Home » Genealogie » Een Utrechts Jaarboek uit 1750 over een Middeleeuwse telg uit het geslacht Van Meerten

Een Utrechts Jaarboek uit 1750 over een Middeleeuwse telg uit het geslacht Van Meerten

Het eerste deel van de ‘Utrechtsche Jaarboeken van de vijftiende eeuw‘ uit 1750 bevat een passage over onder andere een telg uit het geslacht Van Meerten.1 Het gaat om Celis Dirks zoon van Meerten2. Hij leefde in de vijftiende eeuw.

We lezen in dit jaarboek op bladzijde 469 en 470 het volgende:

Bladzijde 470 uit het eerste deel van de ‘Utrechtsche Jaarboeken van de vyftiende eeuw’.

“In het begin van dit jaar (d.i. 1436, JvM) is de Stadt Utrecht, schoon alomme bevredicht, en met niemand oorlog voerende of twist hebbende, dan alleen met Walraven van Meurs en zyne aanhangeren, in groot gevaar geweest van overvallen te worden. Deze aanslag was gesmeet door Jan van Arkel, Heer van Heukelom, de eenigste overgeblevene manlyk oir van het oudt en aanzienlyk geslacht der Arkels. Ik vinde niet, dat eenig ongelyk door de Utrechtenaars hem aangedaan is, waar door hy wettige redenen gehadt heeft, om tot dit besluit te komen. Waarom ik met den Heer Kemp (1) vast stelle, dat de begeerte om wraak te oeffenen, over ‘t geen voortyts door de Utrechtenaars tegen het huis van Arkel, (waar van wy hier boven verhaal hebben gedaan) begaan was, hem hier toe heeft aangezet. Deze eenige volk by een vergadert hebbende, heeft voor af eenige gewapende mannen Stadtwaarts aan gezonden, zelfs hen met zyn heir op de hielen volgende, naar alle waarschijnlykheit om door die een der poorten te doen overvallen en vermeesteren, en om dan de Stadt met zyn volk te lichter te overrompelen. Doch deze aanslag is mislukt, dewyl de eerstkomende gevangen zyn geworden, en hy dus genootzaakt te rug te trekken. Dewyl nu dit vyandlyk voornemen gesmeet, en by na ter uitvoer gebracht was, zonder aanzegginge van oorlog, zoo heeft de Raadt zeventien dier gevangenen ter dood veroordeelt, te weten, Jan, Dirk, Wouter en Steven van Grootenveld, Roever van Bolk, Jan Roever van Bolk, Wallard van Wese, Celis Dirks zoon van Meerten, Wouter Jan Reiners zoon, Johan Gysberts zoon, Johan Dirks zoon, Govert die Buyn, Otto Gerrits zoon van Oist, Remkyn die Weert, Willem van Hamme, Geris Krauwel, en Gerit Stevens zoon; en zyn vier andere gevangenen losgelaten. De eerstgemelde zyn alle den XIX February onthooft, en heeft de Raadt, om deze buitengewoone gerechts-oeffeninge by te wonen, door eene Stadts bode aan Jonkheer van Brederode, Dirk van der Merwe, en Heer Jan van Langerak en zynen broeder verzocht in de Stadt te komen, en de Steden Amersfoort, Deventer, Campen en Zwoll daar van kennisse gegeven. Alle deze gevangenen hebben op Hasenberg gezeten, en zyn eenige mannen geschikt, om toe te zien, dat zy des nachts niet ontkwamen, welke wakers ieder nacht gekregen hebben aan bier een braspenning, zoo als my gebleken is uit des eerstens Cameraars rekeningen, uit welke ik ook gezien hebbe, dat te dezer tydt de Stadt een Zegel heeft laten maken, wegende vier loot zilvers, om hunne brieven daar mede te zegelen.”

In 1436 werd er dus een aanslag gepleegd op de stad Utrecht door Jan van Arkel. Zonder oorlogsverklaring wilde hij de stad overmeesteren. Het plan is verijdeld en de eerste lichting die de poort moest vrijmaken, waartoe ook Jelis Dirksz. van Meerten behoorde, is gevangen genomen. Zij moesten deze laffe aanval op de stad uiteindelijk met de dood bekopen. Ze werden gevangen gezet op de Hasenberg. Op 19 februari 1436 werden zij onthoofd. Bij (1) hierboven wordt in de tekst verwezen naar ‘Beschryv. van Gorinchem bladz. 254’.3

Voetnoten

  1. Bron: Burman, K., 1750, Utrechtsche Jaarboeken van de Vyftiende Eeuw, vervattende het merkwaardige in het Gesticht en voornamentlyk in de stadt Utrecht, Zedert den jare 1402. en vervolgens voorgevallen. Eerste Deel (Utrecht: J.H. Vonk van Lynden).
  2. Het zevenentwintigste jaargang van ‘De Navorscher’ noemt hem Jelis Dirksz. van Meerten: https://oorsprong.info/het-zevenentwintigste-jaargang-van-de-navorscher-en-de-genealogie-van-het-geslacht-van-meerten/.
  3. Deze bron heb ik nog niet nagezocht.