Home » Gastbijdrage » De mythe van de mythische mens

De mythe van de mythische mens

In de 18de en 19de eeuw ontstond er een beweging die we de Verlichting noemen. Kant schreef er zelfs een essay over met als titel: Wat is Verlichting? Deze beweging zette het menselijke denken centraal. De Bijbel zagen zij niet langer als een normerend kader voor hun denken. De Schrift kwam onder kritiek te liggen. Er ontstond een vrijzinnige theologie. De methode van deze vrijzinnige theologie was het onderscheid maken tussen eeuwige waarheden en tijdelijke voorbijgaande waarheden. Veel Bijbelse waarheden sneuvelden. Zoals de Drie-eenheid, de opstanding van Jezus en zijn hemelvaart. De reden was dat de Bijbel een ander wereldbeeld heeft. Mensen geloofden toen nog in mythen. Mensen in de tijd van de Bijbel dachten niet zo logisch na en stonden open voor allerlei wonderlijke dingen.

Ontmythologiseren

Bultmann (1884-1976) meende dan de Bijbel ontmythologiseerd diende te worden. Bultmann was echter niet de man die heel de Bijbel afdeed als een mythe zoals veel vrijzinnigen wel deden. Ontmythologiseren betekende volgens hem weliswaar dat het bijbelse wereldbeeld achterhaald is maar dat er wel een boodschap (kerugma) over dient te blijven. De schepping in Genesis 1 en 2 is mythologisch van aard volgens Bultmann maar het laat wel zien dat we in Gods hand zijn. Bultmann die Nieuwtestamenticus was zei dat het zinloos was om op zoek te gaan naar de historische Jezus. Het ging volgens hem slechts om de verkondigde Jezus. In de tijd van Jezus waren de mensen ontvankelijk voor mythen, volgens Bultmann maar ze hadden wel een boodschap (kerugma). Kortom Bultmann wilde tot de kern komen en zag het bijbelse wereldbeeld als een mythische schil die als je die er afhaalt bij de kern komt. Niet iedereen vond hem daarin consequent. Bultmann spaarde volgens hen de kern maar wat hij de kern vond was dat ook geen schil? Of wat hij de schil noemt behoorde dat ook niet tot de kern? De Bijbel lijkt volgens de critici van Bultmann op een ui. Wie de schil van de ui wil halen, loopt het gevaar geen kern over te houden. Een ui bestaat uit schillen zonder kern. Wie de schillen afpelt, houdt dus géén kern over. Deze insteek kun je op twee manieren bekijken. Allereerst vanuit een vrijzinnige optiek. Voor vrijzinnigen bestaat de hele Bijbel uit schillen. Echter volgens de getuigenis van de Bijbel zelf (de gebruiksaanwijzing bij uitstek) bevat heel de Bijbel een kernachtige boodschap (2 Timotheüs 3:16). Wat schillen lijken behoort ook tot de kern. Wie schillen afpelt, verliest de kern en verliest dus de boodschap.

De vooringenomenheid van Bultmann

Er kwam nog meer kritiek op Bultmann. Deze kritiek kwam van een vrouw, Eta Linnemann (1926-2009) en kwam van binnenuit. Eta Linnemann was namelijk een getrouw leerling van Bultmann. Aanvankelijk ging zij als hoogleraar in zijn spoor. Totdat ze op latere leeftijd ontdekte dat Bultmann de zaak op de spits had gedreven. Was de bijbelse mens wel een mythische mens die je knollen voor citroenen kon verkopen? Dacht die mens niet logisch na net als de moderne mens? Neem bijvoorbeeld de tien verspieders. Zij wezen op de moeilijkheden waar het volk voor kwam te staan als zij het land Kanaän in zouden gaan. Of neem de discipelen. Geloofden zij meteen in de opstanding van Jezus? Waren zij mythische mensen die ontvankelijk waren voor fabels? Nee ook zij moesten overtuigd worden van de opstanding van Christus. Petrus zegt in zijn brief (2 Petrus 1:16): “Want wij zijn geen kunstelijk verdichte fabelen (μύθοις, mythen) nagevolgd, als wij u bekend gemaakt hebben de kracht en toekomst van onze Heere Jezus Christus, maar wij zijn aanschouwers geweest van Zijn majesteit (grootsheid)”. Blijkbaar kwam bij de hoorders de boodschap van Jezus fabelachtig over. Zo ontvankelijk waren de hoorders dus in die tijd niet. Ook Petrus moest dus zijn hoorders overtuigen van deze in het oog van de mens nogal fabelachtige boodschap. Zelfs de geleerde Paulus kreeg weerstand tegen de boodschap van Jezus. Om die reden schreef hij (1 Korinthe 1:23): “Wij prediken Christus, de Gekruisigde, voor de Joden een ergernis, en voor de Grieken een dwaasheid”.

Slotopmerking

Dat de mannen van de Verlichting en de navolgers van deze mannen van de Verlichting (zoals Bultmann) zo tobden met de Bijbelse waarheden was dus niet nieuw. Er is maar een remedie tegen dit soort gedachten. Jezus zei tegen Thomas die ook moeite had met de opstanding: “Wees niet ongelovig maar gelovig” (Johannes 20:24). Kortom in de Verlichting stak de oude gevallen Adam de kop op. Ook de Verlichting zelf was dus in wezen minder modern, dan men dacht. Deze mannen leken verdacht veel op de leerjongen van Jezus, Thomas. Maar die zat gelukkig wel op de goede leerschool. Zittend aan Jezus’ voeten smelt het ongeloof als sneeuw voor de zon.

Dit artikel is met toestemming overgenomen van de website van de auteur. Het originele artikel is hier te vinden.