Home » Betuwse streekgeschiedenis » De negende jaargang van de Nieuwsbrief HKKO over de genealogie van het geslacht Van Meerten

De negende jaargang van de Nieuwsbrief HKKO over de genealogie van het geslacht Van Meerten

In de negende jaargang van de Nieuwsbrief van de Historische Kring Kesteren en Omstreken (1991) wordt een artikel gedeeld van ds. H.J. Schouten (1865-1936), predikant van Ommeren. Dit artikel verscheen in De Nederlandsche Leeuw 1898 blz. 159-160. De titel van het artikel luidt ‘Grafzerken, die voor geheelen ondergang behoed moeten worden’.1

De inleiding van het artikel luidt:

“Men kent de onhebbelijke gewoonte op dorpen, om zerken, die men liever in den muur moesten metselen, vóór den ingang der kerken te verleggen, waar ze na langer of korter tijd geheel glad geslepen zijn door de voeten der kerkgangers. In Ingen ondergingen drie zerken dit lot. Een, van gewone grootte, ligt vlak voor de deur. Zij is nu nog in een staat, waarbij het de moeite waard is haar in te metselen. Maar zij moet niet veel langer daar liggen. Sinds ik haar voor ’t eerst zag (Oct. 1894) is zij aanmerkelijk verder gesleten.”

Dit is de grafsteen van Jutta van Wijck en Bart van Hattem. Gelukkig zijn de andere zerken nog volkomen gaaf gebleven. Het gaat dan om de grafsteen van Derick van Meerten en Berta van Eck.

Het artikel:

“De eene toont in ’t midden de all. wapens, v. Meerten en v. Eck, v. Eck en v. Meeckeren en het opschrift:

AO DNI. 1568. DEN. 20
DACH DECEMBRIS STARF.
DERICK. VAN. MEERTEN
AO 1531 DEN. 7. DACH. SEP
TEMBRIS. STARF. JOFFER
BERTA. VA. ECK. SYN HUI
(op den rand) SVROW.”

De predikant geeft aan dat de andere zerk geen opschrift heeft en hij vermoed dat deze ‘blijkbaar vervaardigd’ werd ‘voor een der drie dochters van dit echtpaar, met haren man’. Schouten beschrijft verder de steen. De predikant:

“In ‘t midden twee wapens; dat van den man: drie? (roos d’échiquier, zooals bij Rietstap 2e druk pl. 8 n’.6, doch met breedervoet) helmt: zittende hazewind. Kw.: a drie..? b. een klimmende leeuw, c. v. Meeckeren, en d. een dwarsbalk, allen op een pilaar. ‘t Vr. wapen en kwartieren blijken uit bovenstaande.”

Voetnoten

  1. Schouten, H.J., 1991, Grafzerken, die voor geheelen ondergang behoed moeten worden, Nieuwsbrief van de Historische Kring Kesteren en Omstreken 9 (2): 19-20.