Home » Artikelen geplaatst door Nederlandse Patiëntenvereniging (NPV)

Auteursarchief: Nederlandse Patiëntenvereniging (NPV)

PERSBERICHT: Veel Nederlanders niet bekend met de abortusgrens van 24 weken

Onder Nederlanders is er grote onbekendheid met de abortusgrens. 47% van de Nederlanders geeft aan niet te weten tot hoeveel weken zwangerschap een abortus uitgevoerd mag worden.

De groep die wél een inschatting van het aantal weken maakt, komt veelal te laag uit: gemiddeld schat men de abortusgrens op 16 weken. 1 op de 8 Nederlanders vindt het niet goed dat er in Nederland een mogelijkheid tot abortus aanwezig is. Een meerderheid is positief over de beraadtermijn.

Dit blijkt uit een onderzoek dat onderzoeksbureau DirectResearch in samenwerking met de NPV-Zorg voor het leven uitvoerde. Een representatieve groep van 518 Nederlanders vulde een vragenlijst in met stellingen en vragen over abortus.

Weinig bekendheid met abortusgrens

Bijna de helft van de Nederlanders (47%) geeft aan niet te weten tot hoeveel weken zwangerschap een abortus – om zowel medische als sociale redenen – mag worden uitgevoerd. Van de groep die een inschatting maakt, geeft 14% het juiste aantal weken aan (24 weken).

Abortusgrens te laag ingeschat

Een ruime meerderheid (81%) van de groep die een inschatting maakt, denkt dat de abortusgrens onder de 24 weken ligt. 12 weken wordt het vaakst genoemd als abortusgrens. Gemiddeld schat men de abortusgrens op 16 weken. Dit is een stuk lager dan de toegestane 24 weken.

Verlaging abortusgrens

De meningen over de vraag of de abortusgrens verlaagd zou moeten worden, zijn verdeeld. Nadat aangegeven is dat abortus in Nederland tot 24 weken is toegestaan, geeft 37% van de Nederlanders aan dat deze grens verlaagd zou moeten worden. 22% is het hiermee oneens. 40% van de Nederlanders is neutraal of heeft geen mening.

1 op 8 Nederlanders vindt abortusmogelijkheid niet goed

Ruim de helft (58%) van de Nederlanders is het eens met de stelling: ‘Het is goed dat in Nederland de mogelijkheid voor abortus aanwezig is.’ 13% is het oneens met deze stelling. 29% van de Nederlanders is neutraal of heeft geen mening. Opvallend is dat respondenten uit de leeftijdscategorie 31-40 jaar negatiever staan tegenover de mogelijkheid voor abortus dan de andere leeftijdscategorieën.

3 op de 5 Nederlanders positief over beraadtermijn

De meerderheid van de Nederlanders is positief over de verplichte beraadtermijn, zo blijkt uit dit onderzoek. 62% is het eens met de stelling: ‘De regel dat er verplicht 5 dagen bedenktijd zit tussen een verzoek om abortus en de daadwerkelijke abortus vind ik goed.’ 11% is het oneens met voorgenoemde stelling, terwijl 28% van de Nederlanders neutraal staat ten opzichte van de stelling of geen mening heeft.

Lees het hele rapport hier.

DIEDERIK VAN DIJK
Diederik van Dijk, directeur van de NPV: “Nederland is het enige land in de Europese Unie met zo’n ruime abortusgrens. Daarover zou veel meer maatschappelijk debat moeten zijn. Willen we werkelijk een land zijn waarin kwetsbaar menselijk leven tot 24 weken legaal gedood kan worden? Voor zo’n fundamenteel debat is allereerst nodig dat mensen op de hoogte zijn van de feiten. De NPV voorziet hier graag in, maar roept ook de politiek van harte op om dit debat over de bescherming van leven met open vizier te voeren.

Debat ‘Abortus: een mensenrecht?’ met Rob Jetten (D66) en Maaike Rosendal (CCBR)

Op 6 november 2023 gingen Rob Jetten (D66) en Maaike Rosendal (CCBR) met elkaar in gesprek over abortus tijdens een NPV-avond in het kader van de Week van het Leven. Beide sprekers zochten naar gemeenschappelijke grond, maar vertelden elkaar ook wat hun uitgangspunten zijn. Het werd een respectvolle avond waarin de morele discussie over abortus een zeldzame focus werd. Zo werd het duidelijk dat er ook grote verschillen zijn. Rosendal hield vast aan de aanname dat ieder menselijk leven begint bij de bevruchting, terwijl Jetten verduidelijkte dat de vrouw gedurende de hele zwangerschap baas is over haar eigen buik. Diederik van Dijk, directeur NPV – Zorg voor het Leven opende de avond en Frans de Koeijer trad op als presentator en gespreksleider.

Met dank aan de Nederlandse Patiëntenvereniging (NPV) delen we dit debat hieronder:

Nederlander nog kritischer over nieuwe Transgenderwet

Dit jaar zijn Nederlandse burgers beduidend kritischer geworden over een lopend wetsvoorstel (Transgenderwet) dat het gemakkelijker moet maken om het geslacht in de geboorteakte en identiteitspapieren te veranderen.

Een meerderheid van de Nederlanders vindt een deskundigenverklaring van belang. Ruim tweederde vindt een minimumleeftijd van belang bij het wijzigen van het geslacht op de geboorteakte. Toch willen de initiatiefnemers van dit wetsvoorstel de belangrijkste voorwaarden – leeftijd en een deskundigenverklaring – laten varen.

Het (herhaal) onderzoek, in opdracht van NPV-Zorg voor het leven uitgevoerd door het Amsterdamse onderzoeksbureau DirectResearch, maakt duidelijk dat er voor de transgenderwet, ingediend door de voormalige ministers Dekker en Van Engelshoven, onder de bevolking geen draagvlak is.

Voorwaarden

De meerderheid van de ondervraagden -een representatieve groep van 1007 Nederlanders – vindt het belangrijk dat er voor een juridische geslachtswijziging aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan. Tweederde vindt inmiddels dat er een minimumleeftijd moet zijn voor het veranderen van geslacht op de geboorteakte, paspoort of identiteitskaart. Dit aandeel is significant groter dan bij eerder onderzoek. Zo kiest de grootste groep respondenten voor een minimumleeftijd van 18 jaar (37 procent), terwijl 35 procent de leeftijd van 25 jaar gepast vindt, “als de hersenen zijn volgroeid.” Dat is 9 procent meer dan bij het eerste onderzoek. Voor een minimumleeftijd van 16 jaar of jonger kiest 28 procent.

Op de vraag of een verklaring van een arts of psycholoog nodig is, geeft 54 procent een positief antwoord; slechts 14 procent van de ondervraagden is het hiermee oneens. Een van de ondervraagden licht daarbij toe: ‘Een dergelijke beslissing is ingrijpend. Het is belangrijk dat een deskundige daarin meekijkt.’ Voor 29 procent is ook een X op de geboorteakte mogelijk, in plaats van een M of V. Daarnaast vindt de helft dat het geslacht M of V bij iedereen vermeld moet staan. Ook dit percentage is achterliggend jaar beduidend gegroeid. Ondervraagden zeggen dat op officiële documenten het biologisch geslacht leidend moet blijven. Voor een kleine groep is geslachtswijziging in geen enkel geval een optie (20 procent).

Debat

NPV-directeur Diederik van Dijk: ‘De kritiek op de nieuwe transgenderwet is onder de bevolking gegroeid. Ik kan dit niet los zien van de toenemende aandacht voor de zorgelijke gevolgen van dit wetsvoorstel. Het inhoudelijke debat hierover is lang achtergebleven en weggedrukt. Nu burgers zich realiseren wat er op het spel staat, nemen de zorgen toe. Dat geldt in het bijzonder voor de gevolgen voor jongeren. Het is te hopen dat de Tweede Kamer deze zorgen serieus neemt en dit wetsvoorstel naar de prullenbak verwijst.’

Binnenkort spreekt de Tweede Kamer zich uit over de wet, die is bedoeld om de emancipatie van transgenders te bevorderen. De wet moet het gemakkelijker maken om juridisch van geslacht te veranderen: de deskundigenverklaring en de minimumleeftijd van 16 jaar zijn geschrapt. Dit betekent dat er geen verklaring van een arts of psycholoog meer nodig is en dat ook jonge tieners, zonder toestemming van hun ouders, hun geslacht in geboorteakte en paspoort of identiteitskaart kunnen veranderen.

Het onderzoeksrapport is te downloaden via de website van de NPV: Onderzoek Direct Research – Transgenderwet – oktober 2022.

Deze gastbijdrage is met toestemming overgenomen van de website van de Nederlandse Patiëntenvereniging (NPV). Het originele artikel is hier te vinden.

Je geslacht zomaar veranderen, moet dat kunnen? – Video van de Nederlandse Patiëntenvereniging (NPV)

In de nieuwsbrief van de Nederlandse Patiëntenvereniging (NPV) werd een informatieve video geplaatst over geslachtsverandering en waarom het onverstandig is om mee te gaan in de iniatieftransgenderwet. Hieronder is de video gedeeld. Veel zegen bij het kijken en luisteren.

In de politiek wordt gewerkt aan een wetsvoorstel om een geslachtsverandering nog makkelijker te maken. Volgens dat voorstel zou er geen diagnose van een arts meer nodig zijn en geldt ook niet meer de leeftijdsgrens van 16 jaar en ouder. Op dit moment moet nog wel aan die voorwaarden worden voldaan. Dus: je moet ouder zijn dan 16 jaar, én je hebt een verklaring nodig van een arts of psycholoog.

PERSBERICHT: ‘NPV: abortuspil hoort niet bij huisarts’

Deze week behandelt de Tweede Kamer een wetsvoorstel dat het mogelijk maakt om via de huisarts een abortuspil te verkrijgen. De NPV reikt in dat licht een aantal overwegingen aan. Diederik van Dijk, directeur van de NPV: ‘Inrichting van de abortuszorg moet tonen dat abortus geen eenvoudige oplossing is, maar een noodgreep met grote impact op moeder en kind. Ervaring, deskundigheid en zorgvuldigheid van een specialist is noodzakelijk.

Bij de totstandkoming van de Wet afbreking zwangerschap (Wafz, ook wel bekend als de abortuswet) heeft men nadrukkelijk een balans gezocht tussen de waarde van het ongeboren leven én de autonomie van de ongewenst zwangere vrouw. Het wetsvoorstel om de huisarts een abortuspil te laten verstrekken, maakt de drempel voor een abortus lager. Daarmee wordt de genoemde balans verstoord ten nadele van de waarde van het ongeboren leven. Dit geldt temeer nu ook de beraadtermijn voor abortus wordt geschrapt. Laagdrempelige toegang lijkt daarmee belangrijker geworden dan het maken van een weloverwogen besluit over een ingrijpende handeling.

Zorgvuldigheidseisen komen in het gedrang

Het is evident dat heel veel huisartsen geen of nauwelijks ervaring hebben rond het faciliteren van een abortus. Zij zijn normaliter niet opgeleid en niet ervaren in gesprekken met vrouwen hierover. Hiermee staan de zorgvuldigheidseisen rond het plegen van een abortus op het spel, zoals termijnbepaling, ervaring, anonimiteit, bereikbaarheid en keuzemogelijkheden. En lang niet alle huisartsen hebben de mogelijkheid om een echo te maken die nodig is om de zwangerschapstermijn te bepalen.

Wetsvoorstel staat los van de praktijk

Het wetsvoorstel gaat verder uit van een relatief nauwe band tussen huisarts en client. Hier lijkt sprake van een grote overschatting die geen recht doet aan de praktijk. Veel huisartsen functioneren inmiddels in grootschalige huisartsenpraktijken en werken steeds vaker parttime. Van een persoonlijke relatie is lang niet altijd sprake. Daarbij komt dat huisartsen reeds een zeer stevig takenpakket hebben. De vraag is dus of vrouwen op de zorg kunnen rekenen die ze nodig hebben om een dergelijke keuze te maken.

Specialist noodzakelijk

Diederik van Dijk, NPV-directeur: ‘De NPV wil er eerlijk over zijn dat in haar ogen elke abortus er één teveel is. Maar ook wie dit vertrekpunt niet deelt, zal begrijpen dat de inrichting van de abortuszorg moet tonen dat abortus geen eenvoudige oplossing is, maar een noodgreep met grote impact op moeder en kind. Daarom is er alles voor te zeggen om abortus te blijven bezien als een uitzonderlijke medische handeling die niet in de eerstelijnszorg hoort, maar die valt onder specialistische zorg. Laagdrempelige zorg betekent niet per definitie betere zorg. Juist bij het nemen van medicatie die door een deel van de vrouwen als zeer ingrijpend ervaren wordt, is ervaring, deskundigheid en zorgvuldigheid van een specialist noodzakelijk.