Home » 2022 » januari (Pagina 2)

Maandelijkse archieven: januari 2022

Uitgelicht Analyse over het Leven 6 – Het einde van het leven

Family7 heeft een programma dat heet ‘Uitgelicht Analyse‘. In de maand november zijn er via dit programma een zevental uitzendingen uitgezonden die handelen over medisch-ethische dilemma’s. Family7 heeft deze afleveringen ook op haar YouTube-kanaal geplaatst. De afleveringen zijn de moeite waard en daarom delen wij deze afleveringen, met dank aan de makers, graag op onze website. De zesde aflevering gaat over ‘kwetsbaar leven’. Hoe kan het einde van het leven waardig verlopen? De uitzending gaat over medische ethiek en kwetsbaar leven. Aan tafel zit prof. dr. Maarten Verkerk, bijzonder hoogleraar Christelijke Wijsbegeerte

Lees boek van natuur met geopende Bijbel

Het boek van de natuur is bedoeld om gelezen te worden met een geopende Bijbel, reageert prof. dr. Benno A. Zuiddam op prof. dr. P. J. Slootweg (RD 30-11-2013).

„Wie de dood in het dierenrijk een gevolg van de zondeval noemt, maakt het geloof onaanvaardbaar voor natuurwetenschappers”, aldus prof. dr. P. J. Slootweg in een reactie op mijn artikel over de kerkvaders Irenaeus en Theophilus (RD 25-11-2013). De daarbij gepaard gaande oproep: „Toon respect voor natuurwetenschappen”, suggereert dat Irenaeus, Theophilus en mijn persoon dat niet doen en daarom correctie behoeven.

Vanuit mijn vakgebied roept deze stellingname verschillende vragen op. Hoe aanvaardbaar zijn de kernzaken van het apostolische geloof voor ongelovige natuurwetenschappers? Hoe zit het trouwens theologisch met tot geloof komen? Is dat niet een werk van Gods genade, door Zijn Geest? Is het niet deel van dit proces dat we God vertrouwen als het gaat om dingen die we nu nog niet of niet volledig begrijpen?

Het christelijk geloof belijdt overigens heel veel zaken die onaanvaardbaar zijn voor het evolutionisme als ontstaantheorie. De vroegkerkelijke opvatting over de dood in het dierenrijk als gevolg van de zondeval is er maar eentje van. Zij strookt inderdaad niet met gangbare neodarwinistische opvattingen.

Te denken valt echter ook aan het geloof in een maagdelijke geboorte, Christus als Brood nedergedaald uit de hemel, genezing van blinden en melaatsen, de opstanding uit de doden, hemelvaart, wederkomst, wederopstanding van alle mensen en het laatste oordeel. Allemaal zaken die volgens de gangbare opvattingen in de natuurwetenschap niet kunnen.

Het werkelijke probleem zit dus veel dieper dan de beoordeling en verklaring van al dan niet geprojecteerd dierenleed.

Het is inderdaad een wijze raad van Augustinus om je als wetenschapper bij je eigen vakgebied te houden. Professor Slootweg haalt met instemming Augustinus aan, maar doet dat buiten verband. Hij komt dan ook tot een verkeerde conclusie: namelijk dat volgens Augustinus gelovigen op grond van de Bijbel geen beperkingen aan natuurwetenschappelijke theorievorming zouden mogen opleggen.

Dat zegt de kerkvader echter helemaal niet. Zijn citaat is slechts een oproep om in een debat ter zake kundig te zijn. Al eeuwenlang gelooft de kerk zaken die natuurwetenschappelijke en historische componenten hebben. Het geloof gaat immers over deze wereld.

Het is juist een hobby van Augustinus om op grond van de Bijbel in te gaan tegen natuurwetenschappelijke paradigma’s. Zo verklaart hij onomwonden dat de Griekse wetenschap het volslagen verkeerd had over de ouderdom van de aarde. Waarom? Uit de Bijbel kon iedereen weten dat de aarde slechts enkele duizenden jaren oud was. Voor Augustinus lag openbaring uit de Schrift op hetzelfde waarheidsvlak als dat van het boek der natuur.

Hij leerde om dezelfde reden dat het paradijs bestond, dat Adam een werkelijk en onmiddellijk door God geschapen persoon was en de voorvader van alle mensen. Ook had hij opvattingen over dood in de mensenwereld als gevolg van de zondeval en leerde hij op grond van Gods openbaring een wereldwijde watervloed. Voor Augustinus was het boek van de natuur bedoeld om met een geopende Schrift gelezen te worden.

Als patristicus en theoloog is het mijn taak om weer te geven wat de apostolische kerk en de kerkvaders vonden. Hun mening over de schepping en de zondeval was erg duidelijk. Moraliteit werd toen nog gedefinieerd vanuit de mening van God, onafhankelijk van de mens. ‘Lagere’ zoogdieren mogen dan geen moreel besef hebben, dat doet niets af aan de realiteit van dierenleed. Irenaeus en Theofilus meenden op grond van de Schrift dat dit theologisch een gevolg is van de zondeval en dat we een betere wereld zonder leed tegemoet kunnen zien.

Ook dieren kunnen in theologische zin hun oorspronkelijke doel missen. Dat betekent niet dat ze zondigen in dezelfde morele zin als de mens. Wel dat de goede schepping kwaad geworden is, dat het op iets anders is uitgedraaid dan God oorspronkelijk bedoelde. De kerkvaders meenden dat dit historisch en daadwerkelijk is gebeurd door toedoen van de mens.

De wetenschap van de 21e eeuw stelt voor uitdagingen, juist omdat Gods oorspronkelijke schepping en Zijn plannen voor de toekomst zo ver afstaan van de werkelijkheid en het denken van de mensen om ons heen. Geloven doen we echter niet op ons eentje, maar in gemeenschap met de kerk van alle tijden en plaatsen. Dat de kerkvaders daarbij helpen en stimuleren, blijkt uit deze discussie.

Dit artikel is met toestemming van de auteur overgenomen uit het Reformatorisch Dagblad. De volledige bronvermelding luidt: Zuiddam, B.A., 2013, Lees boek van natuur met geopende Bijbel, Reformatorisch Dagblad Puntkomma 43 (208): 6-7 (artikel).

Praktisch en verantwoord Bijbelgebruik – Dr. Gert van den Brink spreekt hierover bij een bijbelstudie

Op 24 oktober 2016 sprak dr. Gert van den Brink voor een Bijbelstudiekring. De titel van zijn bijdrage was ‘Praktisch en verantwoord Bijbelgebruik’. De lezing is met dank aan Geloofstoerusting opgenomen.

Vogelgriep in een Javaanse dierentuin – Bespreking van ‘Marathon in de dierentuin’

“Hij is ook al begraven. We zijn met z’n allen naar Noerma’s huis geweest. Papa en mama zeiden dat dat moest. Dat we ze moesten condoleren. En dat we moesten vragen wanneer de begrafenis was (want vanmorgen waren we meteen teruggerend toen we het hoorden). We moesten heel erg huilen, Sam, Nick en ik. Maar we hebben het toch gedaan. We gingen naar binnen in dat kleine, warme huisje, en Noerma’s moeder stond daar, en ze zag er zo verdrietig uit.”

In 2006 schreef Corien Oranje voor de christelijke kinderboekenmaand het kinderboek ‘Marathon in de dierentuin’.1 Het gaat over een Nederlands gezin dat verhuisd is naar het Indonesische eiland Java en daar de vogelgriep meemaakt. De hoofdpersoon van het boek is Sasha, een Nederlands meisje dat eerst niet wilde verhuizen, maar uiteindelijk toch haar draai gevonden lijkt te hebben. Een Javaanse bevriende jongen, Noerma, raakt samen met zijn broertje Andi besmet met de vogelgriep. Noerma overlijdt en Andi komt er na een ernstig ziekbed weer bovenop. Omdat het gezin waaruit Noerma en Andi komen erg arm is, besluiten Sasha en haar familie een sponsorloop in de dierentuin van Jakarta te organiseren met als doel geld op te halen zodat Andi naar school kan. Ze halen een mooi bedrag op.

Aansluiten bij de actualiteit (toen het boek geschreven werd)

Het trainen voor de sponsorloop gaat niet altijd even goed. De dierentuin moet namelijk tijdelijk sluiten omdat er vogelgriep is uitgebroken. Dit sluit aan bij de werkelijkheid omdat Ragunan Zoo in Pasar Minggu, Zuid-Jakarta, inderdaad op 19 september 2005 voor drie weken gesloten werd omdat er vogels besmet waren geraakt met de vogelgriep H5N1.2 Toen het boek geschreven werd sloot de schrijfster aan bij de actualiteit. Ze noemt namelijk ook de tsunami die o.a. Atjeh in 2004 trof en meer dan 200.000 mensen om liet komen. Wanneer kinderen het boek nu lezen, moeten ze even op de hoogte gebracht worden van deze geschiedenis. Want welke tienjarige weet nu, anno 2022, nog van de dodelijke tsunami die op 26 december 2004 diverse eilanden trof.3 Ook wordt in het boek melding gemaakt van de bomaanslag op Bali van 1 oktober 2005.4 Naast een aansluiten bij de actualiteit krijgen de kinderen ook een stukje geschiedenis mee over de eerste ‘marathon’. “Eigenlijk was marathon een dorp of een stad in Griekenland, en de Perzen probeerden de Grieken daar in de pan te hakken, maar dat lukte niet, de Grieken wonnen (ze hadden zo ongeveer 7000 Perzen gedod, en een van de Griekse soldaten rende snel naar Athene, meer dan veertig kilometer, om het goede nieuws aan de koning te gaan vertellen. Hij was nog niet in het paleis aangekomen, of – flatsj, dood” (blz. 14).

Gekleurde dieren en de waarom van het lijden

De auteur besteedt op een positieve manier aandacht aan de schepping en gaat vragen naar de waarom van het lijden en de dood niet uit de weg. Wanneer Sasha haar kuiken schildert krijgt ze commentaar van haar moeder. ‘Mama vroeg heel chagrijnig of er misschien nog een achtste huisregel nodig was – geen dieren verven en ze zei dat elk dier van God precies de goede kleur had gekregen, en hoe ze er in vredesnaam bij kwamen dat hamsters en kuikens eruit moeten zien als leden van het Nederlands elftal’ (blz. 11). Wanneer Noerma overlijdt is Sasha helemaal van streek. Ze stelt de vraag waarom God de jongen niet beter gemaakt heeft. Moeder heeft daar geen antwoord op. Vader komt even later weltrusten wensen en probeert het uit te leggen: “En hij zei zachtjes: ‘Ik vind het ook het moeilijkste wat er is, Sas, als er een kind overlijdt’. Ik zei niks. Ik probeerde zo rustig mogelijk adem te halen, zodat hij erin zou trappen en weer weg zou gaan. Papa ging verder, meer alsof hij het tegen zichzelf had. ‘En dan vraag ik me ook af: God, u kunt toch alles? Waarom hebt u hem nou niet beter gemaakt! Ziet u niet hoe erg dat is voor die vader en die moeder? Hoe kapot ze zijn?’ Het was een hele poos stil. Papa zuchtte. ‘Het is niet dat ik antwoord krijg of zo. En het is al helemaal niet zo dat ik een antwoord heb op de vraag waarom Noerma gestorven is. Maar ik weet wel dat God te vertrouwen is. Wat er ook gebeurt’.” (blz. 46-48) Hoewel ik het woord ‘kapot zijn’ niet zou gebruiken om het verdriet te beschrijven is het wel goed dat de auteur hier aandacht voor heeft. Kinderen zitten ook met dit soort vragen.

Het boek is een aanrader voor kinderen om te lezen. Omdat het boek al enigszins verouderd is dienen sommige ‘actualiteiten’ even toegelicht te moeten worden. Het taalgebruik zou ik op sommige plaatsen veranderen. Zo vind ik het niet netjes om het woord ‘tyfuslijer’ (blz. 72-73) te gebruiken. Zelfs niet als er in een boek een reprimande op volgt. Ondanks dat is het boek een aanrader om voor te lezen of om de kinderen zelf te laten lezen.5

Deze bespreking is onderdeel van het project ‘Onderwijzen en opvoeden voor de toekomst – Leren over onze vroegste geschiedenis in 2022’. In de komende maanden zal dit project verder uitgekristalliseerd worden. Een dergelijk opvoedings- en onderwijsproject zal ook onderdeel zijn van het jaarplan ‘Fundamentum 2022’, met uiteraard ieder jaar een ander jaartal. Het boek is hier opgenomen in de lijst van gelezen kinder- en jeugdboeken.

Voetnoten

Een database aan (volks)verhalen over de zondvloed – Promovendus wil zondvloedverhalen in kaart brengen

Voor creationisten is één van de argumenten vóór een wereldwijde vloed dat er op ieder continent (m.u.v. Antarctica) zondvloedverhalen te vinden zijn. Die soms op detailpunten overeenkomen met de geschiedenis van de zondvloed zoals deze in de Bijbel is opgeschreven. Dr. Koert van Bekkum maant, in het boek En God zag dat het goed was, terecht tot voorzichtigheid.1 Een uitgebreide inventarisatie ontbreekt namelijk.2 Daarnaast is het belangrijk om op verantwoorde wijze relaties te leggen tussen de zondvloedverhalen. Is er een soort ‘evolutionaire stamboom’ van zondvloedverhalen te maken? Een uitgebreide inventarisatie ontbreekt, maar daar komt verandering in.3

Theoloog Bram van den Heuvel is, aan de Evangelische Theologische Faculteit in Leuven, bezig met zijn promotieonderzoek naar zondvloedverhalen. Hij verzamelde in korte tijd veel zondvloedverhalen in één ‘gigantisch document’. Hoewel Bram daar blij mee was, vond hij het lastig om te navigeren door dat document. Daarom heeft Bram een website aangemaakt waar hij alle zondvloedverhalen op wil verzamelen/plaatsen: floodstories.wordpress.com. Momenteel zijn zondvloedverhalen uit Europa en het Midden-Oosten daarop te lezen. De website is publiek toegankelijk. De verzamelaar en promovendus wil dat de website dienstbaar is voor anderen, maar uiteraard ook voor zijn eigen promotieonderzoek. Hij gebruikt zowel primaire als secundaire bronnen en plaatst deze als PDF op de website (zelfs als hij de ‘moedertaal’ van de primaire bronnen niet zelf kan lezen). Een zeer waardevolle aanvulling voor creationisten en andersgelovigen. We volgen het werk van Bram op de voet, wensen hem veel succes met de studie en Gods zegen bij zijn promotieonderzoek.

De Caddo-indianen

Laatst kwam ik nog een zondvloedverhaal tegen in het boek van William B. Collier, From Darwin to Eden.4 Het komt van de Caddo-indianen, een stam uit het Missisippi-stroomgebied. Wellicht kan Bram de primaire bronnen van dit verhaal opzoeken en deze ook op zijn website plaatsen. Het zondvloedverhaal gaat in grove lijnen zo:

“Ooit, lang geleden, leefde er een Caddo-opperhoofd samen met zijn vrouw. Ze begonnen al oud te worden, maar hadden nog geen kinderen gekregen. Ze baden tot de Grote Geest en smeekte hem of hij hun de kinderzegen wilde schenken. Na verloop van tijd werd de vrouw zwanger en nog weer later werd er een zoon geboren. De ouders blij natuurlijk! Maar die blijdschap was van korte duur. Want de zoon veranderde van een mens in een heel slecht monster. Dit monster zwierf rond en doodde veel leden van de Caddo-stam. Het opperhoofd en zijn vrouw waren hier intens verdrietig over en baden tot de Grote Geest of hij hen toch kon verlossen van dit bloeddorstige monster. De Grote Geest liet het regenen en het regende zoveel dat het water overal op aarde steeg. De Grote Geest maakte ook een grote hol rietstengel, stak deze in de grond en beval het opperhoofd, zijn vrouw en de rest van de stam om in dat riet te kruipen. Ze deden zoals ze bevolen waren, terwijl het buiten maar bleef regenen en het water maar bleef stijgen. De grote holle rietstengel begon te drijven op het water, dat de hele aarde bedekte. Het monster verdronk en zo werd Caddo-stam gered. Na verloop van tijd begon het water weer te zakken en toen de stam uit de holle rietstengel kwam, zagen ze dat er op het land maïs groeide. Zo komt het dat de Caddo-indianen maïs kennen, de Grote Geest heeft het hen gegeven.”

Voetnoten

‘Wat is de mens?’ (5) – Prof. dr. Edgar Andrews over onze speciaal geschapen planeet

In 2018 was prof. dr. Edgar Andrews te gast op ‘De Bronckhorsthoeve’ in het Gelderse Brummen. Hij sprak daar over zijn verschenen boek ‘Wat is de mens?’. Voorafgaande aan de boekpresentatie werden hem een zevental vragen voorgelegd. Dit is op video opgenomen door Geloofstoerusting. Vandaag het vijfde deel. Veel zegen bij het kijken en luisteren.

Op 22 oktober 2022 D.V. zal de sterrenkundige dr. Peter Korevaar op het jaarlijkse congres van Fundamentum spreken over dit thema.

E-mail ter uitnodiging van vrienden en bekenden voor de besloten geologiebijeenkomst van 19 november 2022 D.V.

Het kasteel van Durbuy in de Ardennen. Bron: Pixabay

Beste vrienden en bekenden,

Het lijkt erop dat de bestudering van de aardgeschiedenis door Nederlandstaligen die uitgaan van het klassieke scheppingsgeloof en catastrofisme stil ligt. Toch wordt er, ook door Nederlandstaligen, achter de schermen hard gewerkt aan de opbouw van het geologische gedeelte van het scheppingsparadigma. Zo publiceerde dr. Wim de Jong twee artikelen over het catastrofale ontstaan van de zoutlagen in Journal of Geology and Geophysics (zie hier), is drs. Hans Hoogerduijn een eind op weg met zijn boek over het Rekolonisatiemodel (zie bijvoorbeeld hier) en wordt het werk van aardwetenschappers in het buitenland die ook denken vanuit het klassieke scheppingsgeloof op de voet gevolgd (zie hier, hier en hier). Verder feliciteren we Maarten ’t Hart met zijn geofysische publicatie in Journal of Computational Physics (zie hier). Zelf bestudeer ik momenteel de zogenoemde Mesozoïsche zoogdieren en vogels (zie bijvoorbeeld hier en hier) en bereiden we, ondanks de onzekerheden rond Corona, samen met Lorens Knap een geologische excursie naar Hongarije voor.

Om een lang verhaal kort te maken: er gebeurt achter de schermen wel het een en ander. Het is daarom goed om in een besloten bijeenkomst met gelijkgestemden nog verder na te denken over het geologische deel van het scheppingsparadigma. Ik nodig u daarom uit om 19 november 2022 D.V. met ons mee te denken over de aardgeschiedenis. Er is ook kritiek van buitenaf, zo beweerde een criticus dat er vanwege diverse geologische verschijnselen geen zondvloed plaatsgevonden kan hebben in het zogenoemde Paleozoïcum. Deze kritiek moet weersproken worden, anders zal het uiteindelijk tegen ons getuigen en mensen aan het twijfelen brengen. Doet u mee op 19 november 2022 D.V.? Aanmelden voor deze besloten bijeenkomst kan via deze link.

Mocht u op die datum verhinderd zijn, maar wel mee willen denken over de genoemde thema’s dan kunt u uzelf wel aanmelden. U kunt dan in een bericht aangeven alleen mee te willen denken maar niet aanwezig te zijn. Zo ontvangt u wel alle relevante informatie om op de hoogte te blijven en mee te discussiëren. Een tip is ook om aan dit congres over ‘Geloof en Wetenschap’ op 22 oktober 2022 D.V. deel te nemen. Zie hier voor het programma van dit congres.

Hartelijke groet,

Jan van Meerten

Fundamentum

www.oorsprong.info

info@oorsprong.info

Besloten geologiebijeenkomst ‘CreaGeo’ op 19 november 2022 D.V.

Op 19 november 2022 D.V. willen we na een lange tussentijd weer een besloten geologiebijeenkomst organiseren. De bijeenkomst is bedoeld om met een aantal experts binnen de geologie of aanverwante vakgebieden na te denken over catastrofisme en zondvloedgeologie. De bijeenkomst draagt een besloten karakter. Het programma wordt wel breder bekend gemaakt, maar is vooral bedoeld om experts die uitgaan van het klassieke scheppingsgeloof uit te nodigen én te stimuleren om mee te denken in de opbouw van een scheppingsparadigma. Wilt u meedoen? Dan kunt u uzelf onderaan deze pagina aanmelden. Het bezoeken van de bijeenkomst is gratis. Wel dient u eigen vervoer te regelen en een lunchpakketje mee te nemen. Voor koffie, thee en ander drinken wordt gezorgd.

Kinkplooien in een zogenaamde multilayer bij Agios Pavlos, Kreta. Bron: Wikipedia.

Programma

  • Een presentatie van vier nieuwe Engelstalige boeken met daarin geologische argumenten vóór een jonge aarde.
  • Bestuderen en bediscussiëren van het zogenoemde Rekolonisatiemodel, o.a. naar aanleiding van het manuscript van drs. Hans Hoogerduijn.
  • Het bestuderen en bekritiseren van het e-book ‘Geen zondvloed tijdens het Paleozoïcum‘ geschreven door Willem Jan Blom. (Zie: https://willemjanblom.wordpress.com/2020/12/04/e-book-geen-zondvloed-tijdens-het-paleozoicum/.)
  • Voorstel voor gezamenlijk onderzoek naar een geologisch verschijnsel in de Ardennen.

Deze dag start om 10.00 uur en duurt tot maximaal 16.00 uur. Uiteraard kunt u ook alleen de ochtend of de middag bijwonen. Het bovenstaande programma zal ook in die volgorde worden gevolgd.

Zie de e-mail aan vrienden en bekenden ter uitnodiging van de besloten geologiebijeenkomst.

Bioloog Kees Fieggen houdt een bijbelstudie over het eerste Bijbelboek – De eerste tien bijbelstudies online

Genesis, hoe alles begon. Bioloog ir. Kees Fieggen houdt een bijbelstudie over Genesis. De eerste tien delen staan nu ook op de website ‘Oorsprong’. Tijd voor een overzicht. Hieronder wordt doorverwezen naar alle tien de delen. Veel zegen bij het (terug)kijken.

1. Genesis deel 1: Inleiding.
2. Genesis deel 2: In het begin.
3. Genesis deel 3: Dag na dag.
4. Genesis deel 4: De schepping is af!
5. Genesis deel 5: In de Hof van Eden.
6. Genesis deel 6: Adam en Eva.
7. Genesis deel 7: De Val.
8. Genesis deel 8: Adam en Christus.
9. Genesis deel 9: Na de val.
10. Genesis deel 10: De grote vloed.

‘Wonders without Number’ – Coconino Sandstone: het ontstaan van de zandduinen van de Grand Canyon

David Rives Ministries is een groeiende creationistische organisatie in de Verenigde Staten.1 De organisatie heeft een videoserie opgestart onder de titel ‘Wonders Without Number’. In deze serie worden creationistische wetenschappers geïnterviewd over hun recente onderzoek of bevraagd over het vakgebied waarin ze actief zijn. De opnames worden op dvd uitgegeven en zijn verkrijgbaar in Creation Superstore, de webshop van David Rives Ministries.2 In één video wordt de geoloog en paleontoloog dr. John Whitmore geïnterviewd over zijn onderzoek naar het ontstaan van de Coconino Sandstone in de Grand Canyon.3

Screenshot van de talkshow met dr. John H. Whitmore (l.). Screenshot genomen door Jan van Meerten op 20 januari 2022.

Dr. John Whitmore promoveerde in 2003 aan de Loma Linda University op een proefschrift met als titel ‘Experimental Fish Taphonomy with a Comparison to Fossil Fishes’. Tijdens zijn promotieonderzoek bestudeerde Whitmore onder andere de geëxplodeerde vissen van de Green River Formation. Een populair-wetenschappelijk artikel verscheen in 2006 in Answers Magazine4 en werd in 2014 ook naar het Nederlands vertaald voor Weet Magazine.5 Momenteel is hij geologieprofessor aan Cedarville University, publiceert hij over geologische onderwerpen in vakbladen en is hij jaarlijks te horen op de conferentie van de Geological Society van Amerika. Als senior-wetenschapper is hij een rolmodel voor geologiestudenten die later ook van betekenis willen zijn voor het scheppingsparadigma. In de talkshow van David Rives Ministries sprak Whitmore over een onderwerp waar hij, met studenten, al jaren onderzoek naar doet: de Coconino Sandstone. Tijd om naar hem te gaan luisteren.

Coconino Sandstone

De aardlaag in de Grand Canyon die specifiek de interesse heeft van dr. John Whitmore is de derde laag van boven: de Coconino Sandstone. De meeste naturalisten gaan ervanuit dat deze aardlaag in een woestijn gevormd is. Dat zorgt voor creationisten voor een probleem omdat je geen gefossiliseerde woestijnzandduinen verwacht in een afzetting die gevormd is midden in de wereldwijde zondvloed. Het is niet wilde speculatie of creationistenpesten van naturalisten om deze zandduinen als woestijnafzetting te bestempelen. Ze kijken bijvoorbeeld naar de hellingshoeken van de kruisbeddingen in deze zandsteen. Whitmore heeft echter met een team diepgravend onderzoek gedaan en daardoor ligt nu de uitdaging bij de naturalisten om te verklaren waarom zij al die jaren deze zandsteen verkeerd hebben geïnterpreteerd. Whitmore heeft in de loop der jaren namelijk veel argumenten verzameld die erop wijzen dat de Coconino Sandstone onder water is afgezet.6

Argumenten

Whitmore bespreekt in de talkshow zeven claims die door naturalisten gemaakt worden als het gaat om de Coconino Sandstone. Hier op een rij: (1) De kruisbeddingen hebben steile hellingshoeken, (2) het zand is mooi afgerond en netjes gesorteerd, (3) we vinden veelvuldig fossiele regendruppelafdrukken, (4) de verwrongen uitziende zandbeddingen zijn ineengezakte zandduinen net zoals we in een woestijn waarnemen, (5) het mineraal dolomiet7 wordt niet aanwezig geacht, (6) het mineraal mica wordt ook niet aanwezig geacht, en (7) de structuur van de Coconino Sandstone kan niet onder water ontstaan zijn. Deze zeven zaken zouden we verwachten als de Coconino Sandstone in een woestijnomgeving (eolisch) is afgezet. Whitmore en zijn team zijn het veld in gegaan en kwamen erachter dat deze claims onjuist zijn. De paleontoloog keek eerst naar hoe steil de hellingshoeken van de kruisbeddingen waren. Ze verzamelde meer dan 200 samples (n=214) en kwamen erachter dat de hellingshoeken helemaal niet zo steil waren als vaak werd beweerd. Het gemiddelde (21,0) bleek zelfs laag voor een woestijnafzetting, maar goed passend bij een onder water afzetting. Het onderzoeksteam deed ook veldwaarnemingen in huidige woestijnen. Deze veldwaarnemingen kwamen niet overeen met de Coconino Sandstone. Het tweede dat het onderzoeksteam ontdekte was dat de zandkorrels zowel niet goed afgerond als niet zo goed gesorteerd waren. De derde claim die Whitmore onderzocht was de fossiele afdrukken van regendruppels. Degene die in de Coconino Sandstone zijn gevonden komen niet overeen met moderne afdrukken van regendruppels. Wat de waargenomen verschijnselen dan wel zijn kan Whitmore niet goed zeggen. Het vierde wat het onderzoeksteam vond is dat er zogenoemde parabolic recumbent folds (PRF’s) zijn in de Coconino Sandstone. Het gaat om plooien in het sediment in de vorm van een op z’n kant liggende parabool. Wanneer de stroming onder water zo sterk is kan de kruisbedding zelfs omgedraaid (dubbel klappen) worden en zo een parabool vormen. Volgens Whitmore past dit verschijnsel sowieso niet bij een woestijnafzetting. Ten vijfde werd er door het onderzoeksteam wel degelijk dolomiet gevonden in de Coconino Sandstone. En dat niet op één plaats maar talloze plaatsen. Als zesde punt noemt Whitmore dat het onderzoeksteam het mineraal mica gevonden heeft in de Coconino Sandstone. Ze vonden muscoviet een heel zacht mineraal dat in een woestijnafzetting snel verdwenen zou zijn. Deze mineralen werden door de hele Coconino Sandstone heen gevonden. Als zevende wijst Whitmore er nog op dat er grote zandverplaatsingen onder water plaatsvinden en dat dit vergelijkbaar is met de Coconino Sandstone. Whitmore verwijst daarbij naar een baai bij de stad San Francisco in Amerika en zandduinen voor Long Island (VS). We zien deze verschijnselen wereldwijd op het continentale plat.

Screenshot van een dia uit de presentatie van dr. John H. Whitmore. De foto’s op de dia laten zien dat zandduinen onder water gevormd kunnen worden. Screenshot genomen door Jan van Meerten op 20 januari 2022.

Feiten

Aan het einde van zijn betoog keerde Whitmore de claims van naturalisten om. Hij noemt deze claims ‘mythen’ en komt als creationist met zeven feiten. (1) De hellingshoek van de kruisbeddingen heeft een gemiddelde van 20 graden, (2) het zand is niet goed afgerond en middelmatig gesorteerd, (3) afdrukken van regendruppels zijn afwezig, (4) de verwrongen uitziende zandduinen zijn PRF’s passend bij een ontstaan onder water, (5) het mineraal dolomiet is veelvuldig aanwezig, (6) dat geldt ook voor het mineraal mica, en (7) de structuren die we zien in de Coconino Sandstone lijken op die van zandduinvorming onder water. Volgens dr. John Whitmore past dit onderzoek goed bij de geschiedenis van de zondvloed zoals we daarover lezen in Genesis 7-9.8

Voetnoten