Home » Geologie » Dr. Scott L. Dunn presenteert een uitdaging voor zondvloedgeologie in CRSQ: ‘The Clay Consolidation Problem’

Dr. Scott L. Dunn presenteert een uitdaging voor zondvloedgeologie in CRSQ: ‘The Clay Consolidation Problem’

Dit artikel ontvangt komende week nog een fijnafstemming.

In het eerste nummer van de Creation Research Society Quarterly van 2024 publiceerde dr. Scott L. Dunn1 een interessante paper over ‘The Clay Consolidation Problem’. Dit is een grote uitdaging voor de zogenoemde zondvloedgeologie: de sedimentatie en lithificatie (ontwatering en verstening) van klei duurt te lang voor een creationistische tijdschaal. Volgens alle zondvloedmodellen zijn aardlagen snel (in een korte periode van tijd) ontstaan, of dat nu tijdens of na de zondvloed gebeurd is. Een kwantitatieve rechtvaardiging voor deze claim, met behulp van experiment- en veldgegevens, ontbreekt voor de consolidatie van klei. Dr. Dunn laat in zijn CRSQ-paper zien, dat wanneer we wel gaan rekenen, hier een flinke uitdaging ontstaat voor zondvloedgeologie.

De uitdaging

Er zijn wel lokale voorbeelden van snelle sedimentatie en lithificatie (verstening). Dunn schrijft: “For example, the formation of beachrock which is typically 0,5 m to 2 m in thickness can form within months. However, it is only found on beaches with specific ranges of sand size, tidal range, wave climates, and water temperatures.” Daarnaast verwijst dr. Dunn naar de pyroclastische stromen die bijvoorbeeld ontstonden ná de vulkaanuitbarsting van Mount St. Helens. Dunn schrijft: “However, the conditions within pyroclastic flows involve very high temperature (>300 ˚C) and are almost entirely dry (water vapor content less than a few percent).” De aangehaalde processen zijn echter niet te vergelijken met normale processen van lithificatie van mariene afzettingen. Dunn focust zich in de paper op de lithificatie (en ontwatering) van klei. “Although the focus is on clay due to its extremely slow drainage characteristics, the equations are valid for all sediments from sands to clays.” Na een beschrijving van de mechanismen voor de consolidatie van klei en gedetailleerde berekeningen past Dunn zijn gedachten toe op drie scenario’s. Het eerste scenario is het ontstaan van een kleilaag tijdens de zondvloed (in 100 dagen).2 Het tweede scenario is een scenario van na de zondvloed (in 100 jaar).3 Het derde scenario is een langzame depositie volgens de standaard geologische tijdschaal. De verschillende scenario’s worden toegepast op de sedimenten in de Labradorzee.4 Als voorbeeld wordt door dr. Dunn een boring van 770 meter onder de zeebodem genomen. De sedimenten in deze boring zijn relatief recent: van het Mioceen tot het Holoceen (de laatste 10 miljoen radiometrische jaren). Scenario 1 (tijdens 100 zondvloeddagen) heeft 7,7 meter per dag nodig! Scenario 2 (de eerste 100 jaar na de zondvloed) heeft 7,7 meter per jaar nodig. Scenario 3 (over miljoenen jaren) heeft 85 meter per miljoen jaar nodig. De hoge sedimentatiesnelheden die nodig zijn binnen de zondvloedgeologie (scenario 1 en 2) leiden tot ‘completely unstable soil conditions which effectively no undrained shear strength’. Dunn vervolgt: “The sedimentation rates are orders of magnitude higher than the dissipation potential of the clay, and, hence, it is almost completely fluidized even in the post-Flood scenario.” De berekeningen van Dunn leveren echter geen uitdaging op voor diverse oude-aarde-modellen. “Additionally, it is shown that there is a physical limit to the rate at which sediment can accumulate without creating excessive pore pressure and including geotechnical failures.” Het hiervoor genoemde limiet voor klei is maximaal 0.1 meter per jaar. Voor leem (silt) is dat iets hoger namelijk maximaal 10 meter per jaar.

Dinosauriërs

Dit levert een probleem op voor de modellen die beweren dat dinosauriërs tijdens de zondvloed over de eerder afgezette zondvloedsedimenten zouden hebben gelopen. “This would require that the freshly deposited sediment had sufficient strength to support the weight of a large animal.” Volgens Dunn is het moeilijk voor te stellen hoe dinosauriërs over vers afgezet sediment moeten hebben gelopen. Dat kan alleen als het afgezet materiaal een hoog percentage zand in zich zou hebben, wat het draagvermogen ondersteunt. Een model dat dinosauriërs laat rondbanjeren tijdens de vloed en daarna laat omkomen, moet volgens Dunn zeer uitgebreid getest worden.5

Afsluitend

We zien dat er uitdagingen zijn voor zondvloedgeologie op het gebied van de sedimentatiesnelheid en de lithificatiesnelheid van klei. Het zou goed zijn als creationistische experts die geologisch onderzoek doen hiermee gaan rekenen.6 Geleerden zoals Guy Berthault, dr. Pierre Y. Julien en dr. Alexander V. Lalomov hebben zich in het verleden ook uitgebreid met sedimentatiesnelheden bezig gehouden (maar mogelijk is dit werk verouderd of incompleet).7 Het is daarom zeer opmerkelijk dat dr. Dunn geen enkele verwijzing naar hun werk geeft. Mogelijk had hij hun werk in gedachte bij de korte bespreking van de vorming van ‘beachrock’ in de inleiding, maar dan zou ten minste een verwijzing nuttig zijn. Uiteraard moet in acht genomen worden dat de consolidatie van klei anders te werk gaat en veel meer tijd kost dan sedimentatie aan de kust (zoals dr. Dunn in de inleiding ook terecht opmerkt). Wellicht kan dr. Dunn in een volgende paper de al bestaande papers rondom sedimentatie- en lithificatiesnelheden bespreken, uitdagen en/of inpassen. De hoofdconclusie van de paper van dr. Dunn blijft echter staan: het ontwateren en verstenen van klei veel meer tijd kost dan mogelijk is binnen de Bijbelse tijdschaal. Zeker om geconsolideerde klei te krijgen dat sterk genoeg is om dinosauriërs te dragen, zodat zij tijdens de zondvloed pootafdrukken kunnen maken.

The Clay Consolidation Problem’, kunnen zondvloedgeologen dit probleem oplossen? Daar wordt sinds de verschijning van deze paper flink over gediscussieerd. Geologiestudent Ryan Milligan schreef een uitgebreid en lezenswaardig artikel op ‘The New Creation Blog’.8 Theïstische evolutionist dr. Joel Duff heeft de paper ook bestudeerd en reageerde er op in ‘This Week in Creationism’.9 Hij belooft om de paper in detail te bestuderen in een In Depth-video over ‘The Clay Consolidation Problem’ te bespreken. Volgens hem is het ontwateren van deze sedimenten net zo’n grote uitdaging als het bekende hitteprobleem tijdens de zondvloed.10 De tijd zal leren of hij daarin gelijk heeft. Het gesprek en de discussie hierover is in ieder geval begonnen! Voorlopig kunnen we ‘The Clay Consolidation Problem’ zien als een dissonant in het scheppingsparadigma.11 Credits aan Creation Research Society dat zij deze kritisch-reflectieve paper toch wilden publiceren.

Deze korte beschrijving n.a.v.: Dunn, S.L., 2024, The Clay Consolidation Problem and Its Implications for Flood Geology Models, Creation Research Society Quarterly 60 (3): 144-156. Abstract: https://www.creationresearch.org/the-clay-consolidation-problem-and-its-implications-for-flood-geology-models.

  1. Dr. Scott L. Dunn promoveerde in 2000 aan The University of Queensland op een proefschrift met als titel ‘Wave setup in river entrances’.
  2. De zondvloed duurde uiteraard langer dan 100 dagen.
  3. Uiteraard is de post-zondvloed periode waarin het Mioceen tot en met het Holoceen zou kunnen zijn ontstaan, zelfs met de meest strikte chronologie, langer dan 100 jaar.
  4. https://nl.wikipedia.org/wiki/Labradorzee.
  5. Dinovoetafdrukken (en dinonesten) is één van de argumenten voor drs. Hans Hoogerduijn om de zondvloedgrens lager te leggen dan veel Amerikaanse creationisten doen. Voor zijn betoog: https://oorsprong.info/congres-over-bijbel-wetenschap-2022-4-drs-hans-hoogerduijn-rekolonisatie-en-de-aardgeschiedenis-hoe-de-zondvloed-en-de-roerige-periode-erna-geschiedenis/.
  6. Dat wordt overigens al volop gedaan. Denk aan de voordrachten van dr. Sarah Maithel (VS) en dr. Rafael Schäffer (Duitsland): https://oorsprong.info/woensdag-19-juli-2023-derde-en-laatste-officiele-presentatiedag-van-de-icc/ en https://oorsprong.info/oog-voor-geologen-en-studenten-begin-september-twee-creationistische-congressen-in-europa/.
  7. Zie bijvoorbeeld: https://creation.com/experiments-on-stratification-of-heterogeneous-sand-mixtures.
  8. https://newcreation.blog/mystery-of-the-flood-mudrocks/.
  9. Dit programma kennen we van een eerder artikel op deze website: https://oorsprong.info/artikel-van-oorsprong-besproken-in-this-week-in-creationism-serie-van-dr-joel-duff/.
  10. https://www.youtube.com/watch?v=ejc-0BqxeVs.
  11. Zie voor consonantie en dissonantie: https://www.hongarijegeologie.nl/inleiding/.

1 reactie

  1. […] sediment particles making up mudrocks are so tiny that they form a nice, water-tight seal. Jan van Meerten citeert Dunn: This would require that the freshly deposited sediment had sufficient strength to support the […]

Reacties zijn gesloten.