Home » Gastbijdrage » Gedrag niet volledig gestuurd door hersenstructuren

Gedrag niet volledig gestuurd door hersenstructuren

Het functioneren van iemands hersenen op een bepaald moment hangt samen met diens aanleg, maar vormt óók de neerslag van een hele ontwikkeling van die persoon, dus inclusief diens keuzes in het omgaan met de eigen aanleg.

In een recente bijeenkomst over gendergelijkheid en transgenders (RD 24-5) riep ik de vraag op of genderdysforie (gevoel van onbehagen over je biologische geslacht) vergelijkbaar is met anorexia nervosa (eetstoornis). Volgens prof. Martin den Heijer, expert wat betreft genderdysforie, zijn die twee niet goed vergelijkbaar, omdat genderdysforie gepaard gaat met specifieke hersenstructuren en daarmee als het ware verankerd ligt in de hersenen. Genderdysforie is dus niet maar een psychische beleving, maar heeft een lichamelijke basis. Dit laatste zal waar zijn. Overigens geldt ook voor anorexia nervosa dat die gepaard gaat met bepaalde ongebruikelijke hersenactiviteiten.

Maar wat zegt dat over de onvermijdelijkheid van bepaald gedrag? Bepalen de hersenstructuren (hoe dan ook ontstaan) het gedrag van mensen? Dan zouden bepaalde gedragingen eigenlijk niet of nauwelijks nog een keuze van die persoon zijn. Erkennend dat er een nauwe relatie is tussen hersenen en gedrag, denk ik dat die visie in haar algemeenheid te simpel en daarmee onjuist is. De relatie is minder deterministisch dan in een directe oorzakelijke relatie het geval zou zijn.

Verantwoordelijkheid

Dit wordt geïllustreerd door het voorbeeld dat ik onlangs las van een Amerikaans-Joodse forensisch psychiater, James Fallon.1 Deze geleerde was ook expert in het lezen van hersenscans. Hij had veel studie gemaakt van de hersenen van psychopathische mensen zoals seriemoordenaars en had voor rechtbanken getuigd dat die mensen niet (volledig) verantwoordelijk waren voor hun afwijkende gedrag. (Een psychopaat is iemand met antisociaal of crimineel gedrag.)

Bij een onderzoek van zijn eigen familie kreeg hij een geanonimiseerde scan te zien. Hij concludeerde dat de desbetreffende persoon een potentieel gevaarlijke antisociale persoonlijkheidsstoornis had. Later bleek die scan zijn eigen hersenen te tonen. Door deze schokkende bevinding ging hij de relatie tussen hersenen en genetische aanleg enerzijds en gedrag anderzijds nader onderzoeken. Hoe kwam het dat hij zich met de hersenen van een psychopaat had ontwikkeld tot de sociale en toegewijde man die hij was?

Als Jood zocht hij ook in de Talmoed. Zo ontdekte hij dat de beroemde rabbijn Maimonides erkent dat mensen van de Schepper aanleg meekrijgen voor bepaalde competenties en gedrag. Maar hij spreekt tegen dat de aanleg bepaald gedrag zou veróórzaken. Ieder mens houdt een eigen verantwoordelijkheid als persoon. Hoe kunnen we dat in onze tijd onder woorden brengen?

Hersenen zijn geen zelfstandig onderdeel van een mens. Het brein veroorzaakt geen gedrag, ook al kan in bepaalde situaties een bepaald functioneren van hersenen een sterke neiging bevatten tot bepaald gedrag, bijvoorbeeld bij ernstige verslaving. Maar hoe komt het dat hersenen op een bepaald moment zo functioneren? Daaraan gaan vele interacties vooraf tussen genen, omgevingsinvloeden, de ontwikkeling van de hersenen én keuzes die iemand maakt. Het functioneren van hersenen op een bepaald moment vormt óók de neerslag van een hele ontwikkeling van die persoon, dus inclusief diens keuzes in het omgaan met de eigen aanleg.

Ik wil dit verduidelijken met een beeld. Ons leven is als varen in een roeiboot. De kenmerken van het bootje en de riemen zijn de aanleg, onder andere in de genen en de hersenontwikkeling. Die beïnvloeden sterk hoe zwaar en hoe snel het roeien gaat. Met gemankeerde riemen is het slecht roeien. Maar ze bepalen niet de richting die je gaat.

Meer filosofisch gezegd: onze hersenen zijn een noodzákelijke voorwaarde voor normaal functioneren maar ze zijn niet de óórzaak van menselijke vermogens en gedrag. Dat we voor ons denken, ons willen, ons moreel besef en onze religieuze ervaring van goed functionerende hersenen afhankelijk zijn, wil nog niet zeggen dat de hersenen ook de inhoud van dat denken, dat willen, die moraal en die religieuze ervaring bepalen!

Gemeenschap der heiligen

Vooral in de fase waarin de hersenen zich nog ontwikkelen –tot omstreeks 22 jaar– zal gedrag dat uitgaat van opvoeding, moraal, aangewende disciplines en eigen overtuiging mede vormgeven aan de verder hersenontwikkeling. Afhankelijk van de uitgangssituatie zal dat meer of minder moeilijk zijn. Maar er is geen volledige sturing van gedrag door de hersenstructuren, ongeacht de omgeving en de eigen wil en keuze.

Discussies over genen, hersenen en gedrag geven niet zelden te weinig aandacht aan het eigen ik van de persoon. En al helemaal niet aan wat God kan doen in het leven van gelovigen, in „de gemeenschap der heiligen” levend. Dit kan te gemakkelijk gezegd worden, maar we moeten dit niet vergeten.

Dit artikel is met toestemming van de auteur overgenomen uit het Reformatorisch Dagblad. Het originele artikel is hier te lezen. Bronvermelding: Jochemsen, H., 2022, Gedrag niet volledig gestuurd door hersenstructuren, Reformatorisch Dagblad 52 (56): 26-27 (artikel).

Neuropsycholoog prof. dr. André Aleman heeft ook geschreven en gesproken over neurowetenschappen en de vrije wil. Bijvoorbeeld bij zijn boekpresentatie hier.

  1. https://aish.com/the-psychopath-inside-yom-kippur-free-will-determinism/.