Home » Genealogie » Supplementair register huwelijkszaken over de naamsvermelding van Cornelis van Meerten Jansen (1815-1892)

Supplementair register huwelijkszaken over de naamsvermelding van Cornelis van Meerten Jansen (1815-1892)

De achternaam van Cornelis luidde Van Meerte Janse, in plaats van zoals gebruikelijk is als Jansen. Cornelis was een zoon van Casper Jansen (±1775-1851) en Margaritha van Meerten (1785-1856). De arrondissementrechtbank te Utrecht maakte een einde aan de verwarring door een achternaam toe te kennen. Hieronder de transcriptie van de akte.1

De transcriptie luidt:

“Op heden Juli achttien honderd zeven en vijftig is aan ons ondergeteekende, Wethouder, Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der gemeente Utrecht, overgelegd eene beschikking van de Arrondissements Regtbank alhier, luidende als volgt:

In naam des Konings,

De Arrondissemets Regtbak te Utrecht heeft gewezen de navolgende beschikking op het verzoekschrift, waarvan de inhoud is als volgt:

Aan de Arrondissements Regtbank te Utrecht.

Geeft eerbiedig te kennen Cornelis van Meerte Janse, koetsier, wonende te Utrecht,

Dat in het huwelijksregister der gemeente Utrecht over het loopende jaar 1800 zeven en vijftig op den zesden Mei twee abuizen zijn ingeslopen, doordien de familienaam Janse bij zijn naam daarin niet is vermeld en door de toevoeging van “van Meerte” bij de familienaam van des verzoekers vader, blijkens hierbij overgelegd Extract uit gemeld registier, waarbij hij alleen is vermeld als Cornelis van Meerte.

Dat hij requestrant, blijkens hierbij overgelegde geboorte-akte is de zoon van Casper Janse en Margaretha van Meerten, en dat aan hem de voornaam van Cornelis van Meerte is gegeven.

Dat de requestrant er zeer veel belang in stelt, dat voormeld abuis worde verbeterd; doch hij is overmogend omde kosten daaraan verbonden, te betalen.

Redenen, waarom de requestrant zich wendt tot deze Regtbank, met eerbiedig verzoek, dat het dezelve moge behagen, de verbetering van opgemelde huwelijksakte in de loopende registers van den Burgerlijken Stand der gemeente Utrecht, en op den kant der abusive akte, gelieve te gelasten; endat de uitspraak op dit verzoekschrift zal zijn kosteloos, mij van zegel, registratie en griffierregten.

’t Welke doende enz.
geteekend, J.J. van Leeuwen, procr.
Gescheld in handen vanden officier van Justitie
Utrecht, den 19 Juni 1857.
geteekend, J.O. de Jong.
De Officier van Justitie te Utrecht concludeert tot beschikking overeenkomstig het verzoek.

Parket te Utrecht den 19 Juni 1857 / geteekend / J. Römer.

De Regtbank, gelezen vorenstaand verzoekschrift, Gelezen de conclusie vanden Officier van Justitie, Gezien een woordelijk afschrift der geboortea akte uit het register vanden Burgerlijken Stand der gemeente Rhenen over den jare 1800 vijftien, afgegeven doorden Ambtenaar vanden burgerlijken stand aldaar op den twaalfden Juni dezes jaars behoorlijk gelegaliseerd;

Gezien een uittreksel uit het huwelijksregister van den Burgerlijken stand der gemeente Utrecht over den jare 1800 zeven en vijftig, afgegeven doorden Ambtenaar vanden burgerlijken Stand aldaar op den twintigsten dezer maand, mede behoorlijk gelegaliseerd;

Gezien eene akte van onvermogen op den vijftienden dezer maand door den Burgemeester der gemeente Utrecht aanden verzoeker afgegeven.

Overwegende, dat uit eene onderlinge vergelijking van het afschrift der geboorte akte vanden verzoeker met het uittreksel uit zijne huwelijksakte genoegzaam blijkt, dat in laatstgemelde akte twee dwalingen bestaan, en wel door de weglating vande familienaam Janse bij de vermelding der voornamen vanden verzoeker en door de toevoeging van “van Meerte” bij de familienaam van des verzoekers vader en dat hij verzoeker belang heeft bij de verbetering hiervan;

Gezien artikelen 70 en 71 van het Burgerlijk Wetboek, en artikelen 829 en 872 van het Wetboek van Burgerlijke Regtsvordering.

Voorbehoudens de regten van derden, welke hierbij niet zijn opgeroepen;

Beveelt dat de huwelijksakte van den verzoeker met Froukje Poutsma, ingeschreven inde registers vanden Burgerlijken stand der gemeente Utrecht over het jaar 1800 zeven en vijftig, indiervolge zal worden verbeterd, dat daaruit blijke, dat de verzoeker genaamd is, Cornelis van Meerte Janse, endat zijn vader genaamd was Casper Janse – endat voortaan geene afschriften of uittreksels van die akte zal worden afgegeven dan aldus verbeterd.

Beveelt voorts dat het afschrift van deze beschikking kosteloos aanden verzoeker zal worden uitgereikt.

Gedaan en gewezen te Utrecht op de teregtzitting der civiele Kamer van vrijdag den zes en twintigsten Juni 1800 zeven en vijftig bij de Heeren en Mrs Jonkheer de Jong van Beek en Donk, President, Jonkheer van Asch van Wijck en van Nooten, Regters, in tegenwoordigheid vanden Griffier. / geteekend / J.O. de Jong; – E.I. van Eeden, Griffr.

Voor Expeditie conform.
/ geteekend/ E.I. van Eeden, Griffr

Gratis geregistreerd twee bladen met een renvooi te Utrecht den zevenden Julij 1800 zeven en vijftig, deel negentig folio zes en dertig vak zes. De ontvanger / geteekend / Hubrecht.

En hebben wij dit vonnis overeenkomstig de bepaling van artikel 73 van het Burgerlijk Wetboek in het suppletoire register dezer gemeente ingeschreven.

J. Hinlópen.”

Voetnoten

  1. Bron: Supplementair register Burgerlijke Stand gemeente Utrecht. 481-964-06 Utrecht 1857. Aktenummer 5. Te raadplegen via de website van Het Utrechts Archief: www.hetutrechtsarchief.nl.