
Ik weet het, echt ik weet het … ik heb u eerder een foto van een Putter laten zien. Toch vraag ik opnieuw aandacht voor deze kleurrijke vogel. De Putter heeft namelijk een rood gezicht, zwart met witte kop, geel op de vleugels ( lijkt lichtgeel op de foto door het vele zonlicht) en een zwarte staart met witte vlekken. Let tot slot op de spits -driehoekige snavel: een echte zadeneter.
De afgelopen maanden hoorde ik regelmatig de hoge, tinkelende en kwetterende en vooral uitermate melodieuze zang van de Putter. ‘Een lieflijke zang om vrolijk van te worden,’ zo verwoordde een vogelaar. Veel meer dan de jaren ervoor en ik neem aan dat de vogelsoort dit jaar in eigen tuin of in de buurttuinen tot broeden is gekomen.
Putters broeden van april tot half augustus. Twee legsels per jaar.Ze leven vooral op het halfopen platteland, bij boerderijen, in dorpen, ook in buitenwijken van steden. Daar waar laanboompjes, boomgaarden en houtwallen zijn, voelen ze zich thuis, net als in tuinen met wat meer structuur.
Waarom nu dit stukje? De Putter in onze regio geen zeldzame verschijning. Op mijn fietstochten in de omgeving hoor ik vaak meerdere keren het geluid van de Putter. Daarom: zoek Putter Vogelbescherming op, beluister de zang, prent deze in uw geheugen en de kans is groot dat ook uw Putters tegenkomt en wie weet wordt ook u vrolijk van de lieflijke zang!
Dit artikel is met toestemming van de auteur overgenomen uit Het GemeenteNieuws. De volledige bronvermelding luidt: Kooij, H. van der, 2025, Ook vrolijk worden?, Het GemeenteNieuws 24 (24): 7.