Home » Evolutietheorie » Een opmerkelijke claim: is de Heilige Geest gebonden aan natuurlijke processen?

Een opmerkelijke claim: is de Heilige Geest gebonden aan natuurlijke processen?

Cees Dekker en collega-onderzoekers van het project EVOLF gaan ontdekken hoe God het leven geschapen heeft.1 Dit voorspelt Gijsbert van den Brink aan de hand van zijn zienswijze met betrekking tot de pneumatologie; de leer omtrent het werk van de Heilige Geest. Deze claim raakt kant nog wal.

De beschrijving die Van den Brink geeft van het werk van de Heilige Geest, als inwerkende Kracht in processen in deze werkelijkheid en als een Geest die levend maakt, wordt sinds mensenheugenis gedeeld door orthodoxe christenen. Dat waren christenen die het klassieke statische wereldbeeld hadden, wat kenmerkend werd gezien voor een christelijk wereldbeeld. Als Van den Brink stelt dat de werking van de Heilige Geest past bij een dynamisch wereldbeeld (wat een eufemistische aanduiding is voor een evolutionistisch wereldbeeld) en bij de gedachte dat het leven door natuurlijke processen uit dode materie is ontstaan, dan is dat onjuist.

Ten eerste past het niet bij het methodologisch naturalisme dat hij voorstaat, ten tweede is het strijdig met het standpunt dat de theologie alleen kan spreken over waarom de schepping er is, en niet over hoe zij tot stand kwam, omdat knowhow het terrein is van de natuurwetenschap. Maar uiteindelijk is hier sprake van een non sequitur. Er is geen verband tussen het argument dat de Heilige Geest in de schepping werkt en de conclusie dat leven door natuurlijke processen is ontstaan. De drogredenering is er een van de categorie: als ik een kat heb, dan heb ik een huisdier; ik heb een huisdier, dus ik heb een kat. In de argumentatie van Van de Brink is dit: als er natuurlijke levensprocessen zijn, dan zijn deze gewerkt door de Heilige Geest. Het leven is gewerkt door de Heilige Geest, dus het leven is gewerkt door natuurlijke levensprocessen. Zijn redenering negeert dat de Heilige Geest op een bovennatuurlijke wijze werkzaam kan zijn, zoals de analoge redenering negeert dat er andere huisdieren kunnen zijn.

Een tweede type drogredenering die wordt gehanteerd, is die van een verkeerde analogie. We lezen dat de drempels die de wetenschap in de natuur waarneemt, ook wel emergenties genoemd, van hetzelfde karakter zijn als het verschijnsel dat water gaat koken bij 100 graden. Dit is een bekende, maar foute, vergelijking. Het proces waarbij kokend water sterk verschillende eigenschappen krijgt ten opzichte van koud water, kan men waarnemen en men begrijpt hoe dit proces plaatsvindt. De energietoestand van watermoleculen gaat een drempelwaarde over. Dit is een andere drempel, dan wanneer we het hebben over het ontstaan van leven uit niet-leven en wezens met bewustzijn uit wezens zonder bewustzijn. Hier staat ons begrip van de werkelijkheid voor een enorme drempel. Het zijn hier niet moleculen die een drempel over gaan, maar ons begrip dat de drempel niet over kan. Het is ook nooit waargenomen dat niet-leven leven voortbracht of dat bewustzijnloze wezens bewustzijn voortbrachten. Hoe dan ooit het eerste leven of natuurlijk wezen met bewustzijn is ontstaan, is wetenschappelijk gezien een raadsel. De ontkenning van het bestaan van zulke drempels heet reductionisme.

Van den Brink veronderstelt dat een evolutionistische wereldbeeld juist is. Vanuit deze veronderstelling voorspelt hij dat leven door natuurlijke oorzaken uit levenloze materie ontstaat (een reductionistische aanname). Deze voorspelling is alleen logisch als men de overtuiging heeft dat de Heilige Geest gebonden is aan natuurlijke oorzaken. Van den Brink noemt dit niet. Maar deze impliciete veronderstelling is noodzakelijk voor zijn voorspelling. De argumentatie is dan als volgt: ‘natuurlijke processen worden gestuwd door de Heilige Geest. Het leven is ontstaan door de Heilige Geest, de Heilige Geest werkt alleen middels natuurlijke processen dus het leven is ontstaan door natuurlijke processen.’ Zijn voorspelling heeft niet een positieve oorzaak, namelijk dat natuurlijke processen worden gestuwd door de Heilige Geest, maar een negatieve oorzaak, namelijk dat de Heilige Geest niet op bovennatuurlijke wijze werkt. De Heilige Geest is strikt gebonden aan tweede, dus natuurlijke oorzaken. De vraag komt dan naar boven of een wezen dat gebonden is aan natuurlijke oorzaken nog wel kan worden gezien als een transcendent wezen.

Hoe moeten we het ons dan voorstellen? Als Van den Brink impliciet, op grond van het levenstuwende werk van de Heilige Geest, stelt dat er wel tweede oorzaken moeten zijn waardoor deze drempels beslecht zijn geworden, waar de natuurwetenschap die tweede oorzaken niet ziet. Als de Heilige Geest werkelijk op natuurlijke wijze deze drempels beslecht, dan zouden we die in de natuurwetenschap niet als drempels ervaren. Maar ze zijn er juist wel en Van den Brink noemt ze juist heel specifiek.

Er zijn enkele oplossingen. Of Van den Brink accepteert dat hier geen sprake is van het werk van de Heilige Geest, want geen tweede oorzaak, dan dus ook geen eerste Oorzaak. Maar hij ziet hier juist wel een rol voor de Heilige Geest. In dat geval kan hij accepteren dat er toch werk van de Heilige Geest kan zijn zonder tweede oorzaak, in dat geval is er sprake van een bovennatuurlijke oorsprong. Of Van den Brink accepteert de huidige natuurwetenschappelijke bevindingen niet en stelt dat er tweede oorzaken moeten zijn, ook al nemen we die niet waar. De vraag die dan naar boven komt is, wat dan de aard van die tweede oorzaken is, en welke reden we hebben om het levenstuwende effect nog natuurlijk te noemen. De Heilige Geest opvoeren bij emergenties begint dan te lijken op een heilige-geest-van-de-gaten.

Het kan natuurlijk zo zijn dat de Heilige Geest bij het beslechten van drempels andere levenstuwende krachten heeft gebruikt dan de levenstuwende krachten die in onze tijd werkzaam of bekend zijn. Dat is lastig, want hoeveel van het gebeurde was dan eerste Oorzaak en hoeveel was tweede oorzaak, en hoe bepaalt men dat? De voorspelling Van den Brink houdt met deze mogelijkheid geen rekening en Van den Brink neemt impliciet aan dat de Heilige Geest in het verre verleden gebonden was aan de tweede oorzaken die op dit huidige moment geldig zijn.

De zienswijze van Van den Brink conflicteert natuurlijk met de Bijbel. In de Bijbel zien we dat er sprake is van bovennatuurlijke verschijnselen en dat de Heilige Geest daarin werkt. Wie meent dat Gods Geest niet los van natuurlijke processen handelt doet tekort aan Gods Eigen getuigenis in de Heilige Schrift.

Dit is een reactie op een eerder artikel van de systematisch theoloog prof. dr. Gijsbert van den Brink. Zijn artikel is hier verschenen.

Dit artikel is met toestemming overgenomen van de website CVandaag. Het originele artikel is hier te vinden.

Voetnoten

  1. Red.: Over dit project heeft uitgebreide berichtgeving plaatsgevonden. Zie: https://oorsprong.info/overzicht-van-berichtgeving-aangaande-het-project-evolf-team-prof-dr-cees-dekker/.