Home » Gastbijdrage » Geweld in het Oude Testament – Samenvatting lezing HHS zomerconferentie, 4 september 2021

Geweld in het Oude Testament – Samenvatting lezing HHS zomerconferentie, 4 september 2021

De keuze van dit onderwerp laat al zien wat wij vandaag de belangrijke en lastige vragen vinden. Terecht, want die vragen leven in de gemeente ook. De moeite met geweld in de Bijbel is niet nieuw. Marcion (2e eeuw) stelde de opdracht om de volken van Kanaän uit te roeien al tegenover de opdracht van Christus om je vijanden lief te hebben. Maar de grote moeite met religieus geweld is wel tekenend voor onze tijd.

Kritiek op geweld in het Oude Testament

Voorbeelden van aandacht voor geweld in het Oude Testament:

  • Dimitri Verhulst, Bloedboek: hervertelling van de Pentateuch. De titel zegt genoeg over zijn
    visie.
  • Richard Dawkins en andere new atheists: de meeste conflicten zijn te wijten aan godsdienst. De God van het Oude Testament typeert hij als een ‘haatdragende, bloeddorstige pleger van etnische zuiveringen.’1
  • Paul Cliteur, Het monotheïstisch dilemma: de absolute waarheidsclaim van het Oude Testament (en van alle monotheïstische godsdiensten) kan leiden tot geweld. Religieus radicale interpretaties zijn in elk geval mógelijk, omdat de wil van God boven de wetten van de staat wordt gesteld.

Deze publicaties zijn de publieke voorkant van het monotheïsmedebat, over de relatie tussen monotheïsme en geweld (ingezet door Jan Assmann). Een mooie analyse van dit debat is gegeven door Govert Buijs. Hij stelt dat sommige auteurs zich niet zozeer tegen geweld als wel tegen monotheïsme keren. Als monotheïsme verbonden wordt met geweld, suggereert dat meer vreedzaamheid in polytheïstische of atheïstische culturen; daar lijkt het echter niet op (zie de mythologie van Ugarit of de seculiere ideologieën van Stalin en Noord-Korea). Buijs stelt tevens dat het ronduit wrang is dat ook het Jodendom verbonden wordt met geweld, terwijl het Joodse volk de afgelopen millennia vooral slachtoffer is geweest van het geweld van anderen; zo wordt het haast verantwoordelijk gemaakt voor zijn eigen lijden.2

Deze kritiek op het Oude Testament roept wel vragen op die theologische doordenking behoeven. Zou iemand zich inderdaad kunnen beroepen op de Bijbel om geweld te legitimeren in het heden? Wat betekent dit voor onze omgang met het geweld in de Bijbel?

Theologische omgang

De vragen over God en geweld hebben de afgelopen decennia veel aandacht gekregen.3

a. Volgens sommige auteurs moeten kerk en theologie afstand nemen van dit geweld in naam van God. Bijvoorbeeld prof. C. Houtman: hij onderscheidt twee visies op Israël als minderheid tussen de bewoners van Kanaän. Deuteronomium: er is geen plaats voor de Kanaänitische volken; afzondering en antithese. Genesis: veel vriendelijker over deze volken. Deze twee visies staan volgens Houtman naast elkaar, maar in de compositie van de Pentateuch heeft de anti-Kanaänitische stem het primaat gekregen. Houtman wil afzondering en vreedzame coexistentie naast elkaar laten staan. Dat betekent in de praktijk dat de vreedzame visie het zwaarste gewicht krijgt; Houtman kiest in een preekschets voor de lijn van Genesis.4 b. Eric Seibert (Amerikaans theoloog) maakt onderscheid tussen het beeld van God dat in het Oude Testament gegeven wordt (characterization) en hoe God werkelijk is (character). Criterium om te bepalen of een tekst iets over God openbaart, is wat Jezus heeft laten zien; Hij verkondigde volgens Seibert een God van liefde en gebruikte geen geweld. Een tweede criterium is dat de Bijbel nooit gebruikt mag worden om anderen kwaad te doen. Met deze criteria komt Seibert tot de conclusie dat God nooit de opdracht kan hebben gegeven om de volken van Kanaän uit te roeien.5 c. Andere auteurs proberen vanuit een apologetisch motief het geweld te verdedigen. Zij benadrukken bijvoorbeeld hoe slecht de Kanaänitische volken waren. Ze waren moreel zo verdorven dat God hen wel moest laten uitroeien. Sommige auteurs gaan zover dat ze het een zegen noemen voor de kinderen; de dood zou hen immers bewaren voor de invloed van zo’n decadente cultuur.6

Al deze benaderingen roepen vragen op. Zeker vanuit gereformeerd perspectief hebben we te maken met de héle Schrift als het Woord waarin God zich openbaart. Het is belangrijk om oog te hebben voor de verscheidenheid en veelkleurigheid van de Schriften. Maar een eigen selectie van wat openbaring mag heten, leidt makkelijk tot verlies van het tegenover van de Schrift. Juist waar de Schrift schuurt met onze (morele) opvattingen is het nodig om zorgvuldig te luisteren. We moeten de teksten in al hun weerbarstigheid laten staan. Zonder een eigen selectie te maken, maar ook zonder de moeite glad te strijken door wel even uit te leggen waarom al dat geweld nodig was. De Bijbel gaat ons ook voor in de worsteling met God en zijn oordeel (Ps. 119:120). Gods weg is voor ons niet zomaar uit te leggen of na te rekenen.

Bovendien is het geweld in het Oude Testament niet een marginaal fenomeen. In vele tientallen teksten, vroege en late, is sprake van vreselijk geweld, vaak in opdracht van God zelf. Wie dat opvat als een onjuiste menselijke interpretatie of religieus ingeklede zelfrechtvaardiging, heeft een probleem met het Oude Testament als geheel – blijkbaar is dat immers niet altijd een betrouwbaar getuigenis van Gods handelen, ook als het dat wel claimt. Dat raakt ook het Nieuwe Testament. Daar worden de opdracht om mensen te doden of wraakpsalmen niet herhaald, maar ze worden ook nergens afgewezen als een opdracht van God in die tijd.

Onze omgang met geweld in het OT

Wat betekent dit voor de manier waarop wij het Oude Testament lezen? Vijf punten zijn mijns inziens van belang.7

  1. De context van het hele Oude Testament. Het Oude Testament begint met een situatie van harmonie. De eerste breuk van die vrede wordt getekend als een gevolg van het verlaten van God. Dat resulteert eerst in verbaal geweld en even later in broedermoord (Gen. 4). Menselijk geweld en het oordeel van God vinden hun oorsprong in menselijke zonde, niet in Gods bedoeling. Ook het eschatologische perspectief van het Oude Testament is een tijdperk van volkomen vrede (Jes. 11). De vrede aan het begin en het einde geeft een kader, een ideaal aan.
  2. Geweld in de wereld van het Oude Nabije Oosten. In de cultuur van het Oude Nabije Oosten nam geweld een grote plaats in (onderdrukking door de farao, afslachten van de zonen van Zedekia, wreedheid in oorlogen). De Assyriërs waren in het Oude Nabije Oosten berucht om hun wreedheid tegen overwonnen vijanden; dat was een doelbewuste politiek van intimidatie en afschrikking. In de literatuur en iconografie van het Oude Nabije Oosten komt geweld veel voor en wordt het verheerlijkt; het is een teken van macht, in dienst van de overwinnaar. In die wereld is het Oude Testament ontstaan. Het neemt deze cultuur niet zomaar over, maar God heeft zich wel geopenbaard in die historisch-culturele omstandigheden. Dat moet ons voorzichtig maken om onze normen op te leggen aan het Oude Testament. Tegelijk is er ook verschil. In het Oude Testament komt veel geweld voor, maar het wordt niet zo verheerlijkt.
  3. Het Oude Testament keert zich tegen geweld. Geweld wordt in het Oude Testament op allerlei manieren ontmaskerd, begrensd en afgewezen. David krijgt geen toestemming om een tempel te bouwen, omdat hij te veel oorlogen gevoerd heeft. Een voorbeeld van begrenzing van geweld uit de wetten van het Oude Testament is de bepaling ‘oog om oog, tand om tand’ (Ex. 21:24; Lev. 24:20; Deut. 19:21). Het gaat hier niet om wraakzucht, maar om de beperking van geweld: een misdrijf vraagt een evenredige vergelding, niet meer (vergelijk de reactie van Lamech, Gen. 4:23–24)! Overtreding en straf moeten in verhouding staan.
  4. Het realisme van de Bijbel. De grote moeite die wij als moderne mensen hebben bij geweldsteksten is een gevolg van de individualisering en het vele geweld van de twintigste eeuw. Maar wij leven in een wereld die vol is van geweld. Is de mensheid wel vreedzamer geworden? Verhalen uit oorlogsgebieden zijn vaak afschuwelijk. Het Oude Testament staat midden in die wereld. De Bijbel is niet een boek vol verheven wijsheid, ontheven aan de alledaagse werkelijkheid, maar staat midden in de rauwe wereld waarin wij leven. Gelukkig maar dat de Bijbel óók over geweld gaat, want dat laat zien dat God ons werkelijk opzoekt, in dit gebroken bestaan, en daarin de weg wijst ten leven.
  5. God doet recht. Vele teksten benoemen geweld in dienst van het recht. God zal recht doen! De daders houden niet voor altijd een voorsprong op de slachtoffers, hoe vaak dat nu zo lijkt. Dat is de boodschap van de bede om vergelding in de zogenaamde ‘wraakpsalmen’. Bijvoorbeeld het slot van Psalm 137.8 De vermelding van kinderen die verpletterd worden is geen toppunt van wreedheid of geweld tegen weerlozen, maar het verlangen dat er een einde komt aan de macht van deze onderdrukker. Bovendien is het slot van Psalm 137 een gebed. Terwijl alles tegen God spreekt, brengt de dichter alles bij God. Mensen die alles verloren hebben, beroepen zich uit hun ellende op God die recht doet. Juist mensen die zelf vreselijk geweld hebben meegemaakt, putten hier soms troost uit: we mogen alle onrecht, en zelfs onze wraakzucht, in Gods hand leggen en Hij zal eens recht doen. Het zou pas vreselijk zijn als God niet zou toornen over onrecht en zonde!9 Zo’n psalm stelt ons ook de vraag of wij ons niet te makkelijk neerleggen bij zonde, geweld en onrecht. Misschien kunnen wij daarom zo’n psalm maar zo moeilijk zingen. Dietrich Bonhoeffer heeft gesteld dat je heel dicht bij God moet leven om zo te kunnen bidden: vol van Gods heiligheid, bewogen om Gods recht. Zo kijken wij niet op deze psalm neer, maar is hij te hoog voor ons. Gods oordeel is bovendien zo rechtvaardig dat wij daar zelf ook onder vallen. Waar blijven wij als Hij al onze daden, gedachten en verlangens gaat oordelen?10

Prediking

Wat betekent dit voor de prediking over geweldsteksten in onze tijd?

  1. Neem de hedendaagse moeite met geweld serieus. Vragen die in de samenleving gesteld worden, leven ook in de gemeente. We moeten niet te snel komen met een beroep op Gods heiligheid, waarbij je geen vragen zou mogen stellen. Abraham stelt wel vragen als de Heere aankondigt dat Hij Sodom gaat verwoesten. God nodigt hem er zelfs toe uit, en Abraham geeft niet zomaar op (Gen. 18:23–33). Er kan een moment zijn waarop je als mens voor de heilige God moet zwijgen (cf. Pred. 5:1), maar laten we nooit doen of Gods oordeel ‘logisch’ is; het is huiveringwekkend. Het is van belang om vragen eerlijk te benoemen. Daarbij mag ook de worsteling met het geweld in de Bijbel doorklinken. Je kunt een tekst goed uitleggen, maar daarmee is de moeite nog niet weg. Laten we dat erkennen, vanuit een houding van ootmoed tegenover de levende God. Wij begrijpen niet alles, wij kunnen de levende God niet in de vingers krijgen. We moeten de Schrift ook in zijn weerbarstigheid laten staan. En toch ontvangen wij deze Schriften als het Woord van God. Niet omdat we alles begrijpen of op al onze vragen een passend antwoord krijgen, maar omdat de levende God echt te vertrouwen is.
  2. Plaats de geweldsteksten in het geheel van de Schrift en in de heilsgeschiedenis. Wij lezen geen losse teksten, maar het geheel van de Schriften. Daar hoort ook de voortgang in Gods openbaring bij, de heilsgeschiedenis. Deze notie maakt duidelijk dat de situatie van Israël in het Oude Testament niet dezelfde is als die van de kerk vandaag. Die geschiedenis loopt uit op het kruis, waar God het oordeel over de zonde legt op zijn eigen Zoon. Wij kunnen over het oordeel nooit spreken buiten Christus om. De geschiedenis van het heil gaat door en ziet uit naar de komst van Gods koninkrijk in volmaaktheid. Wij leven in de tijd van Gods lankmoedigheid. Het Koninkrijk van God is nooit door geweld te realiseren, maar biddend te verwachten.
  3. Wees volstrekt helder over de situatie nú. Christenen wereldwijd zijn het erover eens dat de boodschap van het Nieuwe Testament op dit punt volstrekt duidelijk is. Een christen is tot vrede geroepen, met alle mensen, zoveel als mogelijk is, om zijn vijanden lief te hebben en voor hen te bidden. In onze context is het belangrijk om dit te onderstrepen, om elk misverstand te voorkomen dat geweldsteksten zomaar kunnen leiden tot daadwerkelijk geweld.

Conclusie

Wij lezen de geweldsteksten in hun historische en culturele context, met oog voor de literaire vormen van die tijd, en vooral binnen het geheel van de Schriften en de heilsgeschiedenis. Wie deze teksten zo leest, zet ze niet aan de kant als een verkeerde, menselijke interpretatie of een achterhaalde voorfase van het christelijk geloof. Ze horen bij het geheel van de Schrift en dat geweld wordt door Christus en de apostelen niet veroordeeld. Juist waar Bijbelteksten schuren met ons wereldbeeld, laten ze iets zien van wie wij mensen zijn en van wie God is, de gans Andere. Hij kan in zijn heilige toorn over de zonde met een vernietigend gericht komen. Wij kunnen zijn handelen niet altijd begrijpen of verklaren.

Maar Gods openbaring is doorgegaan. Hij heeft zich in zijn Zoon ten volle geopenbaard (Hbr. 1:1). Daar kunnen wij niet achter terug, en juist daarom kunnen we niet alle geweld uit het Oude Testament begrijpen. Met de komst van Jezus Christus zijn er dingen beslissend veranderd (de positie van de volken, de mogelijkheid van het gebruik van geweld door het volk van God). Die voortgang van Gods openbaring maakt duidelijk dat geweld dat in het Oude Testament plaatsvond, soms in opdracht van God zelf, nooit zomaar herhaalbaar is. Het was blijkbaar de wil van God in die specifieke context en in die fase van de heilsgeschiedenis. Het is deel van de weg die God wilde gaan met zijn volk en de mensheid. Maar een christen leest zulke teksten altijd in het geheel van de Schrift.11

Wij hebben niet op alle vragen en moeite een antwoord. Dat mag ons bescheiden maken. Maar de Schrift verkondigt ons wel wie God is, in zijn heiligheid én zijn genade. God heeft zijn eigen Zoon niet gespaard. De aarde zal eens vol zijn van de kennis van Hem, van recht en gerechtigheid, van volkomen vrede.

ARTIKELEN VAN DR. ARIE VERSLUIS OVER 'DE BIJBEL EN GEWELD'
Dr. Arie Versluis heeft nog drie andere bijdragen over dit thema op deze website staan. Hieronder een verwijzing naar die stukken.

Dit artikel is met toestemming van de redactie overgenomen uit Kerux. De volledige bronvermelding luidt: Versluis, A, Geweld in het Oude Testament, Kerux 2021 (najaar): 3. (Volledige artikel).

Voetnoten

  1. Richard Dawkins, The God Delusion (New York: Mariner Books, 2008), 51.
  2. Govert Buijs, ‘Monotheïsme en politiek geweld. Over de aannemelijkheid van een causaal verband’, in Govert Buijs en Marcel ten Hooven (red.), Nuchtere betogen over religie. Waarheid en verdichting over de publieke rol van godsdiensten (Budel: DAMON 2015), 120–142.
  3. Zie voor dit onderdeel breder Arie Versluis, The Command to Exterminate the Canaanites: Deuteronomy 7, OTS 71 (Leiden: Brill 2017), 330–345.
  4. Cees Houtman, ‘Zwei Sichtweisen von Israel als Minderheit inmitten der Bewohner Kanaans: Ein Diskussionsbeitrag zum Verhältnis von J und Dtr(G),’ in Deuteronomy and Deuteronomic Literature, ed. Marc Vervenne and Johan Lust, BEThL 133 (Leuven: University Press, 1997), 213–231; Postille over Deut. 7:2, in: Postille 55 (2003-2004) (Zoetermeer: Boekencentrum 2003) 132-134.
  5. Eric A. Seibert, Disturbing Divine Behavior: Troubling Old Testament Images of God (Minneapolis: Fortress, 2009), 169–207; Eric A. Seibert, The Violence of Scripture: Overcoming the Old Testament’s Troubling Legacy (Minneapolis: Fortress, 2012), 95–112. Cf. Sam Janse, De tegenstem van Jezus: Over geweld in het Nieuwe Testament, BE (Zoetermeer: Boekencentrum, 2006), 23.
  6. Bijvoorbeeld Paul Copan, ‘Is Yahweh a Moral Monster? The New Atheists and Old Testament Ethics,’ Philosophia Christi 10 (2008): 25–26.
  7. Zie voor een bredere uitwerking van deze punten: A. Versluis, ‘Geweld in het Oude Testament’, in: A. Versluis,
    P. de Vries, M.J. Paul, De actualiteit van het Oude Testament. Geweld, offers en beloften, Driestarreeks Studium Generale (Apeldoorn: De Banier 2017), 11-36. Zie ook H.G.L. Peels, God en geweld in het Oude Testament, Apeldoornse Studies 47 (Apeldoorn: Theologische Universiteit 2007).
  8. Zie voor deze tekst Arie Versluis, ‘“Knock the Little Bastards’ Brains Out”: Reception History and Theological Interpretation of Psalm 137:9’, in Jacques van Ruiten and Koert van Bekkum (eds.), Violence in the Hebrew Bible: Between Text and Reception, Old Testament Studies 79 (Leiden: Brill 2020), 373–396.
  9. Cf. Miroslav Volf, Exclusion and Embrace: A Theological Exploration of Identity, Otherness, and Reconciliation (Nashville: Abingdon, 1996), 303–304.
  10. Dietrich Bonhoeffer, Illegale Theologenausbildung: Finkenwalde 1935–1937 (ed. Otto Dudzus and Jürgen Henkys; Dietrich Bonhoeffer Werke 14; Gütersloh: Kaiser, 1996), 980–988.
  11. Zie Versluis, The Command to Exterminate the Canaanites, 375–382.