Home » Archeologie (Pagina 3)

Categorie archieven: Archeologie

Onlangs verschenen ‘Evangelical Study Bible’ neemt het klassieke scheppingsgeloof en de historiciteit van de Schrift als uitgangspunt

Tegenwoordig staan sommige bijbelcommentaren en studiebijbels bloot aan invloeden van het theïstisch evolutionisme. Genesis wordt dan anders uitgelegd dan wat de tekst ons ‘prima face’ (op het eerste gezicht) doet voorkomen en eeuwen gangbaar is. Het is dan ook een verademing om te zien dat er opnieuw een studiebijbel is uitgekomen waarin het klassieke scheppingsgeloof wordt beleden en de historiciteit van de Schrift als uitgangspunt wordt genomen.

Vanzelfsprekend is een historisch geloof niet genoeg en zal het uiteindelijk een spade dieper, naar het waar zaligmakend geloof toe, moeten wil het goed zijn voor de tijd en de eeuwigheid. Dat is immers ook het doel van het Bijbellezen en dat is ook te lezen in deze Evangelical Study Bible. Al zullen sommige teksten in de Gereformeerde Gezindte mogelijk anders uitgelegd worden.

Opzet

Ieder Bijbelboek wordt ingeleid met een samenvatting van de inhoud en informatie over het auteurschap. Daarnaast wordt er aan het begin van het Bijbelboek een inhoudsopgave (outline) getoond. Ieder hoofdstuk bevat kanttekeningen en er zijn korte kaders aangebracht voor aanvullende informatie. Deze kaders bevatten leerstellige informatie, persoonlijke profielen (tientallen Bijbelse figuren worden besproken), archeologische informatie en apologetische artikelen. Ook bevat deze studiebijbel diverse kaartjes met verduidelijkende informatie waar een bepaalde gebeurtenis plaatsgevonden heeft. De studiebijbel bevat een voorwoord van de initiatiefnemer dr. Edward E. Hindson. Helaas kon Hindson het eindproduct niet meer in zijn handen houden, hij overleed in 2022. Hij sprak vaak over zijn grootste doel met zijn theologisch werk en deze studiebijbel: “My greatest desire is to lift up Jesus Christ and proclaim His gospel to the entire world.” Omdat Hindson overleden is bevat de studiebijbel ook een hoofdstuk met de erkenning van het werk van Hindson. Het inleidende gedeelte bevat ook een gebruiksaanwijzing van deze studiebijbel en meer informatie over de Bijbel en de gebruikte vertaling (NKJV). Het volgende hoofdstuk geeft adviezen hoe je de Bijbel kunt bestuderen. De studiebijbel kent als laatste ook nog twee algemene inleidingen op het Oude en Nieuwe Testament. Het geheel maakt een goed verzorgde indruk!

Auteurs

De gedachte om te komen tot een studiebijbel is ontstaan vanuit een werkgroep waarvan de leden verbonden zijn aan Liberty University. Deze universiteit staat bekend als orthodox en organiseert ook veel creationistisch-wetenschappelijke activiteiten zoals onlangs het congres van Creation Research Society.1 Aan de universiteit zijn veel wetenschappers verbonden die zich verweven weten met het klassieke scheppingsgeloof. De hoofdredacteur is wijlen dr. Edward E. Hindson (1944-2022). De manager achter het geheel is dr. Daniel Sloan. Hij heeft ook de verklaring van de oudtestamentische Profeten op zich genomen. Hij deed dat samen met dr. Gary Yates. Dr. Jordan Jones heeft de verklaring van de oudtestamentische Wijsheidsliteratuur op zich genomen. De verklaarder dr. Benjamin Laird is aangeschreven om de kanttekeningen en uitleg bij het Nieuwe Testament voor zijn rekening te nemen. Dr. Dickson Ngama schreef het commentaar op de oudtestamentische historische boeken. De ‘Apologetic Worldview Articles’ hebben dr. Rob van Engen en dr. Troy Matthews verzorgd, terwijl de bekende archeoloog dr. J. Randall Price de archeologische artikelen verzorgde en meekeek met de historische beschrijvingen van de Bijbelboeken. De bekende creationist en paleontoloog dr. Marcus Ross verzorgde het commentaar op Genesis, hij deed dat samen met zijn zus en oudtestamenticus dr. Jillian Ross. Laatstgenoemde schreef ook het commentaar op de Pentateuch en deed mee met Ngama in het beschrijven van de Oudtestamentische historische boeken. De verklaring van het Oude Testament heeft best wel een aantal theologen terwijl de verklaring van het Nieuwe Testament maar door één auteur wordt verzorgd. Dit neemt niet weg dat er een indrukwekkend aantal geleerden en experts zijn aangeschreven om commentaar te leveren.

Genesis

De verklaring van Genesis is geschreven door de creationistische paleontoloog dr. Marcus Ross, samen met zijn zus oudtestamenticus dr. Jillian Ross. Dr. Ross is mogelijk ook bekend in Nederland en Vlaanderen omdat hij promotieonderzoek deed naar de Mosasauriërs (onder andere van Maastricht)2 en onlangs (2021) daarover sprak op een door Fundamentum en Geloofstoerusting georganiseerd congres.3 Het zal daarom niet verbazend zijn dat broer en zus Ross in de verklaring van Genesis uiteindelijk een creationistische verklaring voorstaan. Uiteindelijk, want uiteraard bespreken ze ook verschillende andere manieren van uitleg. Genesis is door Mozes geschreven, al geven ze ook aan dat dit door veel kritische geleerden wordt ontkend. Orthodoxe geleerden blijven echter wijzen op het zelfgetuigenis van de Schriften dat deze door Mozes zijn geschreven. Ook is er flinke discussie over wanneer Genesis geschreven is. Maar als Mozes de schrijver is dan moet Genesis wel ontstaan zijn in de 15e eeuw voor Christus. De scheppingsdagen zijn normale werkdagen van God. Ross schrijft: “While yom does display a range of meanings in the Old Testament, the formula of ‘evening and morning, the [number] day’ does not support reading yom as anything but an ordinary day.” Het zien van firmament ‘raqai’’ als een harde hemelkoepel wordt door de uitlegger afgewezen. Ross wijst erop dat de scheiding tussen vee en wilde dieren niet gezien moet worden in het licht van de huidige modern-biologische taxonomie.4 Allerlei theïstisch evolutionistische gedachten over Adam (van historisch clanhoofd tot mythisch figuur) worden afgewezen en er wordt beleden dat Adam onze eerste voorouder was. Ross schrijft: “Young-Earth Creationists maintain that Adam and Eve were the first and only humans created directly by God and that all ancient and modern people are their descendants.” Er wordt eveneens aandacht besteed aan de context van het Midden-Oosten (Ancient Near East) en aangegeven dat er veel kleitabletten in overeenstemming zijn met Genesis. Price: “There are enough similarities to indicate that these accounts have a common historical origin.” Om niet meer te noemen wordt er door de auteurs een wereldwijde zondvloed verdedigd. Ross schrijft: “The waters ultimately overwhelmed the entire world so that only Noah and those who were with him in the ark remained alive’ dik gedrukt door de redactie). Ook bij dit hoofdstuk zien we een archeologisch kader. Daarin wordt opnieuw verwezen naar het Midden-Oosten. Als het gaat om deze zondvloedverhalen geeft dr. Price het volgende aan: “These similarities are sufficient to establish these accounts as pointing back to the original flood of Noah’s time.” Daarnaast bevat de uitleg van Genesis 8 ook een kader over de zondvloed en het fossielenarchief. Daarin schrijft dr. Ross onder andere: “Young-Earth creationists maintain the creation occurred just a few thousand years ago, in which all things were created in the span of six days. Young-Earth creationists assign most of the fossil record to Noah’s Flood and its immediate aftermath, viewing it as a global record of the world’s destruction.”

Ten slotte

Er valt uiteraard veel meer te noemen en te citeren. We willen het echter niet te lang maken en hopen dat u deze studiebijbel ook zal gaan lezen. Het is bemoedigend om te zien dat er in dit naturalistisch-wetenschappelijke en materialistische tijdperk nog steeds studiebijbels verschijnen waarin onverkort wordt vastgehouden aan het klassieke scheppingsgeloof en waar de consequenties van dit scheppingsgeloof voor de verklaring van de werkelijkheid worden gevolgd. We kunnen immers niet tegelijkertijd belijden dat de wereld duizenden jaren oud is en het daarnaast als vooronderstelling aannemen dat deze óók 4,5 miljard jaar oud is. Het is daarom goed dat experts in hun vakgebied nadenken over de consequenties van dit belijden of deze vooronderstellingen voor de verklaring van de werkelijkheid. Het team achter de Evangelical Study Bible heeft een bijzonder goede daad verricht door deze studiebijbel te laten verschijnen. Hoewel het zeker niet de eerste Bijbel met kanttekeningen is die het klassieke scheppingsgeloof uitdraagt5, is het toch een welkome aanvulling. Al zouden de mensen die de King James Version hoog willen houden, mogelijk liever gezien hebben dat de KJV als Bijbeltekst was aangehouden in plaats van de NKJV.

Voetnoten

‘Jerusalem’ – Op 10 mei 2014 hield Weet Magazine een lezersevent in het Omniversum

Op 10 mei 2014 hield Weet Magazine een lezersevent in het Omniversum. In de gigantisch grote koepel werd een documentaire over Jeruzalem vertoond. Voor de vertoning van de film sprak oudtestamenticus prof. dr. Mart-Jan Paul over ‘Het vroegere Jeruzalem‘. Afgelopen week zagen we dat deze documentaire nog af en toe wordt vertoond in het Omniversum. Data voor de vertoning zijn hier te vinden. Let wel op dat het Omniversum tegenwoordig is samengegaan met het Museon. Dr. Paul heeft onlangs voor Christenen voor Israël een lezing gegeven over Jeruzalem. Deze is hier terug te kijken. Mocht u, bijna tien jaar geleden, het lezersevent gemist hebben dan is die op deze wijze te herhalen. Thuis of onderweg de lezing van Mart-Jan Paul en daarna de documentaire in het Omniversum. Hieronder is de trailer van de documentaire ‘Jerusalem‘ te bekijken.

Kompas-App 2023 (6) Te diep in het glaasje

Deze overdenking werd op 11 februari 2023 geplaatst in de Kompas-App van ‘Om Sions Wil’.

Toen beval Belsazar, en zij bekleedden Daniël met purper, met een gouden keten om zijn hals, en zij riepen overluid van hem, dat hij de derde heerser in dat koninkrijk was. In dienzelfden nacht, werd Belsazar, der Chaldeeën koning, gedood.’ (Daniël 5:29-30)

In het paleis van koning Belsazar zit de stemming er goed in. Het feestgedruis komt je tegemoet. In een halfdronken bui bralt de koning het bevel dat de vaten van het Huis des HEEREN gebruikt moeten worden. De koning laat zich zelfs ná een Goddelijk handschrift niet stoppen. Hij misrekent zich echter met de God van Israël en komt diezelfde nacht droevig ten einde.

Misschien kijk jij ook weleens te diep in het glaasje en doe je in een dronken bui vreemde dingen. Hopelijk schaam je jezelf daarvoor en vraag je de Heere om vergeving voor deze dwaze daden. Probeer te leren van de geschiedenis van Belsazar! Maar, zeiden sceptici ooit, Belsazar heeft helemaal niet bestaan. Er is namelijk nog nooit bewijs gevonden dat Belsazar koning van de Chaldeeën geleefd heeft. Hoe zit het?

Tijdens opgravingen van de tempel voor de maangod Sin in Ur kwam er een stenen cilinder aan het oppervlak. Sindsdien staat de cylinder bekend als de ‘Cylinder van Nabonidus’. Een deel van de tekst op de cilinder luidt: ‘…voor mij, Nabonidus, koning van Babylon, bescherm mij voor zonden tegen u, godheid (…) en voor Belsazar mij eerstgeboren zoon, mijn eigen kind…’. Belsazar was dus een zoon van koning Nabonidus. Deze koning was geruime tijd afwezig, waarom is niet helemaal duidelijk, en liet de regering van de stad over aan zijn zoon Belsazar. Babel werd veroverd door de Perzen en Belsazar werd gedood. De uitgevoerde belofte van ‘derde heerser’ was van korte duur, maar past hier goed bij, namelijk heerser ná Nabonidus en Belsazar.

Met dank aan Kompas-App voor het publiceren van deze overdenking. Als jongere ook deze App volgen? Dat kan gratis via de website: https://www.jouwkompas.nu/.

Kompas-App 2023 (5) Behorend tot Jesaja

Deze overdenking werd op 10 februari 2023 geplaatst in de Kompas-App van ‘Om Sions Wil’.

Het gezicht van Jesaja, den zoon van Amoz, hetwelk hij zag over Juda en Jeruzalem, in de dagen van Uzzia, Jotham, Achaz en Hizkia, de koningen van Juda. Hoort, gij hemelen! En neemt der ore, gij aarde! Want de HEERE spreekt: Ik heb kinderen groot gemaakt en verhoogd; maar zij hebben tegen Mij overtreden.’ (Jesaja 1:1-2)

Jesaja wordt ook wel genoemd de evangelische Jesaja (Hellenbroek). Hij is de evangelieprediker van het Oude Testament en verwijst veelvuldig naar de komende Christus als Verlosser van een ellendig en doodschuldig volk! Dat wordt al duidelijk in het tweede vers van het eerste hoofdstuk. De HEERE spreekt, maar zij hebben tegen Mij overtreden! Wat een wonder dat er bij God vandaan nog doen aan is!

Het Bijbelboek is daarmee ook vandaag nog actueel. Er is in theologenland veel debat over de datering van Jesaja en of de profeet alle hoofdstukken zelf heeft geschreven. Orthodoxe theologen gaan ervan uit dat het Bijbelboek door de profeet is geschreven en dat het één geheel vormt. Het is dan des te bijzonder dat er ook wat van Jesaja is teruggevonden. Het gaat om een 1,3 centimeter grote kleiafdruk van de zegelring van Jesaja.

Van een tijdgenoot van de profeet, koning Hizkia, is overigens ook zo’n kleiafdruk gevonden. Dat geldt ook voor de voorganger van Hizkia, koning Achaz. Maar hier gaat het om die van Jesaja. Bijbels archeoloog dr. Titus Kennedy schrijft erover in zijn boek Unearthing the Bible. De letters op de kleiafdruk zijn L-YSAYH[W] NBY[A]. Dit luidt in vertaling ‘behorend tot Jesaja, profeet’. We kunnen Jesaja zien als een belangrijke geestelijke adviseur van koning Hizkia. We lezen in de Bijbel van een bijzondere band tussen deze beide kinderen van de Heere. Heb jij ook iemand waarmee je in het bijzonder over de Heere spreekt?

Met dank aan Kompas-App voor het publiceren van deze overdenking. Als jongere ook deze App volgen? Dat kan gratis via de website: https://www.jouwkompas.nu/.

Kompas-App 2023 (4) Als een vogel in een kooi

Deze overdenking werd op 9 februari 2023 geplaatst in de Kompas-App van ‘Om Sions Wil’.

Als nu Hizkia de brieven uit der boden hand ontvangen, en die gelezen had, ging hij op in het huis des HEEREN, en Hizkia breidde die uit voor het aangezicht des HEEREN.’ (2 Koningen 19:14)

Een groot Assyrisch leger heeft Jeruzalem omsingeld. Rabsaké drijft de spot met de inwoners van Jeruzalem en met de God van dit volk. Hij probeert hen te overtuigen dat ze niet moeten vertrouwen dat God machtiger is dan de Assyrische koning met zijn leger. Koning Hizkia voelt zich opgesloten als een vogel in de kooi. Hij neemt de brieven mee naar de tempel en spreidt die uit. Hij bidt vurig tot de Heere om verlossing.

Daar kunnen we van leren! Als we moeite hebben met een toets of de leerstof, dan mogen we dat altijd voor de Heere neerleggen (zelfs letterlijk). De Heere is een hoorder van het gebed, want in de volgende nacht worden er 185.000 soldaten gedood en moet koning Sanherib wel afdruipen. Sanherib heeft een eigen versie van dit verhaal laten uitbeitelen in een prisma. Deze prisma vermeldt de gebeurtenissen tijdens de regering van Sanherib van 705 tot 681 voor Christus.

Op het prisma staat onder andere: ‘Ik verdreef 200.150 mensen, jong en oud, mannen en vrouwen, paarden, muildieren, ezels dromedarissen, runderen en ontelbare hoeveelheden kleinvee en beschouwde het als mijn buit. Hizkia maakte ik tot een gevangene van Jeruzalem, zijn koninklijke residentie, als een vogel in een kooi. Ik omgaf hem met belegeringswerken om degenen die de stad verlieten te mishandelen.’ Sanherib vermeldt nergens dat hij Jeruzalem heeft ingenomen, dat hij Hizkia gevangen heeft genomen of dat hij is afgedropen. Wél het overzicht van geschenken dat hij kreeg van Hizkia. Wat weer past bij 2 Koningen 18! Waarom geen juiste vermelding? Het is nogal een vernedering om zó te moeten afdruipen.

Met dank aan Kompas-App voor het publiceren van deze overdenking. Als jongere ook deze App volgen? Dat kan gratis via de website: https://www.jouwkompas.nu/.

Kompas-App 2023 (3) Een knielende Jehu?

Deze overdenking werd op 8 februari 2023 geplaatst in de Kompas-App van ‘Om Sions Wil’.

En de HEERE zeide tot hem: Ga, keer weder op uw weg, naar de woestijn van Damascus; en ga daar in, en zalf Házaël ten koning over Syrië. Daartoe zult gij Jehu, den zoon van Nimsi, zalven ten koning over Israël; en Elisa, den zoon van Safat, van Abel-Mehóla, zult gij ten profeet zalven in uw plaats.’ (1 Koningen 19:15-16)

Er hadden grote wonderen plaatsgevonden in het leven van Elia. De Heere had drie jaar lang voor hem gezorgd. Het volk had ná het offer, wat de Heere Zelf had verteerd, beleden dat de Heere God was. Na deze wonderen verklaarde koningin Izebel hem vogelvrij. Dat zorgde voor donkere tijden in het leven van Elia. Hij vluchtte de woestijn in en sprak de woorden: ‘Het is genoeg; neem nu, HEERE, mijn ziel, want ik ben niet beter dan mijn vaderen’ (vers 4).

Maar de Heere liet Zijn kind niet in de steek. Hij zorgde in de woestijn voor eten en gaf hem bemoedigingen bij de berg Horeb. Elisa kreeg ook een opdracht: zalf Házaël tot koning van Syrië en Jehu tot koning van Israël. Door de Black Obelisk die te bewonderen is in het British Museum te Londen weten we óók dat Házaël en Jehu tijdgenoten waren. Deze obelisk werd in 1846 opgegraven bij de stad Nimrud en vermeldt verhalen van Salmaneser III, koning van Assyrië.

Op een kant van de obelisk staat dat deze koning op veldtocht ging tegen Házaël van Damascus. Op de andere kant is te zien hoe Salmaneser een gift krijgt van Jehu, de zoon van het huis van Omri. Huis van Omri? Kennelijk was het bij Salmaneser nog niet doorgedrongen dat Jehu geen afstammeling van Achab was, maar uit een andere familie kwam. Of de knielende man op de obelisk Jehu zelf is, valt niet met zekerheid te zeggen.

Met dank aan Kompas-App voor het publiceren van deze overdenking. Als jongere ook deze App volgen? Dat kan gratis via de website: https://www.jouwkompas.nu/.

Kompas-App 2023 (2) De kemels van Abram

Deze overdenking werd op 7 februari 2023 geplaatst in de Kompas-App van ‘Om Sions Wil’.

En hij deed Abram goed om harentwil; zodat hij had schapen en runderen en ezels, en knechten en maagden, en ezelinnen en kemels.’ (Genesis 12:16)

Abram wordt door de Heere geroepen uit het heidens Ur der Chaldeeën. In de tekst hierboven is Abram, vanwege een hongersnood, in Egypte. Abram gebruikt een halve leugen en zegt dat Sara zijn zus is. Farao laat zijn oog op haar vallen en doet Abram goed om harentwil. Hij geeft Abram onder andere ‘kemels’, kameelachtigen zoals bactrische kamelen (Camelus bactrianus) of dromedarissen (Camelus dromedaris). Om welke soort het hier precies gaat, is niet goed uit de grondtekst op te maken.

Maar, zo zeggen sceptici, dat kan helemaal niet, want in die tijd waren kamelen nog niet tot huisdier gemaakt (gedomesticeerd). Heeft de Bijbel het hier mis? Kamelen kwamen vermoedelijk al aan het einde van het derde millennium voor Christus voor in het oude Nabije Oosten. Dit blijkt uit spijkerschriftteksten die gedateerd worden rond de tijd van Abraham (ongeveer 2000 jaar voor Christus). Deze tot huisdier gemaakte kamelen bereikten ook het Nijldal tussen 2500 en 1400 voor Christus. We weten dit onder andere door dierfiguren en zalfpotjes in de vorm van kamelen.

Bijbels archeoloog dr. Peter van der Veen geeft daarvan in zijn Duitstalige boek Volk ohne Ahnen een aantal voorbeelden. Hij noemt bijvoorbeeld een stenen zalfpotje in de vorm van een zittende dromedaris die een korf draagt. Het potje, dat te bewonderen is in het Egyptisch Museum te Berlijn, is gevonden in Abusir el-Meleq en de korf diende als potje voor de zalf. Waar het op neerkomt, is dat sceptici ongelijk hebben. Farao kon prima aan Abram kamelen gegeven hebben als geschenk. Er is ook een geestelijke les te leren uit deze geschiedenis. Het doen van zonde is niet zonder gevolgen, het is zelfs zo dat anderen vaak moeten lijden vanwege onze zonden (vers 17 tot 19).

Met dank aan Kompas-App voor het publiceren van deze overdenking. Als jongere ook deze App volgen? Dat kan gratis via de website: https://www.jouwkompas.nu/.

Feedback & Vragen 2023: Is de ‘jonge aarde’-kwestie in de Gemeente Staphorst slechts een politiek woordenspel?

Afgelopen zaterdag schreef ik een uitgebreid artikel over de vermelding van een ‘jonge aarde’-standpunt in een archeologisch rapport van de Gemeente Staphorst.1 Hoewel het artikel nog verder aangevuld wordt, werd het artikel dit weekend een flink aantal keer gelezen en werd er ook op gereageerd. Een reageerder via mijn persoonlijke Facebook-pagina reduceerde de kwestie tot een politiek woordenspel. Hieronder mijn reactie.

Stelling

De reageerder schreef:

“Dit is meer politiek dan theologisch. Ook wetenschappelijk draagt het niets bij. Het is een woordenspel tussen politieke partijen met daarachter een wetenschappelijke versus theologische mening.”

Reactie

Gaat het slechts om een politiek woordenspel? De reageerder spreekt zichzelf tegen als hij eerst zegt dat dit meer ‘politiek dan theologisch’ is, terwijl hij vervolgens aangeeft dat het hier om een ‘wetenschappelijke versus theologische mening’ gaat. Is het nu wél of niet theologisch? Het slechts reduceren tot een politiek woordenspel doet de kwestie geen recht. De indieners van de kwestie in de gemeenteraad van Staphorst was het te doen om waarheidsvinding. Ze hechten geen geloof aan een miljarden jaren, maar dragen een creationistisch standpunt van een jonge aarde, d.w.z. zes- tot twaalfduizend jaar oude aarde, uit. Wanneer de aarde ca. zesduizend jaar oud is, dan kan de aarde geen miljarden jaren oud zijn. Dit is ook goed begrepen door Staphorster raadslid Messchendorp (PvdA) toen hij aangaf dat deze zienswijzen dermate ver uit elkaar liggen dat hij daar niet eens op in wil gaan. Het gaat hier dus om waarheidsvinding en basisovertuiging. Wanneer een zesduizend jaar oude aarde waar is, dan is een miljarden jaren oude aarde niet waar. Nu verschijnt er binnen de Gemeente Staphorst een rapport met daarin grootheden van honderdduizenden en miljoenen jaren als zijnde historische waarheden. Dit botst vanzelf met de basisovertuiging dat de aarde ca. zesduizend jaar oud is. Het is niet vreemd dat er dan vanuit deze basisovertuiging, waar veel Staphorsters achter staan, verzoeken ingediend worden. Deze groep heeft namelijk liever dat de vondsten binnen een korte chronologie van duizenden jaren geleden wordt geplaatst. Het is dan ook niet vreemd dat er verzocht wordt om een rapport vanuit deze basisovertuiging. Toen dit niet ging, gingen de indieners akkoord met een passage in het voorwoord waaruit blijkt dat een deel van de gemeenteraad niet achter de honderdduizenden jaren in het rapport staat. Uit alles blijkt dat het meer om waarheidsvinding gaat dan om een politiek spel.

Daarnaast doet de reageerder via Facebook geen recht aan de complexiteit van het debat. Hij geeft aan dat het hier slechts gaat om een ‘wetenschappelijke versus theologische mening’. Dit is incorrect. Allereerst is theologie ook een wetenschappelijke discipline, dus dit uitspelen tegenover ‘wetenschap’ is onmogelijk. Ten tweede heb ik in het artikel aangegeven dat het hier niet gaat om ‘Bijbel versus wetenschap’ of om ‘theologie versus wetenschap’, maar om creationistische wetenschapsbeoefening versus naturalistische wetenschapsbeoefening. Dat is een verschil. Hier staan twee basisovertuigingen tegenover elkaar. Beide vormen van wetenschapsbeoefening zullen uiteindelijk wat betreft de ‘Steentijd’ tot een andere interpretatie leiden. Zeker in Biblebelt-gemeenten met een hoog percentage ‘jonge aarde’-creationisten mag daar rekening mee gehouden worden. De vorm die door sommige creationisten voorgesteld wordt, namelijk een zogenoemde tweemodellenvergelijking, heeft hier mijn voorkeur.2 Dat ik hier wat ‘bovenop zit’ komt, omdat ik al jaren pleit voor lokale creationistische geologie en archeologie. Ik hoop dat het uitgebreid bespreken van deze kwestie, inclusief reacties van atheïsten en theïstisch evolutionisten, allereerst tot Gods eer is en ten tweede creationistische wetenschappers zal stimuleren om meer werk te maken van lokale geologie en archeologie. De reageerder wordt bedankt dat hij óók tijd gestoken heeft in de kwestie.

Voetnoten

Gemeente Staphorst onder vuur vanwege vermelding van ‘jonge aarde’-visie in archeologisch rapport – Deel 1: Raadstukken en Nieuwsberichten

Noot van de auteur: Finetuning. Dit overzicht wordt de komende maanden tot jaren, als de Heere leven en gezondheid geeft, nog verder aangevuld met nieuwsitems over de kwestie. Mochten er Staphorster ex-raadsleden zijn die meer informatie hebben dan verzoek ik hen deze informatie te versturen naar info@oorsprong.info of via ons contactformulier zodat er een eerlijk en evenwichtig beeld ontstaat van deze kwestie, die tot voorbeeld dient van andere christelijke gemeenten in de Biblebelt.

Dat verzoeken in raadsvergaderingen soms meer ophef veroorzaken dan van te voren gedacht is inmiddels bekend. Ook raadsleden de SGP en de ChristenUnie (CU) van de Gemeente Staphorst hebben dat ervaren toen zij een verzoek deden om de ‘jonge aarde’-visie in een archeologisch rapport op te nemen. ANP maakte er een nieuwsbericht van en direct daarna ging het viral en wist heel Nederland ervan. Wat gebeurde er meer dan tien jaar geleden in Staphorst? Vandaag het eerste deel: raadstukken en nieuwsberichten. In het tweede deel hopen we als de Heere het geeft te reageren op het commentaar van Geenstijl, Freethinker, Maroc en Sterrenstof. In het derde deel hopen we het rapport zelf vanuit een kritische jonge-aarde blik te beschouwen.1

Archeologische verwachtingskaart

Gemeenten zijn verplicht een archeologische verwachtingskaart op te stellen. Deze kaart maakt melding van welke mogelijke archeologische vondsten er te vinden zijn op diverse locaties. Op basis van deze verwachtings- en beleidskaart kan men dan besluiten nemen en de archeologische waarden al in een vroeg stadium bij de planvorming te betrekken. Dit besluit is landelijk vastgesteld op 1 september 2007 in de ‘Wet op de Archeologische Monumentenzorg’ van. Het onderzoeks- en adviesbureau BAAC werd ingevlogen en deze maakte uiteindelijk in februari 2011 het definitieve rapport op onder de titel: ‘Gemeente Staphorst: Een archeologische inventarisatie, verwachtings- en beleidsadvieskaart’.2

Voorwoord

In het hierboven genoemde rapport gaat men uit van de naturalistische chronologie met een miljarden jaren oude aarde. Al komt dat overigens niet tot uitdrukking in het rapport zelf.3 Daar spreekt men maximaal van de voorlaatste ijstijd, het Saalien, zo’n 370.000 tot 130.000 voor Christus. Een groot deel van de Staphorster bevolking zal hier moeite mee hebben. Een groot deel gaat namelijk uit van een véél jongere aarde. Daarom hebben de fracties van ChristenUnie en SGP verzocht om het rapport aan te passen. Klaas Harke (CU): “Wij gaan samen met een groot deel van de bevolking in deze gemeente uit van een jongere aarde. Waarom zou dat niet in een gemeentelijk rapport verwoord worden?” In het voorwoord werd uiteindelijk met een paar ‘mooie volzinnen’ hier naar verwezen.

Niet aan de grote klok gehangen

De fracties hebben dit verzoek overigens niet de grote klok willen hangen, maar hun verzoek netjes (?) uitgesproken op de gemeenteraadsvergadering. Omdat de documenten waaruit het verzoek blijkt mij op dit moment ontbreken, zal ik een reconstructie moeten maken op basis van de overgeleverde informatie.4

Tijdens de gemeenteraadsvergadering van 26 januari 2010 kwam het, volgens de Meppeler Courant, in de Gemeenteraad van Staphorst tot een botsing toen een medewerker van het adviesbureau BAAC de archeologische kaart toelichtte. De concept-nota meldde namelijk dat sommige objecten meer dan tienduizenden jaren oud kunnen zijn. Daarmee gaan gevonden zaken uit de steentijd verder terug dan zesduizend jaar. Voor de BAAC medewerker is dat geen probleem, maar veel mensen uit Staphorst geloven dat de schepping zo’n zesduizend jaar geleden plaatsvond. Dat vondsten ouder zijn dan zesduizend jaar is daarmee onmogelijk. Omdat een groot deel van de Staphorsters deze scheppingsvisie aanhangen en de gemeente dit rapport betaalt is het op z’n minst nodig dat er een passage over de schepping moet worden opgenomen. Daarom verzochten CU-raadslid Klaas Harke en SGP-raadslid Arie den Ouden of er een passage in het rapport opgenomen kon worden die verwijst naar de Bijbel. Na het verzoek van de fracties CU en SGP beloofde wethouder mr. dr. Sytse de Jong5 dat hij het rapport zou laten aanpassen. Volgens De Jong is het ondoenlijk om bij elke melding die ouder is dan zesduizend jaar een bijbelse verklaring te geven, maar dat voorin de nota een dergelijke tekst zou kunnen. BAAC-medewerker gaf wel aan dat deze werkwijze ‘vrij ongebruikelijk is’.

Op de vergadering van 9 februari 2010 (zie ook hieronder) werd uitgebreid hierover doorgesproken. De Meppeler Courant deed verslag. Volgens de Gemeentebelangen-VVD en de PvdA gaat het hier om een ‘non-discussie door de media in een onjuist kader geplaatst’. SGP’er Arie den Ouden gaf aan dat het goed is dat de discussie gevoerd is, volgens hem is het goed dat christenen opkomen voor hun geloof en mening. Is er een botsing geweest tussen Bijbel en wetenschap in het rapport. Zelfs de betrokken medewerker dr. ir. Leo Tebbens van BAAC vond dat niet.6 De passage komt in het voorwoord te staan en maakt geen deel uit van het rapport zelf. Tijdens de vergadering ontstond er ook een discussie over de scheiding tussen kerk en staat. Deze discussie is in de gemeenteraad van Staphorst er een van alle tijden. Henk Messchendorp (PvdA) maakte duidelijk dat hij het niet vindt kunnen dat ‘in een nota van de overheid een passage wordt opgenomen die verwijst naar de Bijbel’. De SGP en CU vinden echter dat deze paar zinnen in een voorwoord wel kunnen. Volgens de hierboven genoemde Den Ouden heeft dit niets met het in geding zijn van de scheiding tussen kerk en staat te maken. Den Ouden: “Wetenschap gaat uit van vooronderstellingen. Er zijn ook mensen die uitgaan van andere vooronderstellingen en daar moet ruimte voor zijn.” Volgens de SGP’er is er een verschil tussen inmenging van een kerk in de staat én door de Bijbel geïnspireerde politiek. Hij verwees naar de Bijbel die in de Staphorster raadzaal staat en diverse verkiezingsprogramma’s van de politieke partijen in Staphorst.

In deze commissievergadering kwam wethouder De Jong tot een compromis: Een volzin in het voorwoord. In deze volzin wil de gemeenteraad opmerken dat er ook andere opvattingen zijn over de leeftijd van de aarde. De Jong wil daarmee enerzijds recht doen aan de gevoelens van de raad en anderzijds de inhoud van het rapport overeind houden. Volgens Harke is dit compromis te ‘mager’ en ook Den Ouden gaf aan dat er wel méér dan één zinnetje aan het orthodoxe standpunt gewijd mag worden. Uiteindelijk gingen de raadsleden toch akkoord met het voorstel.

Gemeentebelangen-VVD vroeg nog aan de wethouder of het mogelijk is om te vermelden dat een deel van de raad andere uitgangspunten heeft dan in het voorwoord genoemd. PvdA en Gemeentebelangen-VVD denken immers heel anders over de schepping. Volgens wethouder De Jong was dat niet mogelijk, omdat als de gemeenteraad beslist het een democratisch besluit is door de gehele raad genomen.

De (concept) besluitenlijsten

De (concept) besluitenlijst van de openbare vergadering van de raad van de gemeente Staphorst van 9 februari 2010 is digitaal na te lezen. Daar staat tussen punt 5 en 6: “Ten aanzien van pt. 7 volgt een mededeling van wethouder De Jong. Op 27 januari jl. is een gesprek gevoerd met de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed te Amersfoort waarin begrip werd getoond voor wederzijdse standpunten. Vandaag is in de terugkoppeling de goede toonzetting bevestigd, hoewel de RCE nog niet helemaal overtuigd is over de keuze die de raad zal maken.7 De (concept) besluitenlijsten van de vergaderingen van 12 en 26 januari 2010 maken geen melding van deze kwestie. De rest van het jaar is in deze besluitenlijsten ook niets te vinden hierover. Pas in de (concept) besluitenlijst van de vergadering van 11 januari 2011 lezen we opnieuw iets van de archeologische beleidsnota. Helaas gaat het om een opiniërend gedeelte waarvan geen verslag wordt gegeven.8 In de (concept) besluitenlijst van de vergadering van 25 januari 2011 lezen we opnieuw iets over het archeologisch adviesbeleid. Op deze vergadering dient de heer La Roi (van de CU) mede namens de SGP en PvdA een amendement in ten aan zien van het voorwoord van het rapport. Dit amendement wordt unaniem aanvaard. Met algemene stemmen wordt besloten om ‘(1) De ingediende zienswijze van wijlen dhr. J. de Wolde te Staphorst gegrond te verklaren, (2) de archeologische beleids- en adviesnota vast te stellen met de in de bijlage 1 opgenomen en door de raad vastgestelde voorwoord, en (3) het beleid te gebruiken als bouwsteen voor de actualisering bestemmingsplannen’.9 SGP en CU hadden met resp. 6 en 4 zetels in 2010 een meerderheid in de raad van 17 zetels. Andere partijen waren CDA (3 zetels), PvdA (2 zetels) en Gemeentebelangen (2 zetels).

Bijdrage Den Ouden

Hierboven zien we dat op de raadsvergadering van 25 januari 2011 werd besloten tot de aanvaarding van het rapport van BAAC met toevoeging van het voorgestelde voorwoord. Op de vergadering van 11 januari 2011 leverde Arie den Ouden (SGP) een bijdrage aan de discussie. Deze bijdrage is nog terug te lezen op de website van de SGP Staphorst en wil ik hieronder samenvatten.10

Volgens Den Ouden is het beleidsveld archeologie een wettelijke taak van de gemeente. Het raadslid geeft aan dat hij tevreden is met de verwerking van de gegevens van wijlen de heer J. de Wolde. Om welke gegevens het hier gaat wordt niet vermeld. Bij de behandeling van het concept in de commissie is besloten een verstoringsdiepte aan te houden van 50 centimeter en een oppervlakte van 100 vierkante meter. “Als daarbij archeologische resten ongezien verloren gaan, betreuren we dat enigszins, want hier geldt: weg is weg.” Anderzijds komt dat de werkbaarheid wel ten goede, daarom stemt de SGP hiermee in. Den Ouden vraagt zich nogmaals af of er ook rekening gehouden is met zijn vraag over diep geploegde aarde. Hierbij zijn archeologische resten al verstoord. Worden deze percelen van een beschermde status ontheven?

Na deze korte technische opmerkingen gaat Den Ouden verder in op de verhouding tussen geloof en wetenschap. Volgens de SGP’er heeft de Heere de aarde door wijsheid gegrond en de hemelen door verstandigheid bereid. Hij verwijst hierbij naar Spreuken 3:19-20. “We stellen vast dat velen deze waarheid niet willen geloven. Het merkwaardige is dat deze mensen de uitkomsten van de seculiere wetenschap als onomstotelijk bewezen achten. Dat is echter niet zo! Als we één kernwoord moeten noemen om de seculiere wetenschap te karakteriseren, dan is dat het woord: hypothese (om van het woord reductie nu maar te zwijgen). Er wordt aangenomen…! En dat wordt dan wel geloofd. Het is dus geen geloof tegenover feit, maar geloof tegenover geloof.” Den Ouden geeft aan dat creationistische wetenschappers steeds meer, met de feiten in de hand, aantonen dat de schepping en de zondvloed realiteiten zijn geweest. “Het blijkt dat het ontstaan van zoutlagen, fossiele brandstoffen, de scheiding van werelddelen en de vorming van grillige aardlagen alleen door enorme krachten en hoge temperaturen in relatief korte tijd ontstaan zijn. Ook radiometrische metingen blijken te falen.

Den Ouden verdedigt naast dit creationistische onderzoek een volwassen schepping. “En heel eenvoudig: toen op de derde dag ‘gras, kruid en bomen’ geschapen werden, waren dat gewoon volwassen bomen, met de jaarringen erin. De leeftijd is in deze bomen meegeschapen, zoals met de gehele schepping.” Bovendien is de wetenschap nog zeer jong en heeft het gewoon nog wat meer tijd nodig.

Het raadslid vat zijn verhaal nog eens samen: “Wij gaan uit van het Bijbelse gegeven dat de aarde ca. 6.000 jaar oud is, en we wijzen het hypothetische uitgangspunt van de evolutionistische wetenschap ondubbelzinnig af. Mitsdien nemen we de datering van de aarde en de daarbij behorende archeologische periodisering zoals in dit rapport neergelegd, voor kennisgeving aan. Dat laat onverlet dat we de feitelijke gegevens die vanuit het bodemarchief tot ons komen, van waarde achten. We stemmen daarom in met de bescherming van het bodemarchief binnen de grenzen van onze gemeente zoals dat vastgelegd is in deze nota.

Daarna stelt hij namens de SGP-fractie een voorwoord voor. Met daarin de vertolking van het SGP -strandpunt in deze kwestie. Alleen de centrale as citerend: “Als raad van de gemeente Staphorst geven we aan ons uitgangspunt te nemen in het Bijbelse gegeven dat de aarde ca. 6.000 jaar oud is. Het hypothetische uitgangspunt van de evolutionistisch georiënteerde wetenschap wordt door ons niet gedeeld. Daarom wordt de datering van de aarde en de daarbij behorende archeologische periodisering zoals neergelegd in deze nota, door ons voor kennisgeving aangenomen.” Daarmee sloot Den Ouden zijn bijdrage af.

Bijbelse visie versus naturalistische visie

De fracties gaven dus aan dat er ook de Bijbelse visie op de leeftijd en het ontstaan dan de aarde moet worden verwoord. Met de Bijbelse leeftijd doelde men op de creationistische zienswijze dat de aarde maximaal zesduizend jaar oud is. Dit verzoek is, volgens raadslid Klaas Harke (CU), niet vreemd omdat in het Darwinjaar 2009 ook aandacht was voor beide visies. Deze bijbelse visie, naast de naturalistisch-wetenschappelijke visie, gaat volgens het CU-raadslid ook niet tot praktische problemen of een intern conflict leiden: “De plaatsen Staphorst en Rouveen zijn na het ontstaan ervan meerdere keren verplaatst. Naar die vroegere lintbebouwing moet mogelijk onderzoek worden gedaan. Dat gaat misschien 1400 jaar terug, maar over die periode verschillen we absoluut niet van mening.” Hoeveel onbegrip er is over de geloofsuitspraak dat de aarde niet meer dan zesduizend jaar oud is blijkt wel uit een uitspraak van Messchendorp (PvdA): “De wetenschap gelooft in een aarde van 5 miljard jaar oud en sommige christenen hebben het over zesduizend jaar. Dat ligt zover uit elkaar dat ik daar niet eens serieus op in wil gaan.” Hoewel wetenschappers uitgaan van een miljarden oude aarde, geloven de CU en SGP op grond van bijbelse uitgangspunten dat de aarde ongeveer 6.000 jaar oud is. Hoewel CU-raadslid Klaas Hanke zich daar niet helemaal op vast wil pinnen: “Schattingen over de leeftijd van de aarde lopen in christelijke kring uiteen van zes- tot twaalfduizend jaar.

Zelfs de toenmalige minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap dr. Ronald Plasterk (PvdA) liet van zich horen in deze kwestie. De geleerde gaf aan dat volgens hem ‘de aarde (…) vijf miljard jaar oud’ is. ‘En dat is helaas niet onderhandelbaar.’ Toch wilde hij op 30 januari 2010 nog niet oordelen over een gemeentelijk rapport waarin óók de bijbelse visie op de leeftijd en het ontstaan van de aarde wordt verwoord. “Dat wil ik eerst zien.” Hierboven zagen we dat bodemkundige Leo Tebbens tijdens zijn presentatie zich geconfronteerd zag met de wens van de gemeenteraad. Tebbens gaf tegenover NRC aan dat hij bereid is om ‘bij de dateringen een paragraaf in te lassen waarin gewezen wordt op het bestaan van andere standpunten hierover’. In de formulering van wethouder De Jong dat er andere visies mogelijk zijn, kan Tebbens zich niet vinden. “Nee, het woord ‘mogelijk’ is een brug te ver. We zijn bereid feitelijk vast te stellen dat er andere visies zijn. Maar wat ons betreft is het niet mogelijk de leeftijd van de aarde op zesduizend jaar te stellen.

Dinosaurus in het bos?

De Stentor bevroeg de CU- en SGP-fractie over deze kwestie. De verslaggever vroeg zich af: Stel dat er in het Staphorster bos resten worden gevonden van dinosauriërs, resten die volgens wetenschappers miljoenen jaren oud zijn, zouden deze resten dan niet echt kúnnen zijn? Niet echt kunnen zijn, omdat de aarde nog niet zo lang bestaat. Volgens Harke en Den Ouden gaat zou het hier dan wél om echte vondsten gaan, alleen zouden deze vondsten dan vanuit een ander perspectief (of vanuit andere vooronderstellingen) worden bekeken. Den Ouden: “En ook als hier een vuistbijl uit de steentijd gevonden wordt, gooien we die niet bij de vuilnis. In onze visie zijn die resten wel minder oud. Maar of scherven nou 3.000 of 30.000 jaar oud zijn, ze blijven waardevol.” De raadsleden hadden liever gezien dat het complete rapport van BAAC herschreven zou worden. Harke: “Maar ik zie ook wel in dat dat niet haalbaar is.” Harke geeft aan dat de kans op een dinosaurus in het bos niet groot is. “Vooral de linten waar Staphorst en Rouveen vroeger lagen, vormen een belangrijk onderdeel van het rapport. Die bebouwing gaat hooguit 1000 jaar terug en over die periode verschillen de standpunten niet.

Bijbel tegenover wetenschap?

In de nieuwsberichten wordt een valse dichotomie (valse tweedeling) voorgesteld. In deze Staphorster kwestie gaat het niet over de Bijbel tegenover de wetenschap, maar de creationistische wetenschapsbeoefening tegenover de naturalistische wetenschapsbeoefening. De eerste houdt rekening met Gods openbaring (de Bijbel) als kennisbron, de tweede niet. De kop van De Telegraaf, namelijk ‘Staphorst kent geen Steentijd’ dekt de lading ook totaal niet. Het gaat de CU en SGP-fractie er niet om dat de ‘Steentijd’ weggepoetst moet worden, maar dat dit tijdvak anders gedateerd en geïnterpreteerd moet worden (namelijk in een korte chronologie).11

Ten slotte

Het is bemoedigend dat er mensen zijn in politiek Nederland die op willen komen voor de creationistische visie. Het zou mooi zijn als er rapporten verschijnen waarin ten volle rekening wordt gehouden met de bijbelse chronologie van een zesdaagse schepping, kosmische zondeval, wereldwijde zondvloed en een verspreiding van de mensheid ná de torenbouw van Babel en de spraakverwarring. We hopen dat er rekening gehouden wordt met deze visie in geologische en archeologische rapporten. Vooral in Nederlandse gemeenten waar deze visie door een groot gedeelte van de bevolking gedeeld wordt. Je zou het kunnen vergelijken met de tweemodellenvergelijking die door creationisten voorgestaan wordt in het Nederlandse onderwijssysteem. Het gaat dan niet om primair de creationistische visie, maar om de creationistische en naturalistische visie naast elkaar te zetten.

Voetnoten

NBV21 Wetenschapsbijbel met, qua oergeschiedenis, focus op theïstische evolutie en ‘Ancient Near East’-mythologie – Bespreking ‘NBV21 Wetenschapsbijbel’

De Bijbel is een oud boek – of eigenlijk een hele verzameling oude boeken – afkomstig uit lang vervlogen antieke culturen. Kan de Bijbel nog wel betekenis hebben voor hedendaagse lezers? Dat is een reële vraag. Toch beantwoorden talloos veel mensen die vraag volmondig met ‘ja’. Want hoeveel er ook verandert in de wereld om ons heen en in de manier waarop we die wereld interpreteren, sommige dingen zijn van alle tijden. Mensen zoeken bijvoorbeeld in alle tijden naar zin en betekenis, naar hun plek in de wereld. En velen vinden daarbij houvast in de Bijbelse boodschap. Bovendien: de God van wie de Bijbel getuigt blijft volgens diezelfde Bijbel door alle eeuwen heen dezelfde [sic], trouw aan zichzelf [sic] en zijn [sic] schepping.1

Zo begint de inleiding van de zogenoemde NBV21 Wetenschapsbijbel. Overigens zou ik persoonlijk de volgorde omdraaien. Eerst God en Zijn Woord en dan pas de betekenisverlening door mensen. God en Zijn Woord blijven door de eeuwen heen onveranderlijk, wij mensen zijn zo veranderlijk als het weer. Maar de toon is gezet: de Bijbel is waardevol, ook in deze door Verlichting en Romantiek gestempelde tijd.2

Zucht

Toen deze NBV21 Wetenschapsbijbel aangekondigd werd moest ik toch wel even slikken. Ik dacht: is dit de zoveelste strategische zet van mensen die neigen naar theïstische evolutie? Niet dat alle auteurs van de bijdragen neigen naar theïstische evolutie, maar wel dat de meeste bijdragen die raakvlakken hebben met onze vroegste geschiedenis geschreven zijn door theïstisch evolutionisten, of door geleerden die in ieder geval geen moeite hebben met Universele Gemeenschappelijke Afstamming of die op z’n minst afwijzend staan tegenover het klassieke scheppingsgeloof.3 Ik kreeg van enkele medecreationisten de vraag wat wij vanuit het klassieke scheppingsgeloof tegenover deze NBV21 Wetenschapsbijbel (gaan) zetten.4 De beantwoording van deze vraag is niet zo moeilijk: niets, want er is al heel veel. In ieder geval de (bevindelijk-)gereformeerden onder deze creationisten hebben al eeuwen voorsprong. Eén van de bekendste Bijbel met kanttekeningen waarin het klassieke scheppingsgeloof wordt voorgestaan, is de Kanttekeningen bij de Statenvertaling die in 1637 verschenen. Deze kanttekeningen waren zo grondig dat er zelfs een Engelse (1657), Duitse (1665) en Franse (1669) vertaling van werd gemaakt.5 Een meer recente uitgave is de Bijbel met Uitleg die in 2015 verscheen.6 In deze Bijbel met Uitleg zien we een uitleg die volledig aansluit bij het klassieke scheppingsgeloof.7 De Bijbel met Uitleg wordt in veel reformatorische gezinnen gebruikt en ik weet van diverse mensen met een hervormde of evangelische inslag dat ze deze Bijbel met Uitleg ook waarderen. In dat opzicht lopen theïstisch evolutionisten in Nederland erg achter in het samenstellen van een Bijbel met kanttekeningen. Maar sinds dit jaar bestaat er nu dus een NBV21 Wetenschapsbijbel waarbinnen, als het gaat om onze vroegste geschiedenis, vooral de focus ligt op theïstisch evolutionisme en Ancient Near East-mythologie.

Theïstisch evolutionistische oorsprongslijn met focus op Ancient Near East-mythologie

Dat de bijdragen die raakvlakken hebben met de natuurwetenschappen een theïstische evolutionistische insteek zouden krijgen, lag in de lijn der verwachting. Systematisch theoloog prof. dr. Gijsbert van den Brink, die overigens sympathiek is in omgang, was één van de kartrekkers van de NBV21 Wetenschapsbijbel. Deze geleerde is een van de meest productieve verdedigers van het theïstische evolutionisme in Nederland en gaat erg strategisch te werk. Prof. dr. Van den Brink was betrokken bij de opleving van Intelligent Design (ID) in Nederland (zo rond 2005). Nadat de meeste betrokkenen bij deze ID-beweging verschoven waren richting theïstische evolutie verschenen er vanaf het Darwinjaar 2009 verschillende boeken vóór deze TE-visie.8 Bijvoorbeeld Gevormd uit Sterrenstof van bioloog dr. René Fransen.9 Veel ophef veroorzaakte10 het kinderboek Het geheime logboek van topnerd Tycho in 2015.11 In 2017 (op mijn verjaardag nota bene) verscheen het boek En de aarde bracht voort.12 Dit boek kan gezien worden als een in-depth verdediging van de theologische kant van het theïstische evolutionisme.13 Het boek van prof. dr. Van den Brink werd opgevolgd door een boek dat in 2019 verscheen onder de titel En God zag dat het goed was.14 Een vijf-en-twintigtal geleerden bespraken in dat boek de consequenties van het (theïstische) evolutionisme voor het christelijk geloof. Veruit de meeste auteurs zagen en hebben geen probleem met Universele Gemeenschappelijke Afstamming. In 2020 kwam met Oer een lekenversie op de markt van het theïstisch evolutionistische gedachtengoed.15 Dit boek werd maar liefst meer dan 10.000 keer verkocht.16 Het stopte daarmee niet! In 2021 werd er door prof. dr. Gijsbert van den Brink een serie bijbelstudies over geloof en wetenschap uitgegeven onder de titel Onderzoek alle dingen.17 Nu dus de NBV21 Wetenschapsbijbel waar inzake onze vroegste geschiedenis door dr. Van den Brink c.s. vooral het theïstische evolutionistische gedachtengoed wordt gepropageerd. We zien dat nu voor vrijwel elk intellectueel niveau en leeftijdsniveau theïstisch evolutionistisch materiaal beschikbaar is. Alleen verstandelijk gehandicapten of zwak begaafden, peuters, kleuters en leerlingen van de middenbouw in het basisonderwijs nog geen theïstisch evolutionistisch materiaal hebben. Maar mogelijk zijn daar ook plannen voor. Dat is, toegegeven, zeer strategisch!

In de NBV21 Wetenschapsbijbel staan ook bijdragen van oudtestamenticus prof. dr. Koert van Bekkum die raakvlakken hebben met Genesis. Dr. Van Bekkum, eveneens een sympathieke man in omgang, is voorzichtig richting het theïstische evolutionisme en ziet daar ook de nodige problemen in. Helaas voert hij in de NBV21 Wetenschapsbijbel óók geen warm pleidooi voor het klassieke scheppingsgeloof. De toelichting bij Genesis van zijn hand is kort maar kent mooie accenten.18 Als het gaat om onze vroegste geschiedenis dan zijn er vier bijdragen van zijn hand: Genealogie en familie, Kosmologie, Scheppingsdagen en Zondvloed. In de andere bijdragen staan uiteraard ook verwijzingen.19 Hoewel dr. Van Bekkum het een en ander voorzichtig wil verwoorden, zien we toch dat de ‘Ancient Near East’-mythologie sterke invloed heeft op zijn Genesisuitleg. Bij de bespreking van de zondvloedgeschiedenis richt hij zich bijvoorbeeld slechts op de Mesopotamische zondvloedmythen. En hoewel we erg voorzichtig moeten zijn met het klakkeloos, zonder diepgaand onderzoek, overnemen van wereldwijde vloedmythen is dat toch wel wat selectief.20 Het past wel in een trend die al meer dan anderhalve eeuw waarneembaar is onder verschillende oudtestamentici. Een trend waarbij Genesis dan (zij het soms aarzelend) gelezen wordt door de bril van de oermythen die in Mesopotamië circuleren. Dr. Van Bekkum zegt in zijn bijdrage Scheppingsdagen mooie dingen over de scheppingsgeschiedenis in Genesis 1 e.v., maar gaat daarbij kort-door-de-bocht als hij schrijft: “Maar uit dit Bijbelgedeelte concluderen dat hier zes historische dagen worden beschreven, gaat voorbij aan het kunstproza en de ordenende rol van het ‘zes plus één’.” Hier gaat dr. Van Bekkum voorbij aan het feit dat ‘het kunstproza en de ordenende rol van het ‘zes plus één’’ samen kan gaan met het zien van de scheppingsdagen als historische dagen. In kerken waar uitgegaan wordt van het klassieke scheppingsgeloof bestaan deze feiten naast elkaar.21 Hier creëert dr. Van Bekkum dus een vals dilemma en wordt kunstproza tegenover historiciteit gezet. We hoeven dit gelukkig niet tegen elkaar uit te spelen, maar kunnen het als complementair zien. De tekst krijgt hierdoor nóg meer waarde. Het gaat in Genesis namelijk niet alléén om geschiedenis, maar het gaat óók om geschiedenis. Dat een Bijbeltekst meerdere betekenissen en invalshoeken heeft werd al verdedigd door diverse kerkvaders, we noemen dat ook wel de meervoudige Schriftzin.22

Beproeft alle dingen

De bovenstaande kritiek wil niet zeggen dat er alleen maar theïstisch evolutionisten, of in ieder geval mensen die niet afwijzend staan tegenover Universele Gemeenschappelijke Afstamming, meegewerkt hebben aan de NBV21 Wetenschapsbijbel. Het wil ook niet zeggen dat alle bijdragen in deze NBV21 Wetenschapsbijbel waardeloos zijn. Dat is geenszins het geval! Van verschillende auteurs weet ik dat zij afwijzend staan richting het theïstisch evolutionistische gedachtengoed óf dat zij er op zijn minst stevig gefundeerde vragen bij hebben. Het zijn overigens niet alleen de bijdragen rondom onze vroegste geschiedenis waar ik mij niet zo goed in kan vinden. De manier van Bijbellezen in het stuk van dr. Marco Derks over Homoseksualiteit komt mij wel héél cultuurgebonden over en komt soms wat ‘cherry picking’ en als prekende voor eigen parochie.23 Maar gelukkig is de NBV21 Wetenschapsbijbel niet helemaal kommer en kwel. De bijdrage van prof. dr. Johan Graafland over het Jubeljaar is prachtig! Ook de bijdragen van bijvoorbeeld dr. Raymond Hausoul (Dieren en de Bijbel), prof. dr. ir. Henk Jochemsen (Het beginnend menselijk leven), dr. Emanuel Rutten (Beargumenteren dat God bestaat: kan dat?), dr. Arie Versluis (De ban) en prof. dr. René van Woudenberg (Toeval) zijn mooi opgezet. Zo zijn er nog meer bijdragen te noemen, om over de toelichtingen nog maar te zwijgen. Dat maakt het gebruik van de NBV21 Wetenschapsbijbel ook nuttig! Er zijn tientallen bijdragen en toelichtingen waar wat van te zeggen is. We hopen, als de Heere leven en gezondheid geeft, dit later meer in-depth te kunnen doen in een veelluik over deze Bijbel met kanttekeningen.

Literatuurlijst en registers

Wat de NBV21 Wetenschapsbijbel ook waardevol maakt is het register op onderwerp en de literatuurlijst. Verder wordt heel helder en duidelijk aangegeven wélke auteur wát geschreven heeft. De auteurslijst bevat voor mij veel bekende namen (zoals prof. dr. Cees Dekker), maar ook tot nu toe onbekende namen (zoals dr. Marco Derks). Het hoofdstuk ‘Studie- en werkmateriaal’ maakt van de NBV21 Wetenschapsbijbel ook een studiebijbel. De vragen bij ‘Bijbel en (natuur)wetenschap’ zijn met de focus op theïstisch evolutionisme en Ancient Near East-mythologie soms wat sturend. De literatuurlijst bij ‘Bijbel en (natuur)wetenschap’ bestaat helaas hoofdzakelijk uit theïstisch evolutionistisch materiaal (zoals bijvoorbeeld de boeken van dr. Rolie Barth24, prof. dr. Gijsbert van den Brink 25, dr. René Fransen26 en dr. Henk Geertsema27). Blij verrast was ik om toch nog twee boeken te ontwaren die uitgaan van het klassieke scheppingsgeloof. Het betreft het boek van dr. Hans Madueme et al. met als titel Adam, the Fall, and Original Sin28 en het boek van prof. dr. Mart-Jan Paul met als titel Oorspronkelijk.29 Het is goed dat de lezers ook van deze boeken kennisnemen. Om de leemte wat op te vullen wil ik graag van de gelegenheid gebruik maken om nog drie boeken toe te voegen:

  • Dam, C. van, 2021, In the Beginning. Listening to Genesis 1 and 2 (Grand Rapids: Reformation Heritage Books).30
  • Klingbeil, G.A. (ed.), 2015, The Genesis Creation Account and Its Reverberations in the Old Testament (Berrien Springs: Andrews University Press).31
  • VanDoodewaard, W., 2015, The Quest for the Historical Adam. Genesis, Hermeneutics, and Human Origins (Grand Rapids: Reformation Heritage Books).32

Deze registers en literatuurlijsten maken de NBV21 Wetenschapsbijbel gebruikersvriendelijk.

Ten slotte

De NBV21 Wetenschapsbijbel zie ik als volgende strategische zet van de theïstisch evolutionistische groep rond prof. dr. Gijsbert van den Brink. Zelf heb ik de voorkeur voor het gebruik van de Statenvertaling (met kanttekeningen) boven de NBV21. Dat heeft ermee te maken dat de kanttekeningen meer de geest van de (Nadere) Reformatie laten doorademen. Desalniettemin zijn veel bijdragen in deze NBV21 Wetenschapsbijbel de moeite van het lezen waard. De toelichtingen en bijlagen van deze NBV21 Wetenschapsbijbel zijn met een kritische bril goed te lezen en geven op bepaalde punten ook inzicht in de tekst en de cultuur waarin de bijbelboeken ontstonden. Daarom geldt hier: “Beproeft alle dingen; behoudt het goede” (1 Thessalonicensen 5:21, SV) . We hopen daarom de komende tijd, als de Heere leven en gezondheid geeft, een flink aantal diepteboringen te doen in deze NBV21 Wetenschapsbijbel.

Voetnoten