Hierboven wordt de overlijdensakte van Hendrica Soet (ca. 1747-1820) weergegeven.¹ Op 1 november 1820 om elf uur in de ochtend verscheen Nicolaas Cloesmeijer (1774-?) voor de Ambtenaar van de Burgerlijke Stand van de Gemeente Amsterdam om aangifte te doen van het overlijden van zijn moeder. Nicolaas was zeven en veertig jaar oud, kantoorbediende van beroep en woonachtig in de Reestraat nummer 8. Hij deed de aangifte samen met Gijsbertus Termijtelen, drie en veertig jaar oud, waagdrager van beroep, woonachtig aan de Princegragt nummer 109 te Amsterdam en de schoonzoon van de overledene. Zij verklaarden dat Hendrica op 28 oktober 1820 om half twaalf in de avond is overleden in de leeftijd van drie en zeventig jaar. Zij was geboren in ’t veld bij Bourgongh en woonachtig aan de Reestraat nummer 328, kanton 4 te Amsterdam. Hendrica was de echtgenote van Joost de Vriend (ca. 1760-?), weduwe van Christiaan Cloesmeijer (ca. 1746-vóór 1789) en laatst weduwe van Hendrik van Ingen (1766-1791).

Voetnoten

1. Burgerlijke Stand, Gemeente Amsterdam, overlijdensakten, 1820, deel 8, blad 137 recto, zonder aktenummer. Te raadplegen via de website van het Stadsarchief Amsterdam: www.archief.amsterdam.