Home » Genealogie » Een beschrijving van het cartularium van het St. Agnietenklooster te Rhenen en de genealogie van laat-Middeleeuwse ‘Van Meertens’

Een beschrijving van het cartularium van het St. Agnietenklooster te Rhenen en de genealogie van laat-Middeleeuwse ‘Van Meertens’

In Rhenen lag het St. Agnietenklooster. Dit klooster bevond zich vóór 1470 aan de Torenstraat, aan de westzijde van het kerkhof dichtbij de Cunerakerk. In 1470 kwam het tot nieuwbouw en gedeeltelijke verplaatsing van het klooster. Dit kloostercomplex werd gebouwd aan de Herenstraat en de westelijke hoek van de Torenstraat. Aan de overkant van de Torenstraat kwam de kloosterboerderij. Het was een klooster van de zusters Franciscanessen. De non Anna van Brakel stelde in 1540 een cartularium van akten betreffende de goederen van het St. Agnietenklooster te Rhenen (1360-1540) samen. In deze akten komen ook ‘Van Meertens’ voor. Of de akten zelf getranscribeerd zijn weet ik niet, mogelijk kunnen de transcripties van aktes waar ‘Van Meertens’ in voorkomen later ook op deze website geplaatst worden. Nu moeten we het doen met de beschrijving van Het Utrechts Archief.1 Daaruit kunnen we veel leren.2

Profiel van Rhenen uit het noordoosten met onder andere de Cunerakerk. Op de voorgrond een huifkar op weg naar de stad. Middenboven het stadswapen. Bron: Het Utrechts Archief.

Janna van Meerten

Het cartularium bevat een akte van overdracht door Jacop Freyse van Dolre en zijn vrouw Janna van Merten op 24 maart 1501 aan het St. Agnietenklooster te Rhenen. Het gaat hier om het echtpaar Jacob Freys van Dolre en Johanna van Abcoude van Meerten. Zij dragen over, het erf en goed ‘Het Kleine Griet’ binnendijks en buitendijks en met de aanwassen bij Mommensluis in De Mars. Vierentwintig jaar later (op 11 oktober 1525) wordt er opnieuw een akte van overdracht samengesteld door dit echtpaar. Dit maal aan Arnoldus van Bueren, pater te Rhenen, ten behoeve van het St. Agnietenklooster te Rhenen. Het betreft een erfrente uit het stuk land ‘Het Kleine Griet’ in De Mars. Deze was tevoren uitgegeven ten behoeve van Kunera van Dolre, in leven non van dat klooster.3

J(oh)an van Meerten

Op 25 april 1441 wordt een akte van uitgifte in tijns uitgegeven aan het zusterklooster in Rhenen. Deze uitgifte werd gedaan door Jan van Meerten, hof- en tijnsmeester en kwam van een hofstede van twee morgen land bij de heerlijkheid Lienden, de Drucht en de Broeckdijk in de maalschap Kesteren. Er is ook een akte van verkoop en overdracht aan Ghijsbert van Randwijck Gijsberts van 18 mei 1463. Dit keer gaat het om Johan van Meerten (is dit dezelfde als de hierboven genoemde hof- en tijnsmeester?) en zijn vrouw Johan (?) van Meerten. De verkoop en overdracht betreft een erftijns uit een huis en hofstad van 2 morgen land en de openbare weg in het kerspel Kesteren. Deze is gelegen bij de heerlijkheid Lienden en De Lede. Het lijkt erop dat dit om dezelfde hofstede gaat als hierboven (maar zeker is dat niet).

Op 9 juli 1449 wordt deze Johan vermoedelijk ook genoemd. Hier heet zijn vrouw Johanna. Het betreft een akte van verkoop door Johan van Meerten, Henrick van Meerten, J. Borre van Meerten e.a. aan Willam van Meerten en Derick Haeck. De verkoop gaat over 3 en een half morgen land Bergelen bij de Nedermedesche straet en de Hoogmeienstraat in de maalschap Meerten in het kerspel Lienden. Dit stuk land, met Johan van Meerten, komt opnieuw voor in een akte van 20 december 1477. Dit is een akte van belening door Johan van Brakel, leenheer en hofheer, van Johan van Meerten. Ook in een akte van 16 juli 1499 wordt over dit stuk land gesproken, dit keer is het een akte van belening door Johan van Brakel, leenheer en hofheer, van Willam van Meerten en Derrick Jansen.

Jan Bor van Meerten

De al eerder genoemde J. Bor van Meerten komt voor in een akte van verkoop op 17 maart 1494. Hij draagt, samen met zijn vrouw Ewout, de tijns over uit een hofstede van twee morgen land bij de Drucht en de Broeckdijk te Kesteren aan Arent Evertzoen Block, priester.

Roeloff van Meerten Ghevert Moelmanszoen

Op 11 maart 1392 heeft Roeloff van Meerten Ghevert Moelmanszoen, samen met zijn vrouw Hildegont, een akte van overdracht opgedragen aan Derrick Borre van Amerongen. Het betreft de erfpacht van de helft van gespecificeerd opgegeven hofsteden, erven en land bij De Lede, Die Man, de Rijn, de Hogeweg, de Wetering, de Meynroede en de molenplaats in De Mars.

Gherit van Meerten

Over deze Gerrit van Meerten hebben we al eens geschreven.4 We zien hem een paar keer terugkomen. Allereerst bij een akte van overdracht op 11 november 1433 van een huis en hofstede bij de Drucht in het kerspel Kesteren. Deze overdracht is gedaan door Steven Stevenszoon en zijn vrouw Margriet. Op 26 mei 1437 komt deze hofstede opnieuw voor in een akte van overdracht door Gheerit van Meerten aan Otten van Welle. Gheerit is pastoor van Kesteren en Otten is priester. Deze overdracht vindt plaats ten behoeve van het zusterklooster te Rhenen. Tenslotte komt dit huis en deze hofstede opnieuw voor in een akte van verkoop op 28 mei 1437. Op dezelfde dag ontvangt Gherit van Meerten ook erfpacht over dit huis en deze hofstede ten behoeve van het zusterklooster te Rhenen. Op 21 februari 1445 wordt erfrente uitgegeven door de pastoor, de kerkmeesters en de erfgenoten en buren van Kesteren ten behoeve van het zusterklooster te Rhenen en ten laste van de kerk van Kesteren. Of de genoemde pastoor Gerrit van Meerten is, wordt niet duidelijk door deze beschrijving.

Gerryt van Meerten Gerrytzoen

Op 8 juli 1454 verkoopt Gerryt van Meerten Gerrytzoen van de erfpacht uit de hofstede van 10 hond land De Oude Eng te Ommeren aan het St. Agnietenklooster. In de kantlijn staat: ‘Verpacht aan Jan van Groetvelt te Ommeren’. Dezelfde dag wordt er ook een akte van uitgifte in tijns opgesteld door Roeloff Momme, burggraaf Ter Lede en tijnsmeester van Walraven van Meurs, heer van Lienden en Ingen. Deze uitgifte vindt plaats aan de priester Willam Lijster ten behoeve van het klooster te Rhenen. Dit stuk land komt ook voor op 22 juli 1454 waar staat dat deze erfpacht ontvangen is door Henrick Janszoen van het klooster te Rhenen. Het gaat om huis en hofstede (tijnsgoed) van de heerlijkheid Lienden. Of deze Henrick dezelfde is als de hierboven genoemde Henrick van Meerten is mij (nog) niet bekend.

Derrick de oudere

Derrick de oudere, die ook voorkomt bij akten van zijn zoon hieronder, komt voor in een akte van schenking door Derrick van Meerten en zijn vrouw Cristina van Eck aan het St. Agnietenklooster te Rhenen. Het gaat om vier morgen land Bergelen bij de Nedermedensche straat en de Hoogmeienstraat in de maalschap Meerten te Lienden. Hij schenkt dit vanwege de intrede van hun dochter Theodorica van Meerten in het klooster op 25 mei 1502. Er is ook een akte van verkoop en overdracht op 20 januari 1515 tussen dit echtpaar en Arnoldus van Bueren ten behoeve van het klooster. Het gaat dan om 3 en een half morgen land met dijk en wetering bij de kade met de wetering en een tochtsloot genaamd de Leigraaf in de maalschap Meerten te Lienden. In de kantlijn staat de volgende aantekening: ‘Dese 3½ mergen bruyckt nu Henrick van Ewick. Oestwert convent 3½ mergen, en de dairnaest ten oesten Zeger Bernss 3½ mergen’. Een saillant detail is dat deze Derrick van Meerten in het jaar 1530 is overleden.

Derrick de jongere

Het stuk van 3 en een halve morgen land Bergelen bij Die Nedermedensche straet, en de Hoogmeienstraat in de maalschap Meerten in het kerspel Lienden (dat ook hierboven bij Jan van Meerten wordt genoemd) komt ook voor in een akte van 1 september 1530. Hier beleent Cornelis van Brakel dit stuk land van Derrick van Meerten de jongere. Deze akte komt ook verderop in dit cartularium. Hier staat in de kantlijn ‘Den Muyscam is vry vercoft’. Op 21 februari 1530 heeft Derrick van Meerten de jongere een akte van erkenning opgesteld. Hij erkende de verkoop en overdracht indertijd door zijn vader Derrick van Meerten aan het St. Agnietenklooster te Rhenen. Het gaat om twee kampen land te Meertensveld en de bovengenoemde 3 en een halve morgen leengoed Bergelen van Cornelis van Brakel. Verderop komt óók deze akte nog een keer voor. Hier staat in de kantlijn: ‘Die reste 3½ mergen liggen ten westen besiden Zegers weiden; den den 3½ mergen liggen voirt ten westen besyden die voirscreven 3½ mergen ende Henrick van Ewick plach te gebruyken. Noch 3½ mergen leengoets is die Muyscamp ende Pelgrum gebruyckt, ende heyten Bergele aen die Nedermese straet naer Tyel te gaen’. Op dezelfde dag wordt ook een akte van schuldbekentenis opgesteld door Derrick van Meerten. Hij geeft aan 200 gulden te willen voldoen aan het St. Agnietenklooster te Rhenen, dit bedrag is afkomstig uit twee kampen land en erf van 5 en een halve morgen land te Ommeren.

Johan van Meerten Willemszoen

Op 23 augustus 1369 wordt er een akte van deling opgemaakt door Johan van Meerten Willemszoen en Johan die Lewe Goeswijnszoon. Zij worden knapen genoemd. De akte van deling gaat over het erf en land ‘In het Oude Griet’ bij de dijk, de Nijenweert, de oude dijk en het Veerhuis.

Lysbeth van Meerten

Op 7 december 1464 wordt er een akte opgesteld waarbij Lysbeth, de vrouw van Henrick van Grootvelt, verklaarde dat haar rechtens toekomt een gedeelte van 3 morgen land te Langgrootveld in de maalschap Meerten te Lienden.

Wouter van Meerten

Op 3 juli 1447 wordt er een akte van gerechtelijke beslaglegging opgesteld door Wouter van Meerten. Hij doet dit namens Jacob die Wit, commandeur (van het Duitse huis) te Rhenen. Van Meerten legt beslag op het huis c.a. van wijlen Gerrit die Keyser. Op dit moment woont Arent Gerrytssoen daar nu en behoort het erf en goed Te Velde te Rhenen hiertoe. De beslaglegging is geschied ten behoeve van het innen van een schuld.

Ten slotte

Hierboven heb ik vooral de beschrijvingen zelf laten spreken. Ik hoop deze gegevens binnenkort, als de Heere het leven en de gezondheid geeft, verder uit te werken. Daarbij hoop ik ook een studie te kunnen maken naar de landerijen die hier genoemd worden. Het cartularium van het St. Agnietenklooster is een goudmijn voor genealogisch en historisch onderzoek. De non Anna van Brakel kunnen we bijna vijfhonderd jaar na datum nog dankbaar zijn voor het zorgvuldig opschrijven van deze akten. Zo kunnen er een hoop onzekerheden weggenomen worden en ook betreffende kwartierstaten duidelijkheden verschaft worden. Daarover later D.V. meer!

Voetnoten

  1. Deze beschrijving is hier te vinden: https://hetutrechtsarchief.nl/onderzoek/resultaten/archieven?/burgerlijke-stand&mivast=39&mizig=210&miadt=39&miaet=1&micode=1006-4&minr=887962&miview=inv2&milang=nl.
  2. Meer informatie over het klooster is hier te vinden: https://www.archieven.nl/nl/zoeken?mivast=0&mizig=210&miadt=39&miaet=1&micode=1006-4&minr=887581&miview=inv2#inv3t1.
  3. Deze Kunera was mogelijk de zus van Jacop Freyse. Kunera is in ieder geval vóór 11 oktober 1525 overleden.
  4. https://oorsprong.info/wel-een-middeleeuws-pastoor-gerrit-van-meerten-in-kesteren-maar-nog-geen-reformatie/.