Als we niet in actie komen, verdwijnen onze christelijke waarden via de EU. De sloopkogel van een progressief-liberale meerderheid richtte zich in Europa op onderwijs, abortus en familierecht. We kunnen het tij nog keren. Hoop gloort bij de Europese verkiezingen op 6 juni.
Het lijkt soms een frontlinie die steeds maar opschuift: progressief-liberale politici die oprukken met hun ”alles-moet-kunnen-mentaliteit” en ons als verdedigers van christelijke waarden in het nauw brengen. Via het Europees Parlement willen ze hun visie opdringen. Ze richten hun pijlen op degenen die vasthouden aan christelijke waarden, zoals het gezin of het leven. Hun individualistische en egoïstische visie, vermomd als ”modernisering”, maakt de samenleving echter niet gelukkiger of beter. Integendeel.
Als christenen moeten we de strijd daarom niet opgeven. We moeten juist opstaan en opkomen voor onze christelijke waarden. De Bijbel vraagt ons te getuigen en het geloof te verdedigen. En dat moet zeker in de Europese Unie, waar veel wetten ontstaan.
Waar hebben we als christenen voor te strijden? Ik noem enkele fronten: onze visie op het gezin en op abortus, de vrijheid om voor Bijbelse principes uit te komen en ons onderwijs, dat ook onder druk staat.
Huwelijk
De Bijbel leert ons wat een huwelijk is. Een huwelijk is een speciale verbintenis tussen één man en één vrouw. Zo’n verbintenis geeft het gezin een stabiele basis. De Europese Commissie heeft echter een voorstel ingediend voor een Europees ouderschapscertificaat. Dat wil zeggen: als één EU-land een andersoortige gezinsvorm erkent (een ”regenbooggezin” of een meeroudergezin; in theorie zelfs ook polygamie), dan is een ander EU-land verplicht om die gezinsvorm te erkennen als het gezin naar dat land verhuist. Zelfs als dat andere land die gezinsvorm in de eigen wetgeving helemaal niet erkent.
Het gevolg is dus dat het EU-land met de meest liberale wetgeving voor huwelijk en gezin leidend wordt voor de hele EU. En dat terwijl de EU helemaal geen bevoegdheden heeft met betrekking tot het gezinsbeleid. Een sluipend gevaar! Gelukkig zijn er (nog) lidstaten die dit ouderschapscertificaat blokkeren, zoals Hongarije. Maar de Europese Commissie voert de druk op.
Abortus
De Bijbel leert ons dat ieder mens beschermwaardig is, zeker ook het kwetsbare beginnende leven. Abortus is doodslag op een pril mensenleven in de moederschoot. De praktijk is helaas toegestaan in Nederland en veel andere EU-landen, onder voorwaarden. Enkele landen, zoals Malta en Polen, verbieden abortus.
Liberale politici eisen echter dat het recht op abortus een Europees mensenrecht wordt. Abortus zou dan niet meer verboden mogen worden in EU-landen. Ook in Nederland zou deze kwalijke praktijk dan uit het Wetboek van Strafrecht moeten worden geschrapt.
Een raar idee? Helaas niet. De Franse president Macron maakt zich hier hard voor. In eigen land heeft hij het al zo ver gekregen dat het recht op abortus verankerd is in de Franse grondwet. Ook in het Europees Parlement riep een meerderheid onlangs op om van abortus een mensenrecht te maken. Gelukkig was dit nog slechts een vrijblijvende oproep. Om dit daadwerkelijk te kunnen doen, zou een verdragswijziging nodig zijn. Elk land kan dat blokkeren, dus ook een conservatiever land als Malta of Italië.
Bijbel citeren
Wij zien het als een voorrecht om de Bijbel te mogen citeren. Uiteraard ook Bijbelverzen die bepaalde zonden veroordelen. Maar nu ligt er een voorstel van de Europese Commissie op tafel dat ”haatzaaien” op Europees niveau strafbaar stelt. Onze grootste zorg is dat de voorgestelde definitie erg vaag en breed is. Ook Bijbelverzen zouden eronder kunnen vallen, bijvoorbeeld verzen waarin staat dat het klassieke huwelijk een huwelijk tussen één man en één vrouw moet zijn. Wie dit uitspreekt, loopt het risico dan voor de rechter te moeten verschijnen wegens discriminatie. Vergezocht? Helemaal niet. Dit is al praktijk in Finland. Parlementslid Päivi Räsänen had een Bijbelvers op Twitter gezet. Ze moet zich nu, tot de Finse Hoge Raad toe, verdedigen wat betreft haar vrijheid van godsdienst en vrijheid van meningsuiting.
Onderwijs
Ook het onderwijs begint steeds meer een front te worden waarop we als christenen in de verdrukking raken. De vrijheid om christelijk onderwijs te geven is in gevaar. Wat speelt er?
De Europese Unie is niet bevoegd tot onderwijsbeleid, maar de Europese Commissie probeert met beleidskaders aan de scholen vrijblijvende sturing te geven. Een voorbeeld is de Europese Onderwijsruimte. Dit is een (nog vrij vage) visie om in alle EU-landen dezelfde beleidsdoelen vast te stellen. Bijvoorbeeld dat 96 procent van de jonge kinderen naar de voorschoolse opvang moet gaan. En meer omstreden: dat scholen gendersensitiviteit moeten promoten.
Bovendien, als de eerdergenoemde Europese haatzaaiwet wordt aangenomen, zal dat ook consequenties hebben voor het onderwijs. De kinderen op school meegeven dat het Bijbelse huwelijk een verbintenis tussen één man en één vrouw is, zou dan zomaar strafbaar kunnen worden!
Rechtse meerderheid
Er staan dus, tegen wil en dank, belangrijke ethische onderwerpen op de Europese agenda. Ons christelijk getuigenis is nodig. Alleen daardoor kunnen we helpen voorkomen dat de EU onze waarden verder ondermijnt. Niets doen is geen optie. Als we aan de zijlijn op de EU staan te mopperen, verandert dat geen letter aan de kwalijke voorstellen.
Er gloort echter hoop. Volgens de opiniepeilingen in de 27 EU-landen tekent zich een rechtse meerderheid af in het Europees Parlement. Bij zo’n meerderheid vallen onze christelijke plannen in vruchtbare aarde. Maar dat gaat niet vanzelf. Wat helpt, is om bij de Europese verkiezingen op donderdag 6 juni te stemmen op een partij die christelijke waarden verdedigt.
De wetteksten vragen van de scholen ook dat ze een Europese identiteit smeden. Leerlingen moeten zich ”Europeaan” gaan voelen. Euroscepsis wordt aan een gebrek aan kennis en onderwijs geweten.
Wat de SGP betreft, blijft onderwijs een bevoegdheid van de EU-landen. Deze partij verzet zich tegen pogingen om meer macht naar Brussel te brengen. De vrijheid van onderwijs in Nederland is een groot goed. In vergelijking met andere Europese landen bevindt het christelijk onderwijs zich in ons land in een bijzondere positie, omdat het gefinancierd wordt door de overheid.
De schoolbestuurders zijn zich gelukkig bewust van het gevaar. De Vereniging Gereformeerd Schoolonderwijs (VGS) houdt jaarlijks internationaal overleg in Brussel. Bestuurslid Pieter Moens, die vorige week afscheid nam, sprak hier samen met christelijke onderwijsmensen uit heel Europa over thema’s als burgerschap en genderideologie. Dat is waardevol in onze strijd voor het behoud van deze waarden.
Dit artikel is met toestemming van de auteur overgenomen uit het Reformatorisch Dagblad. De volledige bronvermelding luidt: Ruissen, B.J. van, 2024, Christelijk getuigenis broodnodig in Europarlement, Reformatorisch Dagblad 54 (43): 26-27 (artikel).