Home » Genealogie » Gerichtelijke verklaring over de afkomst en riddermatigheid van Johan van Wijck (?-?)

Gerichtelijke verklaring over de afkomst en riddermatigheid van Johan van Wijck (?-?)

Transcriptie RAG archief 0124 nummer 4998: Gerichtelijke verklaring door Cornelis Claessen te Wijk bij Duurstede over de afkomst en riddermatigheid van de familie van Johan van Wijck, de dato 24-07-1577.1

De transcriptie luidt:

Wije scholt, burgermeesteren ende scepenen der stede van Wijck bij Duerstadt in Conincklicke Majesteijts2 Lande ende Gestichte van Utrecht doen te weten, certificerende mits desen voor de gerechte wairheijt dat op datum van desen voor ons in persoon, behoirlick geciteert zijnde, gecompareert is Cornelis Claessoon, borger tot Wijck voorscreven, out zijnde omtrent LVIII jairen. Ende heeft ter behoorlicker instantie ende versoecke van den eernfesten ende frommen Johan van Wijck, wonende tot Rijswijck, bij gedaen ede voor die wairheijt getuijcht ende geseijt hem kennelicke te sijn, dat een Floris van Wijck ende eenen Harman van Wijck gebroeders zijn geweest, zonder dat hij deposant kennisse gehadt heeft van den voorscreven Floris van Wijck. Dairbij verclarende oijck wel te weten, dat eenen heer Aelbert van Wijck, religieux tot Marieweert, ende Harman van Wijck Florissoon gebroederen zijn geweest. Item verclaerde noch waerachtich te sijn drie echte sonen van Harman van Wijck voorscreven gekent te hebben, te weten heer Gerrit van Wijck, priester in zijn leven wonende tot Wageningen, Johan van Wijck ende Antonis van Wijck gebroederen, sonder nochtans kennisse te hebben van hairluijder moeder. Dairbij voegende dat Johan van Wijck, des producents aldevader, gehuwelickt zijnde aen joffrou Johanna van Merthen tho Inghen, dochter van zaliger Ghevert van Merthen, bij dezelffde in echte state geprocreert ende verwect heeft drie zoonen ende een dochter, als namentlick Gevert van Wijck, Johan, Jaspar3 ende joffrou Anna van Wijck. Dat oijck daerna de voorscreven Gevert van Wijck, des producents vader, gehuijwelickt zijnde aen joffrou Johanna van Leeuwen Hermansdochter den olden tho Maurick bij dezelffde geprocreert heeft twe zonen, als Johan van Wijck producent alhier ende Cornelis van Wijck gebroederen. Dat hem deposant mede wel kennelick is dat Harman van Wijck Florissoon ende Johan van Wijck Harmanssoon, des producents aldevader, geweest zijn twee broederskijnderen. Dat mede Gevert van Wijck, des producents vader, Johan ende Jaspar van Wijck zijn broederen sampt des producents overaldevader ende zijn zoon den alden Johan van Wijck zo lange mensche memorie gedencken kan heercomen zijn van een goet alt riddermatig stamme ende bloet, der van Wijck wesende van goeden adel ende affcoompste in Nederbetuwe dairvoor geacht ende gekent. Diewelke producents olderen ende overalderen sampt Harman van Wijck Florissoon zich van alden tijden frommelick gedragen hebben als goede riddermatige schiltbuertige mannen toestaet, dragende een edelmans ofte ruijters geweer, besittende tot Rijswijck ende dairomtrent veele verscheijde gelegentheijden ende goederen. Item dat de voorscreven Harman van Wijck Florissoon stervende sonder blijckende geboirte zijnen goederen geërft heeft op Cornelis Forter, zone van Gijsbert Forter, zijne halven broeder geprocreert bij joffrou Alidt van Bemmel. Item dat de voorscreven goederen nu gepossideert worden bij joncker Ludowijck van Montfoirt, als getrout hebbende de dochter van de voornoempten Cornelis Forter. Noch dairbij verclarende dat oijck die van Leeuwen van outs mede tot Kesteren ter bancke geseten hebben ende met anderen van adel ende ridderscap verscheijden oirdelen ende vonnissen hebben helpen wijsen, gehuijwelickt wesende dezelffde van Leeuwen aen die beste ende principaelste stammen ende geslachten, te weten Ludowijck van Braeckel aen joffrou Elizabet, Harmen van Leeuwen de grotens dochter. Item joffrou Elizabeth van Leeuwen Aelbertsdochter aen Evert van Deelen. Item joffrou Wilhelma van Leeuwen Oliphiersdochter aen Mathijs van Beijnhem Geritzoon, ende meer anderen. ’t Selffde is hij deposant van desen heeft weten te verclaren. Des t’ oirkonde hebben wij gerechtsluijden voorscreven ons stadts segel op ’t spatium van desen doen drucken op den XXIIII julij 1577.
Jan Beijer de Harn.

Transcriptie door dr. P.D. Spies, de dato 17-09-2024.

Voetnoten

  1. Bron: https://www.geldersarchief.nl/bronnen/archieven/?mivast=37&mizig=210&miadt=37&miview=inv2&milang=nl&micode=0124&minr=1671263%20. Scan 195.
  2. Origineel: “Co.Mts.”, dus andere uitwerkingen mogelijk.
  3. Mogelijk ook: “Jasper”.