Home » Evolutietheorie » Schepping-evolutie – Een kort briefje over ‘de gebroken rietstaf’

Schepping-evolutie – Een kort briefje over ‘de gebroken rietstaf’

Prof. dr. G. van den Brink noemt het jongeaardecreationisme, genormeerd aan Gods Woord, een „rietstaf die de hand doorboort” (2 Kon. 18:21 en Jes. 36:6) (Reformatorisch Dagblad van 16-8-2017). Hij vergelijkt het vertrouwen op deze visie met het vertrouwen op redding door ‘heidenen’, terwijl juist de evolutiefilosofie die uitgaat van universele gemeenschappelijke afstamming over lange perioden, van ‘heidense’ oorsprong is (zie Anaximander en andere Grieks-Romeinse denkers). We moeten ons vertrouwen echter, net als koning Hizkia (2 Kon. 19 en Jes. 37), niet stellen op mensen of natuurfilosofieën, maar op God en Zijn Woord.

Prof. Van den Brink blijft in zijn boek ”En de aarde bracht voort” vooral steken bij verouderde creationistische werken (bijvoorbeeld uit 1923 en 1961). Zijn oordeel dat huidige creationistische verklaringen „geen been hebben om op te staan” en „gekunsteld en speculatief” zijn, berust niet op eigen onderzoek. Hij zou er goed aan doen de jong-historische werkelijkheidsopvatting te beoordelen op haar eigen merites en op grond van recentere literatuur, bijvoorbeeld Brand en Chadwick (2016), Brandt (2015), Gibson e.a. (2011), Hartnett (2012), Snelling (2009) en Wood en Garner (2009).

Volgens prof. Van den Brink zouden creationisten hoofdzakelijk inzetten op pr. De creationistische stroming zet integendeel veel (vrije) tijd en geld in voor onderzoek (denk aan de Core Academy of Science). In het RD werd de jong-historische scheppingsleer overigens vaker verdedigd dan prof. Van den Brink aangeeft.

Dit artikel is met toestemming van de auteur overgenomen uit het Reformatorisch Dagblad. De volledige bronvermelding luidt: Meerten, J.W. van, 2017, Schepping en evolutie (XV), Reformatorisch Dagblad Puntkomma 47 (121): 8.