Home » Genealogie » Notariële akte met de huwelijkse voorwaarden tussen Johannes van Meerten en Catharina van Vianen

Notariële akte met de huwelijkse voorwaarden tussen Johannes van Meerten en Catharina van Vianen

Hierboven worden de huwelijkse voorwaarden tussen Johannes van Meerten en Catharina van Vianen weergegeven. Hieronder volgt de transcriptie daarvan. Omdat niet alles duidelijk te lezen was en deze nog niet door derden gecontroleerd is, kan deze transcriptie fouten bevatten. Deze kunt u doorgeven via ons contactformulier. Johannes was een zoon van Huijbert van Meerten en Eva Brouwer. Catharina van Vianen was een dochter van Willem van Vianen en Elisabeth van Meerten. Of Elisabeth ook vér familie is van Johannes is mij (nog) niet bekend. In de akte komen ook Lambert van Meerten (en zijn vrouw Elisabeth Pompe) en Hillegonda van Meerten (en haar man Daniël van Arkel) voor. Dit waren de resp. broer en zus van Johannes. De originele akte is te raadplegen via de website van Het Utrechts Archief.1

“In den name des Geenen Amen is een wettelijck huwelijck gedeoinckt ende geslooten tussen den Eersamen Johan van Meerten wonende tot Gorinchem, En tegenwoordig alhier toecomende Bruijdegom, geassisteert zijnde met de Eerbare Eva Brouwers weduwe van zalr Huijbertus van Meerten zijnen moeder ende Lambert van Meerten & Elisabet Pompe Egt Mitsgrs Daniel van Arkel & Hillegonda van Meerten Egtel. zijn broeder & susters ter eenre, mitsgaders de aghtbaare Catharina van Vianen tot haare assistentie hebbende zijn E. Willem van Vianen, En die agtbaare Elisabet van Meerten haare vader & moeder & Johannes van Vianen haar Broeder mitsgaders zijn E: Cornelis van Meerten & de aghtbare Christina Porselius egtel. En Christina van Meerten eerst weduwe van Bernard Barbé haare Crune & Moijen respie. jongedogter toecomende bruijt ter andere zijde omme het selve huwelijck eerstdaaes naar de wettig deser landen te soleminiseren, tot onderstant van soelch voorn. huwelijk zijn bruijdegoms voors moeder met hem bij dese te huwelijck mede geeft, alse een huijsinge en Erve, daar de Rotterdamse Leermercht uijthangst, item nog een huijsinge naast de voorn huijsinge, staande ende gelegen bijde aan de Zuijtzijde in de West Wagenstraat binnen de stede Gorinchem, als mede de helfte in twee huijsen en Erven staande en gelegen tot Gorinchem voornt agter de huijsinge van de drie ringen, dan nog een huijsinge & touwerije, met twee loijerijen hoft en erve daar aan staande & gelegen, alles binnen Gorinchem aan de Oude Lambertstraat, En dan nog dartig hont lants gelegen bij het Dappersgat bij Gorinchem, welke voorn. vaste goederen des bruijdegoms gemelte moeders oock belooft hadden hem te huwelijck te sulle mede geven, in voldoeninge van sijns vaders versterff, En in recompens van het geene zijn andere susters en broeders ten huwelijck genoten hebben, als anders &a En sall bij den toecoomende Bruijdegom aangebraght werden, gelijck hij doet bij dese alle sijne Coopmanschappen bestaande in gaar en ongaar leer, contante & boochschilder Ca. Schlaende soodanige hij die gecofht & afgenomen heeft, van zijn meergem moeder volgens acte van Coop in dato de 1704 binnen Gorinchem geasseert, En dat op de last van de Coops. daarvoor belooft te sullen voldoen, van alle het geene voors breder bij de gem acte van coop can consteren, die de Contrasientie gesonden willen hebben als oft die van woorde tot woorde in dese waare geinsereert Ende belooft de toecomende Bruijts vader & moeder met de selve haare dogter te huwelijck mede te geven soodanige somme van pennings als zijlieden met den Bruijdegom zijn ofgecome & geaccordeert, waar van een obligatie ten haare behoeve is gepasseert & getekent, oft nog te tekene is passeren, die sijlieden mede hondig als oft de selve in dese was ingeseght waar op voorts tussen de Contsasentig is geconditioneert, dat tussen de toecomende egtelieden, geen gemeenschap van goederen zijn sall, soo wil ter aansien die ijder als vooren ten huwelijck aangebraght hebben, oft nog aan te brengen, als ter regnarde van de wolke die d’een oft d’ander van henlieden staande huwels. onder mogen coomen aan te besterven (t zij dan oock dat kint oft kinderen op ’t afsterven van de eerst ouders van haar beijde in ’t leven naar gelaten werden, dat niet) sulx dat de selve goederen aan ijder en Elcke zijde, altijt blijven en wederkeeren sullen rek., En dat oock wederseijts met de lastig die ijder hebben oft aanbrengen is, oft door erfenisse nog aancomme morgten, Dog dat winst & Nos staande huwel. vallende, halft en halff genoten & gedragen sall werden, Erft en besterft voor geen winninge te rekenen, Voorts dat indien de kinderen die uijt desen huwelijcke geprocreert sude mogen werden quame te sterven, sonder & des egte geboorte in leven naar telaten, het sij dan haar vader oft moeder oft bijde dood, soo sullen de goederen van de selve van den eene van der ander van sien erven tot de laatst van alles toe Ende het laaste mede soo aflijdende; oft dat maar een kint in ’t leven naargelast wierde & het selve quam oock soo aflijvig te werden soo sullen de goederen van vader & vaders zijde gecoomen werve & suctederig op de naaste in de bloede van vaders zijde, & de goederen van ’s moeders & moeders zijde, op de naaste in den bloede van smoeders zijde. En is nog bevoorwaart dat ’t zij dit huwel. komt te scheijden met kint oft kinderen in ’t leven naar gelast te worden, dan niet En alsulc in alle gevalle, de langstlevende van de En toecomende egtel, altijt in eijgendom hebbe & besondes sall alle de klederen soo van zijde wolle slinden, mitsgaders juwelen & clijnoding tot lijve gebruijcke & enraat vande eerst aslijdende behoort hebbe dan nog in ouse zijnde, dat daar & boven de langstlevende mede nog eijgen zijn & blijven sullen alle den imboedel & huisraad van gont & sulverwerck, lijwaad, bedt & andere wol schilderije & ’t geene elders onder imboeder & huisraad wort begrepen, sonder nogtans daar onder eenige winkelwaren oft gerede is te staan gelijck dan oock nog de langst levende aan alle als eerst oflijdende & deze naar te latene goederen hebben sall de lijftogt naar lijftoghts reght, de selffs langst bevonden levelang geducks, Boven indus de bruijt langst levende zijnde, uijt des bruijdegoms gereetste agter te latene goederen nog genieten sall tot een betering om in eijgendom te behouden eens de somme van vier duijsent en: gull in gelde oft oftectig tot haare konre gelijck oock daar tege den Bruijdegom langst levende zijnde uijd tes bruijts gereetste naar te latene goederen genieten sall tot een betering om mede in eijgendom te behouden, eens de somme van drie duijsent car. gull, En is eijndelijck nog sprooke dat des langs levende geen invruts oft woning des boedels sall hedde sall ahouden tie dan dan naar sCoop van een jaar naart aflijde van den eerst stervende, belovende partije contforantis desen den anders te voldoen en te agtervolgen ter goeder trouwe, & voorts onder alle & bande submissing & te miacratus als naar reghten, des ton conde desen bij deselve ondertekent binnen uiter. dese 16e Januarij 1705.”

Voetnoten

  1. https://hetutrechtsarchief.nl/onderzoek/resultaten/archieven?mizig=199&miadt=39&miaet=54&micode=34-4.1012&minr=3449727&miview=ldt.