Home » Genealogie » De ontdekking van de gemetselde grafkelder van Anna van Abcoude van Meerten van Essensteijn (1512-1597)

De ontdekking van de gemetselde grafkelder van Anna van Abcoude van Meerten van Essensteijn (1512-1597)

De St. Antoniuskapel geschilderd door Pieter Jansz. Saenredam in 1645. Hier lagen, dankzij het verzamelwerk van Jan van Renesse, zijn voorouders begraven. Bron: Wikipedia.

Het Culemborgsch Nieuws- en Advertentieblad van zaterdag 11 juli 1885 maakt melding van een bijzondere ontdekking van een grafkelder waarin onder andere Anna van Abcoude van Meerten van Essensteijn (1512-1597) begraven ligt. Hieronder volgen we het bericht in eigen woorden parafraserend of letterlijk citerend.1

In de zomer van 1885 werden er reparaties verricht aan de vloer van de hoofdwacht op het Janskerkhof te Utrecht.2 Tijdens deze reparaties stuitte men op een gemetselde grafkelder. Toen men deze opende vond men daarin drie vergane kisten. De inscripties op de wand van de kelder bevatten de namen van de daarin begraven personen.

Wie liggen hier begraven?

Rechts van de ingang van de kelder vond men tussen het stof een schedel, een dijbeen en nog meer door elkaar gehusselde beenderen. Het bleken de overblijfselen te zijn van de heren Van Gaesbeek. Dit geslacht behoorde tot ‘de machtigste heeren van het Sticht’ in de vijftiende eeuw. Het gaat om Zweder van Gaesbeek en zijn echtgenote. Bovendien ook zijn zoon Jacob, heer van Duurstede en Abcoude en stadhouder van Holland onder de Bourgondiër Philips de Goede. Links van de ingang lag Adriaan van Renesse (1501-1559). In leven ‘deken en scholaster ten Dom’ en in 1559 voorgedragen tot bisschop van Utrecht. Hij overleed voordat de pauselijke bevestiging verkregen was. In het midden van de kelder werden de overblijfselen van een van zijn vriendinnen – de adellijke Anna van Abcoude van Meerten van Essensteijn gevonden. Zij kan gezien worden als de vrouw van Adriaan. Tenslotte en als laatste is ook Jan van Renesse, de zoon van Adriaan en Anna, in 1619 bijgezet in de kelder.

In één kelder

In het artikel wordt de vraag gesteld hoe de overblijfselen van deze aanzienlijke personen bij elkaar in één kelder zijn gekomen. Dat wordt duidelijk door het opschrift van een kolossale zerk (die de kelder afsloot) te vergelijken met aantekeningen van het stadsarchief. In 1597 heeft Jan van Renesse, thesaurier (ofwel: penningmeester) van de St. Jan, deze kelder laten maken in de kapel van de in de St. Janskerk gevestigde St. Antoniebroederschap. Deze was te vinden op de plaats waar in 1885 de hoofdwacht te vinden is, maar vóór 1600 vervallen en afgebroken is. Jan zag deze kelder als rustplaats ‘voor zijne onlangs overleden moeder vrouw Anna van Abcoude’. Tegelijkertijd zocht hij een laatste rustplaats voor de overblijfselen van zijn aanzienlijke voorgeslacht. Immers, zijn vader was begraven in de graftombe die zijn oom Jan van Renesse voor zich en zijn gemalin in het koor van de Minrebroederskerk had opgericht. Helaas was deze kerk in 1581 afgebroken vanwege de invoering van de leer van de Reformatie. De kerk was afgebroken, de beelden waren verdwenen, maar de tombe bleef staan. De tombe stond midden op een erf in de Minrebroederstraat. Het lichaam van Adriaan werd door zijn zoon ‘daaruit genomen en naar den kelder van zijn zoon overgebracht’. Nog erger was het gesteld met de moederlijke voorzaten van Jan van Renesse, de heren Van Gaesbeek. Deze lagen begraven in het bij Zuilen staande Karthuizer klooster ‘Nieuwlicht’ in een prachtige tombe op het koor van de kloosterkerk. Echter, aan het einde van de zestiende eeuw, ten tijde van de opstand, was het klooster verlaten en half verwoest. Grafschenners hadden de graven opengebroken en de beenderen van de heren Van Gaesbeek lagen sinds heel wat jaren her en der op de grond verspreid. Jan van Renesse verzamelde deze beenderen en bracht ze naar zijn eigen kelder. “Zoo bevatte deze de lichamen van hen, die eenmaal de hoofden der geestelijkheid en van den wereldlijken adel van het Sticht waren geweest.

Jan van Renesse

Na dit verzamelwerk in 1597 is de grafkelder nog slechts éénmaal geopend geweest. Dat was in 1619 toen het ontzielde lichaam van de heer Jan van Renesse zelf ‘aan de schoot der aarde werd toevertrouwd’. Zijn zus3 en de zoons van een andere al overleden zus4 werden elders begraven. Beide zussen hadden ‘met hem tot de bovenvermelde daad van piëteit (…) meegewerkt’. Het artikel sluit af met een mooi en bijzonder stukje proza: “Waren adeltrots en het streven om het defect zijner geboorte te bedekken blijkbaar niet vreemd aan het overbrengen van de lijken zijner aanzienlijke voorzaten naar zijn graf; streelde hem bij zijn leven de gedachte, dat hij rusten zou bij de aanzienlijksten van het Sticht, in kapel, wier wanden door zijne zorg versierd waren met wapenborden en inscriptiën, die den roem zijner voorzaten en zijne eigen pieuse handelingen vermeldden, in het gezicht van den dood is hij tot andere, minder wereldsche gedachten gekomen; althans de kolossale, fraai gebeeldhouwde grafzerk, die zijn graf dekte, behelsde behalve zijn naam en wapens slechts spreuken, die den lezer tot ootmoed stemden en op de vergankelijkheid van al het aardsche wezen.

Tenslotte

Wat er gebeurd is met de grafstenen en de inscripties is mij (nog) niet bekend. Het jaar 1885 ligt al geruime tijd achter ons, mogelijk komt er nog meer aan het licht over deze grafkelder en de telgen die daar begraven liggen. Mocht u meer informatie hierover hebben dan houd ik mij aanbevolen. Anna van Abcoude van Meerten van Essensteijn was een dochter van Johan van Abcoude van Meerten en Mechteld van Montfoort. Deze Johan was een zoon van Ernst Taets van Abcoude van Meerten en Bertha van Culemborg. Ernst was weer een zoon van J(o)an van Abcoude van Meerten en Hadewich Taets van Amerongen. Tenslotte was deze Jan een bastaardzoon van Willem van Abcoude en zijn dienstmeid Johanna van Meerten. We zitten dan aan het einde van de veertiende eeuw en daar ligt ook de connectie met het geslacht ‘Van Gaesbeek’.

Voetnoten

  1. Bron: Anoniem, 1885, Gemengde berichten, Culemborgsch Nieuws- en Advertentieblad 1885 (35): 2. Te raadplegen via de website van het Regionaal Archief Rivierenland: www.rarivierenland.nl.
  2. Hier is meer informatie te vinden over de St. Anthoniuskapel en de hoofdwacht: https://www.kerkenkijken.nl/kerken/janskerk/geschiedenis-en-gebouw.
  3. Mogelijk Anna van Renesse.
  4. Mogelijk Maria van Renesse.