Home » Biologie » Geleide evolutie en het blad Wapenveld (1) – Theïstisch evolutionistische reconstructies overtuigen CSFR-oprichter prof. dr. ir. Reinier Plomp niet

Geleide evolutie en het blad Wapenveld (1) – Theïstisch evolutionistische reconstructies overtuigen CSFR-oprichter prof. dr. ir. Reinier Plomp niet

Het oktobernummer van het blad Wapenveld bevat een drietal artikelen over de theïstisch evolutionistische reconstructies van de systematisch theoloog prof. dr. Gijsbert van den Brink.1 In een drieluik worden deze artikelen besproken. Vandaag de bespreking van het artikel van de hoogbejaarde prof. dr. ir. Reinier Plomp (92).2 Volgens hem overtuigen deze theïstisch evolutionistische reconstructies niet.

Bultmann, Kierkegaard, Van den Brink en Ellul

Prof. Plomp begint zijn bespreking van met een verwijzing naar het bekende werk van Bultmann, Neues Testament und Mythologie. Volgens Plomp wordt bij Bultmann de aanstoot en ergernis van het Evangelie ‘zorgvuldig geëlimineerd’. Daartegenover wordt door Plomp Kierkegaard gezet. Hij leefde weliswaar een eeuw vóór Bultmann, maar lijkt zich in zijn boek Oefening in Christendom haast tot hem te richten. Plomp bespreekt het boek ‘En de aarde bracht voort’ van Van den Brink. De schrijver van het artikel geeft aan dat Van den Brink ‘nogal wat redenen meent te hebben om de Bijbeltekst te “actualiseren” en te “recontekstualiseren”.’ Plomp: “’Weten’ en ‘geloven’ zijn hier door de schrijver vermengd tot een mistig geheel”. Als laatste worden twee boeken van Ellul besproken. Ellul ziet de Bijbel wel als Woord van God (en als eenheid), maar hij geeft bij de eerste hoofdstukken van Genesis aan dat het hier niet gaat om historische of etiologische verhalen. Volgens Ellul gaat het hier alleen om theologische verhalen: dat wil zeggen ‘ze gaan over God en komen van God’.

Te centrale plaats

Plomp vergelijkt Bultmann met Van den Brink. Volgens hem gaat het om verschillende zaken maar dat is het probleem niet. ‘Beiden kennen aan het ‘weten’ een centrale plaats toe’. Bij Bultmann blijft er daardoor van het bijbelse geloof weinig over. De auteur van het artikel nuanceert dit voor Van den Brink: ‘Van den Brink gaat niet zover; hij wil noch het weten noch het geloven opgeven, maar deze aan elkaar verbinden’. De combinatie ‘voortgaande schepping’ die Van den Brink voorstaat zal zowel de evolutionist als de christen niet bekoren. “De evolutionist zal bezwaar maken tegen die ‘schepping’, de christen tegen het ‘voortgaande’ waarvan hij in de Bijbel niets terugvindt.

Geschiedwetenschap

Reinier Plomp merkt in zijn artikel op dat het bij de evolutietheorie niet aangeduid moet worden met natuurwetenschap, maar beter als geschiedwetenschap. Deze evolutietheorie is geheel bepaald door de ratio en als autonome wetenschap ‘is zij volkomen seculier’. Het vermeende objectieve karakter van deze theorie is dat degene die het beoefenen ‘geloven buiten de deur’ willen ‘houden’. Van den Brink kan daarom ook, volgens Plomp, bij de ware evolutionisten geen enkele belangstelling voor zijn zienswijze ontvangen. En daarmee hebben de evolutionisten volgens de hoogbejaarde auteur gelijk. De evolutionist wordt niet overtuigd. Hoe zit dat met de christen? Plomp verbaast zich over de losheid waarmee in ‘En de aarde bracht voort’ wordt omgesprongen met Adam en Eva. De Bijbel spreekt over een eerste mensenpaar, maar volgens Plomp staat bij Van den Brink alles open. “Hij kan er eigenlijk geen zinnig woord over zeggen, beperkt zich tot speculaties. Dat geldt ook voor de zondeval; alles komt voor hem ten gevolge van zijn evolutionistisch uitgangspunt in de lucht te hangen.” Plomp windt er in het vervolg van zijn betoog geen doekjes om. “Bovendien, en veel erger nog, schenkt Van den Brink vrijwel geen aandacht aan de eerste hoofdstukken van Genesis. In zijn boek neemt de evolutie meer dan tien keer zo veel ruimte in als de schepping. De titel van het boek riekt al naar de moderne neiging het geschapene relevanter te achten dan de Schepper.

Woorden des geloofs

Het gaat in Genesis om woorden des geloofs. Plomp geeft aan dat het er in deze eerste hoofdstukken om gaat te ‘geloven dat het alles uit Gods hand komt’. De benadering van Van den Brink geeft Plomp geen vrede: “Van den Brink gaat aan het scheppingsverhaal als gehéél voorbij; hij plukt er een paar teksten uit zonder aandacht voor de eenheid waarop Ellul zo uitdrukkelijk wijst. De boom des levens en de boom der kennis des goeds en des kwaads zijn kennelijk weinig van betekenis als je naar de wetenschappers luistert.” Met de wetenschappers bedoelt Plomp de natuurwetenschappers. De bespreking nadert een einde en Plomp neemt stelling: “De niet mis te verstane verkondiging van de scheppende God is ‘overruled’ door de speculaties van de wetenschap. Dit werkt verlammend op het bijbelwoord. Als je je eerst afgevraagd hebt over er wel een mensenpaar Adam en Eva heeft bestaan en hoe je de zondeval moet duiden, dan wordt het inderdaad moeilijk om de Bijbel aan het woord te laten komen. Het wordt dan begrijpelijk dat Van den Brink bijna stilzwijgend hieraan voorbijgaat.

Ten slotte

Volgens Plomp is er voor de christen naast de algemene geschiedenis (waaronder de evolutietheorie) ook heilsgeschiedenis. De geleerde geeft aan dat de evolutietheorie over die heilsgeschiedenis geen zinnig woord kan zeggen. Zelf denk ik dat we de evolutietheorie (in de zin van Universele Gemeenschappelijke Afstamming3) als christen moeten loslaten en zelfs niet scharen onder de algemene geschiedenis. Christenen zouden deze Universele Gemeenschappelijke Afstamming moeten afwijzen als naturalistische interpretatie en strijdig met de Bijbel. Het is wel bemoedigend om te zien dat deze geleerde afstand neemt van theïstisch evolutionistische reconstructies van de (algemene) geschiedenis. Ooit dacht ik: kan er in Wapenveld iets goeds staan over Genesis? Dat blijkt inderdaad en gelukkig zo te zijn en zo wordt er onder de (oud)CSFR-leden gelukkig nog kritisch gekeken naar het theïstische evolutionisme of naar andere pogingen om Universele Gemeenschappelijke Afstamming te laten samenvloeien met het christelijk geloof. Van harte ben ik het eens met het slotwoord van Plomp: “Zoals voor de opstanding geldt ook hier dat de Bijbelse verkondiging voor de Joden een ergernis en voor de Grieken een dwaasheid is. Als deze ergernis en dwaasheid worden weggeredeneerd, blijft er een seculier christendom over.

Het is bemoedigend dat er in Nederland geleerden zijn die (theïstisch) evolutionisme afwijzen. Onlangs verscheen er op deze website een artikel over een hoogleraar die Intelligent Design ziet als drempelconcept.

Voetnoten

  1. Van den Brink schreef in 2017 een boek (‘En de aarde bracht voort‘) wat een hoop stof deed opwaaien. Helaas heeft Logos Instituut het door mij zorgvuldig samengestelde overzicht van reacties op het boek verwijderd van haar website. Een zeer onverstandige zet, omdat dit artikel een van de meest geraadpleegde artikelen op de genoemde website was. Als de Heere leven spaart en de gezondheid geeft, hoop ik het overzicht komend jaar opnieuw samen te stellen en op deze website te delen.
  2. Bron: Plomp, R., 2021, Evolutie en Bijbel. Pleidooi om weten en geloven niet te vermengen, Wapenveld 71 (5): 12-16. Reinier Plomp was vanaf 1972 parttime hoogleraar aan de VU en heeft volgens Wapenveld een ‘wezenlijk aandeel geleverd in wetenschappelijk onderzoek van het horen en het verstaan van spraak’. Ook The Journal of the Acoustical Society of America geeft in 1999 aan dat Plomp een ‘huge impact’ heeft gehad in het werkveld van psychoacoustics en dat verschillende van zijn papers als klassiekers gezien kunnen worden (https://asa.scitation.org/doi/10.1121/1.425951).
  3. Mijns inziens moet er onderscheid gemaakt worden tussen ‘evolutie’ als natuurwet en Universele Gemeenschappelijke Afstamming: https://oorsprong.info/column-evolutie-is-een-feit/.