Home » Transgenderisme
Categorie archieven: Transgenderisme
‘Dit voorstel is niet wat het lijkt’ – Bijdrage van mr. Diederik van Dijk (SGP) in debat over initiatiefwetsvoorstel verbod op conversiehandelingen
Het initiatiefwetsvoorstel van Wieke Paulusma (D66), Bente Becker (MA) (VVD), drs. Lisa Westerveld (GroenLinks/PvdA), mr. Michiel van Nispen (SP) en Ines Kostić (MSc) (PvdD) om conversiehandelingen, met als doel seksuele gerichtheid en worstelingen met genderdysforie te veranderen, strafbaar te stellen lijkt het niet te gaan halen.1 Er zitten te veel haken en ogen aan dit initiatiefwetsvoorstel (zoals een onduidelijke afbakening en gebrek aan begrippenuitleg), nog afgezien van wat we er ideologisch/moreel van zouden moeten vinden. Volgens mr. Diederik van Dijk (SGP) zal de schade door het wetsvoorstel groter zijn, dan de schade die het probeert te voorkomen (vooral voor jongeren die worstelen met deze zaken). Van Dijk had een uitstekende bijdrage in de Tweede Kamer die we hieronder, met dank aan de SGP graag delen.2
Voetnoten
Drs. Elise van Hoek over debat in Tweede Kamer wetsvoorstel ‘homogenezing’ – Uitgelicht! 12 februari 2025
Op 12 februari 2025 was drs. Elise van Hoek te gast in het programma Uitgelicht! van Family7. Zij sprak daar over een recent onderzoek dat de Nederlandse Patiëntenvereniging (NPV) liet uitvoeren door DirectSearch en het wetsvoorstel om conversiehandelingen strafbaar te stellen. Met dank aan Family7 staat deze video online en kunnen we deze via onze website delen.
Onder de video staat de volgende informatie:
“Volgende week debatteert de Tweede Kamer over het wetsvoorstel strafbaarstelling conversiehandeling. Dit betekent dat het strafbaar kan worden dat therapie, om de seksuele gerichtheid of genderidentiteit van iemand te beïnvloeden, met gevolgen komt. Onder deze vormen van therapie valt in het wetsvoorstel ook pastorale zorg en een simpelweg gesprek.”
Het persbericht van de NPV over deze kwestie is hier te vinden.
PERSBERICHT: Grote meerderheid Nederlanders wil geen wetsvoorstel conversiehandelingen
Veenendaal, 11 februari 2025 - De grote meerderheid van Nederlanders heeft nog nooit van het wetsvoorstel ‘wet strafbaarstelling conversiehandelingen’ gehoord. Dit wetsvoorstel grijpt diep in op persoonlijke vrijheden. Het wetsvoorstel moet het strafbaar maken om ‘veranderende’ of ‘onderdrukkende’ invloed uit te oefenen op iemands seksuele gerichtheid of genderidentiteit.
75% van de Nederlanders heeft nog nooit gehoord van dit wetsvoorstel. Daarnaast kent 15% het van naam, maar weet niet wat het inhoudt. Dit blijkt uit onderzoek van onderzoeksbureau DirectResearch, dat in opdracht van NPV – Zorg voor het leven onder een representatieve groep van 506 Nederlanders het onderzoek uitvoerde. In februari debatteert de Tweede Kamer over dit wetsvoorstel.
Vragen stellen bij gender strafbaar
De initiatiefnemers van het wetsvoorstel strafbaarstelling conversiehandelingen willen therapie strafbaar maken die seksuele gerichtheid of genderidentiteit zou beïnvloeden.3 Dit raakt de diagnose van ‘genderdysforie’ en de mogelijke behandeling daarvan. Deze visie wordt niet weerspiegeld in de mening van Nederlanders: 70% vindt namelijk dat het niet strafbaar moet worden om genderdysforie als psychiatrische aandoening aan te merken.4
Hulp bij acceptatie biologische geslacht onzeker
Driekwart van de Nederlanders (76%) vindt dat het niet strafbaar moet worden om iemand die gevoelens van onvrede over zijn of haar geslacht ervaart, hulp te bieden om zijn of haar biologische geslacht te accepteren. Bert-Jan Heusinkveld, directeur van de NPV: ‘Er mag wel hulp geboden worden, als het maar het soort hulp is dat volgens de initiatiefnemers het juiste soort is: hulp die de volledig autonome keuze van seksuele identiteit en genderdiversiteit bevordert.’
Inbreuk op vrijheden
Uit het onderzoek blijkt verder dat veel mensen bezorgd zijn dat dit wetsvoorstel ter sprake komt in de Tweede Kamer. ‘Ga geen mensen aanklagen die het niet met je eens zijn. Dit gaat totaal de verkeerde kant op’, zegt een bezorgde Nederlander. ‘Dit is puur mensenrechtenschending’, volgens een ander. Bert-Jan Heusinkveld: ‘Dit wetsvoorstel bevat ongedefinieerde termen met een niet-afgebakend bereik. Het maakt onevenredige inbreuk op privé- en gezinsleven en schendt vrijheden van godsdienst en meningsuiting. Dit wetsvoorstel raakt iedereen.’
Meer informatie over dit onderzoek van DirectSearch in opdracht van de NPV is hier te vinden.
Online
Hieronder ziet u welke (online) media en/of andere kanalen aandacht hebben besteed aan dit bericht:
Nederlandse Patiëntenvereniging: https://www.npvzorg.nl/themas/conversiehandelingen/ en https://www.npvzorg.nl/nieuws/grote-meerderheid-nederlanders-wil-geen-wetsvoorstel-conversiehandelingen/.
Reformatorisch Dagblad: https://www.rd.nl/artikel/1095446-grote-meerderheid-nederlanders-tegen-nieuwe-genderwet.
Nederlands Dagblad: https://www.nd.nl/nieuws/nederland/1257638/peiling-meerderheid-kritisch-over-verbod-op-beinvloeden-homos.
CVandaag: https://cvandaag.nl/104649-grote-meerderheid-nederlanders-wil-geenwetsvoorstel-conversiehandelingen.
Fundamentum: https://oorsprong.info/persbericht-grote-meerderheid-nederlanders-wil-geen-wetsvoorstel-conversiehandelingen/ en https://oorsprong.info/drs-elise-van-hoek-over-debat-in-tweede-kamer-wetsvoorstel-homogenezing-uitgelicht-12-februari-2025/.
Family7: https://www.youtube.com/watch?v=yp3uD0vNH-8.
Bijbels Beraad M/V: https://www.bijbelsberaadmv.nl/2025/02/11/grote-meerderheid-nederlanders-wil-geen-wetsvoorstel-conversiehandelingen/.
Headliner: https://www.headliner.nl/item/grote-meerderheid-nederlanders-tegen-nieuwe-genderwet-refdb-47830.
Voetnoten
Vijf leugens ontmaskerd over seksualiteit, genderrollen en bescheidenheid – Bespreking van ‘Vijf leugens ontmaskerd’
Rosaria Butterfield is in Nederland bekend geworden door haar boek Een onwaarschijnlijke bekering (2022). Hierin beschrijft de voormalig lesbische hoogleraar haar leven. Ze doceerde Engels bij een vooraanstaande universiteit, had twee huizen en nam actief deel aan de homo- en lesbogemeenschap. Als ze bijna veertig is, krijgt ze een brief van een dominee, wat haar leven op zijn kop zet. De stichting Bijbels Beraad M/V promoot haar boeken, die middels vertalingen hun weg vinden in Nederland. In de inleiding van het nieuwe boek Vijf leugens ontmaskerd. Bijbelse waarheid in een postmoderne tijd, schrijft dr. B.A. Zuiddam, lector van Bijbels Beraad M/V, dat ons gevoelsleven is aangetast door de zonden: “Gevoelens zijn belangrijk, maar niet normatief. Homoseksualiteit is niet normaal. De natuur en de Bijbel laten zien dat we niet bedoeld zijn om zo te leven.” (p. 9)
De vijf leugens die de auteur van het boek ontmaskert, zijn:
- homoseksualiteit is normaal;
- het is beter om een spiritueel mens te zijn dan een Bijbelgetrouw christen;
- feminisme is goed voor de wereld en voor de kerk;
- transgenderisme is normaal;
- eerbaarheid is een achterhaalde last die mannelijke dominantie dient en vrouwen inperkt.
De Amerikaanse samenleving
In het begin van het boek beschrijft Butterfield de Amerikaanse samenleving waarin zij leeft. Op zich komt die op mij (nogal) onrealistisch over en toch kan het zomaar ineens veranderen. De auteur benadrukt de schepping van man en vrouw en dat de scheppingsorde berust op vier zaken, die ik verder niet zal uitwerken (p. 28). De mens is geschapen naar Gods beeld en niet als Gods beeld. De auteur bekent dat ze als ongelovige jarenlang in de hierboven genoemde leugens geloofde. Ze wijst op de noodzaak van bekering. Ze is goed thuis in de puriteinse geschriften van Thomas Watson, Jeremiah Burroughs, John Milton, John Owen, de Westminster Shorter Catechism en de Heidelbergse Catechismus, die ze regelmatig citeert. Ze benadrukt hoe on-Bijbels het is als we als kerken meegaan met de lhbtq+-beweging. “Waarom vindt men het tegenwoordig verstandig als christenen “uit de kast komen”, om de hele wereld over hun zonde te vertellen in plaats van berouw te tonen en hun verkeerde gerichtheid te bespreken met een predikant of ouderlingen en een paar goede vrienden?”, zo schrijft ze (p. 50-51).
De ontmaskering
We volgen de ontmaskering van deze leugens op de voet. We beginnen met de eerste leugen. Bij deze ontmaskering geeft de auteur weer wat ze zelf ervaarde toen ze in aanraking kwam met het Bijbelse christendom, door deel te nemen aan een christelijke gemeenschap. Het christelijke denken botste van alle kanten tegen haar zondige, lesbische gerichtheid. De strijd nam een aanvang toen ze haar lesbische verlangens als zonde zag, als iets waarover ze berouw moest tonen. Ze leerde berouw te hebben over de zonde door die te haten, te doden en zich ervan af te keren (p. 71). De auteur beschrijft dat het on-Bijbels is om homoseksualiteit te zien als geaardheid (p. 83). Deze “geaardheid is een door mensen uitgedachte theorie van de antropologie, een wetenschap die nadenkt over wat het betekent om mensen te zijn, maar het product is van atheïstische wereldbeelden die in de negentiende eeuw in Europa waren opgekomen” (p. 86). Het begrip seksuele gerichtheid komt in de Bijbel niet voor. “Integendeel, de Bijbel ziet seksualiteit als deel van de scheppingsorde als een verbond tussen een man en een vrouw” (p. 88). De auteur toont aan de hand van een aantal Bijbelteksten aan dat homoseksualiteit zonde is (p. 89). De auteur keert zich tegen de ‘christelijke’ homobeweging die homoseksualiteit een plaats wil geven in de kerkelijke gemeenschap (p. 95-100).
Voor Butterfield ligt de nadruk op bekering van zondige gevoelens en dat houdt in:
- de zonde erkennen;
- verdriet hebben over de zonde;
- de zonde belijden;
- je schamen voor de zonde;
- de zonde haten;
- je afkeren van de zonde (p. 100).
De ontmaskering van de eerste leugen
De auteur keert zich tegen het gevoel dat homoseksualiteit “natuurlijk aanvoelt” (p. 116): “Wij tonen ons geloof door te geloven dat de Bijbel betrouwbaarder is dan onze gevoelens. Zo ziet echt geloof in Jezus Christus eruit” (p. 117). Op een heldere manier geeft ze het onderscheid weer tussen empathie en sympathie (p. 122-125): “Sympathie stelt iemand in staat om op de oever te staan, op de vaste grond van objectieve waarheid, waarvandaan echte hulp geboden kan worden. De bedoeling van empathie is goed – contact maken met iemand die pijn heeft. Maar wanneer iemand lijdt en geholpen moet worden, maakt empathie die persoon juist eenzaam. Deze voortdurende staat van vereenzaming is gestoeld op het valse idee dat er geen echte hulp beschikbaar is en dat we er ten diepste alleen voor staan – de mens die meent over alles zelf te mogen besluiten, probeert betekenis toe te kennen aan zijn eigen pijn” (p. 124-125).
De ontmaskering van de tweede leugen
We vervolgen met de ontmaskering van de tweede leugen. De auteur beschrijft in een uitgebreid verhaal de verhouding tussen een man en een vrouw, waarvan de laatste al een keer gescheiden was. De man heeft niets met het christelijke geloof, de vrouw wel. Toch kiest de vrouw voor de man, ondanks dat ze daarmee haar betrokkenheid op de kerk loslaat. Over deze leugen, namelijk dat je beter een spiritueel mens kan zijn dan een Bijbelgetrouw christen, legt de auteur de nadruk op een Bijbelgetrouwe benadering van het lezen van Gods Woord. Het is van groot belang om ons te laten doordringen wat de Bijbel betekent en wat de Bijbel ons leert en dat na te volgen. Met andere woorden (H.F. Kohlbrugge): “Das Wort sie sollen lassen stahn.“ [Het Woord moet u laten staan.]
De ontmaskering van de derde leugen
In de ontmaskering van de derde leugen, namelijk dat feminisme goed is voor deze wereld en voor de kerk, zegt de auteur in het begin: “Wanneer je een kind dat op de verkeerde weg is, tevreden probeert te stellen, zal het alleen maar meer en steeds onmogelijker dingen van je vragen, waarbij je moet doen alsof de waarheid die je kent niet bestaat. De Bijbel noemt dit mensen behagen. Je weet dat je niet bang moet zijn voor de afwijzing van je kind, maar toch ben je dat wel” (p. 172). Dit is een dilemma voor veel ouders. Belangrijk daarbij is dat de ernst van de zonde onderschat wordt. “We moeten korte metten maken met de zonde wanneer die de kop opsteekt; het maakt niet uit hoe normaal onze samenleving die zonde gemaakt heeft” (p. 174). Godskennis en zelfkennis zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden.
De ontmaskering van de vierde leugen
De ontmaskering van de vierde leugen, namelijk dat transgenderisme normaal is, heeft alles te maken met de zonde van jaloezie. De auteur schrijft: “Mensen die obsessief bezig zijn met het verkrijgen van een sekse of gender die hun niet toebehoort, en mensen die bereid zijn zichzelf te verminken en anderen onder druk zetten om dat te faciliteren, worden beheerst door de zonde van afgunst” (p. 226). Ik vind dat een terechte opmerking. Het niet tevreden zijn met jezelf, je geslacht, leidt tot gedachten van transgenderisme. Als dit leidt tot het verminken van je eigen lichaam, is dat vreselijk. Men kan niet vernietigen wat God in ons lichaam geschapen heeft (p. 233). De auteur citeert in dit gedeelte veel uit The Rare Jewel of Christian Contentment van de puritein Jeremiah Burroughs. Dit prachtige boek is in het Nederlands vertaald onder de titel Een kostbaar kleinood. Het gaat over tevredenheid. “Burroughs helpt christenen die het menens is om te groeien in het mysterie van tevredenheid en laat zien welke geestelijke wapens je kunt gebruiken in de strijd tegen de zonde van afgunst” (p. 279). Aan het eind van dit hoofdstuk zegt de auteur: “Christen, als je worstelt met transgenderisme, zoek dan een goede kerk, luister naar je predikant, maak gebruik van counseling en de nodige christelijke medische zorg die je helpt om te leven in de volheid van het lichaam dat God je gegeven heeft en te groeien in tevredenheid en toenemende heiliging” (p. 283). Dit komt weliswaar wat Amerikaans over, maar ik denk dat goede, Bijbelse pastorale begeleiding in de kerkelijke gemeente er veel toe doet.
De ontmaskering van de vijfde leugen
Als laatste bespreek ik haar ontmaskering van de vijfde leugen, namelijk dat eerbaarheid een achterhaalde last is, die mannelijke dominantie dient en vrouwen inperkt. De auteur wijst erop dat eerbaarheid een christelijke deugd is (p. 293). “De mode-industrie probeert van meisjes verleidsters van jonge mannen te maken” (p. 294). In het kader hiervan citeert de auteur veel uit de werken van John Owen. Een aanrader hierbij is het boek Op leven en dood van John Owen, dat bij De Banier als puriteinse klassieker is uitgeven en bewerkt is door prof. A. Baars. “De puriteinen beschouwden de zonde van een gelovige als een struikelblok of een valstrik. Een valstrik probeert anderen om dezelfde zonde te laten begaan door die te normaliseren. (…) Wil een godvruchtige vrouw zich eerbaar gedragen, dan moet ze begrijpen dat eerbaarheid geen passieve, maar een actieve genadegave is” (p. 305). Waarvan akte!
Het nawoord
Het nawoord begint met “Het verschil tussen aanvaarding en goedkeuring, of: hoe blijf je in contact met vrienden of familie die geloven in deze vijf leugens, zonder er zelf ook voor te vallen” (p. 315). Dit is een dilemma waar veel ouders in onze tijd mee worstelen. De auteur benadrukt de plicht van predikanten en Bijbelgetrouwe gemeenten, om hun kudde plichtsgetrouw voor te bereiden op deze strijd. De auteur geeft handreikingen aan de lezer hoe om te gaan met mensen die voor deze leugens gevallen zijn (p. 319-320). Aanvaarding verschilt van goedkeuring: aanvaarding of acceptatie is nog geen goedkeuring (p. 323). Hierbij geeft de auteur een aantal kaders (p. 323-327).
In de bijlage geeft de auteur een aantal richtlijnen voor het lezen van de Bijbel, wat ze doet aan de hand van de Westminster Confession of Faith (p. 344-346).
Het boek van Butterfield is een goede handreiking voor eenieder die te maken heeft met de vijf genoemde leugens. Het is een boek voor zowel ouders als kinderen, die met deze problematiek worstelen. Hoewel het soms lijkt dat hetgeen wat beschreven wordt, ver van ons afstaat, is het goed om hiervan kennis te nemen. De nadruk ligt bij de auteur meer op de heiligmaking dan op de rechtvaardigmaking, hoewel ze aangeeft dat rechtvaardigmaking aan de heiligmaking vooraf gaat (p. 94). Soms heb ik wel mijn bedenkingen bij haar argumentatie van het werken van een vrouw buitenshuis, aan de hand van de context van Genesis 1:26 en 3:16 (p. 65).
Het boek is een keurig verzorgde paperbackuitgave met een duidelijke letter en is erg prettig leesbaar. De stijl waarin het boek geschreven is, is typisch Amerikaans. Dat geldt soms ook voor de beleving van de waarheid. Niettemin kan ik het aan iedereen aanbevelen, die daar doorheen kan prikken.
© Gereformeerd Venster. Dit artikel is met toestemming overgenomen uit de digitale nieuwsbrief Gereformeerd Venster. Abonneren kan via info@gereformeerdvenster.nl of www.gereformeerdvenster.nl. Een abonnement op deze nieuwsbrief is gratis!
Wachtlijsten in transgenderzorg: zorgvuldigheid is essentieel
Dit artikel is geschreven samen met dr. Gerrie Strik.
Het recente opiniestuk ‘Ontdoe transzorg van demotivering en infantilisering’ van Alexandra Philippa in NRC pleit voor een drastische drempelverlaging van toegang tot transitiezorg. De auteur stelt dat genderzorg “net zo eenvoudig verkrijgbaar zou moeten zijn als elke andere vorm van zorg” en vergelijkt hormoonbehandelingen met anticonceptie en menopauzemedicatie. Deze vergelijkingen gaan voorbij aan fundamentele medisch-ethische principes en de complexiteit van genderzorg.5
De auteur beschouwt het huidige ‘shared consent’-model als “diabolisch” en pleit voor een ‘informed consent’-model waarbij zelfdiagnose leidend zou zijn. Dit miskent echter de essentie van verantwoorde gezondheidszorg. Medische zorg onderscheidt zich van cosmetische ingrepen door zorgvuldige indicatiestelling, gebaseerd op geobjectiveerde lijdensdruk én bewezen therapeutische effectiviteit. Het fundamentele principe ‘primum non nocere’ – eerst geen schade berokkenen – vereist dat artsen de risico’s van behandeling zorgvuldig afwegen tegen de verwachte voordelen.
De suggestie dat hormoontherapie “net als de anticonceptiepil” tijdelijk gebruikt kan worden om te experimenteren, is medisch onverantwoord. De effecten van geslachtshormonen zijn deels onomkeerbaar en kunnen ingrijpende gevolgen hebben voor vruchtbaarheid, botdichtheid en cardiovasculaire gezondheid. Het pleidooi voor een ‘informed consent’-model in dit opiniestuk sluit naadloos aan bij een verontrustende ontwikkeling. De genderpoli van het Amsterdam UMC erkent namelijk zelf in een recent controversieel artikel dat genderbevestigende medische behandelingen niet noodzakelijkerwijs leiden tot vermindering van psychische stress of verbetering van het functioneren. In sommige gevallen kunnen patiënten zelfs een toename van suïcidale gedachten ervaren tijdens de behandeling.6
Des te zorgwekkender is dat de Amsterdamse genderkliniek, in plaats van deze realiteit onder ogen te zien, ervoor kiest om de wetenschappelijke basis van evidence-based medicine zelf ter discussie te stellen en suggereert dat ‘patiëntautonomie’ belangrijker zou zijn dan meetbare klinische uitkomsten. Dit standpunt, dat Philippa enthousiast omarmt, is niet alleen medisch-ethisch onhoudbaar, maar schept ook een gevaarlijk precedent voor de behandeling van kwetsbare jongeren. Juist vanwege deze ingrijpende risico’s en onzekere uitkomsten is grondige diagnostiek en psychologische evaluatie essentieel, in plaats van directe toegang tot onomkeerbare behandelingen op basis van zelfdiagnose.
Philippa presenteert het diagnostische traject als een vorm van “demotivering” en “infantilisering”. In werkelijkheid is het een noodzakelijk zorgvuldigheidsproces. Zoals de Finse hoogleraar adolescentenpsychiatrie Riittakerttu Kaltiala benadrukt: “Deze lichamelijke ingrepen hebben hun nut en er zijn zeker mensen die er baat bij hebben gehad. Maar het grootste deel van deze mensen heeft serieuze psychiatrische hulp nodig, hulp bij normale identiteitsvragen, of gewoon meer tijd.”
Het is verontrustend dat de roep om zelfdiagnose en directe toegang tot hormonen steeds luider wordt, terwijl steeds meer internationaal wetenschappelijk onderzoek juist pleit voor meer terughoudendheid. Zelfs voorstanders van transitiezorg erkennen dat er weinig bewijs is voor de therapeutische effectiviteit van snelle hormoonbehandeling zonder uitgebreide diagnostiek.
De wachtlijsten in de transgenderzorg zijn inderdaad problematisch. Maar de oplossing ligt niet in het versneld toegang bieden tot onomkeerbare medische behandelingen. Recente studies, waaronder het Britse Cass Review en Zweeds onderzoek, pleiten juist voor een meer holistische aanpak met uitgebreide psychologische ondersteuning en behandeling van onderliggende problematiek. Het afschaffen van diagnostische trajecten en overstappen op zelfdiagnose zou niet alleen een gevaarlijk precedent scheppen, maar gaat ook voorbij aan de complexe psychosociale aspecten die vaak samengaan met genderdysforie.
De auteur heeft gelijk dat transpersonen recht hebben op respect en goede zorg. Maar goede zorg betekent ook zorgvuldige diagnostiek en behandeling volgens wetenschappelijk onderbouwde richtlijnen. Dat is geen kwestie van “infantilisering”, maar van medische professionaliteit en verantwoordelijkheid voor het welzijn van kwetsbare jongeren op lange termijn.
Dit artikel is met toestemming overgenomen van de website CVandaag. Het originele artikel is hier te vinden.
Voetnoten
Een belangrijke studie over Deuteronomium 22:5 en genderdysforie – Bespreking van ‘Wissel van geslachtskleding en van geslacht’
Dr. Hendrik Koorevaar schreef over Deut. 22:5 een exegetische studie op niveau met als titel Wissel van geslachtskleding en van geslacht. Deuteronomium 22:5 en genderdysforie. Ook wie de brontalen van de Bijbel niet kent, kan er zijn voordeel mee doen, al behoren degenen die de brontalen wel kennen bij de eerste doelgroep.
De auteur laat zien dat Deut. 22:5 geen losse Bijbeltekst is. Deze tekst staat in een literaire en ook theologische context. Ze is niet los te maken van het zevende gebod. Deut. 22:5 is een zeer belangrijke tekst als het gaat om het antwoord op de vraag hoe het vanuit de schepping door God gegeven onderscheid tussen man en vrouw zichtbaar behoort te worden.
Koorevaar beargumenteert op overtuigende wijze dat in Deut. 22:5 God de mens verbiedt zich te presenteren als iemand van het andere geslacht. Hij laat zien dat de uitdrukking ‘een gruwel voor de HEERE’ de ernst van deze overtreding duidelijk maakt. Bij een gruwel voor de HEERE gaat het om zeer ingrijpende zonden.
Met het aanbreken van de nieuwe bedeling is de mozaïsche bedeling tot vervulling gekomen. Voor een groot deel van de mozaïsche wet geldt trouwens dat met het wegvallen van de tempel het onderhouden ervan hoe dan ook onmogelijk is geworden. Echter, heel terecht onderstreept Koorevaar dat de ethische geboden ook onder de nieuwe bedeling van kracht zijn gebleven. Het feit dat Deut. 22:5 spreekt over een ‘een gruwel voor de HEERE’ onderstreept het blijvende karakter van deze woorden.
Er wordt ook wel beweerd dat de Schrift niets zou zeggen over transseksualiteit en genderdysforie. Ze staat niet los van de gedachte dat het met de schepping gegeven onderscheid tussen man en vrouw na de zondeval niet meer onverminderd van kracht zou zijn. Bij deze zienswijze wordt een tekst als Deut. 22:5 bij voorbaat het zwijgen opgelegd. Koorevaar laat zien hoe verstrekkend de zienswijze is ruimte te bieden voor transseksuele praktijken en na te laten genderdysforie te relateren aan de zondeval en haar gevolgen. Geestelijke leiders die hier de gemeente niet duidelijk de wegwijzen, zijn medeplichtig aan wat de Bijbel een gruwelzonde noemt.
Koorevaar heeft een open oog voor de ontwrichtende gevolgen van de zondeval juist ook op het gebied van de seksualiteit. Gods geboden waaronder het gebod uit Deut. 22:5 zijn bedoeld als een dam ter bescherming van onszelf. Gods geboden laten de kaders zien waarbinnen wij ons behoren te bewegen. Deut. 22:5 is een appel op hen die transgendergevoelens bij zichzelf waarnemen. Zij worden ertoe opgeroepen zichzelf geen kwaad te doen. Het lichaam dat God ons gaf, is een aanwijzing voor het gedrag dat God van ons verwacht.
Gods geboden laten ons zien wat God van ons vraagt. Heel belangrijk is dat Koorevaar naar voren brengt dat het metterdaad luisteren naar Gods stem alleen kan ontstaan in geloofsgemeenschap met Christus en dat in samenhang daarmee de gemeenschap van de heiligen van groot belang is. We hebben de taak elkaar aan te sporen niet af te wijken van de levende God.
Deze studie is een appel om het meeleven met hen die worstelen met transgendergevoelens te plaatsen in bijbelse kaders. Dan gaat het zowel om de scheppingsorde als om wat de Bijbel zegt over het ingaan in Gods koninkrijk. Heel duidelijk is dan dat wie een gruwel in de ogen van de HEERE bedrijft het koninkrijk van God niet kan binnengaan zonder zich van deze zonde te bekeren.
Als geestelijke leiders daarin geen helder geluid geven zijn ze eerder misleiders dan leiders en hebben zij ook zelf bekering nodig. Dat geestelijke leiders zich dan bekeren is niet alleen voor henzelf van het hoogste belang maar ook voor degenen aan wie zij leiding geven. Immers als zij in prediking en onderwijs geen helder geluid geven, zijn zij medeverantwoordelijk voor het feit dat degenen die aan hun hoede zijn toevertrouwd een weg bewandelen of inslaan die niet leidt naar het nieuwe Jeruzalem.
Het feit dat Gods Woord mensen pijn kan doen of zich door het bijbelse getuigenis gekwetst voelen, kan, zo geeft Korevaar aan, geen reden zijn het bijbelse getuigenis niet eerlijk door te geven. Niet de menselijke gevoelens moeten ons uitganspunt zijn maar Gods eeuwig blijvend getuigenis over God Zelf en over de weg naar Zijn koninkrijk. Eerlijk doorgeven van het bijbelse getuigenis moet ook altijd een liefdevol doorgeven zijn. Dan moet het ons gaan om het eeuwig behoud van mensen.
Het optreden van de Heere Jezus op aarde laat ons zien dat men niet zover van God verwijderd kan zijn, of er is door Christus een weg terug naar Hem. Het feit dat wij spreken over een weg terug, laat zien dat het delen in Gods genade en vergeving niet buiten bekering omgaat. Het feit dat het voor iedereen nodig is om over gaan uit de duisternis tot Gods wonderbare licht en dat bij de navolging van Christus een strijd tegen ons eigen ik behoort, maakt dat kinderen van God met elkaar kunnen meeleven ook al voltrekt zich de strijd bij de een op een andere wijze dan bij de ander.
De strijd aangaan tegen onszelf en tegen eigen gevoelens en begeerten in te leven naar wat God van ons vraagt, kan niet in eigen kracht. Wie eigen wegen kiest, kan geen beroep doen op Gods hulp en bijstand en zal dat ook niet doen, eenvoudig omdat de noodzaak ervan niet wordt ingezien en de behoefte ertoe ontbreekt. Aks wij daarentegen uit liefde tot Christus Wiens bloed van alle zonden reinigt in Gods wegen willen wandelen, zal Gods ons telkens weer moed en kracht geven. Ook daar waar wij niet meer weten hoe het verder moet. Mijn wens is dat deze studie biddend wordt gelezen en dat het zo een middel in de hand van God mag zijn om bij het bijbelse getuigenis te blijven of ernaar terug te keren.
Bron: Dr. Hendrik J. Koorevaar, 2024, Wissel van geslachtskleding en van geslacht. Deuteronomium 22:5 en genderdysforie (Lunteren: AMV). Het boek is zowel voor boekhandels als particulieren uitsluitend te bestellen bij Boekhandel ‘De Schuilplaats’ (Alblasserdam).
Deze gastbijdrage is met toestemming overgenomen van de website van dr. P. de Vries. Het originele artikel is hier te vinden.
COLUMN: Straf voor gesprek
Als in 2020 Covid toeslaat, staat Julies leven op zijn kop. Ze voelt zich eenzaam, alleen en geïsoleerd. Begin 2021 installeert ze TikTok op haar telefoon en begint ze uren online door te brengen. Algoritmen bepalen wat ze tegenkomt. Uiteindelijk ‘ontdekt ze de LGBTQ+-gemeenschap‘ en begint ze haar identiteit in twijfel te trekken. ‘In het begin was het alleen mijn seksualiteit: panseksueel, lesbisch, misschien bi?‘, schrijft ze later in haar dagboek. Uiteindelijk zorgen filmpjes waarin kijkers wordt gevraagd of ze zich ‘angstig en ongemakkelijk voelen’ in hun eigen lichaam, ervoor dat Julie haar genderidentiteit in twijfel trekt.
‘Transgender activisten plaatsten actief video’s over hoe ik op een ‘veilige’ manier mijn borsten kon binden. Ze legden me uit hoe euforisch ik me zou voelen als ik testosteron (geslachtshormoon) zou gaan gebruiken. Hoe meer ik werd gehersenspoeld door deze video’s, hoe meer ik ermee begon te resoneren‘, schrijft ze. Julie begint zich dan te identificeren als non-binair en vertelt dit aan klasgenootjes. Haar ouders weten niet dat Julie zich laat aanspreken als ‘die/hun’ en een nieuwe naam heeft gekozen. Pas maanden later horen haar ouders wat er stilletjes gaande is op school. Als ze bezwaar maken en docenten vragen om hen te betrekken over hu dochter, belt de school de kinderbescherming, die een onderzoek naar de ouders instelt.
In december 2023 realiseert Julie zich dat ze is meegesleurd in een hup en besluit ze weer als meisje door het leven te gaan. Julie woont in de VS. Amerikaanse toestanden, toch?
In oktober bespreekt de Tweede Kamer een wetsvoorstel dat het strafbaar moet maken als omstanders ‘onderdrukkende’ invloed uitoefenen op iemands seksuele gerichtheid of genderidentiteit. Opvallend is dat het wetsvoorstel gaat over basale zaken als gesprekken, praattherapieën en gebed. Dit alles samengevat onder de noemer ‘conversiebehandeling’. Verdachten riskeren maximaal een jaar cel of een boete van 22.500 euro. Bij herhaling kan dit oplopen en kan betrokkene uit zijn beroep worden gezet.
Wordt deze wet werkelijkheid, dan zijn meisjes als Julie vogelvrij. Gesprekken mogen wel gevoerd worden, maar alleen ‘als die bijdragen aan acceptatie’. De ouder, docent, psycholoog of dominee die vragen stelt bij een zelfgekozen identiteit, loopt risico’s. Staat hem of haar straks straf te wachten?
Dit artikel is met toestemming overgenomen uit De Waarheidsvriend. De volledige bronvermelding luidt: Hoek-Burgerhart, E. van., 2024, Straf voor gesprek, De Waarheidsvriend 112 (38): 7 (artikel).
Afwijzers weer terug bij af – Wetsvoorstel wijziging transgenderwet toch niet van tafel
Over het wetsvoorstel wijziging van de transgenderwet is al veel te doen geweest.7 Er werd hierover flink gedebatteerd in de Tweede Kamer.8 Onder Nederlanders lijkt er eveneens weinig draagvlak te zijn voor deze wet.9 Bij het aantreden van de nieuwe Kamer, na de verkiezingen, diende mr. drs. Nicolien van Vroonhoven (NSC) en mr. Diederik van Dijk (SGP) een motie in om dit wetswijzigingsvoorstel in te trekken.10 Minister Weerwind (van demissionair kabinet Rutte IV) weigerde de motie uit te voeren en liet het aan het volgende kabinet.11 Ook Kabinet-Schoof wil het wijzigingsvoorstel niet laten vallen en opnieuw ter discussie voorleggen aan de Kamer.
Verzoek
Dat bleek tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen van 2024. Tijdens de voordracht van mr. drs. Nicolien van Vroonhoven interrumpeerde ir. Chris Stoffer (SGP) met de vraag hoe het zit met het wetswijzigingsvoorstel. Hij had het gemist op de ‘valbijllijst’ van het regeerakkoord, een lijst met in te trekken wetsvoorstellen. Stoffer verwees in zijn interruptie naar de aangenomen motie, hierboven genoemd. De wet zou toch ingetrokken worden? ‘Want de Kamer heeft daar in meerderheid om gevraagd’, aldus Stoffer. ‘Denkt u ook dat dit een foutje is, of… hoe duidt u dat?’ In antwoord geeft Van Vroonhoven aan dat zij ook gehoopt had dat dit voorstel op de lijst zou staan. ‘Ik zit nog even te beraden wat ik hiermee aan moet, want inderdaad ook hij had op die lijst gemoeten, dat was ook de meest recht-toe-recht-aan manier geweest.’ Van Vroonhoven stelt voor om met z’n tweeën te kijken hoe ze hiermee verder gaan. Stoffer vindt dat juist, maar geeft aan dat ze bij dezen ook de vraag bij het Kabinet zouden moeten neerleggen. Dan is het mogelijk om de volgende dag daar antwoord op te krijgen. Van Vroonhoven gaat hiermee akkoord.
Antwoord
Dat antwoord kwam inderdaad de volgende dag (19 september 2024). Minister-president drs. Dick Schoof gaf antwoord op de vraag waarom het wetswijzigingsvoorstel op de Transgenderwet niet op de ‘valbijllijst’ stond. Dat komt doordat dit voorstel niet in het Hoofdlijnenakkoord stond. Dat wil, volgens Schoof, zeggen dat deze open is voor politiek debat en daarom niet door middel van de ‘valbijllijst’ van de agenda is afgevoerd. In reactie geeft mevrouw Van Vroonhoven aan dat dit haar teleurstelt. Het gaat namelijk om een aangenomen motie. “Wij gingen er eigenlijk onherroepelijk vanuit dat dit nieuwe Kabinet bij zijn aantreden al die wetten gaat intrekken die ingetrokken zouden moeten worden. En wij hadden eigenlijk niet meer en niet minder verwacht dan dat deze wet daar ook op zou staan.” Moet Van Vroonhoven daar nu opnieuw een motie voor indienen? Schoof geeft aan dat het aan de Kamer is om daar politiek debat over te voeren. Het Kabinet heeft gemeend om dit wijzigingsvoorstel niet op de ‘valbijllijst’ (‘vreselijk woord’) te plaatsen. “Omdat het niet wetgeving betreft die achterhaald is, of wetgeving waarover in het hoofdlijnenakkoord een duidelijke keuze is uitgesproken.” Van Vroonhoven vraagt zich af of het Kabinet een aangenomen motie moet uitvoeren. De politica neemt deze constructie terug in beraad, al is het een vreemde gang van zaken. Ze benadrukt nogmaals dat deze motie voor haar een belangrijke motie is. Zo is de cirkel weer rond en zijn de afwijzers van dit wetswijzigingsvoorstel weer terug bij af.
Voetnoten
Drs. Leontien Bakermans over de adviesvraag behandeling met puberteitsremmers – Uitgelicht! 19 juni 2024
Op 19 juni 2024 was drs. Leontien Bakermans te gast in het programma Uitgelicht! van Family7. Zij sprak over adviesvraag van voormalig demissionair minister Dijkstra over de behandeling met puberteitsremmers. Met dank aan Family7 staat deze video online en kunnen we deze via onze website delen.
Onder de video staat de volgende informatie:
“Demissionair zorgminister Pia Dijkstra geeft opdracht aan de Gezondheidsraad om advies uit te brengen over de behandeling met puberteitsremmers bij kinderen en jongeren met genderdysforie. In de studio apotheker Leontien Bakermans.”
Regenboogverklaring zwijgt over Bijbelse geboden
De Regenboogverklaring bevat goede elementen maar rept met geen woord over de roeping gehoorzaam te zijn aan Gods geboden. Mag de Bijbel ook nog eens een keer haaks staan op onze ervaring en beleving of moet de Schrift altijd alleen maar bevestigen wat wij zelf vinden?
Op 14 februari, Valentijnsdag, verscheen de ” Regenboogverklaring ”. De zeven initiatiefnemers benoemen zichzelf als christelijk, cisgender (in tegenstelling tot transgender) en hetero. Ze betuigen met deze verklaring in de vorm van een brief steun aan lhbti-personen (lesbisch, homo, biseksueel, transseksueel, interseksueel, queer, aseksueel enzovoort). Ze roepen andere ”cisgender-heteropersonen” op om, door de verklaring te ondertekenen, kleur te bekennen voor een inclusieve en veilige kerk en de lhbti-mens een hart onder de riem te steken. Inmiddels is de verklaring tweeduizend keer ondertekend.
Goede elementen
Het is voor mij principieel onmogelijk de Regenboogverklaring te ondersteunen. Toch bevat deze enkele goede elementen, die ik allereerst wil weergeven. Zo lezen we: „Wij hebben jou in het verleden en heden veel leed en onrecht aangedaan. Terwijl we naast je hadden moeten staan, stonden we tegenover je. In plaats van jou te verwelkomen, hebben we kerkdeuren voor je neus dichtgedaan. Jij had onze aandacht en liefde nodig maar we hebben je met de Bijbel in de hand tot in het diepst van je wezen gekwetst. Suggereren dat je kan veranderen of zelfs genezen heeft veel schade veroorzaakt.
Wij hebben jou niet het vertrouwen gegeven dat je verdiende. We geloofden niet in jouw oprechte zoektocht en de unieke weg die God met een ieder van ons gaat. In plaats van te luisteren, dachten wij wel te weten wat God ervan vindt. Bescheidenheid was hier op zijn plaats geweest; wie zijn wij om jou te oordelen? Natuurlijk, verschil van inzicht en Bijbeluitleg mag er altijd zijn, maar het had nooit mogen leiden tot het afwijzen en uitsluiten van jou.”
Het is terecht om welgemeende excuses aan te bieden voor iedere keer dat we medegelovigen met hun persoonlijke problematiek in de kou hebben laten staan. Denk aan homoseksuele jongeren die niet uit de kast durven komen omdat ze alleen maar afwijzing en uitsluiting vrezen in hun familie en in hun kerkelijke gemeente. Hetzelfde geldt voor wie worstelen met genderdysforie en daarbij stuiten op onbegrip en botte reacties.
Terecht wordt ook gesteld dat de suggestie dat je als homoseksueel mens kunt veranderen of zelfs genezen veel schade heeft veroorzaakt. Hier wordt gedoeld op genezingstherapieën of conversietrajecten die ertoe zouden moeten leiden dat de homo hetero wordt. Het ergste daarbij is de suggestie dat je een gebrek aan geloof zou hebben en niet zuiver genoeg gebeden zou hebben wanneer de conversie niet lukt.
Onaanvaardbaar eenzijdig
De Regenboogverklaring schetst echter de karikatuur dat er tegenover de oprecht zoekende lhbti’er alleen maar betweterige christenen stonden die met de Bijbel in de hand precies wisten hoe het zat en hoe het moest. In werkelijkheid zien we in vele christelijke gemeenten een oprechte zoektocht om in liefdevolle verbondenheid met elkaar de weg te vinden die Gods Woord ons wijst. Dat betreft alle terreinen van het leven, dus ook seksualiteit en relaties. Het gaat erom tegelijkertijd recht te doen aan Gods geopenbaarde wil én aan de ervaringen van mensen in al hun veelkleurigheid en diversiteit.
De Regenboogverklaring rept met geen woord over de roeping gehoorzaam te zijn aan Gods geboden. Mag de Bijbel ook nog eens een keer haaks staan op onze ervaring en beleving of moet de Schrift altijd alleen maar bevestigen wat wij zelf vinden? Er zijn toch grenzen aan de acceptatie van de keuzes en het gedrag van de ander, zonder dat we daarmee die ander als méns afwijzen? Een kerkenraad die in zijn geweten ervan overtuigd is dat het heterohuwelijk uniek is als goede orde van God vanuit de schepping (zie Genesis 1 en 2) en daarom de zegening van homorelaties niet kan accepteren, kiest daarmee niet voor liefdeloosheid en afwijzing van homoseksuele broeders en zusters, die als zodanig hartelijk welkom zijn in de gemeente. De Regenboogverklaring laat geen ruimte voor het samengaan van liefdevolle aandacht én bezinning op wat in Bijbels licht verantwoord is.
Geroepen tot gehoorzaamheid
Het is onjuist te suggereren, zoals de Regenboogverklaring doet, dat het arrogant is om vanuit het luisteren naar Gods Woord vast het houden aan wat al eeuwenlang geldt als christelijke moraal op seksueel gebied. Alleen wanneer zij dát doet, kan de kerk een zoutend zout en een lichtend licht zijn in een wereld vol seksuele verwildering.
Laten we de lhbti’ers van harte steunen in de strijd tegen discriminatie en geweldpleging. En laat de gemeente al haar leden de ruimte bieden om bij te dragen aan de opbouw van het lichaam van Christus. Dat betekent dat homoseksuele of lesbische gemeenteleden als broeders en zusters de gaven die ze hebben op allerlei gebied voluit kunnen ontplooien. En dat we alles zullen doen om mensen die te kampen hebben met genderdysforie te ondersteunen bij het dragen van het zware kruis dat hun is opgelegd. We verzwijgen daarbij niet dat de verbondenheid met Christus voor elke gelovige zonder uitzondering een nieuwe gehoorzaamheid met zich brengt, die offers vraagt dwars tegen onze eigen gevoelens in.
De gemeente van Christus is héilig, nog altijd onderweg in gebrokenheid, worstelend met haar onvolmaakte gehoorzaamheid en toewijding aan de Heere. Tegelijk vastbesloten om gehoorzaam te blijven aan de stem van de goede Herder en zich te laten leiden door de Heilige Geest. Zij is véilig en verwelkomt iedereen zonder uitzondering liefdevol. Zij wil mensen in hun gebrokenheid allereerst leiden tot een ontmoeting met Jezus. De heilige en veilige gemeente is transparant in haar morele uitgangspunten en ziet daarbij in liefde om naar al wie op haar weg komt. Zij laat niemand vallen!
Dit artikel is met toestemming van de auteur overgenomen uit het Reformatorisch Dagblad. De volledige bronvermelding luidt: Hoek, J. van, 2024, Regenboogverklaring zwijgt over Bijbelse geboden, Reformatorisch Dagblad 54 (64): 32-33 (artikel).