Deze week behandelt de Tweede Kamer een wetsvoorstel dat het mogelijk maakt om via de huisarts een abortuspil te verkrijgen. De NPV reikt in dat licht een aantal overwegingen aan. Diederik van Dijk, directeur van de NPV: ‘Inrichting van de abortuszorg moet tonen dat abortus geen eenvoudige oplossing is, maar een noodgreep met grote impact op moeder en kind. Ervaring, deskundigheid en zorgvuldigheid van een specialist is noodzakelijk.’
Bij de totstandkoming van de Wet afbreking zwangerschap (Wafz, ook wel bekend als de abortuswet) heeft men nadrukkelijk een balans gezocht tussen de waarde van het ongeboren leven én de autonomie van de ongewenst zwangere vrouw. Het wetsvoorstel om de huisarts een abortuspil te laten verstrekken, maakt de drempel voor een abortus lager. Daarmee wordt de genoemde balans verstoord ten nadele van de waarde van het ongeboren leven. Dit geldt temeer nu ook de beraadtermijn voor abortus wordt geschrapt. Laagdrempelige toegang lijkt daarmee belangrijker geworden dan het maken van een weloverwogen besluit over een ingrijpende handeling.
Zorgvuldigheidseisen komen in het gedrang
Het is evident dat heel veel huisartsen geen of nauwelijks ervaring hebben rond het faciliteren van een abortus. Zij zijn normaliter niet opgeleid en niet ervaren in gesprekken met vrouwen hierover. Hiermee staan de zorgvuldigheidseisen rond het plegen van een abortus op het spel, zoals termijnbepaling, ervaring, anonimiteit, bereikbaarheid en keuzemogelijkheden. En lang niet alle huisartsen hebben de mogelijkheid om een echo te maken die nodig is om de zwangerschapstermijn te bepalen.
Wetsvoorstel staat los van de praktijk
Het wetsvoorstel gaat verder uit van een relatief nauwe band tussen huisarts en client. Hier lijkt sprake van een grote overschatting die geen recht doet aan de praktijk. Veel huisartsen functioneren inmiddels in grootschalige huisartsenpraktijken en werken steeds vaker parttime. Van een persoonlijke relatie is lang niet altijd sprake. Daarbij komt dat huisartsen reeds een zeer stevig takenpakket hebben. De vraag is dus of vrouwen op de zorg kunnen rekenen die ze nodig hebben om een dergelijke keuze te maken.
Specialist noodzakelijk
Diederik van Dijk, NPV-directeur: ‘De NPV wil er eerlijk over zijn dat in haar ogen elke abortus er één teveel is. Maar ook wie dit vertrekpunt niet deelt, zal begrijpen dat de inrichting van de abortuszorg moet tonen dat abortus geen eenvoudige oplossing is, maar een noodgreep met grote impact op moeder en kind. Daarom is er alles voor te zeggen om abortus te blijven bezien als een uitzonderlijke medische handeling die niet in de eerstelijnszorg hoort, maar die valt onder specialistische zorg. Laagdrempelige zorg betekent niet per definitie betere zorg. Juist bij het nemen van medicatie die door een deel van de vrouwen als zeer ingrijpend ervaren wordt, is ervaring, deskundigheid en zorgvuldigheid van een specialist noodzakelijk.’