Home » Wetenschapsfilosofie
Categorie archieven: Wetenschapsfilosofie
Kennis is een verhandelbaar product geworden – Bevrijding uit de geldverslaving is, volgens Huybregts, nodig binnen de wetenschapsbeoefening
Deze week schreven dr. Tomas Knapen en dr. Yaïr Pinto een uitgebreid opiniestuk in De Volkskrant over dat het roer om moet als het gaat om de organisatie en financiering binnen de wetenschapsbeoefening.1 Vandaag stond er in dezelfde krant een reactie van Johan Huybregts op dit opiniestuk. Hij meent dat geldverslaving hét probleem is. Hieronder een korte samenvatting.2
Johan Huybregts is co-auteur van het boek ‘Een wereld zonder geld en bezit – Model van een echte SAMENleving‘. Het probleem binnen de wetenschapsbeoefening is, volgens Huybregts, dat kennis een verhandelbaar product is geworden. Dit is gekomen doordat kennisinstituten steeds meer afhankelijk geworden zijn van geld en er een hevige concurrentiestrijd is om aan subsidies te komen vanuit overheden of commerciële geldschieters. De uitkomst hiervan is niet een gewaardeerd of gewenst product, zelfs niet een ‘vanwege patentrechten en intellectueel eigendom, een alom beschikbaar product’. Vaak zit er namelijk een terugverdienmodel aan vast, om investeringen terug te verdienen. Daarmee heeft geld een averechts effect. Huybregts wijst erop dat er binnen de wetenschapsbeoefening ‘een maatschappijbrede geldverslaving‘ heerst, ‘die iedereen dwingt te opereren volgens steeds weer dezelfde, hoogst onoriginele marktwetten van vraag en aanbod‘. Heeft Huybregts ook een oplossing voor dit probleem? “We moeten toe naar een wetenschap die alle vrijheid krijgt om bij te dragen aan de beantwoording van democratisch geformuleerde vragen en (technologische) ontwikkelingen die mensen kunnen bijbenen en toejuichen. Excellentie én originaliteit komen daarbij goed van pas. Soms ook enige competitie.” Naast deze geldverslaving wordt de wetenschapsbeoefening ook overheerst door naturalistische dwang. Dit leidt óók tot tunnelvisie en exclusie van andere gedachten over deze werkelijkheid. Het zou goed zijn als óók daar verandering in zou komen. In ieder geval goed dat er overdacht wordt hoe de organisatie en financiering van wetenschappelijk onderzoek verbeterd kan worden.
Voetnoten
‘Wetenschap gedijt niet bij conformiteit, maar bij ruimte voor twijfel, experiment en afwijking’ – Twee academici reageren in De Volkskrant op huidige wijze van organiseren en financieren binnen de wetenschapsbeoefening
In De Volkskrant verscheen vandaag een opiniestuk van twee academici over de huidige wijze van het organiseren en financieren van de wetenschapsbeoefening. Vernieuwende ideeën krijgen, volgens deze wetenschappers, zelden de kans zich te bewijzen. ‘Niet omdat ze ondeugdelijk zijn, maar omdat ze niet in het bestaande beeld passen’. Financiering is ‘veel te veel gericht op dominante theorieën’. Hierdoor liggen ‘tunnelvisie en voorspelbaarheid’ op de loer.
Aanleiding voor het schrijven van dr. Tomas Knapen3 en dr. Yaïr Pinto4 is een krantenartikel waarin aangegeven wordt dat een vaccin tegen gordelroos mogelijk ook de ziekte van Alzheimer vertraagd.5 De geleerden vragen zich af waarom deze richting jarenlang genegeerd is en een nauwelijks effectieve behandeling – de amyloïdehypothese – velen miljarden heeft gekost. “Onderzoekers die andere routes wilden verkennen, liepen aan tegen gesloten deuren – in peer review, bij publicaties en financiering.” De onderzoekers signaleren naast dit voorbeeld ook ‘trage wetenschappelijke aandacht voor de schadelijke effecten van ultrabewerkte voeding’.6 Er zijn veel meer voorbeelden te geven. “In al deze gevallen blijkt dat dominante modellen en gevestigde belangen hand in hand gaan met financieringsstructuren die risico mijden en afwijking ontmoedigen.”
Hoe komt het?
Dr. Knapen en dr. Pinto zien de oorzaak hiervan. “We hebben een systeem gecreëerd dat in naam innovatie beloont, maar in de praktijkafwijking ontmoedigt – en zo structureel vernieuwing belemmert.” NWO en ERC, die de grootste beurzen verdelen, kijken vooral naar de CV, publicaties in toptijdschriften en internationale zichtbaarheid. Dit noemen zij ‘excellente’ onderzoekers. Knapen en Pinto zien in deze beoordeling sterke subjectiviteit (bias). De mate van excellentie wordt bepaald door ‘beoordelingscommissies die opereren binnen dezelfde netwerken, paradigma’s en aannames als de onderzoekers die zij beoordelen’. Degenen die daarbuiten vallen krijgen nauwelijks toegang. Dit wordt bevestigd door rapporten van bijvoorbeeld het Rathenau Instituut7 en de OESO.8 “In de huidige situatie doen we feitelijk alsof we vooruitgang kunnen plannen op basis van wat al is bewezen – terwijl echte doorbraken nu juist ontstaan op onverwachte plekken.”
Het roer moet om
Knapen en Pinto hebben niet allen commentaar op het bestaande systeem maar komen ook met een oplossing. “Als we willen dat wetenschap zich werkelijk vernieuwt, moet ook het financieringssysteem openstaan voor het onverwachte. Reserveer substantiële budgetten voor kleinschalige, risicovolle projecten van minder zichtbare onderzoekers.” Wanneer er gelijke beoordeling is, dan zou loting overwogen kunnen worden. Knapen en Pinto wijzen hierbij op een pleidooi van hoogleraar psychologie prof. dr. Han van der Maas.9 Voorstellen die niet binnen bestaande kaders passen, maar methodologisch wél deugen, zouden de ruimte moeten krijgen. Genoeg ideeën, maar volgens de Amsterdamse onderzoekers ontbreekt ‘de politieke wil om het systeem fundamenteel te herzien’. “De echte vraag is dus niet wie excellent is, maar wie origineel is, en of we het aandurven om echt nieuwe ideeën te onderzoeken.” Zal deze wijze van organisatie en financiering van onderzoek ook ruimte bieden aan wetenschappers die Intelligent Ontwerp in de natuur menen te detecteren? Nu moeten deze onderzoekers dit onderzoek vaak in de vrije tijd doen en zelf financieren. “Zolang we de financiering blijven toekennen op basis van gevestigde profielen en vertrouwde ideeën, blijven we kansen missen – soms met ingrijpende gevolgen, zoals bij Alzheimer.”
N.a.v.: Knapen, T., Pinto, Y., 2025, Hou op met die focus op excellentie in wetenschap en kijk ook naar originaliteit, De Volkskrant 104 (30.806): 20. URL: https://www.volkskrant.nl/columns-opinie/opinie-hou-op-met-die-focus-op-excellentie-en-kijk-ook-naar-originaliteit~b0243dbb/.
Voetnoten
Chemisch bedrijf FF Chemicals belijdt Christus als koning – Christelijk belijden en wetenschapsbeoefening niet strijdig
Sommige Nederlandstaligen menen dat geloof en wetenschap in conflict zijn. Wanneer men wetenschappelijk bezig is, moet men (in ieder geval methodologisch) het geloof terzijde schuiven. Helaas volgen sommige christenacademici ook een dergelijk (methodologisch) naturalisme in de natuurwetenschap. Toch kan het ook anders! In de zomer van 2024 was ons gezin op vakantie in Werkendam. Toen ik met de scootmobiel over het industrieterrein reed, zag ik een groot pand waarop in grote letters werd beleden dat de Heere Jezus koning (van de schepping) is.
Mijn interesse was gewekt en ik besloot het bedrijf van dichterbij te bekijken. Naast de tekst ‘Jesus is Lord’ en ‘Jesus saves’ op de twee hoge loodsen (met opslagsilo’s), was er boven de laaddocks meer te lezen over wat Christus gedaan heeft voor de grootste van de zondaren. Links van de ‘Jesus saves’ staat te lezen: ‘Jesus Christ, the Hope of Glory’. Rechts van dezelfde hoge loods: ‘Because Jesus lives, we can face tomorrow’. De eigenaar van het pand is het familiebedrijf FF Chemicals. Op de website lezen we dat ze gespecialiseerd zijn in de productie van organische zuren en zouten ‘die worden gebruikt in levensmiddelen en diervoeders ter verbetering van de kwaliteit van het eindproduct’. Hierbij komt (veel) chemisch laboratoriumwerk kijken. Aan het hoofd van de productieontwikkeling staat dr. Joop Ooijen “Wij zijn in staat om levensmiddelenproducenten te voorzien van alle soorten organische zuren en zouten, maar ook in combinatie met een breed scala aan andere basisgrondstoffen maken wij ‘tailor made’ mengsels.” Ze adviseren en leveren aan veevoederfabrikanten. “We leveren een volledige range organische zuren en zouten – zowel water- als vetoplosbare componenten – met preventieve en curatieve werking tegen zowel grampositieve als gramnegatieve bacteriën en/of de gevolgen hiervan”. Het verschil tussen grampositieve en gramnegatieve bacteriën wordt veroorzaakt door een verschil in de structuur van de celwand.10 Tijdens de productie wordt rekening gehouden met Bijbels rentmeesterschap door de producten onschadelijk te laten zijn voor het milieu en beter voor mens en dier. “De basisingrediënten van onze producten zijn organische zuren en hun calcium- en natriumzouten. Onschadelijk voor het milieu, natuurlijk afbreekbaar en voor zover het diervoeders betreft vaak goede vervangers va antibiotica.” Over duurzaamheid en rentmeesterschap schrijven ze: “Wij zij ons bewust van onze verantwoordelijkheid voor de schepping. We werken voortdurend aan duurzame productiemethoden en verantwoorde omgang met energie en grondstoffen.” De kernwaarden bestaan uit geloof, integriteit en zorg. Bij geloof lezen we: ‘Jezus Christus staat centraal in alles wat we doen’. “Ons doel is om door middel van ons werk het evangelie van Jezus Christus te delen en goed te doen voor en onder de mensen – in Zijn Naam.” Een deel van de winst wordt besteed aan ‘sociale en geestelijke impact’, aan ‘organisaties die het evangelie verspreiden en praktische hulp bieden aan mensen in nood en onderdrukking’. Ze ondersteunen bijvoorbeeld Open Doors, IJM, Compassion, Operatie Mobilisatie en Stichting Alpha Nederland. Kortom: Een volwaardig wetenschappelijk (chemisch) bedrijf, waar het belijden van Jezus Christus als Heere voorop komt. Hier dus geen geloof aan de kapstok vanwege (methodologisch) naturalisme.11 Hieronder een video over de bedrijfsvisie van FF Chemicals.
Het nieuwe bedrijfspand van FF Chemicals werd gebouwd door Staton Bouw B.V.. Met 13.000 m2 is dit qua oppervlakte het grootste bedrijf van het bedrijventerrein Kop van Brabant. Dit zorgt voor meer bedrijvigheid in de regio.12 Het de eerste fase van het pand werd in mei 2019 opgeleverd. De tweede fase in 2021. Recent (in januari 2025) werden er opnieuw extra laaddocks toegevoegd aan het bedrijfspand. Hieronder is een video van Staton te zien.13
Reformatorische christenen zullen waarschijnlijk voor een andere vorm van evangeliseren kiezen. Anderzijds gelden hier de woorden van de Heere Jezus in Lukas 9:23-26 (SV). Daar lezen we: “En Hij zeide tot allen: Zo iemand achter Mij wil komen, die verloochene zichzelven, en neme zijn kruis dagelijks op, en volge Mij. Want zo wie zijn leven behouden wil, die zal het verliezen; maar zo wie zijn leven verliezen zal, om Mijnentwil, die zal het behouden. Want wat baat het een mens, die de gehele wereld zou winnen, en zichzelven verliezen, of schade zijns zelfs lijden? Want zo wie zich Mijns en Mijner woorden zal geschaamd hebben, diens zal de Zoon des mensen Zich schamen, wanneer Hij komen zal in Zijn heerlijkheid, en in de heerlijkheid des Vaders, en der heilige engelen.” In ieder geval laat FF Chemicals zien dat christelijk belijden én wetenschapsbeoefening niet met elkaar in conflict zijn.
De media over deze christelijke boodschap
Bokt: https://www.bokt.nl/forums/viewtopic.php?f=135&t=1970283&start=50.
CVandaag: https://cvandaag.nl/74176-bijzondere-evangelisatieboodschap-op-bedrijventerrein-werkendam-jesus-saves.
De Beeld Unie: https://www.debeeldunie.nl/stock-photo-nederland-werkendam-18-december-2024–jesus-saves-ff-chemicals-op-reportage-image00475686.html.
Fundamentum: https://oorsprong.info/chemisch-bedrijf-ff-chemicals-belijdt-christus-als-koning-christelijk-belijden-en-wetenschapsbeoefening-niet-strijdig/.
Het Kontakt: https://www.hetkontakt.nl/altena/204800/tekst-jesus-saves-op-werkendams-bedrijf-nog-niet-vergund.
Nederlands Dagblad: https://www.nd.nl/nieuws/nederland/525673/boodschap-jesus-saves-op-brabants-bedrijventerrein.
Operatie Mobilisatie: https://operatiemobilisatie.nl/geven/business-partner/business-event-ff-chemicals.
Piet Hartman: https://piethartman.nl/als-jezus-terugkeert-op-aarde-wordt-hij-witheet/.
Radio A-FM: https://www.radioafm.nl/2019/06/17/tekst-jesus-saves-kenmerkt-de-kop-van-brabant/.
Revive: https://revive.nl/evangelist-joop-van-ooijen-71-beplakt-nederland-al-tientallen-jaren-met-evangelisatie-boodschappen-ben-nog-elke-dag-op-straat/.
Voetnoten
Dr. Eric Boersma over de verhouding tussen geloof en wetenschap – Uitgelicht! 10 mei 2021
Dr. Eric Boersma was te gast in het programma Uitgelicht! van Family7 om daar te spreken over de verhouding tussen geloof en wetenschap. Zijn deze ‘grootheden’ met elkaar in tegenspraak of vullen zij elkaar aan? Met dank aan het programma kunnen wij de opname hieronder ook delen.
Drie krachtige intuïties die een aanwijzing vormen voor het Godsbestaan – Carel de Lange (MSc.) houdt lezing voor cursisten
Het werk van Carel de Lange (MSc.) is al vaker langsgekomen op deze website.14 Vandaag een video van een korte lezing van hem, waarin hij een groep cursisten drie ‘krachtige intuïties’ voorhoudt die een aanwijzing vormen voor het bestaan van de monotheïstische God. De lezing is opgenomen en op het YouTube-kanaal ‘Geloof en Rede’ geplaatst.
Voetnoten
Het dilemma voor de wetenschap: alle onderzoek aan AI laten om het sneller te laten gaan?
“AI lost ziekenhuisbacterievraagstuk in twee dagen op, waar het wetenschappers jaren kostte.” Sinds de onthulling van Googles ‘co-scientist’ enkele dagen geleden verschenen tientallen artikelen met titels zoals deze, gelezen bij de BBC. Hoewel ze enigszins misleidend zijn, gaat het wel degelijk om een indrukwekkende toepassing van artificiële intelligentie. Co-scientist is een artificiële wetenschapper, die mensen moet bijstaan in het wetenschappelijke proces. De spectaculaire krantenkoppen verwijzen naar een van de experimenten die het nut van de technologie hebben bewezen. Al na twee dagen rekenen produceerde co-scientist een hypothese waarvan biologen onlangs, na jaren onderzoek, hadden aangetoond dat ze klopt: dat sommige bacteriën met antibiotische resistentie gebruikmaken van verschillende virussen om meer gastheren te bereiken.
Het lukte co-scientist dus om de juiste hypothese te formuleren, maar het kon niet het verdere wetenschappelijke werk uitvoeren dat nodig is om die hypothese te valideren, zoals gecontroleerde experimenten opzetten. Vandaar dat de tegenstelling tussen ‘twee dagen’ met AI en ‘jaren’ met mensen niet opgaat. Want co-scientist, zoals de naam verraadt, kan niet in zijn eentje wetenschap bedrijven.
De biologen in kwestie zouden wel vele jaren werk uitgespaard hebben, mochten ze van bij het begin co-scientist aan hun zijde hebben gehad. Dan zou de maatschappij misschien vandaag al baat hebben bij hun onderzoek, mogelijk onder de vorm van nieuwe antibiotica. Daar ligt dan ook de waarde van co-scientist: het doorploegt enorme hoeveelheden wetenschappelijke literatuur, over disciplines heen, formuleert nieuwe hypothesen op open vragen, en stelt navenant experimentele protocollen op, waardoor onderzoek en de maatschappelijke valorisatie ervan versnelt.
Uitmuntende assistent
Op hun blog beschrijven medewerkers van Google de AI-toepassing co-scientist als een “samenwerkingsmiddel dat experts helpt onderzoek te verzamelen en hun werk te verfijnen – het is niet bedoeld om het wetenschappelijke proces te automatiseren”. Die toevoeging moet wetenschappers geruststellen: co-scientist zal jullie werk niet overnemen, maar het verrijken. Dat is trouwens hoe tal van AI-systemen tegenwoordig worden omschreven. Begrijpelijk, want de projecties over jobverlies zijn niet lief. Het World Economic Forum voorspelt dat AI de komende jaren miljoenen meer jobs verloren zal doen gaan dan dat ze er zal creëren.
Hoewel co-scientist voorlopig een uitmuntende assistent lijkt die wetenschappers in staat zal stellen beter en sneller te werken, kan het evengoed, ondanks wat Google zegt, een stap zijn richting het omkeren van de rollen. Met steeds krachtigere AI zou de wetenschapper weleens een veredelde lab-assistent kunnen worden: de fysieke handen die AI nog ontbeert om de experimenten uit te voeren die ze nodig acht in ‘haar’ wetenschappelijk onderzoek. Wanneer de robotica ver genoeg zal staan om ook het experimenteren te automatiseren, dan zullen menselijke wetenschappers helemaal overbodig zijn.
Onszelf afschaffen
AI-toepassingen zoals co-scientist stellen ons voor een dilemma. Het maatschappelijke potentieel ervan is overduidelijk: we kunnen niet snel genoeg nieuwe oplossingen vinden voor de klimaatverandering, antibiotische weerstand, pandemieën en meer. Maar zullen we onszelf daarvoor moeten afschaffen? De voorspelde komst van Artificial General Intelligence (AGI) over enkele jaren belooft alleszins dat de mens voor veel zaken niet meer essentieel zal zijn. Zouden we onszelf elke rol van betekenis in de wetenschap ontnemen, opdat die daardoor sneller vooruit kan gaan?
Mensen vinden betekenis en voldoening in hun werk, ook wetenschappers. Hypotheses bedenken is een van de leukere, creatieve aspecten van het wetenschappelijke proces. Als we dat graag blijven doen, en dus als mensen op de hoogte willen blijven, zijn we dan bereid om misschien soms wat langer te doen over het oplossen van openstaande vragen en problemen?
Per discipline zal er een goede balans gezocht moeten worden. Waar het maatschappelijke nut groot en urgent is, zoals bij het ontwikkelen van nieuwe medicatie, zal de balans vermoedelijk richting AI overhellen, als het maar snel (en correct) verloopt. Maar in minder urgente gevallen mogen we de fundamentele waarde van zelf denken, zelf werken en zelf ontdekken niet onderschatten, zelfs al zullen we het op termijn misschien minder efficiënt doen dan AI. De zoektocht is namelijk in veel gevallen minstens even belangrijk als het eindresultaat, al was het maar omdat zelf wetenschappelijk onderzoek bedrijven van de wetenschapper een betere wetenschapper maakt.
Deze gastbijdrage is met toestemming van de auteur uit De Standaard. Het originele artikel is hier te vinden. Later verscheen het artikel ook op de website van de Vlaams-christelijke denktank ‘Inspiratio’ (link).
‘De werken van Zijn handen’ – Een overzicht
Op 20 februari 2024, vandaag een jaar geleden, verscheen bij Uitgeverij De Banier het boek ‘De werken van Zijn handen’ van wetenschapsjournalist ir. Bart van den Dikkenberg. De ondertitel van het boek luidt: ‘Een kritisch commentaar op theïstische evolutie’. Op onze website hadden we daarvoor al twee keer een aankondiging geplaatst. Aanvankelijk leek het rustig te blijven rond het boek, maar intussen komen de reacties langzamerhand binnen. Dr. Gerdien de Jong schreef zelfs een complete serie om misvattingen en onjuistheden in het boek aan te tonen.15 De reacties op Social Media worden niet in dit overzicht meegenomen, anders is het einde zoek. Daar waar er een digitale referentie te geven is, wordt deze in de voetnoot erbij geplaatst. De hoeveelheid reacties zijn de reden waarom we dit overzicht samenstellen. Met terugwerkende kracht proberen we alle recensies en besprekingen toe te voegen, of ze nu kritisch zijn of zeer positief. Het is goed mogelijk dat meerdere bijdragen er nog niet tussen staan. Mocht u dat opmerken dat kunt u dat via ons contactformulier kenbaar maken. Het boek zelf is verkrijgbaar via de webshop van Uitgeverij De Banier.
6 juni 2014: Het juninummer van StandVastig (blad van de GBS) valt op de mat met daarin een recensie van het boek door dr. ir. J. van Wingerden. De recensent is positief over het boek.16
18 juni 2024: Evolutiebiologe dr. Gerdien de Jong is begonnen met haar bespreking van het boek van ir. Bart van den Dikkenberg. Het moet een veeldelige serie worden. Het eerste deel is een algemeen deel met wat inleidende opmerkingen.17
19 juni 2024: Het tweede deel van de veeldelige serie door evolutiebiologe dr. Gerdien de Jong is verschenen. Deze gaat over geologische tijd.18
20 juni 2024: Bioloog Gert Korthof heeft alle reacties van dr. Gerdien de Jong, die zij op haar website gepubliceerd heeft, gebundeld in één artikel. Hij probeert dit artikel ook zo nu en dan van een update te voorzien.19 Het derde deel van de veeldelige serie door evolutiebiologe dr. Gerdien de Jong is verschenen. Ze maakt in dit deel een begin met de bespreking van de paragraaf: ‘Op de verkeerde plaats‘.20
21 juni 2024: Het vierde deel van de veeldelige serie door evolutiebiologe dr. Gerdien de Jong is verschenen. Ze gaat hierin verder met de bespreking van de genoemde paragraaf en kijkt naar de door Van den Dikkenberg vermeende out-of-order-fossielen.21
22 juni 2024: In het vijfde deel van de veeldelige bespreking door evolutiebiologe dr. Gerdien de Jong gaat ze verder met de hierboven genoemde paragraaf.22
24 juni 2024: Het zesde deel van de veeldelige bespreking door evolutiebiologe dr. Gerdien de Jong is verschenen. Ze neemt in dit deel het specifieke door Van den Dikkenberg genoemde voorbeeld van een out-of-order-fossielen onder de loep, namelijk hoe oud is de grassenfamilie23
25 juni 2024: Het zevende deel van de veeldelige bespreking door evolutiebiologe dr. Gerdien de Jong is verschenen. In dit deel wordt wat meer gezegd over de indeling van soorten.24
5 juli 2024: In het Reformatorisch Dagblad is door Uitgeverij De Banier een kleine advertentie geplaatst van ‘De werken van Zijn handen‘.25 In dezelfde krant verscheen ook een recensie van het boek door de hoogleraar milieusysteemanalyse prof. dr. Wim de Vries. Hij is over het algemeen positief over het boek, al plaatst hij ook diverse kanttekeningen.26
6 juli 2024: Vandaag verscheen er in het Reformatorisch Dagblad opnieuw een kleine advertentie van ‘De werken van Zijn handen‘.27
12 juli 2024: Bioloog en wetenschapsjournalist dr. René Fransen heeft gereageerd op een artikel van ir. Bart van den Dikkenberg op CVandaag. Hij noemt het interview met Van den Dikkenberg ‘een zwak verhaal’.28
20 september 2024: Ir. Bart van den Dikkenberg is, samen met systematisch theoloog dr. Gijsbert van den Brink, te gast in de podcast ‘Dick en Daniël geloven het wel‘. Zij spreken samen over de vraag of evolutie samen kan gaan met het christelijk geloof.29 Deze podcast is ook te beluisteren via Spotify.30
23 september 2024: In het Nederlands Dagblad verschijnt een weergave van de podcast die afgelopen vrijdag op het web werd geplaatst (zie 20 september).31 Bioloog en wetenschapsjournalist dr. René Fransen heeft op zijn website Sterrenstof een artikel geschreven naar aanleiding van de podcast met Van den Dikkenberg (zie 20 september).32
25 september 2024: In het Nederlands Dagblad reageert Jan Luiten op het artikel naar aanleiding van de podcast met ir. Van den Dikkenberg en dr. Van den Brink. Hij geeft aan dat het theïstische evolutionisme lijnrecht ingaat tegen de Schrift.33
3 oktober 2024: Ds. A. van Heteren, emerituspredikant in de CGK, heeft een korte boekbespreking geschreven voor het blad Bewaar het Pand. Hij is positief over het boek en citeert (instemmend?) twee stukken daaruit.34 Ir. Bart van den Dikkenberg heeft via deze website gereageerd op het commentaar van dr. Gerdien de Jong en dr. René Fransen. Hij begint zijn betoog met het verhaal van de man, vrouw en ezel.35
4 oktober 2024: De boekbespreking van ds. A. van Heteren staat nu ook op de website Oorsprong.36
29 november 2024: De digitale e-mailnieuwsbrief Eeninwaarheid laat weten dat Van den Dikkenberg komend voorjaar een lezingenserie hoopt te geven over het theïstisch evolutionisme in Hoevelaken. De lezingenserie is ook toegevoegd in de agenda van de website van Samen Gereformeerd.37
30 november 2024: Op de website Eeninwaarheid.info wordt de lezingenserie van ir. Van den Dikkenberg ook aangekondigd.38
6 januari 2025: In het Reformatorisch Dagblad is een advertentie geplaatst waarin de tweede druk van ‘De werken van Zijn handen‘ wordt aangeprezen.39
8 maart 2025: De nieuwsbrief van Een in Waarheid verwijst naar de lezingenserie die Van den Dikkenberg komende maande hoopt te houden te Hoevelaken. Deze lezingen zullen gaan over (de gevaren van) theïstische evolutie.
11 maart 2025: De definitieve locatie voor de lezingenserie van ir. Bart van den Dikkenberg over theïstische evolutie is bekend: dorpshuis De Stuw (De Brink 10), Hoevelaken.40
Voetnoten
Vechten voor een verloren zaak? – Dr. Prosman over theologiebeoefening aan de VU
Er is al veel om te doen geweest: op de Vrije Universiteit zijn de faculteiten Religie en Theologie, Geesteswetenschappen en Sociale Wetenschappen gefuseerd tot één faculteit. Is religiestress of theologiescepsis bij het college van bestuur de oorzaak hiervan?41 Wordt theologie nog wel gezien als volwaardige wetenschap? In reactie op een interview met drie theologiehoogleraren reageert dr. Prosman in De Waarheidsvriend op deze vraag.42
Het artikel van Prosman opent met een citaat van psychologiestudent Marlon Uljee die meent dat als theologie onderdeel wordt van een grotere faculteit, de theologie als wetenschap zal verwateren. Uljee kennen we op deze website van de Vrijmoedige Studentenpartij.43 De drie theologiehoogleraren, prof. dr. Frank van der Duijn Schouten, prof. dr. Henk van den Belt en prof. dr. Wim van Vlastuin, denken, in een interview met het Reformatorisch Dagblad, dat dit nog wel mee zal vallen en dat de VU nog steeds een goede keus is voor een studie theologie. Prosman denkt daar anders over.44 “Het interview laat zich lezen als een pr-praatje van een faculteit die zich in zwaar weer bevindt omdat de studenten weglopen, terwijl ‘Apeldoorn’ (TUA) groeit als nooit tevoren: 50 eerstejaars.” Het laatstgenoemde feit door dr. Prosman was zo opmerkelijk dat zelfs een seculiere krant als het Algemeen Dagblad erover berichtte.45 Na het lezen van het hierboven genoemde interview kan bij de emeritus predikant uit Amersfoort niet de indruk onttrekken ‘dat men voor een verloren zaak vecht’. De genoemde schaalvergroting ‘is een bedreiging voor de theologie’. Prosman sluit zich daarom aan bij de bezorgde student Uljee in de inleiding.
Cultuur
Prosman vraagt zich af of de achterban van de Hersteld Hervormde Kerk blij zal zijn met het feit dat toekomstige predikanten nu opgeleid worden aan de faculteit van de social sciences. Een hoogleraar noemt het feit dat studeren aan de VU je in aanraking brengt met de moderne cultuur (en wat daarbinnen leeft). Prosman is het daar niet mee eens. “Het zal menige predikant die dit leest verbazen dat je theologie aan een universiteit moet studeren met het oog op het gesprek met de cultuur. Voor dat gesprek moest je in Leiden zijn maar niet in Utrecht, was destijds de teneur.” Over dit belang van de cultuur heeft de commentator nooit gehoord bij bevindelijk-orthodoxe predikanten. Zo wordt cultuurtheoloog Miskotte in die kringen gewantrouwd en geleerde Jonker niet serieus genomen. Is nu alles onder een paraplu komt cultuur ineens belangrijk geworden? Dat één hoogleraar nu aangeeft dat in het regelement aangegeven is dat theologie onopgeefbaar verbonden is aan de VU, zegt volgens Prosman niet zoveel. “Op dit moment is dat een theologie die de antithese afgezworen heeft. Kuyper en Bavinck behoren tot de mannenbroeders van weleer en we moeten hen niet verbinden met de VU van dit moment. Zij behoren tot het religieuze erfgoed.” De schaalvergroting lijkt te passen in een waarneembare tendens: van theologie als koningin der wetenschappen tot theologie het predicaat wetenschap niet waardig. Het gevolg van een wetenschapsfilosofische reductie ten faveure van een rationalistisch-naturalistisch wereldbeeld, waarbij slechts naturalistische natuurwetenschappen geldige kennis opleveren.
Onlangs publiceerden we via deze website een tweetal artikelen over de ondergang van theologie aan de reguliere universiteit. Deze artikelen zijn geschreven door dr. Henk Dijkgraaf en hier en hier te lezen.
Voetnoten
Op de universiteit is het niet pluis – God het recht ontzeggen Zich uit te spreken is een herhaling van de zondeval
Het juiste zicht op het fundament, het voorwerp en het doel van de theologie doet ertoe. Alleen het perspectief van God Zelf werpt het juiste licht over de werkelijkheid waarin we leven. Universiteiten zouden zich dit moeten aantrekken.
Alles hangt met alles samen. Een bekend maar nog altijd fascinerend voorbeeld hiervan is de theorie van het zogenaamde ‘vlindereffect’: de vlucht van één vlinder in Brazilië kan een flinke storm veroorzaken in Texas, doordat een minuscule luchtstroom kan uitgroeien tot iets veel groters. De wereld zit ingewikkeld in elkaar, te ingewikkeld om haar in onze greep te krijgen. De vleugelslag van een vlinder laat zich niet voorspellen en de modellen van het KNMI – hoe nuttig op zichzelf ook – maken weersverwachtingen niet onfeilbaar.
Blikvernauwing
Modellen kunnen we maar niet beter verwarren met de werkelijkheid zelf. Toch is keer op keer de verleiding groot dat wel te doen. Vooral in crisissituaties, wanneer we het gevoel hebben dat we onze grip verliezen, hebben we de neiging de werkelijkheid onze wil op te leggen. Maar telkens weer blijkt dat dit leidt tot blikvernauwing en controledwang.
Tijdens de coronaperiode lieten veel politici en beleidsmakers zich zozeer leiden door modellen van het RIVM dat ze niet terugschrokken voor het invoeren van zeer vergaande maatregelen: er kwamen lockdowns, scholen gingen dicht, mondkapjes domineerden het straatbeeld, vaccinaties werden ons opgedrongen. Door deze eenzijdige focus op wetenschappelijke modellen zagen bewindslieden en beleidsmakers belangrijke dingen over het hoofd, zoals het psychisch welbevinden van jongeren, de eenzaamheid onder ouderen en de impact van uitgestelde zorg.
In de medische wereld spreekt men wel van het ‘niet-pluis gevoel’: een rafelig gevoel dat de gezondheid van de patiënt in gevaar is zonder dat daar directe aanwijzingen voor zijn. Dit gevoel dwingt een arts beter te kijken, andere vragen te stellen en diagnoses te heroverwegen. Onderzoek laat zien dat het niet-pluisgevoel de kans op het ontdekken van een ernstige ziekte aanzienlijk verhoogt. Verantwoord medisch handelen vraagt om een bredere blik dan het blindelings volgen van protocollen.
Het goddelijk perspectief
Nu hebben wij mensen sowieso al een beperkte blik: we kunnen alleen met onze eigen ogen naar de werkelijkheid kijken, we kunnen het leven alleen tegemoet treden met onze eigen begrensde levensgeschiedenis. Om enigszins begripvol in het leven te staan, hebben we een venster nodig op de gedachten, emoties en levenservaringen van anderen. C.S. Lewis roemde daarom de kracht van de grote klassiekers uit de literatuurgeschiedenis: ‘Maar door het lezen van grote literatuur word ik duizend mensen en toch blijf ik mezelf. (…) Ik zie met ontelbare ogen, maar ik ben nog steeds degene die ziet’. Dat is fraai geformuleerd en welkome aansporing om eens een literaire roman ter hand te nemen. Maar al word ik ‘duizend mensen’, dan nog ontgaat mij het perspectief van Hem zonder wiens wil geen vlinder zijn vleugel uitslaat.
De meest ernstige vorm van blikvernauwing is het niet rekenen met hoe God de werkelijkheid ziet. Dat geldt al helemaal als zelfs theologen dat niet doen. We zagen al eerder dat aan de meeste Nederlandse universiteiten de opleiding Theologie is omgedoopt tot Religiewetenschappen waar je de religieuze, sociale en culturele context leert analyseren die de huidige wereld heeft gemaakt tot wat ze is. Je bestudeert sprekende mensen en zwijgende goden.
Gods laatste Woord
Dat roept de klemmende vraag op: mag God ook nog wat zeggen? Elke wetenschap baseert zich op vooronderstellingen. Het is niet onredelijk dat ook de theologie zulke vooronderstellingen kent: Gods openbaring in de Thora, de heilsgeschiedenis, het spreken van de profeten en de wijsheidsliteratuur die zijn climax bereikte in het Woord dat vlees geworden is en onder ons heeft gewoond (Joh. 1:14). De oude theologen spraken over het vleesgeworden Woord als de ratio en oratio van God: de Zoon openbaart (oratio) ons de gedachten (ratio) van de Vader. Breder blikveld is niet denkbaar. Deze voortgang van de openbaring wordt prachtig samengevat door de schrijver van de Hebreeënbrief:
Nadat God voorheen vele malen en op vele wijzen tot de vaderen gesproken had door de profeten, heeft Hij in deze laatste dagen tot ons gesproken door de Zoon. (Hebr. 1:1, HSV)
Misschien heeft wel nooit iemand de betekenis van deze woorden dieper gepeild dan de zestiende-eeuwse mysticus Johannes van het Kruis:
Want Hij heeft Zijn Zoon gegeven, Zijn enig Woord. Hij heeft geen ander. Daarmee heeft Hij in dit éne Woord alles tegelijk gezegd in één keer. Méér heeft hij niet te zeggen (…). Datgene immers wat Hij vroeger broksgewijze aan de profeten meedeelde, heeft Hij nu in zijn geheel tot ons gezegd door ons het Al te geven, namelijk Zijn Zoon. Daarom zou degene die nu God wil ondervragen of een visioen of openbaring wenst, niet alleen een dwaasheid begaan, maar hij zou God ook een belediging aandoen, omdat hij zijn ogen niet geheel en al op Christus vestigt zonder iets anders of iets nieuws te wensen.
In dit licht is het feit dat aan wat ooit faculteiten van Godgeleerdheid heetten, God het recht wordt ontzegd Zich uit te spreken, een uiterste vorm van hubris (hoogmoed). Het is een herhaling van de zondeval in zijn zoveelste gedaante.
Alles in het licht van God
In 1625 publiceerden vier Leidse hoogleraren een handboek van de gereformeerde theologie. Het boek kreeg de titel Synopsis Purioris Theologiae (Overzicht van een zuiverder theologie) en ademt de geest van de Synode van Dordt (1618-1619). In het eerste hoofdstuk stelt een van de hoogleraren, Johannes Polyander, dat we niets met zekerheid over God kunnen weten zonder Zijn bijzondere openbaring door Zijn Woord. Dit geïnspireerde Woord is het fundament van de theologie. De uiteindelijke bron van onze kennis is de zelfkennis van God als Vader, Zoon en Heilige Geest, voor zover God die aan ons heeft geopenbaard. Deze kennis is ons gegeven met een doel: een godzalig leven, ons eeuwig behoud en de eer van God. De theologie is geen theoretische vingeroefening maar ‘een praktische wetenschap die de wil van alle aandoeningen krachtig beweegt om God te vereren en de naaste lief te hebben. Vandaar dat het geloof gezegd wordt dat het krachtig werk door de liefde’.
Het voorwerp van de theologie is (1) God Zelf, (2) de bijbelse leer die nodig is voor ‘gemeenschap met en genieting van God’ en (3) ‘alles wat in de natuur van de dingen door God geschapen en verordend is, in zoverre zij tot God als tot hun oorsprong en doel teruggebracht moeten worden’. (I, 12) Van deze door God geschapen en verordende dingen geeft Polyander als voorbeelden natuurkunde, ethiek en staatskunde. In een interview met dit magazine, enkele maanden geleden (41/2024), definieerde dr. Gijsbert van den Brink theologie als ‘de studie van God en alle dingen in het licht van God’:
Theologie gaat niet alleen over God maar over het hele leven, over economie, over ecologie, over politiek. Er is niets wat buiten de sfeer van de theologie valt. Je denkt als theoloog over de dingen na in het licht van hoe God ze bedoeld heeft.
Om de samenhang der dingen op het spoor te komen, om antwoord te geven te geven op de vraag waarom de dingen zijn zoals ze zijn, kan de wetenschap er niet om heen hun oorsprong en doel ’terug te brengen’ tot hun Schepper.
Wetenschap of waardeoordeel?
Een voorbeeld. In een column in De Telegraaf bracht Ronald Plasterk onlangs het fenomeen van physics envy ter sprake: jaloezie ten aanzien van de natuurwetenschappen omdat die ondubbelzinnige feiten kunnen vaststellen. Maar een heleboel dingen in het leven gaan helemaal niet over feiten die je kunt vaststellen. Plasterk zelf noemt het voorbeeld van abortus. Daarover kunnen we geen wetenschappelijk oordeel, slechts een waardeoordeel. ‘De voorstanders van abortus zeggen ‘baas in eigen buik’: een vrouw heeft het mensenrecht te bepalen wat er in haar lichaam groeit. De tegenstanders zeggen: een ongeboren kind is ook een mens van wie het leven door de wet moet worden verdedigd. De biologie geeft geen objectief en onbetwistbaar antwoord op de vraag wanneer het beschermenswaardige leven begint.’ Maar het menselijk leven valt natuurlijk weldegelijk onder het licht van hoe God het bedoeld heeft. Vanuit Gods perspectief is een waardeoordeel nooit subjectief en wetenschap nooit waardenvrij.
Een universiteit zonder de theologie als ‘koningin der wetenschappen’ is daarom in tegenspraak met zichzelf. Dat laatste had kardinaal John Henry Newman goed begrepen toen hij in een van zijn eerste colleges over The Idea of a University zei:
Ik zeg dan, dat als een universiteit, uit de aard der zaak, een plaats van onderwijs is waar universele kennis wordt onderwezen, en als aan een bepaalde – zogenaamde – universiteit de theologie wordt buitengesloten, een van de volgende twee conclusies onvermijdelijk is: ofwel, aan de ene kant, dat de theologie niet het domein is van echte kennis, of, aan de andere kant, dat aan zo’n universiteit een speciale en belangrijke wetenschappelijke discipline wordt geweerd. Ik zeg: de voorstanders van zo’n instelling moet dit zeggen of hij moet dat zeggen; hij moet bekennen ofwel dat er weinig of niets bekend is over het Opperwezen, ofwel dat deze zetel van geleerdheid zichzelf noemt wat het niet is.
Universele kennis veronderstelt een alomvattend perspectief: dat van God Zelf.
Dr. Henk Dijkgraaf schreef al eerder een stuk over theologie als wetenschap aan de universiteit. Dat vorige artikel is hier te lezen.
Dit artikel is met toestemming overgenomen uit De Waarheidsvriend. De volledige bronvermelding luidt: Dijkgraaf, H., 2025, Op de universiteit is het niet pluis. God het recht ontzeggen Zich uit te spreken is een herhaling van de zondeval, De Waarheidsvriend 113 (6): 4-6 (artikel).
Alteno reageert op artikel dr. Polderman over de voorlopigheid van wetenschap
Op deze website is al vaker geschreven over de informatieve website Altenoweb. Alteno is een pseudoniem van een biologisch geleerde die sympathiek staat tegenover Intelligent Design. Afgelopen maandag schreef Alteno over het artikel van dr. C.P. (Kees) Polderman, dat op dezelfde dag ook gepubliceerd was op de website ‘Oorsprong’ van Fundamentum.46 In dit onderhavige artikel wordt de reactie van Alteno kort samengevat. Zo proberen we het gesprek over de voorlopigheid van (natuur)wetenschap op gang te houden.47
Lewis
Alteno heeft op zijn website al vaker verwezen naar het bovengenoemde artikel van Polderman.48 Het artikel van Alteno, wat hier nu wordt samengevat, begint met het citaat van dr. Polderman over Lewis. Evolutie toeschrijven aan toeval en natuurlijke selectie zou, zou volgens Lewis, hetzelfde zijn als te beweren dat een explosie in de drukkerij de ‘Oxford English Dictionary’ zou voortbrengen. Alteno weet niet waar Polderman dit vandaan heeft, maar hij vindt deze gedachte wel terug bij de mormonen. “Het is niet ondenkbaar dat de mormonen het bij Lewis vandaan hebben, want mormonen houden van Lewis”.
Schepper-en-Zoon
De auteur verwijst daarna naar een bericht van ene André. André heeft gereageerd op de kritiek van dr. René Fransen op het artikel van Polderman. Alteno meent dat het hier gaat om André van Gelder, voormalig creationist van de website Schepper-en-Zoon.49 Deze gedachte is niet juist. Beiden heb ik ooit in ‘levende lijve’ ontmoet. André van Gelder heeft (helaas) een ‘deconversion’ doormaakt en is nu agnost die neigt naar het ontkennen van het bestaan van een persoonlijke Schepper en Intelligent Ontwerp. De andere André, die net als Alteno liever anoniem blijft, belijdt, ziende op zijn reacties, een vorm van oudeaardecreationisme. De André die reageert op de website Sterrenstof meent dat er een tegenspraak is tussen houdbaarheid en de hoeveelheid aanwijzingen. Alteno ziet deze tegenspraak niet: ”Ook voor bewijs geldt dat die houdbaar moet zijn. Houdbaarheid zou ik ook kunnen benoemen als consistentie”. Waarde-echtheid suggereert volgens Alteno ‘dat theorie en feiten goed moeten corresponderen’.
Fransen
Aan het einde van het artikel reageert Alteno op het artikel van dr. René Fransen dat laatstgenoemde schreef op zijn website ‘Sterrenstof’.50 Fransen meent dat de kern van de evolutietheorie, namelijk universele gemeenschappelijke afstamming overeind blijft en na de kritiek van Polderman ook overeind is gebleven. Alteno: “De gemeenschappelijkheid blijft overeind, maar Darwins theorie wordt een laag van modificatie in een typologisch verhaal; modificatie weerlegt typologie niet, maar weerlegt slechts een starre interpretatie van typologie”. Hij noemt deze starheid van Fransen c.s. ‘een stuk moeilijker te weerleggen’. Starheid kan, zo geeft Alteno aan, zelfs niet weerlegd worden, omdat het een kwestie van worldview is. Om de lieve vrede wil, noemt Alteno in het vervolg ‘starheid’ ‘standvastigheid’.