gewaarschuwd. Iedere hamerslag was een klop op het hart. Een roepstem: kom, kom, kom. Ze hadden hem uitgelachen en bestopt. Ze leefden gewoon door met hun zondige leven. Eten en drinken en vrolijk zijn. Honderdtwintig jaar lang heeft de Heere nog geduld gehad. Toen was het te laat. Op een dag komen er allerlei dieren naar de ark toelopen. De Heere stuurt ze zelf. Van de onreine dieren, die de mensen niet mochten eten en offeren, komen er twee. Een mannetje en een vrouwtje. Van de reine dieren komen er zeven. Drie paartjes, een mannetje en een vrouwtje, en één extra. Die mag na de zondvloed geofferd worden. Ook van de reine vogels komen er zeven. Van de onreine vogels twee. Van alle kanten komen ze aan. Een wonderlijk gezicht. Grote en kleine dieren. Noach geeft ze allemaal een plek in de ark. Zeven dagen duurt dit. Dan moet Noach ook zelf in de ark gaan, samen met zijn vrouw, zijn drie zonen en de vrouwen van zijn zonen. Als iedereen binnen is, doet de Heere de deur van de ark Zelf dicht. Er kan niemand meer in.

Na deze zeven dagen begint het te regenen. Niet zo maar een beetje! Maar net als met een wolkbreuk stroomt het water van de hemel naar beneden. Het water spuit ook uit de aarde omhoog. Bronnen onder de grond worden opengebroken. De mensen raken in paniek. Sommigen rennen nog naar de ark toe, maar de deur is dicht. Ze hebben Noach geroepen. Ze hebben zich aan de ark vastgeklemd of zijn op het dak geklommen. Maar door de honger en de regen zijn ze er vanaf gevallen. Anderen klimmen in een boom. Weer anderen naar een bergtop. Het water blijft maar stijgen. Na veertig dagen stopt het met deze geweldige regenbuien. Het is helemaal stil geworden. Ook hoor je geen angstkreten meer. Alle mensen en alle dieren zijn verdronken. God laat niet met Zich spotten. Heel de aarde staat onder water. Zelfs de hoogste bergtop is niet meer te zien. Op dat water van Gods toorn drijft de ark. Daarbinnen is leven. Daar zijn de mensen veilig. De ark wijst naar de Heere Jezus. Wil je in deze Ark komen, dan moet je alles van deze wereld loslaten. De deur is nog open. Straks gaat hij dicht!

Hij Zelf zal aan het wereldrond
Het recht doen horen uit Zijn mond;
De volken voor Zijn vierschaar stellen,
En daar ‘t rechtmatig vonnis vellen.

Psalm 9:8 (ber.).

Dit artikel is met toestemming van de auteur en de redactie overgenomen uit het Kerkblad der Oud Gereformeerde Gemeente in Nederland. De bronvermelding luidt: Veldhuizen-Bisschop, H. van, 2023, Dicht, Kerkblad der Oud Gereformeerde Gemeente 46 (23): 224.

Zeldzame zee-eend omgeving Greb!

Op 28 november was het heerlijk zonnig weer. Een fietstocht over de rivierdijken lokte me vanwege het hoge water. Overstroomd land trekt namelijk altijd vogels aan. Mijn eerste gang was over de Marsdijk richting hoeve De Ambtse. Op de dijk stond een turende vogelaar. Gevraagd of hij iets bijzonders zag: een in het binnenland zeldzame Zwarte zee-eend liet zich spotten! Zwarte zee-eenden broeden in Noord-Europa en zijn in Nederland als doortrekker en overwinteraar waar te nemen. Hoewel ze soms op zoete wateren opduiken, zijn ze toch sterk aan zout of brak water gebonden. Concentraties van vele tienduizenden vogels, soms nog meer, foerageren op schelpenbanken ten noorden van de Waddeneilanden (Sovon). Ik heb ze in mijn jonge prehistorische jaren daar wel eens gezien. De Zwarte zee-eend (Melanitta nigra) doet zijn naam eer aan: het is de zwartste eend op zee. De mannetjes zijn echt zwart, de vrouwtjes zijn donkerbruin. Vanaf de Marsdijk was een volwassen vrouwtje duidelijk waarneembaar, met in de buurt 20 Kuifeenden. Zwarte zee-eenden en Kuifeenden zijn duikeenden. Zwarte zee-eenden leven van schelpdieren. Bij het voedsel zoeken kunnen ze ruim twintig meter duiken! Gezien de paaltoppen stond het water hooguit 2 meter boven het grasland. De duikeenden zochten zeer waarschijnlijk voedsel in de ‘sloot’ die het grasland doorsnijdt. Geweldig dat vogelaars de vogel hebben gespot. Voor het eerst op 23 nov., 2 waarnemers, daarna 24-11 16 waarnemers, 25-11 23, 26-11 10, 27-11 0, 28-11 4. Gisteren, 29-11, door mij met iemand anders nog waargenomen (waarneming.nl).

Dit artikel is met toestemming van de auteur overgenomen uit Het GemeenteNieuws. De volledige bronvermelding luidt: Kooij, H. van der, 2023, Zeldzwame zee-eend omgeving Greb!, Het GemeenteNieuws 22 (49): 7.

De St. Janskerk te Utrecht in de Monumenta van Buchelius (3) De tekst op het rouwbord van Antonius van Abcoude van Meerten van Essensteijn (±1509-1573)

Onlangs schreef ik op deze website over de vondst van een grafkelder waarin onder andere Anna van Abcoude van Meerten van Essensteijn (1510-1597) begraven ligt.1 Deze vondst werd in de zomer van 1885 gedaan omdat er reparaties werden verricht aan de vloer van de hoofdwacht op het Janskerkhof te Utrecht. In het boek Monumenta passim in templis ac monsteriis Trajectinae urbis atque agri inventa van Arnoldus Buchellius (de latinisering van Aernout van Buchel) (1565-1641) kwam ik meer informatie tegen. Hieronder en in de volgende artikelen geef ik de transcriptie en vertaling in een zevenluik weer. Met dank aan Het Utrechts Archief voor de transcriptie en vertaling.2

De transcriptie van de tekst van het rouwbord, volgens Buchelius, luidt:

”In alia tabula:

D.O.M. aeterno sacrum.

Nobili, strenuo, pietate, fide ac prudentia incomparabili viro, domino Antonio de Abcoude a Meerthen, equiti aurato, militi etiam Hierosolimitano, gentis suae primario domino ab Essenstein, arcis Maerseniae ac Maersenbrouck, sodali sancti Antonii, in hoc sacello Antonii, parenti illustris domini Theodorici, ex liberis baronibus a Wassenaer et burchgraviis quondam Leidensibus, prepositi et archidiaconi istius ecclesie, erect[e] conlegae clarissimo, qui hydrope aetatis suae anno LXIII consumptus, ex valle hac lachrimarum, magno ordinis et suorum luctu et desiderio, ad coelestem patriam (Deo sic iubente) transmigravit, anno Christi salvatoris LXXIII post MD, sepultus in sepulchro maiorum Culemburgi, apud parentes et coniugem, dominam Annam, e comitibus de Lalain, quae XIII annos ad vitam aeternam precessit, post IV liberos ex illa susceptos, unum marem, cuius unicam ex asse heredem, filiam Annam, duxit generosus et strenuus dominus, dominus Wilhelmus de Gendt, dominus in Gendt, Appelteern, Berlicum, Altvort, et ducatus Geldriae ac comitatus Zutphaniensis cubicularius hereditarius. Reliquas faemellas, maior natu nupsit dominum de Geffen et Nulant, altera dominum de Urck et Emelweert, tertia innupta iuvencula obiit. Joannes a Renesse, huius ecclesiae.”

De vertaling luidt:

”Op een ander bord:

D.O.M., de Eeuwige.

Voor de weledelgestrenge, onvergelijkelijk vrome, trouwe en wijze heer Antoon van Abcoude van Meerten, gulden ridder, tevens ridder van Jeruzalem, voornaam heer van zijn geslacht van Essenstein, van het slot van Maarssen en Maarssenbroek, lid van de Antoniusbroederschap in deze Antoniuskapel. Hij was verwant aan Dirk, telg van de vrije baronnen van Wassenaar en burggraven van Leiden, en voormalig proost en aartsdiaken van St. Jan. Voor hun ambtgenoot, die op de leeftijd van 63 jaar aan waterzucht is overleden. Tot groot verdriet en rouw van de Staten en van de zijnen, is hij uit dit tranendal naar het hemelse vaderland (als God het zo heeft beschikt) overgegaan, in het jaar van Christus onze Verlosser 1573. Hij is begraven in het graf van zijn voorouders te Culemborg, bij zijn ouders en bij zijn echtgenote Anna, telg van de graven van Lalaing, die hem dertien jaar eerder naar het eeuwige leven is voorgegaan. Ze had hem vier kinderen geschonken. Een ervan was een zoon, wiens enige en universeel erfgename, zijn dochter Anna, gehuwd is met Willem van Gendt, heer van Gendt, Appeltern, Berlicum, Altvort en erfelijk kamerheer van het hertogdom Gelre en het graafschap Zutphen. De overige waren meisjes, waarvan de oudste is getrouwd met de heer van Geffen en Nuland, de tweede met de heer van Urk en Emmeloord, de derde is ongehuwd gestorven, als jong meisje. Jan van Renesse [deken] van St. Jan.”

Voetnoten

De St. Janskerk te Utrecht in de Monumenta van Buchelius (2) De tekst op het rouwbord van Anna van Abcoude van Meerten van Essensteijn (1510-1597)

Onlangs schreef ik op deze website over de vondst van een grafkelder waarin onder andere Anna van Abcoude van Meerten van Essensteijn (1510-1597) begraven ligt.1 Deze vondst werd in de zomer van 1885 gedaan omdat er reparaties werden verricht aan de vloer van de hoofdwacht op het Janskerkhof te Utrecht. In het boek Monumenta passim in templis ac monsteriis Trajectinae urbis atque agri inventa van Arnoldus Buchellius (de latinisering van Aernout van Buchel) (1565-1641) kwam ik meer informatie tegen. Hieronder en in de volgende artikelen geef ik de transcriptie en vertaling in een zevenluik weer. Met dank aan Het Utrechts Archief voor de transcriptie en vertaling.2

De transcriptie van de tekst op het rouwbord, zoals weergegeven door Buchelius, luidt:

”in tabula:

I.O.T.M. Christo sacrum.

Dominae Annae de Abcouden a Merthen ab Essestein, quae cum multis annis adversus mortem, continuo fere morbo ex animi moerore colluctata patientissima esset, precibus instanter ad Deum emissis, ut ex hoc ergastulo liberaretur, exaudita tandem spiritum Creatori remisit, cum exulasset annos 87, dies 21, abiit 16 decembris anno Salvatoris 97.”

De vertaling luidt:

”Op een bord:

I.O.T.M. Aan Christus gewijd

Voor Anna van Abcoude van Meerten van Essestein, die jarenlang vrijwel voortdurend ziek was, maar met een bedroefd gemoed heel geduldig tegen de dood bleef strijden. Ze heeft dringend tot God gebeden om uit dit aardse tuchthuis verlost te worden, tot haar gebed verhoord werd en ze eindelijk haar geest aan haar Schepper terug kon geven. Ze heeft 87 jaar en 21 dagen in ballingschap geleefd, en ging heen op 16 december in het jaar van de Verlosser 1597.”

Voetnoten

De St. Janskerk te Utrecht in de Monumenta van Buchelius (1) De verstrooide beenderen van telgen uit het geslacht Van Abcoude

Onlangs schreef ik op deze website over de vondst van een grafkelder waarin onder andere Anna van Abcoude van Meerten van Essensteijn (1510-1597) begraven ligt.1 Deze vondst werd in de zomer van 1885 gedaan omdat er reparaties werden verricht aan de vloer van de hoofdwacht op het Janskerkhof te Utrecht. In het boek Monumenta passim in templis ac monsteriis Trajectinae urbis atque agri inventa van Arnoldus Buchellius (de latinisering van Aernout van Buchel) (1565-1641) kwam ik meer informatie tegen. Hieronder en in de volgende artikelen geef ik de transcriptie en vertaling in een zevenluik weer. Met dank aan Het Utrechts Archief voor de transcriptie en vertaling.2

De transcriptie luidt:

”Ibidem in tabula nuper erecta:

Exortis, hac nostra tempestate, multis de relligione controversiis, et rei publicae mutata administratione, cum carthusianorum regale et splendidissimum monasterium, prope Traiectum vetus, demolir (…). In cuius templi choro, sub tumba marmorea, aliquot inlustres et generosi domini et barones de Gaesbeeck, Wijck, Abcoude, Putten, Strijen etc. requiescebant, ut tantorum virorum ossa, aperta et destructa tumba, canibus rodenda non obiicerentur, Joannes a Renesse, sacrae huius aedis divi Joannis Baptistae canonicus et decanus, maternae stirpe a Meerthen ab illis descendens, pio adfectu, collecta in sacello divi Anthonii, in sepulcro sibi recenter preparato, in ani grati argumentum reponi curavit. Obierunt autem uti tumbae incisiones testantur: Suederus, primarius dicti carthusianorum monasterii fondator et dotator, anno MCCCC, XXII aprilis, sepultus in monasterii choro a se conditi; domina Anna, vidua, comitis de Liningen filia, XIX maii apud maritum sepulta; dominus Jacobus, paternorum dominiorum haeres, et haereditarius marescalcus Hannoniae et vicecomes Hollandiae, anno MCCCCLIX, VI februarii, in eodem monasterii loco apud parentes reconditus. Horum vero maiores alibi: nam Swederus alter, qui obiit anno MCCCXLVII, XXV aprilis, uxor Mabelia, domini Joannis de Arckel filia, anno MCCC, XVII octobris, in parochiali ecclesia in Wijck, in eodem sepulcro repositi. Gisbertus anno MCCCLXXVI (XIV septembris, uxor Joanna, filia domini de Hoorn, anno MCCCLVI) XVI augusti, uterque apud progenitores suos, in eadem ecclesia sepultus. Wilhelmus anno MCCCCVII, XXVI maii, uxor Maria eodem die, anno MCCCCII, sepulti simul in monasterio monialium in Wijck. Porro his heroibus eorumque gentilibus, de diocesi optime meritis Traiectensi, P.U.B.R. Nam inter alia in solo

oppido Wijck prope Dorostadum, egregium monasteriumordinis divi Dominici, possessionibus ac proventibus liberaliter dotatum, aedificaverunt collocatis in eo virginibus potissimum nobilibus, quae divinis laudibus decantandis assidue; reliquis, quae domesticis operibus vacarent, plebeis. Praeterea ad Dei honorem, ibidem collegium decem canonicorum redditibus, qui ad vitam honeste et frugaliter sustentandam sufficerent, assignatis erexerunt. Postremo et insigne hospitale fundaverunt, in quo tam viri quam faeminae, senio aut corporis vitio ad comparandum sibi victum inutiles, aut rei familiaris angustia, ex propriis vivere non valentes, eorum liberalitate alerentur. Et haec praeter castra variis in locis sumptuose excitaverunt. Ne autem tam inlustribus et generosis dominis, multis delectis aut collabentibus eorum monumentis, simul memoria collaberetur, digna sane quae aeternum perennet tabulam cum inscriptione, quae illam sartam tectam conservaret, hic affigendam curavit Joannes a Renesse, decanus praedictus, anno salutis MDCXIII, aetate LXXIII.

Plura, benigne lector, hi heroes inlustribus titulis dominia obtinuere, et ad pias multasque politicas causas, fundationes et sodalitates erexere. Verum, quia partim in remotioribus locis et collegiis, partim incognitis atque ob tabul[am] c(…) hic (…) omissa, quae habes boni consules et de re christiana O.M.F.P.”

De vertaling luidt:

”Op dezelfde plaats is dit bord onlangs opgehangen:

Na het uitbreken van de vele geschillen over de godsdienst in ons woelig tijdsgewricht, en na de verandering in het staatsbestuur, is het koninklijke en schitterende klooster van de kartuizers nabij Utrecht verwoest. In het koor van de kerk rustten, onder een marmeren tombe, illustere en edele heren en baronnen van Gaasbeek, Wijk, Abcoude, Putten, Strijen enz. De beenderen van al die mannen, zouden, toen de tombe open lag en vernield was, ten prooi vallen aan de honden die er aan zouden knagen. Daarom heeft Jan van Renesse, kanunnik en deken van St. Jan, die van moederskant uit het geslacht van Meerten van hen afstamt, deze beenderen liefdevol verzameld. Daarna heeft hij ze laten herbegraven in het graf dat hij onlangs voor zichzelf had laten maken in de kapel van St. Antonius, als bewijs van zijn oude genegenheid.

Overleden waren, zoals de opschriften van het graf getuigen: Zweder [van Abcoude], eerste stichter van genoemd kartuizerklooster, begraven op 22 April 1400 in het koor van het door hem gestichte klooster. Anna, weduwe, dochter van de graaf van Leiningen, is op 19 mei bij haar man begraven. Jacob, erfgenaam van zijn vaderlijke domeinen, erfmaarschalk van Henegouwen, burggraaf van Holland, is op 6 februari 1459 in hetzelfde klooster bij zijn verwanten bijgezet. Maar hun voorouders bevinden zich ergens anders, want een andere Zweder, die op 25 april 1347 overleed, en zijn echtgenote, Mabelia, dochter van Jan van Arkel, die stierf op 17 oktober 1300, * zijn in de parochiekerk in Wijk bij Duurstede, in hetzelfde graf bijgezet. Gijsbrecht van Abcoude op 14 september 1376, en zijn vrouw Johanna, dochter van de heer van Hoorn, op 16 augustus 1356, zijn beiden bij hun voorouders in dezelfde kerk begraven. Willem [van Abcoude] op 26 mei 1407, en zijn vrouw Maria [van Walcourt] op dezelfde dag [26 mei] in 1402 gestorven, zijn bij elkaar begraven in het nonnenklooster in Wijk bij Duurstede.

Verder bewaart de bevolking van Utrecht een goede herinnering aan deze edelen en hun familie, die zich zeer verdienstelijk hebben gemaakt voor het sticht Utrecht, P.U.B.R., want onder andere hebben zij alleen al in de stad Wijk bij Duurstede een bijzonder mooi klooster van de orde van de H. Dominicus gebouwd, dat royaal met bezittingen en inkomsten begiftigd is. Daarin zijn maagden, voornamelijk van adel, bijeengebracht om onvermoeid Gods lof te zingen, en de overigen, niet van adel, doen het huishoudelijk werk. Bovendien hebben zij daar ter ere Gods een kapittel van tien kanunniken gesticht, en hun inkomsten toegewezen, toereikend voor het leiden van een eerzaam en sober leven. Ten slotte hebben ze ook een vermaard gasthuis gesticht, waar zowel mannen als vrouwen door hun vrijgevigheid gevoed konden worden. Anders zouden die of door ouderdom of door lichamelijke gebreken niet in staat geweest zijn om in hun eigen levensonderhoud te voorzien, of wegens benarde familieomstandigheden uit eigen middelen in leven te blijven.

En deze instellingen hebben zij op verschillende plaatsen bij hun kasteel [in Wijk bij Duurstede] met veel kosten opgericht. Als hun grafstenen zouden zijn vernield of ingestort, zou tegelijkertijd ook de herinnering aan deze zo vermaarde heer en vrouw verdwijnen, een herinnering die zeker verdient voor eeuwig in stand te blijven. Daarom is een bord met opschrift dat die herinnering ongeschonden moet bewaren, hier opgehangen in het heilsjaar 1613 door Jan van Renesse, voornoemde deken, toen hij 73 jaar oud was.

Welwillende lezer, deze grote heren met roemrijke titels hebben veel landgoederen verworven, en voor vrome en vele openbare zaken hebben zij stichtingen en broederschappen opgericht. Maar omdat die zich deels in afgelegen oorden bevinden en deels uit onbekende broederschappen bestaan, en omdat de borden kapot zijn, zijn die hier weggelaten. Wat u hier hebt moet u voor lief nemen, en aangaande de christelijke zaak O.M.F.P.”

Voetnoten

Congres over ‘Bijbel & Wetenschap’ 2023 – 2. Dr. Henk van den Belt – Het Sola Scriptura van de Reformatie: Hoe werkt het en wat is de betekenis daarvan voor vandaag?

Noot van de redactie: Dr. Henk van den Belt gaf uitleg over het begrip ‘Sola Scriptura’ van de Reformatie: wat het wel is en wat het niet is. Aan het einde van zijn lezing voerde dr. Van den Belt argumenten aan voor een vorm van oudeaardecreationisme. Deze visie van de geleerde deelt de redactie van ‘Oorsprong’ niet, wel deelt de redactie de voorkeur om de discussie over de leeftijd van de aarde respectvol (en argumentatief, red.) te voeren.

Op 21 oktober 2023 organiseerden Fundamentum en Geloofstoerusting een congres over ‘Bijbel & Wetenschap‘ met als subthema ‘Verwondering’.1 Systematisch theoloog dr. Henk van den Belt gaf een lezing met als titel ‘Het Sola Scriptura van de Reformatie: Hoe werkt het en wat is de betekenis daarvan voor vandaag?‘. Veel zegen bij het kijken en luisteren! Vragen kunnen gesteld worden via het contactformulier: https://oorsprong.info/contact/.

Voetnoten

Er komt een tweede (ongewijzigde) druk van de bundel ‘Inzicht: Wetenschap voor Gods aangezicht’

Afgelopen week liet Uitgeverij De Banier aan de redactie van de bundel ‘Inzicht: Wetenschap voor Gods aangezicht’ weten, dat ze willen gaan voor een tweede druk van deze bundel. We zijn dankbaar dat de bundel zó gelezen wordt dat er een tweede oplage nodig is. Het zal gaan om een ongewijzigde druk. Fundamentum heeft nog een aantal exemplaren van de eerste oplage liggen. De bundel is hier te bestellen.1

Op 30 maart 2023 werd de bundel ‘Inzicht: Wetenschap voor Gods aangezicht’ gepresenteerd.2 De opening werd verzorgd door René Heij (MA), die ook een voorwoord voorlas van ondergetekende.3 Daarna voerden drie redactieleden, dr. Benno Zuiddam, dr. ir. Wim de Vries en dr. Mart-Jan Paul, kort het woord. Vervolgens was er ruimte voor het stellen van vragen. Met dank aan Paul Klomp van Klomp Creative was er ook een livestream beschikbaar.4 De afgelopen periode is onze bundel in verschillende kerkelijke bladen positief besproken, ook ontving de bundel negatieve feedback. Alle reacties op de bundel worden hier door ondergetekende bijgehouden.5 Nu dus een tweede druk. We hopen en bidden dat deze oplage ook zijn weg zal vinden onder de academici, studenten en overig geïnteresseerden.

Voetnoten

Congres over ‘Bijbel & Wetenschap’ 2023 – 1. Jan van Meerten – Opening congres ‘Bijbel & Wetenschap’

Op 21 oktober 2023 organiseerden Fundamentum en Geloofstoerusting een congres over ‘Bijbel & Wetenschap’ met als subthema ‘Verwondering’.1 Jan van Meerten, eigenaar van Fundamentum, deed het openingswoord. In deze video is dit openingswoord terug te zien. Veel zegen bij het kijken en luisteren. Vragen kunnen gesteld worden via het contactformulier: https://oorsprong.info/contact/.

Dit openingswoord is ook op schrift gesteld en hier op deze website te lezen.

Voetnoten

‘Hoe komt God aan Zijn eer?’ – Openingswoord van het congres ‘Bijbel & Wetenschap 2023’ op 21 oktober 2023

Van harte welkom op dit congres! Het is het derde congres dat we in deze vorm als Fundamentum aanbieden. Drie begrippen zijn belangrijk op dit congres: toerusting, bemoediging en ondersteuning. We zijn dankbaar dat u hier bent en dat we, dankzij Geloofstoerusting, ook een livestream kunnen aanbieden.1 Bedankt voor het kijken! Het voordeel van een livestream is dat het later teruggekeken kan worden en dat delen gebruikt kunnen worden in het onderwijs, op de hogescholen en aan de universiteiten. In dit openingswoord wil ik een tekstgedeelte uit de Schrift met u lezen, een kort gebed doen, een korte introductie te geven én enkele praktische zaken met u delen. We spreken de wens uit dat het congres zal leiden tot Gods eer en tot heil en nut van onze naaste. Ik wil met u lezen Johannes 1 vers 1-14. Bij de schepping van hemel en aarde was één Ooggetuige aanwezig, de Heere Jezus Christus. Hoewel dit congres het meeste verwijst naar het scheppingswerk van God de Vader, hoop ik toch ook dat op deze dag Zijn Verlossingswerk door mag klinken. “Dit is een getrouw woord, en alle aanneming waardig, dat Christus Jezus in de wereld gekomen is, om de zondaren zalig te maken, van welke ik de voornaamste ben.

We lezen in Johannes 1 het volgende2:

1 In den beginne was het Woord, en het Woord was bij God, en het Woord was God.
2 Dit was in den beginne bij God.
3 Alle dingen zijn door Hetzelve gemaakt, en zonder Hetzelve is geen ding gemaakt dat gemaakt is.
4 In Hetzelve was het Leven, en het Leven was het Licht der mensen.
5 En het Licht schijnt in de duisternis, en de duisternis heeft Hetzelve niet begrepen.
6 Er was een mens van God gezonden, wiens naam was Johannes.
7 Deze kwam tot een getuigenis, om van het Licht te getuigen, opdat zij allen door hem geloven zouden.
8 Hij was het Licht niet, maar was gezonden opdat hij van het Licht getuigen zou.
9 Dit was het waarachtige Licht, Hetwelk verlicht een iegelijk mens, komende in de wereld.
10 Hij was in de wereld, ken de wereld is door Hem gemaakt; en de wereld heeft Hem niet gekend.
11 Hij is gekomen tot het Zijne, en de Zijnen hebben Hem niet aangenomen.
12 Maar zovelen Hem aangenomen hebben, dien heeft Hij macht gegeven kinderen Gods te worden, namelijk die in Zijn Naam geloven;
13 Welke niet uit den bloede, noch uit den wil des vleses, noch uit den wil des mans, maar uit God geboren zijn.
14 En het Woord is vlees geworden, en heeft onder ons gewoond (nen wij hebben Zijn heerlijkheid aanschouwd, een heerlijkheid als des Eniggeborenen van den Vader), vol van genade en waarheid.

Hoe komt God aan Zijn eer?

Hoe komt God aan Zijn eer? Daar draagt Hij zelf zorg voor en wil daar soms ons als nietige en sterfelijke mensjes voor gebruiken. God komt aan Zijn eer door middel van Zijn scheppingswerk en Zijn verlossingswerk (het werk van de herschepping). Op dit congres gaat het vooral over Zijn scheppingswerk, maar ook over de historische betrouwbaarheid van Zijn Woord. We horen dus over de betrouwbaarheid van Zijn Woord en het werk van Zijn handen. Ik haast mij te zeggen dat dít meer omvat dan slechts historische betrouwbaarheid of een rationeel weten. In Markus 12 vers 30 staat een samenvatting, gegeven door de Heere Jezus: “En gij zult den Heere, uw God, liefhebben uit geheel uw hart, en uit geheel uw ziel, en uit geheel uw verstand, en uit geheel uw kracht. Dit is het eerste gebod.” Dat liefhebben schakelt het verstand niet uit, maar omvat wel veel meer dan het verstand alleen. Op dit congres verwonderen we ons over delen van Zijn schepping. We zien echter ook de gevolgen van de zondeval voor onze ogen. Dieren eten elkaar op, mensen lijden aan ziekten én oorlogen verwoesten de wereld. Déze val van de mensheid had kosmische gevolgen. Was de mensheid het waard om voorgoed weggevaagd te worden, toch heeft het de Heere goed gedacht om nog enige lichtpuntjes over te laten zodat we ons kunnen verwonderen over Zijn scheppingswerk en niemand te verontschuldigen is. Zelfs de grootste atheïst zal uiteindelijk (moeten) belijden dat er een God is.

Hoe komt God aan Zijn eer? Ik geloof dat dit, van menselijke zijde, is door ons te verwonderen over Zijn scheppingswerk en aan Zijn dierbare Voeten te zitten. Zoals de Heere Zichzelf op de zevende dag verlustigde in Zijn schepping. En zoals de uitroep van de vier en twintig ouderlingen in het bijbelboek Openbaring: “Gij Heere, zijt waardig te ontvangen de heerlijkheid, en de eer, en de kracht; want Gij hebt alle dingen geschapen, en door Uw wil zijn zij, en zijn zij geschapen.” Maar ook door Zijn scheppingswerk in detail te ontrafelen. Niet om daarmee de tegenstander verbaal de hersens in te slaan, maar om te getuigen van de schoonheid en complexiteit van Zijn scheppingswerk. Scheppingsonderzoek begint met veel knieënwerk of de Heere het onderzoek zou willen zegenen voor ons persoonlijk en of Hij het getuigenis dat daaruit voortkomt wil laten leiden tot Zijn eer en tot opbouw van Zijn Koninkrijk. Want het komt van God en keert weer weder tot God. Scheppingsonderzoek alleen is niet genoeg. We moeten wonen in Zijn Woord. We kunnen door het bestuderen van de schepping weten Dát er een God is, we kunnen door bestudering van Zijn Woord weten Wie God is (zie daarvoor NGB artikel 2 en de daarbij behorende verwijsteksten).3

Universele Gemeenschappelijke Afstamming

In mijn ogen ontrooft de basisovertuiging van Universele Gemeenschappelijke Afstamming, God van Zijn eer. Deze evolutieleer, die we niet moeten verwarren met ‘evolutie’ als wetmatigheid van ná de zondeval, geeft Hem niet de eer van Zijn scheppingswerk, maar laat de natuur zichzelf ontwikkelen. Hoewel dat laatste onmogelijk lijkt, wordt dit als waarheid verkondigd op de scholen en aan de universiteiten. En of God nu bestaat of niet, Hij bemoeit Zich niet (meer) met de natuur of Hij bemoeit Zich in ieder geval niet zichtbaar met deze evolutionaire zelfontwikkeling. Natuurlijk zijn in het debat allerlei stromingen ontstaan (dat ziet u op deze dia)4, en wat voor de ene geldig is, dat is voor de andere niet geldig. Meestal voelen de sprekers of schrijvers zich verbonden aan jongeaardecreationisten. Máár ook op dit congres vandaag zijn niet alle sprekers jongeaardecreationist puur sang. Het is goed om soms wat buiten de lijntjes te kleuren. Niet te ver en te vaak natuurlijk, want vaak wordt de tekening er niet mooier van! Maar ik geloof dat u als bezoeker ook wel het een en ander tegen bepaalde visies kunt inbrengen en hier niet slechts als ‘ja-knikker’ zit. Er wordt soms wat gevarieerd tussen het zogenoemde jongeaardecreationisme en Intelligent Design.

‘Minkukelargumentatie’

De beschuldigende vinger kan wel worden gestoken naar die ó zo verkeerde naturalisten, maar ook bij hierboven genoemde jongeaardecreationisten gaat er weleens wat mis. De Heere komt ook niet aan Zijn eer als we uit persoonlijke bevrediging Zijn schepping en heilsgeschiedenis rationeel willen bewijzen. Ja, Gods Woord en Gods Vinger, zijn uiteindelijk niet met elkaar in tegenspraak. Maar het wordt vaak gebracht alsof Zijn scheppingswerk afhankelijk zou zijn van onze rationele argumenten. Daarbij worden soms, naar wat ik noem, ‘minkukelargumenten’ gebruikt die in zichzelf tegenstrijdig zijn, bij voorbaat al niet kloppen of met één Google-search onderuitgehaald kunnen worden. Wanneer er dan kritiek is op dergelijke argumenten, dan wordt deze kritiek genegeerd, gebagatelliseerd of op een of andere wijze belachelijk gemaakt. De criticus wordt daarmee de mond gesnoerd of gekoeioneerd. Het argument wordt, ondanks de kritiek, tot in het oneindige gerecycled. Dit is schadelijk voor het christelijk geloof in het algemeen en de scheppingsleer in het bijzonder. Persoonlijk voel ik mij hierin geen haar beter en heb in het verleden gefaald door ruimte te bieden aan dit soort ‘minkukelargumentatie’. Wees daarom tijdens de keuring ook kritisch op ‘eigen vlees’.

Worden als een kind

Tenslotte wil ik nog wijzen op het kind of de jongere. Ik las op Twitter een citaat van C.S. Lewis wat mij aansprak. “Eens was je een kind. Toen wist je waar het onderzoek voor diende. Er is een tijd geweest, dat je vragen deed, omdat je een antwoord verlangde en dat je blij was als je het had gevonden. Word weer zo’n kind, nu nog.5 Kinderen hebben veel vragen en zijn hongerig naar antwoorden op die vragen. Ze gaan zelf op ‘onderzoek’ uit en/of vragen volwassenen het hemd van het lijf. Een onbevangen kind geniet van dat onderzoek en zal zich zelfs verwonderen over het kleinste diertje of blaadje. ‘Kijk papa, wat is dit voor een lief diertje?’ ‘Ziet u dit prachtige blad, papa!’ Veel vragen stellen! Antwoorden verlangen en jezelf verwonderen over de schoonheid en complexiteit van Zijn schepping. Het is dan tragisch dat ik tijdens de voorbereiding een email ontving van iemand die de kerk vaarwel heeft gezegd vanwege het ontbreken van antwoorden op de grote vragen en de ervaring dat er binnen de kerk geen ruimte was voor zijn vragen. Het betreft een ex-creationist. Ik citeer: “Ik weet, ik heb het zelf lang verdedigd, maar dat kwam door gebrek aan kennis. Inzichten die ik op een afstand hield omdat ik bang was mijn veilige geloof in God en de acceptatie van de gemeenschap te verliezen. Uiteindelijk kon ik toch niet ontkennen dat er vragen waren waar geen antwoord op was. Toen ik die vragen ging stellen was de liefde van de gemeenschap ook snel uitgeblust. Men kon niet overweg met de meest kernachtige vragen en begon mij te negeren. Ik had er zelf ook geen antwoord op. (…)” Het is verdrietig als mensen geen vragen meer durven stellen, omdat de liefde anders uitgeblust raakt.

Enkele praktische zaken

Nog enkele praktische zaken: Op de stoelen heeft u inmiddels de flyer met het programma ontdekt. Daarnaast mocht ik u een brochure aanbieden over transgenderisme en genderdysforie van de Nederlandse Patiëntenvereniging (NPV).6 Het oorspronkelijke programma bevatte een lezing van een gepromoveerd arts over dit thema. Helaas verhuisde deze arts naar het buitenland en was daarmee een presentatie verkeken. Tevens treft u een folder aan voor een Nederlandstalige regionaltagung van de Studiengemeinschaft Wort und Wissen, georganiseerd door drs. Tom Zoutewelle en dr. Peter Borger.7

Om kwart over twaalf is er een etenspauze. Er wordt u dan een eenvoudige lunch aangeboden. In de hal zijn Logos Instituut8, Weet Magazine9 en Aloe Vera10 aanwezig. De eerste met een uitgebreide boekentafel, de tweede met een stand en de derde tafel met producten. Nathan van Ree zal vanaf het slot van dit openingswoord het stokje van mij overdragen. Ik hoop boven op een strechbed de livestreamchat te bedienen. Boven zitten is niet heel gezellig, maar ik ben dankbaar dat het bijwonen van het congres op deze wijze mogelijk is. Mijn lichaam (vooral het hart) is zwak en uitgeput en intensief een congres draaien zou ik niet volhouden. Zeer veel dank aan de mensen die hiertoe fysiek wel in staat zijn. Nu kan het congres toch doorgaan! Vanavond zijn er nog twee lezingen, deze zijn alleen online te volgen.

Mocht u vragen hebben dan kunt u deze stellen door middel van WhatsApp of per SMS. Het nummer wordt nu zichtbaar via dit scherm. Mensen van de livestream kunnen hun vragen plaatsen in de chat of mailen naar info@oorsprong.info. Wilt u twitteren over het congres, zou u dan de hashtag #creacongres of #scheppingscongres willen gebruiken? Als laatste zijn aan dit congres kosten verbonden, die nog niet geheel gedekt zijn door de bewust laag gehouden entreebedragen. Wilt u dit congres ondersteunen? Gebruik dan de, in de dia’s geregeld verschijnende, QR-code.11 Beste mensen, hartelijk bedankt voor jullie komst of dat jullie met de livestream mee willen kijken. Ik hoop dat dit congres mag leiden tot Zijn eer en tot heil van onze naaste. Tenslotte nog een ‘save the date’: als de Heere het geeft hopen we het volgende congres op 23 november 2024 D.V. te beleggen. We willen in lezingen dan wat aandacht geven aan de klassieke hermeneutiek, de historiciteit van Genesis, zondvloedverhalen, historische taalkunde, dierenethiek, bacteriologie en het menselijk lichaam. Met in de avonduren opnieuw een Engelstalig toetje met als focus geologie en biologie. Het zij zo!

Het openingswoord is ook te bekijken en te beluisteren in een video op deze website.

Voetnoten